Kennisplatform
Hoe geef je een passend schooladvies?

Leesproblemen en dyslexie: Toegankelijkheid -10-

Filipiak, P. (2021). Leesproblemen en dyslexie: Toegankelijkheid -10-.
Geraadpleegd op 11-12-2024,
van https://wij-leren.nl/leesproblemen-dyslexie-toegankelijkheid-deel-tien.php
Geplaatst op 26 april 2021
Leesproblemen - dyslexie; toegankelijkheid- deel tien

In een tiental artikelen gaat de auteur in op leesproblemen en dyslexie. Aan de orde komt zo ongeveer alles wat hiermee te maken kan hebben. Hieronder allereerst de structuur van deze artikelenserie, die in vier hoofdstukken is verdeeld en waarvan de corresponderende artikelnummers tussen haakjes vermeld staan. In dit laatste artikel worden geschikte hulpprogramma's genoemd die helpend zijn voor leerlingen met leesproblemen of dyslexie.


Hoofdstuk 1: Leesproblemen en dyslexie: breinlezen

a. Leesbanen in het brein (1)
b. Leesproblemen (2)
c. Comorbiditeit (3)

Hoofdstuk 2: Leesproblemen: fonologische dyslexie

a. Fonologische dyslexie (4)
b. Hardnekkigheid (5)
c. Leessnelheid (5)

Hoofdstuk 3: Leesproblemen en dyslexie: preventie

a. Voorkomen (6)
b. Directe of taakspecifieke leesobservatie (6)
c. Toetsing en methode (7)
d. Compenseren (7)
e. Dyslexieverklaring (7)

Hoofdstuk 4: Hulp bij leesproblemen en dyslexie

a. Goed leesonderwijs (8)
b. Hulpprogramma’s (9)
c. Toegankelijkheid (10)


Deel 10 Leesproblemen en dyslexie: Toegankelijkheid

Aansluitend bij het Protocol Leesproblemen en Dyslexie, groep 5-8 uit 2011 (21) zijn onder andere de volgende maatregelen belangrijk.

  • Zet compenserende hulpmiddelen in bij leerlingen met leesproblemen en dyslexie, ter ondersteuning bij het leren;
  • Geef dispensatie aan leerlingen met leesproblemen dyslexie bij taken die een beroep doen op lees- en spellingvaardigheid;
  • Bekijk, beluister en bespreek met alle leerlingen aan het begin van de les eerst het eventueel beschikbare filmpje bij de zaakvaktekst of het zaakvakonderwerp;
  • Organiseer duo-lezen in de vorm van Interactief Hardopdenkend Lezen en Leespraat;
  • Laat enkele moeilijke woorden uit de tekst begrijpen van woorden door ze in een goede zin te gebruiken;
  • Laat leerlingen tijdens het lezen aantekeningen maken op geeltjes en laat die samenvatten. Bespreek de samenvatting.

Voorlezen

Er zijn veel verschillende softwareprogramma's beschikbaar waarbij hele teksten worden voorgelezen, SprintPlus. SprintPlus is een handig voorleesprogramma dat je helpt met lezen en schrijven. Door de aangename voorleesstem hoor je wat je schrijft en merk je sneller fouten op. Sprint werkt ook rechtstreeks in Microsoft Word. Een pdf-bestand, dus ook de digitale schoolboeken, kan je openen in Sprint. De snelheid van het voorlezen moet kan worden aangepast. https://www.sprintplus.be/nl/wat-is-sprint
Andere voorbeelden van tekst-naar-spraak-hardware en -software:

  • De Daisyspeler is de meest eenvoudige speler om je favoriete boeken, kranten en tijdschriften op daisy-cd voor te laten lezen.
  • Kurzweil 3000 is software bij lees- en schrijfproblemen en ‘dyslexie’. Het is software die je helpt je bij lezen, schrijven en studeren. Bovendien groeit Kurzweil met je mee van school tot in het latere leven.
  • Fluency is een softwareprogramma dat internetteksten voorleest. 
  • Storytel is een abonnementsdienst voor het beluisteren (niet lezen!) van boeken. Het bladeren door de bibliotheek is gemakkelijk. Storytel is een van de vele luisterboeken-aanbieders.

Schrijven

Niet alleen bij lezen, ook bij schrijven kan tekst-naar-spraak-software uitkomst bieden bij moeite met lezen en spellen. De leerling kan bij twijfel over de spelling van een woord, dat laten uitspreken door de computer. Op die manier komt hij er snel achter of de schrijfwijze correct is. De ingesproken tekst wordt vervolgens door de computer omgezet in geschreven tekst.

Dit wordt ook wel dicteer- of herkenningssoftware genoemd.

Het enige programma dat Nederlands verstaat, is Dragon Naturally Speaking. Dragon is te integreren in nagenoeg alle Windows-toepassingen en kan worden gebruikt in combinatie met Kurzweil 3000.

Compenserende ICT-hulpmiddelen bij spellingproblemen

De leerling kan gebruikmaken van tekstverwerkingsprogramma's met spellingcontrole of van voorleessoftware.

Als leerlingen veel spellingfouten maken, heeft het gebruik van programma's met spellingcontrole als groot voordeel dat schrijfproducten er verzorgd uitzien en verbeteringen geen knoeiboel opleveren.

Bovendien kunnen leerlingen met ernstige spellingproblemen zich eerst rustig concentreren op de inhoud van hun verhaal en daarna de spellingfouten opsporen en verbeteren. Hiervoor kunnen zij dan de spellingcontrole gebruiken. ICT-hulpmiddelen voor leerlingen met spellingproblemen zijn :

  • De AlphaSmart Word is een draagbare tekstverwerker met spellingcontrole, bedoeld voor leerlingen met motorische en/of schrijfproblemen uit groep 4 t/m 8 van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.
  • Skippy is een woord-voorspeller-programma. Het voorspelt dus wat je gaat typen en beperkt daardoor je toetsaanslagen. Als de software geïnstalleerd hebt, kan je zo’n beetje vanuit alle windows-toepassingen hulp krijgen bij het typen.
  • Dragon-spraakherkenningssoftware is beter dan ooit. Terwijl je praat, verschijnen de woorden op het scherm. Opdrachten die je uitspreekt worden direct door de computer uitgevoerd.

Uit onderzoek blijkt dat dyslectische leerlingen met Dragon langere teksten produceren, zinnen beter opbouwen en moeilijkere woorden gebruiken, die ze anders vermijden omdat ze niet weten hoe ze die moeten spellen (In 21: Callebaut, 2003).
Spraakherkenningssoftware is voor ernstig zwakke spellers dus een motiverend en bruikbaar middel waarmee zij hun verhalen, werkstukken en huiswerkopdrachten vrijwel foutloos kunnen omzetten in geschreven taal. Daarnaast heeft het een positief effect op technisch lezen en spellen. Zorg bij leerlingen met leesproblemen of fonologische dyslexie voor een goede voorbereiding van de schrijfactiviteit door:

  • Van tevoren af te spreken of spellingfouten beoordeeld worden en zo ja, welke;
  • De leerling eerst de informatie te laten verzamelen bijvoorbeeld via een mindmap;
  • De leerling te voorzien van het schrijfstramien aan de hand waarvan geschreven moet worden;
  • De beschikbaarheid van naslagwerken en spellinghulp;
  • het koppelen van de leerling aan een goede schrijver en lezer.

Kijk voor meer informatie naar het boek Technische maatjes bij dyslexie ( in 21: Smeets & Kleijnen, 2007 te downloaden via www.masterplandyslexie.nl) en naar bruikbare websites Bijvoorbeeld http://www.dyslexie-ict.nl, waar een keuzewijzer van Lexima is te vinden. (83)

Een hulpplan voor groep 5-8

Sally Shaywitz (5) beschrijft een hulpplan waarin de speciale leeshulp wordt geïntegreerd in het dagelijkse schoolwerk. Sam krijgt vier keer per week 15 minuten groepsles in de klas door de Remedial Teacher. De nadruk ligt hierbij op kijken, luisteren, voorbereidend lezen en het herlezen van komende leerteksten. Ook hier is een betere vormgeving en facilitering in het kader van Passend onderwijs een noodzaak. Optimaal is de situatie waarbij het kind ook regelmatig leest in een groepje van drie behulpzame leerlingen.(84)

Hardoplezen in de klas voorbereiden

Sam en de andere kinderen met leesproblemen, bekijken bijvoorbeeld op het scherm het filmpje bij de zaakvaktekst en oefenen de te lezen teksten met enkele technisch lastige woorden. Zwakke lezers vertonen vaak vooruitgang met het eerst beluisteren en daarna het hardop le­zen van de tekst: inschakeling van het ’interne oor’. Dit kan worden opgevat als een verbaal-compenserende aanpak bij leesproblemen: automatisering van de herken­ning van woorden, zinnen via kijken, luisteren en met elkaar praten bij teksten.

Lezen en spellen afstemmen.

Spellen is moeilijker dan lezen. En als Sam een woord nog niet kan lezen, hoeft hij het niet te kunnen spellen. Bij spellen heb je echter wel meer denktijd en is dat toch weer wat makkelijker: er staat vaak iets minder tijdsdruk op. Leerlingen met leesproblemen hebben er meer dan andere kinderen profijt van als ze voor het schrijven een struc­tuur krijgen aangeboden bij het maken van zinnen en alinea’s van een tekst. Die structuur is als het goed is in de werkboeken van goede zaakvakmethoden te vinden.
De lessen in het schrijven van een opstel worden geïntegreerd met Sam zijn gewone schriftelijke opdrachten bij de schoolvakken. Zodra hij goed kan typen, krijgt hij een laptop met lees- en schrijfsoftware. Bekend zijn genoemde spraakprogramma’s, luisterboeken, Daisy-speler en dergelijke.

Huiswerk

Sam neemt al zijn huiswerkopdrachten door met de klasse-assistent die van het Passend onderwijsgeld beschikbaar is gesteld, om er zeker van te zijn dat hij elk woord en elke zin correct leest en weet wat hij moet doen. Daarnaast heeft Sam via de bibli­otheek de beschikking over gesproken versies van zijn boeken zodat hij die kan herlezen en tegelijk afluisteren.

  • Ten eerste moet Sam herhalen wat hij in de klas leest, door de stof uit de lessen na te lezen en hardop voor te le­zen.
  • Ten tweede stimuleert het Sam om voor zijn plezier in stilte te lezen.
  • Ten derde lezen zijn ouders boeken voor die boven zijn leesniveau liggen of hij luistert daarnaar met behulp van voorleessoftware. Zo leert hij van het beluisteren van gesproken tekst op zijn eigen intel­lectuele niveau dat boven zijn technisch leesniveau ligt. Tegelijkertijd groeit daarmee zijn woordenschat en krijgt hij meer kennis van de wereld. Dit bevordert zijn leesbegrip.(5)

Kortom: dit onderwijsrecept richt zich niet alleen op het verhelpen van geïsoleerde leesproblemen, maar helpt het kind bij alle lees- , leer- en schrijftaken in de school en thuis. Dit natuurlijk naast allerlei andere compenserende maatregelen die kunnen worden ontleend aan het Protocol Leesproblemen en Dyslexie, groep 5-8.

Geraadpleegde literatuur

In deze artikelen worden leesproblemen, inclusief (fonologische) dyslexie, besproken tegen de achtergrond van neurolinguïstisch onderzoek. Een goede bron daarvoor is nog steeds het werk van de onderzoeksgroep van Shaywitz in het ‘Yale Center for Dyslexie’. Andere bronnen zijn te vinden in het werk van David Kemmerer (2015), van Brigitte Stemmer en Harry A. Whitaker (2009) en van Erika Hoff en Marilyn Shatz (2009). In Nederland gaat het om het onderzoeks-werk van Peter Hagoort aan het Neurobiology of Language Department. Een goed overzicht uit 1995 geeft het boek Dyslexia; Theory & Practice of Remedial Instruction, van Diana Brewster Clark en Joanna Kellogg Uhry. En Dyslexie; Theorie, diagnostiek, behandeling van J.J.Domont uit 1991.

Het beste recente overzichtswerk is ‘Dit is dyslexie; achtergrond en aanpak’ van Aryan van der Leij uit 2017. Goed bekend zijn ook de uitgebreide en praktische Protocollen Leesproblemen en Dyslexie van het Expertisecentrum Nederlands, voor groep 1 en 2, groep 3 en voor groep 5 tot en met 8; respectievelijk uit 2010, 2011 en 2011. Betrokken auteurs zijn van Druenen, Gijsel, Scheltinga, Verhoeven en Wentink. In ‘Bestaat Dyslexie?’ (Levering, 2020) vind je veel zinvolle reflexie op het fenomeen van leesproblemen en dyslexie, door enkele gerenommeerde Nederlandse leesdeskundigen.

Zie tot slot ook:


[i]

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.