Kennisplatform
Nog enkele plaatsen vrij bij Medilex: Congres Kleutertaal.

Investeren in leesmotivatie loont: het bevordert motivatie en leesvaardigheid

Annemieke Top
Kwaliteitszorgmedewerker / beleidsondersteuner bij Hoornbeeck College  

Nifterik, A. van (2016). Investeren in leesmotivatie loont: het bevordert motivatie en leesvaardigheid.
Geraadpleegd op 09-11-2024,
van https://wij-leren.nl/leesmotivatie-bevordert-leesvaardigheid.php
Geplaatst op 11 januari 2017
Leesmotivatie bevorderen

Leesmotivatieprogramma’s hebben een positief effect op leesmotivatie én op begrijpend lezen. Dat geldt zeker ook voor leerlingen die niet zo gemotiveerd zijn om te lezen, zoals zwakke lezers of middelbare scholieren. Vooral voor hen heeft het zin dit soort programma’s in te zetten, zo blijkt uit een reviewstudie van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Deze bevinding is hoopgevend, vindt onderzoeker Roel van Steensel. "Er zijn bepaalde principes die leraren kunnen toepassen om de motivatie te verhogen. Daarmee kun je verschil maken voor leerlingen, ook voor de groep die moeite heeft met lezen." De programma’s hadden bij middelbare scholieren meer effect op begrijpend lezen dan bij basisscholieren en hadden meer effect op de motivatie van zwakke lezers dan van gemiddelde lezers.

Laaggeletterdheid

"Ook in het licht van het recente beleid om laaggeletterdheid terug te dringen, is dit positief", zegt Van Steensel. Uit het onderzoek van PISA, dat in december 2016 verscheen, blijkt dat de leesvaardigheid van Nederlandse leerlingen ongeveer gelijk is gebleven. Het aantal laaggeletterde leerlingen – leerlingen die moeite hebben met lezen – is echter sinds 2003 gestegen van 11,5 naar 17,9 procent. "Bij het actieprogramma Tel mee met Taal van de overheid is leesbevordering een van de speerpunten. Dit onderzoek toont aan dat stimuleren van leesmotivatie ook een positief effect heeft op leesvaardigheid en dus kan bijdragen aan het terugdringen van laaggeletterdheid."

Aansluiten bij interesses

De meest effectieve leesmotivatieprogramma’s benadrukken de redenen om te lezen en stimuleren het vertrouwen in eigen kunnen van leerlingen. Die principes kunnen leraren ook in hun eigen praktijk toepassen. Vijf principes staan centraal in de leesmotivatieprogramma’s:

  • Aansluiten bij interesses van leerlingen, of hun interesse voor een onderwerp te wekken. Dit kan door de tekst aan te laten sluiten op de belevingswereld van de leerlingen.
  • Voorkomen van demotivatie. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Lange teksten worden al snel als saai, nutteloos en dus demotiverend ervaren. Daarom is het ook belangrijk om het nut van lezen en van teksten op de leerlingen over te brengen.
  • Het stimuleren van de autonomie van de leerlingen – leerlingen beginnen meer gemotiveerd aan een taak als ze zelf een keuze hebben.
  • De leerlingen laten samenwerken; dit vergroot de sociale motivatie van leerlingen. Ook hier kan de tekst door de samenwerking met andere leerlingen beter aansluiten op de belevingswereld van de leerlingen.
  • Door de leerlingen met elkaar in gesprek te laten gaan en hier als leraar actief op te sturen kan hun woordenschat uitbreiden, wat hun leesniveau ten goede komt.

Zelfvertrouwen

Het kan dus ook helpen om het zelfvertrouwen van leerlingen te stimuleren. Door hen goede teksten aan te bieden die niet te moeilijk en niet te makkelijk zijn, en door hen feedback te geven en leesstrategieën aan te leren kan worden gewerkt aan zelfvertrouwen. Leerlingen krijgen zo het gevoel een leestaak goed aan te kunnen. Wanneer leerlingen daarnaast leren zichzelf doelen te stellen, kunnen ze een stap verder zetten in hun ontwikkeling. Leraren kunnen daarbij helpen door de vorderingen van de leerlingen met hen door te nemen: ‘Als je tekst 4 kunt lezen, kun je misschien ook tekst 5 lezen’. Hiervoor is het wel nodig dat de ontwikkeling van de leerlingen steeds bijgehouden wordt. Daarom moeten leraren voortdurend vastleggen of vaststellen wat de leerlingen wel of nog niet kunnen.

"Leraren moeten voortdurend vastleggen wat de leerlingen wel of nog niet kunnen."

Achterliggende theorie

Om deze principes goed toe te passen is het wel van belang dat leraren weten waaróm ze werken, dat ze bekend zijn met de achterliggende theorie. Programma’s die worden uitgevoerd door de onderzoekers blijken namelijk beter te werken dan wanneer leraren ze uitvoeren. En om aan te sluiten bij de interesses van leerlingen is een rijk en gevarieerd boekenaanbod nodig. Dat kan bijvoorbeeld met programma’s als De Bibliotheek op School, waarin scholen en bibliotheken samenwerken. Ook een klassenbibliotheek is in veel gevallen een goed idee.

Aan de slag

Aan het werk gaan met deze theorieën vereist niet veel aanpassing. Leraren kunnen morgen beginnen met het verhogen van de leesmotivatie van hun leerlingen. Een aantal tips om op weg te helpen zijn:

  • Zorg voor afwisselende werkvormen in de leesles.
  • Betrek de leerlingen bij hun eigen (lees)ontwikkeling.
  • Breng het nut van lezen over op de leerlingen.
  • Beperk de demotivatie zoveel als mogelijk.

Bronnen

  • Van Steensel, R.C.M, Van der Sande, N.E., Bramer, W.M. & Arends, L.R. (2016). Effecten van leesmotivatie-interventies. Uitkomsten van een meta-analyse. Erasmus Universiteit Rotterdam.
  • Filipiak, P. (2015). Aantrekkelijk en effectief leesonderwijs. Verkregen op 03-01-2017 van https://wij-leren.nl/aantrekkelijk-effectief-leesonderwijs.php
  • Cöp, J. (2014). Vijf onderwijskundige voorwaarden voor goed taal- en leesonderwijs. Verkregen op 03-01-2017 van https://wij-leren.nl/taal-lezen-onderwijs.php
  • Karels, M. (2014). Suggesties voor motivatieproblemen bij lezen. Verkregen op 03-01-2017 van https://wij-leren.nl/motivatieproblemen-lezen.php
  • Bij dit artikel is gebruik gemaakt van het persbericht van het NRO.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.