Faalangst

Arja Kerpel

Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl

 

  Geplaatst op 12 juni 2017

 
‘We gaan vandaag een toets maken’. Bij sommige leerlingen breekt het zweet al uit als ze die woorden horen. Klassikaal een vraag beantwoorden? Liever niet. Een koprol maken met gym? Dat nooit! Goede kans dat bovenstaande kinderen last hebben van faalangst. Dat komt voor bij zo’n 12% van de leerlingen.1 In dit artikel lees je wat faalangst is en vind je praktische tips om het aan te pakken.

Faalangst, wat is het?

Faalangst is de angst om te falen, te kort te schieten of om aan bepaalde verwachtingen van jezelf of anderen niet te kunnen voldoen.  Een kenmerk van faalangst is dat het optreedt in bepaalde situaties. Het komt met name voor als een taak wordt opgedragen. Die angsten kunnen op verschillende gebieden voorkomen:
  • Cognitieve faalangst. Dit is angst bij het leren en presteren.
  • Sociale faalangst. Een kind kan er tegenop zien om contact te hebben met anderen.
  • Motorische faalangst. Een kind kan ook bang zijn als hij iets met zijn lijf moet doen.
Kinderen kunnen één of meerdere vormen van faalangst hebben. 

Waar zijn leerlingen vooral bang voor?

Uit onderzoek is de volgende top-5 gekomen als het gaat om faalangst op school2 :
  1. Een mondelinge beurt of voor het bord moeten komen.
  2. Een slecht cijfer terugkrijgen.
  3. De tijd vlak voor een repetitie.
  4. Een spreekbeurt houden.
  5. Blijven zitten.
Kinderen reageren verschillend op angsten. Een kind kan heel actief worden en dubbele inzet vertonen. Maar het kan ook dat een leerling de moed laat zakken en een passieve houding aanneemt. Bij plotselinge angst zie je dat kinderen vechten, vluchten of verstarren. Dit heet ook wel de fight, flight, freeze -reactie. Dat is een overlevingsstrategie. De hartslag gaat omhoog, de ademhaling gaat sneller. De adrenaline giert door hen heen.

Hoe kun je faalangst signaleren?

Faalangst bij kinderen kun je herkennen aan:
  • Wat ze voelen. Ze kunnen lichamelijke klachten hebben, zoals: buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid en/of zweten.
  • Wat ze doen. Ze zuchten, steunen, huilen. Werken is ongelukkig zijn.3
  • Wat ze zeggen. ‘Doe ik het zo goed?’ Sommigen zoeken steeds bevestiging en vragen veel hulp. Anderen durven juist geen hulp te vragen.
  • Wat ze denken. Ze denken vaak negatief over zichzelf en over hun capaciteiten. Ze hebben ook last van tunneldenken: in hun hoofd is geen ruimte om aan iets anders te denken.

Gedachten: de basis van het probleem

Het denken van de leerling, dát is de basis van het probleem. Uit de negatieve gedachten -‘Dat lukt toch nooit!’- vloeien de gevoelens, het gedrag en de opmerkingen voort. Maar hoe kun je het negatieve denken van de leerling veranderen? Dan moet je eerst begrijpen waar het vandaan komt. Het lukt toch niet, het zal nooit lukken en het ligt aan mij…  Dat denkt een faalangstig kind. Het probleem is: Als iets misgaat, is het voor deze kinderen voor eens en altijd fout. Martin Seligman noemt dit een pessimistische verklaringsstijl. Kenmerkend bij negatieve gebeurtenissen zijn de drie P’s4:
  • Permanent. ‘Dit gebeurt altijd!’
  • Pervasief. Het heeft niet betrekking op één domein, maar het omvat alles. Het is allesdoordringend. Bij één slecht cijfer is gelijk de hele school afschuwelijk.
  • Persoonlijk. ‘Het is allemaal mijn fout’.
Lukt iets juist heel goed? Succes zien ze als tijdelijk, specifiek en onpersoonlijk. Het was maar één keertje, alleen bij dat vak, het was toevallig. 
Kun je zo’n patroon veranderen, als het ingeslepen is? Jazeker! Verbindingen in de hersenen worden sterker als je ze vaak gebruikt. Een negatief denkend kind herhaalt die gedachten steeds en zodoende worden deze verbindingen snelwegen. Ivo Mijland zegt: ‘Een leuke vraag die ik daarbij wel eens stel: wat zeg je tegen jezelf, als je spreekt met jezelf? Je zult snel merken dat de leerling zichzelf mislukkingen aanpraat en er zo ook in gaat geloven.’5 Door nieuwe, realistische verbindingen aan te leggen, kun je dit negatieve patroon doorbreken. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, maar het is zeker mogelijk. Het pad door het moeras van negatieve gedachten is: specificeren. Breng een overweldigend wereldprobleem terug tot een specifieke aanleiding. Kinderen hebben zelf niet door dat ze een situatie honderd keer uitvergroten onder de microscoop. Ze moeten leren om de microscoop goed bij te stellen. 

Denkfouten

In het denken van faalangstige leerlingen zitten vaak denkfouten. Sommige kinderen denken bij lastige sommen: ‘Je kunt beter niets doen, dan iets fout doen.’ De volgorde in hun hoofd is: iets goed doen – niets doen – iets fout doen. Als ze niet zeker zijn van het goede antwoord, doen ze niets. Stel je voor dat het fout is… Probeer zulke denkfouten te achterhalen en om te buigen. In dit geval is iets doen – al is het fout-  beter dan niets doen.

Mindset

Een ander element van het denken van faalangstige kinderen is hun mindset. Kinderen met faalangst hebben vaak een vaste, ‘fixed’ mindset. Ze vermijden uitdagingen en geven snel op bij tegenslag. Hun grootste angst is falen, afgewezen worden en verliezen. Kinderen met een groeimindset zien intelligentie als ontwikkelbaar. Ze gaan uitdagingen aan, houden vol, staan open voor kritiek en leren van het succes van anderen. Dat is totaal anders. Het is voor álle kinderen belangrijk dat ze een groeimindset ontwikkelen. Maar faalangstige kinderen hebben dit extra hard nodig, omdat zij belemmerd worden in hun functioneren. 

Cijfers en motivatie

Slechte cijfers terugkrijgen en de tijd vlak voor een repetitie: die twee staan hoog op de bovengenoemde top 5 van faalangst op school. Wat doet dit met de motivatie van leerlingen? Uit recent onderzoek​​6 blijkt: 'Cijfers roepen veel emoties op bij leerlingen en beïnvloeden hun motivatie voor school. Hoe leerlingen denken over de oorzaken van hun cijfers (attributies) is bepalend voor hun voor hun verdere inzet in de klas. Leerlingen kunnen een onvoldoende wijten aan controleerbare factoren, zoals hun inzet of hun aanpak, maar ook aan niet controleerbare factoren, zoals hun capaciteiten, de docent of toeval. Als leerlingen geneigd zijn hun falen toe te schrijven aan factoren waar ze zelf geen controle over hebben, dan zullen ze eerder opgeven: Ze hebben immers toch geen invloed op de uitkomst.'

Hoe kun je faalangst praktisch aanpakken?

Het begeleiden van kinderen met faalangst is niet altijd eenvoudig. Kijk er niet van op als de terugweg (het aanpakken van faalangst) net zo lang duurt als de heenweg. Het gaat vaak met vallen en opstaan. Twee stappen vooruit, één terug. Dit doet niets af van de noodzaak: zelfvertrouwen en welbevinden zijn ongelooflijk belangrijk. Een veilig basisklimaat en een goede pedagogische relatie zijn onmisbaar. Daarnaast nog enkele samenvattende tips op een rijtje:
  • Leer (en leef voor!) dat fouten maken mag.
  • Kijk, luister en veroordeel niet.
  • Bedenk samen of de eisen die de leerling aan zichzelf stelt reëel zijn.
  • Geef complimenten die een groeimindset stimuleren.
  • Zoek samen met de leerling wat zijn/haar eigen bijdrage is bij het succes. Dan zien ze dat succes niet toe te schrijven is aan toeval. 
  • Breng de leerling in contact met medeleerlingen die hetzelfde ervaren. Erover praten helpt, dan merken ze dat ze hierin niet alleen staan.
  • Maak gebruik van hulpmiddelen, zoals boeken of spellen.

Hulpmiddelen

Er zijn verschillende boeken of spellen verkrijgbaar. Aan de hand daarvan kun je op een prettige manier het gesprek aangaan over faalangst en opdrachten doen. Enkele suggesties:
  • Boekjes om samen te lezen. Bijvoorbeeld Ik en faalangst van Nathalie van Kordelaar en Mirjam Zwaan.
  • Teken je gesprek over faalangst van Adinda de Vreede. Door een tekening breng je het probleem kernachtig en logisch in kaart. Dit geeft inzicht en biedt aanknopingspunten om oplossingen te bedenken.
  • De kaartjes Helpende gedachten" target="_blank">Helpende gedachten van Adinda de Vreede. Deze kaartjes ondersteunen 'Teken je gesprek', maar je kunt ze ook heel goed los gebruiken door ze als hulpkaart aan de leerling te geven.
  • Het spel Opgekikkerd! uit de Coole Kikker-serie.  Het is een vrolijk bordspel waarmee je spelenderwijs kunt werken aan faalangst.
  • Faalangsttrainingen. Deze bestaan vaak uit een handleiding en een werkboek. Voorbeelden hiervan zijn: Je bibbers de baas van Marianne van der Zalm Grisnich of het net verschenen Eerste Hulp bij faalangst van Petra Lahr en Daphne Rijkee.
  • Om te werken aan een groeimindset kun je gebruik maken van de Groeikaarten, ontwikkeld door Floor Raeijmaekers. 
  • Omdat faalangst bij hoogbegaafden veel voorkomt, zijn er ook materialen waarbij speciale aandacht is voor deze combinatie. Jessica van der Spek schreef het werkboek Ik kan het! en voor begeleiders Je kunt het!. Ook in de boeken Zeno en Co van Inne van den Bossche en Ben jij een cheetah? Van Marianne van Zetten is aandacht voor de combinatie hoogbegaafd & faalangst. 
Hulpmiddelen zijn mooi, maar onderschat het belang van goede begeleiding niet. Samen een boekje lezen is één, maar het gesprek erover op gang brengen en houden: dáár gaat het om. De waarde van hulpmiddelen is dat ze daar goede kansen voor bieden. Zo kun je in verbondenheid met het kind samen werken naar een oplossing.

Bronnen

[1] Nieuwenbroek, A. Faalangst in het basisonderwijs, Geraadpleegd op 14-03-2017, van http://www.faalangst.nl/artikelen.php

[2] Horeweg, A. Faalangst in de klas. Geraadpleegd op 14-03-2017, van http://gedragsproblemenindeklas.nl/gedragsproblemen/faalangst/

[3] Karels, M. (2014). Indicaties van gedragsproblemen en werkhoudingproblemen.
Geraadpleegd op 14-03-2017, van https://wij-leren.nl/indicaties-gedragsproblemen.php

[4] Chansky, T., (2012). Het lukt toch niet… Effectieve en praktische strategieën om negatief denken bij kinderen te verminderen. Amsterdam, Nederland: Hogrefe Uitgevers.

[5] Mijland, I. (2017). We moeten af van het idee dat faalangst iets abnormaals is. 
Geraadpleegd op 27-03-2017,
van https://wij-leren.nl/faalangst-examen-begeleiding.php

[6] Poorthuis, A. en Schuitema, J. (2016). Onderzoeksrapport Van faalervaring naar leerervaring: Zijn reacties van leerlingen op lage cijfers te beïnvloeden?
Geraadpleegd op 06-09-2017,
van https://www.nro.nl/onderzoeksprojecten/van-faalervaring-naar-leerervaring-zijn-reacties-van-leerlingen-op-lage-cijfers

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Cursus
Meisjescoach
Meisjescoach
Stimuleer de persoonlijke ontwikkeling van meiden
Medilex Onderwijs 
Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
Webinar
Intrinsieke motivatie en spel: de echte motor onder leren?
Intrinsieke motivatie en spel: de echte motor onder leren?
Gratis webinar met Rob Martens
Wij-leren.nl Academie 
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!Gedragsproblemen
Indicaties van gedragsproblemen en werkhoudingproblemen.
Machiel Karels
Misverstanden hoogbegaafdheid
Zeven misverstanden rond hoogbegaafdheid.
Arja Kerpel
Ontwikkeling peuter
Peuters niet behandelen alsof het al echte leerlingen zijn.
Sieneke Goorhuis
Functionele buikpijn - wat kan de leerkracht?
Omgaan met functionele buikpijnklachten bij kinderen
Peter de Vries
Tips voor gedragsproblemen in de klas - faalangst
Faalangst - Tips voor de leerkracht
Anton Horeweg
Faalangst begeleiden
We moeten af van het idee dat faalangst iets abnormaals is!
Ivo Mijland
Examenvrees
Eindexamenvrees: Een mislukking is nog geen ramp!
Ivo Mijland
Sociale veiligheid, wat is het
Waar het bij sociale veiligheid écht om draait -1-
Henk Galenkamp
Sociale veiligheid - omgaan met angst en boosheid
Sociale veiligheid - over (dis)functionele angst en boosheid -2-
Henk Galenkamp
Sociale veiligheid consequent betrouwbaar toegankelijk polyvaaltheorie
Sociale Veiligheid: wat we voor leerlingen kunnen betekenen -3-
Henk Galenkamp
Hindernissen leerprocessen hoogbegaafde leerlingen deel 1
Interne hindernissen in de leerprocessen van hoogbegaafde leerlingen (1)
Carl D'hondt
Hindernissen leerprocessen hoogbegaafde leerlingen deel 1
Interne hindernissen in de leerprocessen van hoogbegaafde leerlingen (1)
Carl D'hondt
Gedragsproblemen in de klas
Gedragsproblemen in de klas
Arja Kerpel


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Zelfregulatie in een video van één minuut uitgelegd
Zelfregulatie in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Motivatie in een video van één minuut uitgelegd
Motivatie in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



angststoornis
attributie
motivatie
selectief mutisme
stotteren

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest