Werken in het onderwijs? Ja, graag!

  Geplaatst op 1 juni 2015

10 tips voor ontspannen lesgeven

Je kent de lijstjes wel die ervoor kunnen zorgen dat je meer energie krijgt.

  • Neem zelf de verantwoordelijkheid voor iets dat betekenis voor je heeft.
  • Doe de dingen op je eigen wijze. Doe niet steeds wat anderen van je verwachten.
  • Concentreer je vooral op zaken waar je zelf vat op hebt.
  • Geef geen energie aan mensen die je uitputten en houd ze op afstand.
  • Wees aardig, help de ander en toon genegenheid. 

Hoe werkt dat in het onderwijs?

De tredmolen

Als je merkt dat je 's avonds en in de weekends dubbele tijd moet besteden aan je werk en je niet meer ontspannen les kunt geven, zijn dat genoeg aanwijzingen om uit de tredmolen te stappen. Om je werk aangenamer te maken, zorg je er zelf voor dat je niet meer wordt opgejaagd. Dat is veel beter voor jou en daardoor ook voor de leerlingen. Dat betekent dat je tijd vrij moet maken: dit kan door de controle van je werk in eigen hand te nemen.

1. Schaf overbodig noteren af

Schaf om te beginnen het overbodig noteren af:

  • elk gesprekje;
  • overlegje;
  • beslissinkje.

opschrijven en in één of ander systeem opslaan.

Ga niet meer alles wat je met je zorgleerlingen doet, minutieus vastleggen in een logboek:

  • de resultaten;
  • de individuele leerlijnen;
  • de handelingsplannen;
  • de aanvullende doelen.

Werken met doelen is belangrijk, maar je moet het niet overdrijven.

Neem voor een dyslexieaanvraag de resultaten niet op in een exceldocument van de begeleidingdienst, terwijl het al in ParnasSys staat.

Bedenk hierna zelf nog meer van die 'tredmolen-dingetjes', schrijf ze alleen nog even op om ze in overleg met je collega's af te schaffen. Je hebt immers met veel passie voor het beroep van leerkracht gekozen en niet voor het boekhouders-vak.

2. Zeg vaker nee

Vermijd daarmee dat je telkens in de vergaderingen ja zegt en nee moet doen om overeind te blijven en je rond blijft lopen met een opgejaagd schuldgevoel. Zeg gewoon meteen nee als je voelt dat het niks kan worden. Het zijn zaken die een kunstmatige onzorgvuldigheid in je klas 'organiseren'. Dat vreet energie.

Maak tijd vrij voor het echte werk: dagelijks je lessen voorbereiden en die in een ontspannen en aantrekkelijke sfeer voor de leerlingen uitvoeren. Voel je al wat opluchting?

Schroom dus niet om de doorgeslagen bureaucratische rompslomp aan te kaarten bij de directie, het schoolbestuur, of desnoods bij de onderwijsinspectie en maak betere afspraken die jou meer ten goede komen.

Heb je het idee:

dit heeft niks meer met onderwijs te maken,

laat dat dan niet meer over je heen komen. Zeg dan zelf:

'dit kan zo niet langer.’

Je hebt Sander Dekker aan je kant:

"de bureaucratie in het onderwijs, waar talloze leerkrachten onder zuchten, moet hard aangepakt worden".

3. Beperk het toetsen

Het gaat om het contact met kinderen
Je kunt de meeste toetstijd vervangen door meer dagelijks contact met de leerlingen. 

Je werkt en praat dagelijks met de leerlingen, en je bouwt daardoor een beeld op over hoe ze in hun vel zitten, wat ze kunnen en kennen en hoe ze leren.

Door bijvoorbeeld hardop denkend en pratend te lezen, kun je horen wat de leerlingen 'procesmatig' doen als ze lezen en kun je ze onmiddellijk helpen en niet pas op basis van een toets, die daarover geen of te late informatie geeft. Dat scheelt weer toetstijd.

"Je staat in dienst van de kinderen en niet van het leerlingvolgsysteem"

Er zijn maar enkele vakgebieden in het onderwijs die betrouwbaar met een toets gemeten kunnen worden, omdat de uitkomsten voor alle leerlingen eenduidig en onderling vergelijkbaar zijn.

Dat geldt bijvoorbeeld voor 'gesloten verzamelingen' als de spellinggevallen, alle klankletter-koppelingen en ook bij sommen die goed of fout zijn. En zelfs daarbij geldt: als je alleen het resultaat toetst, weet je niet wat en hoe de kinderen hebben gedacht en hoe je ze kunt helpen.

Schijngegevens

Onderdelen die heel lastig valide en betrouwbaar gemeten en onderling vergeleken kunnen worden, zijn bijvoorbeeld het unieke woordgebruik van mensen, het cognitief zeer complexe en creatieve begrijpend lezen en schrijven en veel vormende zaken zoals:

  • accuratesse;
  • behoedzaamheid;
  • bescheidenheid;
  • betrouwbaarheid;
  • creativiteit;
  • nieuwsgierigheid;
  • daadkracht;
  • discipline;
  • en ga zo maar door.

Daar kun je wel onderling in het team observatiecriteria voor afspreken, maar de beoordeling blijft in hoge mate subjectief.

Gestandaardiseerde product- en normgerichte toetsen leveren daarover meestal schijngegevens op.

Uit een onderzoek van Wij-leren.nl komt naar voren dat een aantal leerkrachten hun frustraties over de administratieve verplichtingen afreageren op het leerling-volgsysteem wat op school gebruikt wordt. Het lijkt dan alsof 'het systeem' de eisende partij is in deze kwestie. Te veel systeemdwang.

Het is in dergelijke gevallen niet duidelijk dat het LVS moet faciliteren en informeren en niet moet controleren. Administreer alleen datgene wat in je eigen ogen bijdraagt aan jouw onderwijs. Buitenstaanders mogen dat inzien, maar niet afdwingen en bepalen.

Anders moeten ze maar een tijdje les komen geven in je klas, onder de voorwaarde dat ze alles registreren en het moeten laten afvinken bij de onderwijsinspecteur.

"Administreer alleen datgene wat in je eigen ogen bijdraagt aan jouw onderwijs."

Het dwangmatig getalsmatig willen beheersen van het onderwijs, in plaats van zorgvuldig behéren, doet alle mensen tekort, zowel de leerkrachten als de leerlingen.

Het echte contact met de kinderen raakt op de achtergrond.

Kernpunt is dat de bevindingen alleen uitgaan van resultaten, waarbij nauwelijks tot geen aandacht is voor de oorzaken en de processen die tot die resultaten hebben geleid.

Er wordt te weinig beleefd en verwonderd,

wat nu net een belangrijke voorwaarde is om je dingen eigen te kunnen maken. Zie ook: Bezoek aan de Inspectie voor het Onderwijs door de Werkgroep en Steungroep Kleuteronderwijs (WSK) maart 2013.

4. Ga vooral zelf over je onderwijsaanbod en je doelen

Er zijn vele instituten en uitgevers die leven van jouw onderwijsaanbod. Er zijn weliswaar leerlijnen en methoden die je houvast kunnen geven, maar die zijn vooral bedoeld om er regelmatig van af te wijken in contact met en afgestemd op de leerlingen en in afstemming met je team.

Er zijn nog weer andere instituten met allerlei andere hippe aanbiedingen en activiteiten. Dat zorgt te vaak voor onrust, tijdgebrek en verlies aan leertijd.

Activiteiten die meer dan een halve dag per maand in je taakbeleid aan extra voorbereiding vragen moet je mijden.

Ze kunnen uiterst leuk zijn, maar kunnen je uitputten. Zoek een eenvoudiger alternatief.

Realiseer je ook dat veel lessen in methoden te vol zijn gepropt en te weinig focus hebben: die lessen vliegen alle kanten op, ook voor de leerlingen en die moet je dan weer later in de week afronden. Dat zorgt voor veel onrust. Niet meer doen!

Het wordt nog versterkt door te volle werkboekjes, waardoor je vooral bijdraagt aan de omzet van uitgevers. Werk voor enkele vakken die zich daar goed toe lenen doelgericht. Studerend lezen is zo'n vak, technisch lezen ook, rekenen, maar doe dat lang niet voor alle vakken en lessen, want het is de dood in de pot.

Begin je lessen vaak met een verrassing, iets opwindends, een interessant probleem, en bespreek aan het einde van de les wat er op onverwachte, verrassende en nieuwsgierige wijze is geleerd of opgelost met bijdragen van de betrokken leerlingen. Dat is in het verleden ook wel eens het werken met 'expressieve doelen' genoemd.

Het zou enorm kostenbesparend én werkplezier-verhogend zijn, als leraren achter hun aanbod en instructie konden staan. Dat valt niet mee als ze niet mogen vertrekken vanuit de leerlingen maar dat alleen vanuit de methode moeten doen. Bron: Bezoek aan de Inspectie voor het Onderwijs door de Werkgroep en Steungroep Kleuteronderwijs (WSK), maart 2013.

5. Varieer je lesaanpak

In Nederland worden didactieken vaak 'gehypt'. Laat je daarvoor niet meer lenen. Alle flexibiliteit en variatie verdwijnt dan namelijk uit je onderwijs. Je mag niet meer zelf nadenken over je onderwijskunst, want je lessen worden door anderen geprotocolleerd. Dat leidt tot weinig werkplezier en saai onderwijs.

Vaak wordt één lesmodel gepropageerd voor bijna alle vak- en vormingsgebieden, terwijl je lesaanpak vooral afhangt van:

  • de leerlingen;
  • hun leerbehoeften;
  • het specifieke vak- en vorminggebied.

Zo was het model directe instructie niet eens mogelijk met de leesmethode Ondersteboven van lezen, terwijl dat wel moest van deskundigen. Er zijn vele voorbeelden van dit verschijnsel.

Het directe instructiemodel is niet geschikt voor het creatieve, literaire en culturele begrijpend lezen,

ook wel eens abusievelijk tekstverklaring genoemd. Woordenschatonderwijs bij kleuters is iets anders dan woordenschatonderwijs in de zaakvakken. Het specifieke leren van kinderen in verschillende vak- en vormingsgebieden dient je didactiek te bepalen en niet één didactisch sjabloon of één didactisch cliché. Dat is de omgekeerde wereld.

"Kinderen mogen niet worden gereduceerd tot trechters waarin je dagelijks van bovenaf opgelegde informatie moet stoppen en je onmiddellijk resultaten moet registreren" (Ritzema, 2012).

 Erica Ritzema vertelt Nederland wat er anders moet. Lees de reacties hierop.

Kies voor een laagdrempelige en speelse wijze om groepen te begeleiden. Wees flexibel en bekijk wat de groep op dit moment nodig heeft. Maak hierbij mooi gebruik van input uit de groep, waardoor de les op een organische wijze groeit en mooi aansluit bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

6. Ga voor de brede ontwikkeling

Beter technisch lezen, rekenen en spellen is een must. Daar moet heel veel aandacht aan worden besteed. Maar scholen met een breed aanbod slagen daar het beste in.

Juist door veel aandacht te besteden aan:

  • handvaardigheid;
  • sport;
  • muziek;
  • poëzie;
  • jeugdliteratuur;
  • tekenen;
  • schilderen,

gaan cognitieve, sociale en emotionele prestaties van kinderen omhoog. 

  1. Besteed 1/3 van je rooster aan lezen, taal en rekenen in de ochtend.
  2. Besteed 1/3 aan de zaakvakken met daarin de geïntegreerde aandacht voor begrijpend en studerend lezen, schrijven en woordenschat.
  3. Besteed 1/3 van je weektijd aan de culturele vormingsgebieden, gekoppeld aan de taalontwikkeling van de kinderen.

Maak daarmee tegelijkertijd ruimte in je rooster. Want in het onderwijs zijn de roosters vaak veel te vol. Laat je dat niet meer aanleunen en ga er slimmer mee om door het integreren van vak- en vorminggebieden. Alleen uitgevers stoppen alles in verschillende methoden. Dan hoef jij dat nog niet te doen.

Alle accenten zijn op het cognitieve vlak komen te liggen, waarbij de mathematische en linguïstische onderdelen verreweg het zwaarst vertegenwoordigd zijn. Het is niet meer mogelijk veel tijd en aandacht te besteden aan expressievakken en mede hierdoor denderen de motorische vaardigheden achteruit. Kinderen moeten vanuit eigen ervaring en beleving hun inlevingsgevoel kunnen ontwikkelen en van daaruit moeten kunnen leren hun klasgenoten en hun omgeving met respect te bejegenen. (Ritzema, 2012)

7. Neem meer ruimte voor teamwerk

Een lerende schoolorganisatie wordt onmogelijk gemaakt door de aandacht voor niet essentiële zaken. Er is vaak te weinig tijd meer voor:

  • teamwerk;
  • gezamenlijke lesvoorbereiding;
  • intervisie;
  • het samenwerken met andere scholen. 

Maak gebruik van de sterke kanten van de diverse collega's bij de taken die er op school uitgevoerd moeten worden.

Profiteer van de kennis en ervaring van collega's, en ploeter niet alleen door.

Benut de talenten en creativiteit van je collega's en geef toe als jou iets niet lukt en doe dat niet in een te laat stadium. Maak er veel ruimte voor: het is een gezamenlijk verantwoordelijkheid voor elkaar.

In een onderzoek van Wij-leren.nl  geven diverse leerkrachten aan dat de vrije ruimte ook vaak ingevuld wordt door eisen van de bovenschoolse organisatie. Om redenen van eenduidigheid en bovenschools overzicht worden afspraken met de scholen gemaakt. Dat is vaak nuttig en nodig.

Het draagvlak daarvoor ontbreekt echter bij de leerkrachten nogal eens omdat hierover alleen met de schooldirecties is overlegd. Dat leidt in dergelijke gevallen vaak tot onnodige en onbedoelde frustraties, als daardoor andere belangrijke zaken erbij inschieten.

Het contact tussen de teamleden heeft onder de werkdruk vreselijk te lijden. Ook al heb je op school een geweldig team, de momenten waarop je met collega's van gedachten kan wisselen zijn spaarzaam. Je collega's zijn door hun drukke werkzaamheden slechts passanten, die je in de gang groeten.

Indien een van de collega’s een zware periode doormaakt, maakt hij/zij dat kenbaar via de mail, omdat er te weinig gelegenheid is voor een persoonlijk gesprek. Het sociale aspect verschraalt door te hoge werkdruk. (Ritzema, 2012)

8. Vertel ouders waar jij voor staat en schaam je daar niet voor

Veel ouders zijn ook besmet geraakt met eenzijdig denken in economische belangen, toetsresultaten en rankings. Ook zij zijn gaan denken dat toetsopbrengsten dé leer-en geluksopbrengsten zijn.

Ze praten zelfs in termen van A t/m E - kinderen.

Veel ouders laten zich ook gek maken door aanbieders van toetsoefenprogramma's. Alsof hun kinderen zich alleen beter ontwikkelen als ze hogere scores halen op toetsen en dat je daar dan veel voor moet betalen. Beloof je de ouders hoge resultaten en snelle vooruitgang op de Cito toetsen, dan ontstaat er alleen een verborgen probleem. Dat is erg genoeg.

Maar heb je als schoolteam de visie "Wij zien het kind in de totale ontwikkeling", dan gaat er wat mis als je toch meedoet aan de ratrace van eenzijdige focus op meetbaarheid en opbrengsten. Je doet dan geen recht aan je mooie principes en beloften van een gelukkige schoolloopbaan.

Toch zijn er nog genoeg ouders die een school willen waar hun kind gekend wordt. Een school waar hun kind zich breed ontwikkelt en optimaal ontplooit. Kinderen stappen in een warme, aangename sfeer van betrokken leren, ontdekken, nieuwsgierigheid en onderlinge hulp. De ouders willen graag dat hun kind daar deel van kan zijn.

Het is een noodzakelijk voorwaarde voor goed onderwijs. Als dat ontbreekt leren kinderen niet meer veel. We hebben het dan voor alle duidelijkheid over echt leren en met plezier naar school gaan (Ritzema,2012).

9. Kijk het af van goede leerkrachten

Onderwijsvernieuwingen worden vaak gebaseerd op statistische meta-analyses over goed onderwijs.

  • De ene keer komt Robert Marzano uit Amerika langs;
  • Een andere keer John Hattie uit Melbourne;
  • Vervolgens Andreas Schleicher van de OECD die onderwijs-vernieuwing beredeneert vanuit PISA - toetopbrengsten.

De invloed van de leerkracht op de ontwikkeling van leerlingen is procentueel het hoogst, in vergelijking met andere factoren in het onderwijs.

Wat interessant, dat zou je toch niet hebben kunnen bedenken!

Daar staan we eigenlijk paf van, temeer daar de eigen ruimte voor leerkrachten eigenlijk sterk wordt beperkt. Gert Biestra (2007) waarschuwt onder andere voor het volgende:

  • Evidenced based onderwijs als een top-down benadering van onderwijsverbetering is vaak ondemocratisch. Vermijd kookboek-benaderingen.
  • Effectiviteit afhangt uiteindelijk af van wat wenselijk is en het is onderhevig aan morele oordelen. Onderwijs is geen technocratische maar een morele praktijk. Effectiviteit is op zich al een waarde-oordeel: effectief waarvoor?
  • Wat werkte is iets anders dan wat werkt en zal werken in de context van de eigen school en klas. Wat is geschikt voor je leerlingen in deze omstandigheden?
  • Correlaties met betrekking tot onderzochte interventies die evidence-based bleken vormen niet zomaar causale bewijzen.
  • Onderwijs is in de kern een onvoorspelbare interactie tussen volwassenen en kinderen, bepaald door interpretaties. Dit leidt tot een langzaam opgebouwde praktijkervaring en wijsheid van jezelf.
  • Omdat de evidence  -based - stroming zijn oorsprong vindt in een medische context, merkt Biesta op dat leerlingen geen patiënten zijn en leerkrachten geen dokters.

Maak voor het micro-leven in je klas veel gebruik van informatie die is afgekeken van succesvolle leerkrachten, zoals het goede onderwijs dat Doug Lemov in zijn 'Teach like a Champion' (ook visueel) beschikbaar stelt. Er zijn vele voorbeelden van dergelijke inspirerende leerkrachten. Het gaat bij Lemov om kleine verbeteringen op het gebied van:

  • het werken met hoge verwachtingen;
  • de leerresultaten op de juiste wijze plannen;
  • het beter structureren van lessen;
  • het verhogen van de betrokkenheid van leerlingen;
  • zorgen voor een sterke klascultuur;
  • het handhaven van hoge verwachtingen;
  • het bevorderen van karakter en vertrouwen;
  • gebruik maken van tempoveranderingen in je lessen;
  • het stimuleren van het kritisch denken.

De meeste technieken kun je de volgende dag al toepassen.

Onderwijsvernieuwingen mogen niet meer als projectielen op het onderwijs worden afgevuurd, zonder echt de tijd om het zorgvuldig in te voeren (Ritzema, 2012).

10. Blijf je professionaliseren

Ook al heb je nog zoveel onderwijservaring, het blijft belangrijk om je te professionaliseren. Je leert telkens op een hoger niveau door je bestaande kennis en ervaring. Veel van de in dit artikel genoemde tips hangen samen met je professionaliteit als leerkracht.

Mis je belangrijke pedagogische en didactische inzichten en vaardigheden, dan zal dat een forse impact hebben op de beleving van werkdruk.

Duidelijke keuzes maken in de lesstof vraagt bijvoorbeeld veel van je professionaliteit. Heb je zicht op de doorlopende leerlijnen van het betreffende vakgebied, dan kun je gemakkelijk bepalen wat hoofd- en bijzaak is en wat je dus wel of niet weg kunt laten.

Ook het variëren in lesaanpak vraagt een breed repertoire aan didactische werkvormen. Dit handelingsrepertoire breid je in de loop van de jaren uit door de dagelijkse lespraktijk in combinatie met doorlopende professionalisering.

Vooral de pedagogische vaardigheden hebben een sterke impact op het beleven van werkdruk. Als je het gevoel hebt dat je bepaalde kinderen in de klas qua gedrag niet kunt bieden wat ze nodig hebben, geeft dat vaak stress. Professionaliseren op het vlak van pedagogisch tact en omgaan met gedrag heeft dus een belangrijke hefboomwerking bij de beleving van stress en werkdruk.

Stap uit de tredmolen!

Gebruikte literatuur

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Congres
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Begeleiden van kiene kleuters in de klas
Medilex Onderwijs 
Webinar
Hoe bevorder je de samenwerking in je schoolteam?
Hoe bevorder je de samenwerking in je schoolteam?
Gratis webinar met Machiel Karels
Wij-leren.nl Academie 
Passend Onderwijs
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.
Aurecool ondersteunt jou bij begrijpen en bevorderen van de soc-emo ontwikkeling van elke leerling.
Aurecool 
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.Leren zichtbaar maken
Leren zichtbaar maken - John Hattie.
Arja Kerpel
Professionele vrijheid
Professionele vrijheid in het onderwijs.
Machiel Karels
Verantwoordelijkheid nemen
Geef de leerkracht zijn vak terug!.
Luc Stevens
Hoge verwachtingen
Verwachtingen van kinderen? Leer van het Rosenthaleffect!.
Marcel Schmeier
Getting things done (1)
Getting things done, dat wil toch iedereen? (1)
Angela Kouwenhoven-de Waardt
Werkdruk oplossen
15 tips voor het oplossen van werkdruk in het onderwijs
Paul Filipiak
Groepsplannen en groepsoverzichten
Een groepsplan maken: zet eens een andere bril op
Nico van der Meer
Regeldruk en administratie
Regeldruk en administratie: 5 vragen
Machiel Karels
Werk van de leraar
De leraar en de hartchirurg
Jan Jutten
Top down denken
Top-down denken in onderwijs en opvoeding
Lisanne van Nijnatten
Verantwoordelijkheid leren
Verantwoord verantwoordelijk leren zijn
Dolf Janson
40-urige werkweek
De 40-urige werkweek: lust of last?
Marjolein Zwik
Werkdruk verlagen
Hoe kun je werkdruk echt verlagen?
Michel Verdoorn
Communicatie in school
Goede communicatie in een school
Jan Jutten
Werkdruk werkplezier
Van werkdruk naar werkplezier: versterk brede professionele basis
Angela Kouwenhoven-de Waardt
Meester Mark -2-
Meester Mark vraagt door
Helèn de Jong
Meester Mark -1-
Meester Mark draait door - ten onder in het onderwijs
Arja Kerpel
Persoonlijke effectiviteit
Persoonlijke effectiviteit in het basisonderwijs
Helèn de Jong
Professioneel leren
Heeft nascholing zin? Tien principes voor succesvolle professionalisering
Korstiaan Karels
Bewegen naar optimale arbeidsmobiliteit
Bewegen naar optimale arbeidsmobiliteit.
Myriam Lieskamp
Drie soorten beleid
Beleid, beleid en beleid
Harm Klifman
Pedagogische tact
Zonder innerlijke verbondenheid, geen pedagogische tact
Anne van Hees
Kleuters en inspectie
Eisen inspectie strijdig met eigen visie op kleuters
Ewald Vervaet
10 vragen bij OGW
10 vragen bij opbrengstgericht werken
Machiel Karels
Werkdruk normjaartaak
Flipping de normjaartaak: werkdruk in het onderwijs ontrafeld
Marjolein Zwik


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Marco de Witte over de essentie van veranderen in organisaties
Marco de Witte over de essentie van veranderen in organisaties
redactie
Hoe kicken we af van zinloze routines? Tjipcast 018
Hoe kicken we af van zinloze routines? Tjipcast 018
redactie
Omix Webtalks met Jitske Kramer - Culturen en tribes in het onderwijs.
Omix Webtalks met Jitske Kramer - Culturen en tribes in het onderwijs.
redactie
Omix Webtalks met Remco Claassen - Ikologie in het onderwijs
Omix Webtalks met Remco Claassen - Ikologie in het onderwijs
redactie
Leerlingvolgsysteem in een video van één minuut uitgelegd
Leerlingvolgsysteem in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Patronen doorbreken en beweging krijgen in organisaties
Patronen doorbreken en beweging krijgen in organisaties
redactie
Hoe kunnen organisaties spelend veranderen? Tjipcast 022
Hoe kunnen organisaties spelend veranderen? Tjipcast 022
redactie
Hoe kun je als professional regie nemen over innovatie? Tjipcast 037
Hoe kun je als professional regie nemen over innovatie? Tjipcast 037
redactie
Hoe organiseer je als school kwalitatief goed onderwijs? Tjipcast 044
Hoe organiseer je als school kwalitatief goed onderwijs? Tjipcast 044
redactie
Hoe krijg je hoopgeleide mensen met een WW-uitkering voor de klas?
Hoe krijg je hoopgeleide mensen met een WW-uitkering voor de klas?
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



basismodel taakbeleid
cito
directe instructie
leerlingvolgsysteem
overlegmodel taakbeleid
teamleren
toetsen
verantwoordelijkheid
welbevinden
werkdruk
werkverdelingsplan

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest