Motivatie is de innerlijke drijfveer die bepaalt waarom mensen iets doen of juist laten. In het onderwijs speelt motivatie een cruciale rol, omdat het de bereidheid van leerlingen beïnvloedt om te leren en zich in te zetten. Gemotiveerde leerlingen zijn actiever, volhardender en ervaren meer plezier in het leerproces.
Er zijn verschillende soorten motivatie. Een belangrijke tweedeling is die tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie komt van binnenuit: een leerling leert omdat hij nieuwsgierig is of omdat hij het onderwerp interessant vindt. Extrinsieke motivatie ontstaat door prikkels van buitenaf, zoals cijfers, beloningen of complimenten. Beide vormen kunnen leerlingen in beweging zetten, maar intrinsieke motivatie heeft vaak een duurzamer effect.
Motivatie hangt nauw samen met psychologische basisbehoeften. Volgens de zelfdeterminatietheorie hebben leerlingen behoefte aan autonomie, competentie en relatie. Wanneer leraren een leeromgeving creëren waarin deze behoeften vervuld worden, groeit de motivatie. Bijvoorbeeld door leerlingen keuzes te bieden, duidelijke instructie te geven en een veilige band op te bouwen.
Een gebrek aan motivatie kan verschillende oorzaken hebben, zoals faalangst, negatieve ervaringen of het gevoel geen invloed te hebben. Leraren kunnen dan inzetten op positieve feedback, haalbare doelen en succeservaringen om de motivatie weer te versterken.
Motivatie is niet statisch, maar kan wisselen afhankelijk van de situatie en de context. Het stimuleren van motivatie vraagt daarom voortdurende aandacht van de leraar. Uiteindelijk draagt motivatie bij aan betere leerresultaten, meer zelfvertrouwen en een plezierige schooltijd waarin leerlingen zich optimaal ontwikkelen.
Gemotiveerd leren en lesgeven
De kracht van intrinsieke motivatie
Laatst geactualiseerd op 16 september 2025
