Voorkom probleemgedrag
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/voorkomen-gedragsproblemen.php
Preventie van probleemgedrag
Omgaan met probleemgedrag is één van de moeilijkste uitdagingen voor de leerkracht. Het boek Voorkom probleemgedrag van Kathleen Lynne Lane e.a. zoomt in op de preventie van probleemgedrag.
Het boek Voorkom probleemgedrag is opgebouwd uit drie delen:
- Deel 1. Voorkomen van gedragsproblemen. Dit deel behandelt klassenmanagement, het geven van onderwijs en strategieën met een lage intensiteit.
- Deel 2. Reageren op probleemgedrag.
- Deel 3. Aan de slag. In dit gedeelte staan alle bijlagen, zoals checklists, vragenlijsten en een gedragscontract.
Deel 1. Voorkomen van gedragsproblemen
Het is goed om je bewust te zijn van de relatie tussen onderwijs en gedrag. De manier waarop je lesgeeft, heeft invloed op het gedrag van de kinderen. Ook heeft het gedrag van de kinderen invloed op jouw manier van lesgeven.
Klassenmanagement
Effectief klassenmanagement voorkomt veel ordeproblemen. Sterker nog: het ontbreken van goed klassenmanagement draagt bij aan het ontstaan van ordeproblemen. Vijf onmisbare onderdelen van klassenmanagement zijn:
- De sfeer in de klas.
- De indeling van de klas.
- De gekozen benadering bij het handhaven van orde.
- Routines en procedures.
- De klassenadministratie.
Uitgelicht: Routines en procedures
Neem er de tijd voor om kinderen de procedures en routines in de klas te leren, want daardoor vergroot je de effectieve leertijd en verklein je de kans op storend gedrag. Procedures geven de kinderen duidelijkheid wat van hen verwacht wordt. Routines beperken de leerlingen niet, maar ze werken bevrijdend. Hierdoor kunnen de kinderen efficiënt en zelfstandig werken.
Geven van onderwijs
Gedragsproblemen ontstaan meestal als het werk te makkelijk, te moeilijk of te saai is. Met andere woorden: als het onderwijs niet in de zone van naaste ontwikkeling ligt. Het is de uitdaging voor de leerkracht om elk kind op het goede niveau les te geven én ervoor te zorgen dat ze taakgericht zijn.
Want het gedrag van kinderen is gerelateerd aan hun taakgerichtheid. Goed onderwijs stimuleert het taakgerichte werken en vermindert ongewenst gedrag. Maar… hoe doe je dat concreet? Newman (1991) ziet vier kansen:
- Als de leerlingen enige autonomie krijgen over het leerproces.
- Als zij de kans krijgen om samen te werken met klasgenoten.
- Als zij zich concentreren op authentieke taken.
- Als ze hun sterke kanten kunnen laten zien.
Verder ziet Brophy (1986b) ook een aantal factoren die een positief effect hebben op het leerproces:
- Een hoog instructietempo.
- Actief onderwijzen.
- Een adequate effectieve leertijd.
- Het geven van feedback aan de leerlingen.
Strategieën met een lage intensiteit
Een strategie met een lage intensiteit is het stimuleren van intrinsieke motivatie. Een goede instructie draagt bij aan de intrinsieke motivatie. Tips:
- Geef de leerlingen keuzemogelijkheden, bijvoorbeeld welke sommen ze eerst maken.
- Laat de kinderen nét iets boven hun niveau werken.
- Prikkel de nieuwsgierigheid.
- Plaats de leerstof in de context, zodat de kinderen er de functie van inzien.
Dit hoofdstuk behandelt nog meer strategieën met een lage intensiteit:
- Actieve supervisie: scan het lokaal, loop rond.
- Ga zo dichtbij een leerling staan, dat je aanmoedigt om het juiste gedrag te laten zien.
- Laat merken dat je meerdere dingen tegelijk in de gaten houdt.
- Zorg voor een soepele instructie en vermijd gedrag dat remmend werkt.
- Geef regelmatig de kans om te reageren op je instructie of vragen.
- Geef instructieve feedback.
Deel 2. Reageren op probleemgedrag
Helaas is niet al het probleemgedrag te voorkomen door goed klassenmanagement en een effectieve onderwijsmethode. Als strategieën met een lage intensiteit niet afdoende helpen, moet je een intensievere strategie inzetten. Drie mogelijkheden zijn:
- Gedragscontract.
- Zelfregulatie.
- Gedragsfunctieanalyse.
Een gedragscontract
Stel samen met de leerling (en eventueel ouders) een gedragscontract op. Dit bestaat uit drie onderdelen: het gedrag, de beloning en het registratieblad. Als je het gewenste gedrag beschrijft, let er dan op dat de volgende informatie erin staat: wie, wat, wanneer, hoe goed.
In dit hoofdstuk staat uitgelegd hoe je een gedragscontract kunt ontwikkelen, implementeren en evalueren. Ook staan er voorbeelden van gedragscontracten.
Zelfregulatie
Vaak hebben kinderen met gedragsproblemen moeite met zelfregulatie. Als kinderen zichzelf goed kunnen reguleren, kan dat ervoor zorgen dat het probleemgedrag afneemt.
Vijf veel voorkomende interventies voor zelfmanagement zijn:
- Zelfevaluatie. Leer de leerling om zijn prestatie te vergelijken met de (eventueel in overleg opgestelde) norm.
- Zelfinstructie. Leer de leerling om zichzelf instructie te geven. Bijvoorbeeld: ‘Ik vind deze tekst moeilijk, dus ik verdeel hem in drie stukjes.’
- Het stellen van doelen.
- Instructie van strategieën.
- Zelfregulatie. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een checklistje voor de leerling.
Gedragsfunctieanalyse
De intensiefste vorm van ondersteuning is de gedragsfunctieanalyse. Het laatste hoofdstuk besteedt hier uitgebreid aandacht aan.
Het boek Voorkom probleemgedrag sluit af met dertien bijlagen, die ook te downloaden zijn van www.swpbook.com/1529
‘Een omvangrijk naslagwerk’ staat op de achterkant van het boek. Dit boek biedt inderdaad veel informatie, gebaseerd op onderzoek. Het is geschikt voor leerkrachten en gedragsspecialisten die een duik willen nemen in de materie van probleemgedrag.
Bestellen
N.a.v. Kathleen Lynne Lane e.a., Voorkom probleemgedrag, 223 blz., Uitgeverij SWP Amsterdam, ISBN 978 90 8850 294 1, € 44,90.
Bestellen
Het boek Voorkom probleemgedrag is te bestellen via: