Zelfregulerend leren
Geplaatst op 19 juni 2018
>> Zelfregulerend leren direct bestellen.
Leren lerenis belangrijk, anders gaat een leerling vroeg of laat onderuit. Maar... hoe ontwikkel je die vaardigheden bij leerlingen? Een krachtig middel hiervoor zijn leerstrategieën. In het boek Zelfregulerend leren - Effectiever leren met leerstrategieën behandelt Pieternel Dijkstra veertien strategieën. Bij dit boek zijn ook handige Trainingskaarten verschenen.
Wat zijn leerstrategieën?
-
Metacognitieve kennis
- Overzien
- Jezelf kennen
-
Metacognitieve vaardigheden
- Vooruitkijken
- Bijhouden
- Terugkijken
-
Cognitieve vaardigheden
- Herhalen
- Verdiepen
- Structureren
-
Organisatievaardigheden
- Jezelf organiseren
- Omgeving organiseren
- Anderen organiseren
-
Motivatie
- Jezelf vertrouwen
- Het nut zien
- Jezelf motiveren
Poster met de verschillende leerstrategieën
Strategie 1 - Overzien
- Uitleggen welke verschillende manieren er zijn om iets te leren.
- Uitleggen welke stappen je moet nemen om iets te onthouden.
- Uitleggen hoe je een best een bepaalde taak kunt uitvoeren of een bepaald probleem kunt oplossen.
- Een medeleerling advies geven hoe hij het beste een taak kan aanpakken.
Strategie 2 – Jezelf kennen
- Aangeven wat hij makkelijk of lastig vindt aan een taak, en waarom hij dat vindt.
- Vertellen wat hij over een bepaald onderwerp al weet en wat nog niet.
- Uitleggen hoe hij een opdracht goed afgerond heeft.
- Uitleggen wat voor hem de beste / snelste manier is om een taak te doen en hoe hij dingen het best onthoudt.
Strategie 3 – Vooruitkijken
- Gestructureerd werken: een nette werkplek en een zorgvuldig bijgehouden agenda.
- Is op tijd; op school en met opdrachten.
- Leerwerk spreiden voor een toets; in plaats van op het laatst aan laten komen.
- Inschatten hoeveel tijd een taak kost.
Strategie 4 – Bijhouden
- Zichzelf tijdens het leren vragen stellen, bijvoorbeeld of hij het nog begrijpt.
- Om hulp vragen als hij vastloopt.
- Zijn werkwijze vergelijken met die van andere leerlingen.
- Zijn planning uitvoeren.
Strategie 5 – Terugkijken
- Controleert zijn (toets) antwoorden voordat hij ze inlevert.
- Heeft na een toets een redelijk beeld van hoe hij een toets heeft gemaakt.
- Denkt na een taak / beoordeling na over wat hij een volgende keer weer zo gaat doen, wat er beter had gekund en wat hij anders wil aanpakken.
Strategie 6 – Herhalen
- Leest voor een toets de stof verschillende keren door.
- Onderstreept kernwoorden of -zinnen in een tekst.
- Schrijft stukjes tekst letterlijk over.
- ‘Stampt’ woordjes.
- Herhaalt voor zichzelf de regels of ezelsbruggetjes tijdens de uitvoering van een taak.
Strategie 7 – Verdiepen
- Maakt in eigen woorden een samenvatting van de leerstof.
- Stelt zichzelf inhoudelijke vragen over de leerstof.
- Bedenkt voorbeelden en verklaringen.
- Gebruikt ezelsbruggetjes.
- Maakt aantekeningen als er iets wordt verteld.
- Legt verbanden tussen de stof en wat hij eerder heeft geleerd.
Strategie 8 – Structureren
- Kan een samenvatting van de leerstof maken.
- Kan de kern in een grafiek / tabel / tekening / mindmap vatten.
- Kan kernachtig vertellen wat de rode draad in de stof is.
Strategie 9 – Jezelf organiseren
- Probeert iets wat mislukt is, nog een keer.
- Werkt gericht naar een doel, ook al is de weg ernaartoe lastig of saai.
- Doet zijn best, ook als hij lesstof of een taak niet zo leuk vindt.
- Zet door, ook als het lastig is.
- Laat zich niet afleiden door medeleerlingen.
Strategie 10 – Omgeving organiseren
- Zoekt actief naar informatie; bijvoorbeeld bij anderen of bij de bibliotheek.
- Zorgt actief voor de materialen die nodig zijn voor zijn taak.
Strategie 11 – Anderen organiseren
- Vraagt een medeleerling om samen te werken.
- Komt voor zichzelf op als anderen hem afleiden, hij vraagt bijvoorbeeld een medeleerling of het wat stiller kan zijn.
Strategie 12 – Jezelf vertrouwen
- Begint opgewekt en energiek aan een taak.
- Vraagt om een moeilijkere taak.
- Legt een medeleerling uit hoe iets zit.
- Is niet (erg) zenuwachtig voor een toets.
- Heeft positieve verwachtingen van zijn prestaties.
Strategie 13 – Het nut zien
- Legt uit waarom het belangrijk en nuttig is om de taak goed te kunnen. Hij kan hier voorbeelden bij bedenken.
- Kan negatieve gevolgen bedenken van het niet beheersen van een vaardigheid.
Strategie 14 – Jezelf motiveren
- Investeert tijd en energie in schoolwerk.
- Maakt een taak af, ook als het moeilijk wordt.
- Wil een goede prestatie neerzetten; een zesje is niet genoeg.
- Wil zichzelf verbeteren.
- Heeft weinig aanmoediging nodig om aan de slag te gaan.
Tot slot

Recensie
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Bestellen
Gerelateerd

Medilex Onderwijs


Wij-leren.nl Academie


ANWB


oo.nl

































44 doorzettingsvermogen
32 evalueren
94 executieve functies
39 leerstrategie
214 motivatie