Kennisplatform
Hoe geef je een passend schooladvies?

Handboek voor leraren

Legemaat, M. (2018). Handboek voor leraren.
Geraadpleegd op 14-12-2024,
van https://wij-leren.nl/handboek-leraren-geerts-van-kralingen.php
Geplaatst op 10 april 2018
Handboek voor leraren

Het Handboek voor leraren van Walter Geerts en René van Kralingen wil een beeld geven van de werkelijkheid in de klas, en veelvoorkomende situaties in de wereld van leren, klas, school en onderwijs inzichtelijk maken. De dertien hoofdstukken zijn verdeeld over de delen A tot en met E. Het is bedoeld voor leraren die willen groeien in hun docentschap. Bij het boek hoort een website met studiemateriaal. Vier fundamentele vragen komen aan de orde met daarbij een slothoofdstuk over het (v)mbo.

Deel A: Hoe onderwijs ik mijn leerlingen?

Dit deel beslaat ongeveer de helft van het hele boek.
Recente ontwikkelingen in de onderwijskunde leggen weer meer de nadruk op de leraar als spil in de leeromgeving van leerlingen. De leraar is een belangrijke inspirator en motivator voor leerlingen. In dit deel komen onderwerpen aan de orde als het leerproces van de leerling, de ontwikkeling van het puberbrein en de werking van het geheugen.

Op dit moment is het constructivisme de populairste leertheorie. Dat betekent niet dat andere theorieën ineens achterhaald zijn.

Verschillende stromingen en invalshoeken worden daarom belicht. Elke stroming heeft zijn waardevolle elementen, zoals het behaviorisme, cognitivisme, de handelingspsychologie en de constructivistische leertheorie. Belangrijk is hoe je als leraar de leeromgeving vorm geeft zodat er geleerd kan worden.
Ook is er in dit deel aandacht voor beginsituaties. Om aan te sluiten bij leerlingen moet je weten wat hun voorkennis is. Vormen van differentiatie komen aan bod en verschillende werkvormen worden besproken. Verder is er uitgebreid aandacht voor ordeproblematiek. In het klassenmanagement is het continu signaal belangrijk: de aandacht van de leerlingen vasthouden.

Als docent moet je in staat zijn te overlappen: twee dingen tegelijkertijd doen wanneer dat nodig is. (…) Soms is overlappen meer een kwestie van heel snel schakelen, bijvoorbeeld tussen het vertellen van een verhaal en het tot de orde roepen van een leerling.

Om met conflicten om te gaan kun je verschillende strategieën toepassen, zoals doordrukken, vermijden, samenwerken en toegeven. Het Thomas-Kilmannmodel laat zien wat het beste bij jou en bij de situatie past. Het sluiten van een compromis staat in dit model centraal.  
Tenslotte worden in dit deel doelstellingen van onderwijs, leerjaren en lessen en het toetsen daarvan besproken. Een cijfer moet aan vier eisen voldoen: transparantie, validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid.

Een verantwoord cijfer geven kan in principe alleen als de toets als meetinstrument bruikbare informatie oplevert.

Deel B: Hoe kan ik effectief met groepen werken?

In dit deel aandacht voor het creëren van een goed onderwijsleerklimaat. Hoe leer je beter uit te leggen en op een interactieve manier lesgeven? De impact van groepen en groepsvorming op de leerlingen zelf en op de docent die steeds wisselende groepen voor zijn neus krijgt is groot. Hoe ga je om met verschillen tussen leerlingen? Hoe ga je om met pestgedrag? Hoe observeer je onderlinge verhoudingen en maak je ze via een sociogram inzichtelijk?
Een volgend hoofdstuk gaat in op de Wet Passend Onderwijs en gevolgen daarvan. Sommige leerlingen hebben extra ondersteuning nodig, hoe bied je hen dat? Stoornissen, clusterscholen, handelingsplannen, faalangst, zorgstructuren binnen de school: het komt allemaal aan de orde binnen dit deel. Tenslotte in hoofdstuk 8 – het laatste hoofdstuk van dit deel – aandacht voor gesprekken op school. Hierin worden verschillende typen gesprekken besproken en vaardigheden die je kunt ontwikkelen om een goed gesprek te voeren.  

Deel C: Hoe ziet mijn school eruit?

Dit deel bevat twee hoofdstukken:

  • 9. Het voortgezet onderwijs en het mbo in beeld. Wat voor type school is jouw school, welke kenmerken heeft de schoolcultuur?
  • 10. Interculturele klassen, ouders en buurten; hierin komen thema’s aan bod die gerelateerd zijn aan de buurt en het thuismilieu van leerlingen, en uitdagingen die de multiculturele samenleving met zich meebrengt.

De school als werkomgeving van de docent kent sterke invloeden van buitenaf:

  • Eén daarvan vormen ouders. Zij zijn mondiger geworden en gemiddeld genomen hoger opgeleid dan vroeger.
  • Een andere kracht is de maatschappij die ook anders is dan zo’n veertig jaar geleden. Gezinnen zijn wisselender van samenstelling. Leerlingen zijn mondiger en over het algemeen welvarender. Er is meer onrust door moderne communicatiemiddelen.
  • Een derde kracht is de politiek. De overheid blijft sleutelen aan de rol van de school omdat deze een belangrijke rol heeft in de maatschappij. Zij moet leerlingen opvoeden tot mondige burgers en basis- en beroepsvaardigheden bijbrengen.

Deel D: Hoe ontwikkel ik mezelf als leraar?

In dit deel over professionele ontwikkeling komen zaken als assertiviteit, proactiviteit, empathie, timemanagement en zelfreflectie aan de orde.

Naar jezelf als persoon kijken is in de huidige onderwijspraktijk steeds belangrijker.

Door de Onderwijscoöperatie zijn bekwaamheidseisen voor de leraar voortgezet onderwijs en de docent educatie en beroepsonderwijs opgesteld. In dit deel worden die bekwaamheidseisen vertaald naar concrete eigenschappen van de docent.

Misschien krijg je het Spaans benauwd als je zo leest wat er van je verwacht wordt. Dat is heel normaal: alle docenten maken zich dergelijke zorgen.

Deel E: Hoe geef ik mijn onderwijs vorm in het vmbo en mbo?

In dit aanvullende deel wordt ingegaan op het beroepsgericht onderwijs. Hiermee wordt het vmbo en mbo bedoeld. Kennis staat voor deze leerlingen niet op zichzelf, maar in dienst van een beroep.
Relatief lopen er op roc’s veel studenten met risicostapeling rond voor wie afhaken dreigt. Hoe onderhoudt je met hen een goede relatie als docent? Verder in dit deel onder andere aandacht voor het verschil tussen bol- en bbl-opleidingstrajecten en voor anders aspecten van het mbo dat een wereld op zich is.

Recensie

Wat mij betreft dekt de titel – handboek voor de leraar – volledig de lading. Er is weinig wat met leraarschap te maken heeft dat niet aan de orde komt in dit veelomvattende boek. En dat alles op een leesbare, duidelijke en overzichtelijke manier. Het register maakt dit boek tot een handig naslagwerk: wil je bijvoorbeeld even wat lezen over groepsvorming of oudergesprekken, dan kun je dit zo terugvinden.

De uitgebreide literatuurlijst zorgt ervoor dat verdieping op onderwerpen ook mogelijk is. En verder is er een website die via een code uit het boek toegang geeft tot oefeningen, casussen, video's en allerlei verdiepingsmateriaal.

Een heel bruikbaar boek voor lerarenopleidingen en voor iedereen die zich als leraar verder wil ontwikkelen.

N.a.v. Handboek voor Leraren, Walter Geerts en René van Kralingen, uitgeverij Coutinho, Bussum, 2017, Tweede Herziene druk, 472 pag. ISBN 978 90 469 04176, € 47,50.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Handboek voor leraren is te bestellen via:



Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.