Gedragsproblemen in de klas: preventie
Anton Horeweg
Leerkracht, gedragsspecialist (M SEN) bij Gedragsproblemenindeklas.nl
Geraadpleegd op 12-12-2024,
van https://wij-leren.nl/gedragsproblemen-preventie.php
Probleemgedrag
Kinderen met “probleemgedrag” willen het ook gewoon goed doen. Het lukt hen alleen (nog) niet.
Gedragsproblemen...Vele definities zijn daar al voor bedacht. Eigenlijk komt het er op neer, dat een kind of een aantal kinderen niet doen wat jij als leerkracht graag wilt. De verschijningsvormen van "gedragsproblemen", zijn even divers als er kinderen zijn. Iedere leerkracht kent zijn eigen voorbeelden.
De vorm van de problemen laat ik buiten beschouwing. Ik wil proberen om een kader te scheppen, waarin je kunt nadenken over mogelijke oplossingen voor, of beter nog, de preventie van gedragsproblemen.
Hoe kun je kijken naar gedragsproblemen?
Als eerste moet je denk ik beseffen, dat geen kind 's ochtends naar school komt met het idee om vandaag eens even flink dwars te liggen en het leven van klasgenoten en juf of meester te verpesten. Dat dit desondanks toch nog wel eens voorkomt, moet je als leerkracht beschouwen als een signaal, een kreet om hulp zo je wilt.
Als een kind dwarsligt, probleemgedrag vertoont, moet je gaan bekijken waar dat aan ligt. Vaak zijn we daarbij gewend te bekijken wat het kind "mankeert." Het is goed om ook na te gaan wat je eigen leerkrachtgedrag bijdraagt aan de problemen. Veel gedragsproblemen verminderen door een veranderde houding van de leerkracht.
Vanuit de ecologische visie gezien (Bronfenbrenner, 1977), moet je ook kijken naar de "omgeving." Kort gezegd komt het er op neer, dat je niet alleen bekijkt of het kind zijn gedrag moet veranderen, maar ook wat er in zijn omgeving (leerkracht, klasgenoten, plek in de klas, thuissituatie) moet veranderen. Al deze componenten zijn immers van invloed op iemands gedrag.
Stel je maar voor: je komt 's ochtends bijna te laat op school aan, doordat je de avond ervoor heel laat naar bed ging en daardoor niet wakker werd 's morgens. Grote (?) kans dat de kinderen die dag een leerkracht treffen die iets minder flexibel is dan andere dagen. Logisch. Maar het geeft wel aan, dat de omgeving van invloed is op je gedrag.
Zo blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek dat kinderen die een scheiding meemaken, de eerste twee jaar na de scheiding vaak enorm in prestaties achteruit gaan en soms onhandelbaar gedrag vertonen.
Het meervoudig risicomodel van Van der Ploeg (2007) gaat er daarom van uit, dat als je naar de omgeving van het kind kijkt, er een aantal factoren een extra risico vormen en dus probleemgedrag als het ware voorspellen. Denk hierbij aan de gezinssituatie, vrienden, persoonlijkheid, enz.
Daarnaast zijn er ook beschermende factoren, die bijdragen aan het voorkomen van probleemgedrag. Ook hier kun je de gezinssituatie, vrienden, persoonlijkheid, enz. weer in ogenschouw nemen. Al naar gelang hun verschijningsvorm zijn ze dus risico of beschermende factor.
Ik ga hier niet al te uitgebreid op in, in de literatuur vind je genoeg boeken over dit onderwerp, waarin dit alles uitgebreid beschreven staat. Waar het om gaat is, dat je het probleemgedrag niet alleen bekijkt als iets in het kind, maar iets dat ook veroorzaakt wordt door de omgeving. Als je die omgeving erbij betrekt, verbetert het gedrag waarschijnlijk sneller.
Leerkrachtgedrag
Als Leerkracht besteed je vele uren aan het aanleren van de tafels of werkwoorden. Als het kind het niet snapt, leg je het geduldig nog een keer uit. En nog een keer..en desnoods nóg een keer.. En volgende week, als het kind de instructie weer "kwijt" is, weer..
Als een kind door de klas praat, leg je dat één keer uit, misschien wel twee keer. Maar dan moet het kind toch echt wel doorhebben dat het niet de bedoeling is. En dat kan het kind de volgende dag maar beter onthouden hebben, want jij weet nog wèl dat je hem gisteren drie keer gewaarschuwd hebt. En je geduld raakt natuurlijk een keer op..
"Zestig procent van de gedragsproblemen verdwijnt als het leerkrachtgedrag verandert." Misschien is die uitspraak iets overdreven, maar het is echt verbazingwekkend hoeveel invloed het leerkrachtgedrag heeft op gedragsproblemen.
Eigenlijk weet elke leerkracht dat. Waarom doet Ton wel vervelend bij mij, maar niet bij de leerkracht van vorig jaar? Het is dezelfde Ton en als er niets geks gebeurd is, zou het toch wel eens met mijn eigen gedrag te maken kunnen hebben. Waarom hebben sommige leerkrachten minder problemen dan anderen met "moeilijke" kinderen? Het loont dus echt om naar je eigen gedrag te kijken.
Daarnaast is er nog een argument: Stel dat het kind probleemgedrag vertoont. Dat ligt niet aan jou, niet aan thuis, het ligt echt aan het kind. Wat je ook probeert, het gedrag verandert niet. Bedenk dan eens of je jouw gedrag tóch niet moet veranderen, omdat jij wèl in staat bent dat te doen en Ton niet. Je zou nog wel eens verbaasd kunnen staan van het effect.
Handig is dan wel om in een echt gesprek met het kind uit te zoeken waarom het kind dwarsligt. En in dat gesprek praat vooral het kind en niet jij. De leerkracht vraagt, luistert en laat zoveel mogelijk het kind verwoorden wat er volgens het kind aan de hand is. Zelfs in lagere groepen kunnen kinderen dat op hun eigen manier goed vertellen.
De kunst is dan, om niet meteen te (ver)oordelen of tegenwerpingen te maken, maar echt uit te gaan van de visie op het probleem zoals het kind dat ziet. Leerkrachten kunnen wat het kind zegt voor zichzelf relativeren, een kind kan dat (nog) niet (zo goed).
Zorg ervoor, dat je als leerkracht voorspelbaar bent. Vertel dus wat je gaat doen en doe dit dan ook. Dat lijkt een open deur, maar dat is het niet. Reageer en handel zo consequent mogelijk. Afspraak is afspraak en als iemand zich daar niet aan houdt, is het jouw taak daar wat aan te doen. Geldt een afspraak (soms) niet voor iedereen, dan moet je dat goed uitleggen.
Probeer positieve controle uit te oefenen in plaats van negatieve. In het algemeen benoemen leerkrachten wat verkeerd gaat. Dit heet negatieve controle. Veel moeilijker is het om juist te benoemen wat goed gaat (positieve controle). Toch hoort iedereen liever wat hij goed doet.
Natuurlijk ontkom je niet aan het benoemen van wat fout gaat, maar gebruik daarbij dan de bekende "Ik-boodschap." Een ik-boodschap is minder aanvallend, omdat hij niet zegt wat jij verkeerd doet, maar wat ik er van vind. De meeste mensen vinden het niet erg als iemand iets anders vindt dan zij. "Ik vind het vervelend dat je in je schrift krast, want ik wil dat het er mooi uitziet. Ik wil dat je dit stuk netjes opnieuw doet." klinkt minder aanvallend dan: "Je krast alweer in je schift (dat doe je altijd), doe het maar opnieuw." Natuurlijk baalt het kind dat het werk opnieuw moet, maar het voelt zich niet afgekeurd als persoon. C'est le ton qui fait la musique.
Preventie gedragsproblemen
In het algemeen zijn er een aantal punten die preventief werken op gedragsproblemen.
- Zet allereerst in op de relatie met kinderen.
- Kinderen willen "gekend" worden (en wie niet?), de leerkracht moet ze zien staan. Als een kind bijvoorbeeld zijn werk netjes maakt en er volgt geen erkenning door een opmerkingen een blik of gebaar, zal het kind minder snel geneigd zijn volgende keer weer zo netjes te werken.
- Zorg dat als de school begint, je bij de klasdeur staat en de kinderen verwelkomt. Geef ze een hand, maak een kort praatje.
- Bekijk zo nu en dan hoe de kinderen kijken. Een kind met een boos gezicht, een verdrietige blik..maar ook een blije blik, kan aanleiding zijn voor een praatje, Het kan net het praatje zijn, dat vervelend gedrag voorkomt.
- Bewaak de relaties tussen de kinderen onderling. Wees alert op pestgedrag, maar ook op sociaal gedrag, Bespreek het met je groep.
- Zorg voor een duidelijke, voorspelbare omgeving. Dat houdt bijvoorbeeld in dat het dagplan zichtbaar is in je klas. Zo kunnen alle kinderen zien wat er gedurende de dag plaatsvindt.
- Zorg voor voorspelbare lessen: Vertel vooraf wat de kinderen gaan leren, liefst ook nog waarom ze dat doen en bekijk na afloop samen of dat gelukt is. Als je vindt dat het gelukt is, geef een compliment; als het niet gelukt is, leg de schuld dan niet bij de kinderen (Jullie zijn echt dom, dit was heel makkelijk), maar leg de schuld bijvoorbeeld bij de leerstof en stel de kinderen gerust (Dit was echt heel moeilijk, we gaan het vaker oefenen, dan lukt het je vast en zeker).
- Zorg dat je goed "volgbaar" bent. Bij binnenkomst sta je er al, als je wat wilt zeggen zoek je eerst oogcontact of noemt een naam. Je hebt misschien wel een vast teken en een vaste plek als je wat tegen de groep wilt zeggen, enz.
- Zorg voor een positieve groepssfeer. Als de sfeer goed is, heb je minder snel zin om vervelend te doen.
- Geef de groep verantwoordelijkheid. Maak samen de groepsregels aan het begin van het schooljaar. Laat kinderen zelf regelen op welke wijze het lokaal wordt opgeruimd. Leer ze hun eigen werk nakijken, enz.
- Iedereen weet nu wat niet mag of beter nog: wat er wel mag. Maar vraag jezelf bij een overtreding van een afgesproken regel als eerste af of de regel echt gekend en begrepen wordt (ook al denk jij als volwassene dat het "onmogelijk" is dat het kind die regel niet kent).
- Zorg dat de kinderen veel succeservaringen opdoen en benoem die ook. Doe dit zowel voor de groep als voor individuele kinderen. Hoe specifieker je benoemt wat er goed gaat, hoe beter dit werkt. Dit noem je feedback op het proces. "Je hebt lekker stil gewerkt en daardoor ziet je werk er prima uit", werkt beter dan "Goed zo."
- Verwacht veel van je groep en spreek dit ook uit. Wetenschappelijk onderzoek wijst keer op keer uit, dat hoge verwachtingen uitspreken echt werkt.
- Behandel iedereen gelijkwaardig, maar niet gelijk. Het komt voor, dat we van kinderen die bijvoorbeeld moeite hebben met concentratie, dezelfde hoeveelheid werk en kwaliteit verlangen als van kinderen die geen problemen hebben. Op dat moment zien deze kinderen dat ze tekortschieten en krijgen ze het idee "dat lukt mij echt nooit." Een prima moment om dan maar een leukere bezigheid te zoeken. Waarschijnlijk is die bezigheid niet "leuker" in jouw ogen. Pas de hoeveelheid werk dus aan.
- Leerkrachten zijn voor leerlingen oneindig veel belangrijker dan ze zelf denken. Dat komt door de afhankelijke positie die de kinderen hebben ten opzichte van de leraar. De psychologische invloed van de leerkracht is zelfs preventief voor het ontstaan van problemen.
- Benoem vooral wat goed gaat. Uit de gedragstheoretische wetenschappen weten we dat gedrag wat beloond wordt steeds vaker zal voorkomen. Toch zijn we nog (te) vaak geneigd vooral te benoemen wat fout gaat
- Signaleer leerproblemen op tijd en pak ze aan. Langdurig voorkomende leerproblemen leiden vaak tot gedragsproblemen.
- Benut het begin van het schooljaar.
Verder kijken
Boeken: en