Kindgericht onderwijs voor het jonge kind

Bertine van den Oever

Onderwijsadviseur en coach bij Wij-leren.nl

 

  Geplaatst op 17 januari 2022

In dit artikel vind je de eerste acht dimensies van het Kindgericht Onderwijs uitgewerkt voor de praktijk van het onderwijs aan het jonge kind. Binnen kindgericht onderwijs spreken we over het jonge kind tot gemiddeld 7 jaar.
 
Lees ook het artikel over visie en beleid op onderwijs aan jonge kinderen.

I. Focus > Brede vaardigheden

1. Er is ook aandacht voor de ontwikkeling van spel, sociaal-emotionele vaardigheden, expressie en zelfstandigheid, naast de aandacht voor de ontwikkeling van taal, rekenen en motoriek.
 
Door het opbrengstbericht werken de afgelopen jaren is er een focus op de specifieke vaardigheden van taal en rekenen gekomen. In allerlei methodieken en bronnen zijn de doelen en activiteiten hiervoor beschreven. Daarnaast zijn er veel kleutervolgsystemen die de motoriek volgen en is er al heel lang aanbod zoals kralenplanken, puzzels en allerlei constructiemateriaal in de kleuterklas wat de ontwikkeling van de kleine motoriek stimuleert.
 
In KGO stimuleren we bewust de spelontwikkeling door betekenisvol spel aan te bieden in verschillende spelfasen. Ook het trainen van de sociaal-emotionele vaardigheden wordt meegenomen in de voorbereiding van het aanbod. Bij expressie leren leerlingen hun opgedane kennis en vaardigheden weer te delen en hier uitdrukking aan te geven door mondeling taalgebruik, maar ook door andere creatieve uitingen.

Het trainen van zelfstandigheid is een opmaat naar het trainen van zelfsturing bij oudere leerlingen.

Leerlingen krijgen veel kansen om hun zelfstandigheid te trainen, doordat de leraar hen de kans geeft om zelf oplossingen te bedenken, te kiezen en elkaar te helpen.
 
2. Spel wordt gezien als belangrijke ontwikkelmotor voor de ontwikkeling van leerlingen.
 
Spel heeft niet alleen doelen in zichzelf van manipulerend tot realistisch rollenspel, maar spel is de verbindende factor voor alle ontwikkelgebieden. Zo leren de kinderen tijdens spel hun omgeving, zichzelf en hun emoties kennen. Daarnaast ontwikkelen ze zelfsturing, taal, rekenen en motoriek. Een kind ontwikkelt zich meer wanneer ze de indrukken, die ze spontaan opdoen in hun leefomgeving en die via een instructie binnenkomen, kunnen toepassen en verwerken in spel. De hersenen maken dan meer verbindingen en de kans is groter dat het geleerde beklijft.

II. Pedagogisch > Coachen

3. Leerlingen zien vanuit intersubjectiviteit.
 
Het blijkt dat de leraar vaak meer bezig is met de doelen tijdens het begeleiden, dan met de belevingswereld van het kind. De leraar komt aanlopen en gaat gelijk vragen stellen of meespelen. Hierdoor vermindert onbedoeld de betrokkenheid van de leerling. Het is de kunst om eerst na te gaan wat de beleving is van een leerling om hierbij dan vervolgens bij aan te sluiten en indien nodig iets toe te voegen.
 
4. Zorg voor veiligheid door voorspelbaar gedrag en duidelijke routines.
 
Alle kinderen ontwikkelen zich beter in een veilig groepsklimaat. Jonge kinderen beleven hun werkelijkheid met hoofd en hart en moeten zich veilig bij je voelen, willen ze school en activiteiten als aangenaam ervaren. Omdat er veel op hen af komt, kunnen routines zekerheid geven.
 
5. Verantwoordelijkheid geven voor allerlei materiaaltaken.
 
Kinderen kunnen eerst verantwoording dragen voor zorg voor materialen, daarna voor taken en tot slot voor hun eigen gedrag. Daarom kan je in de onderbouw al beginnen met de zorg voor allerlei materialen en praktische klussen in de klas, denk hierbij aan een kast opruimen, de kapstok nalopen, een raam openen en sluiten enz. Niet alleen omdat dit handig is voor de organisatie, maar vooral als ontwikkelkans. In groep 3 kan je deze verantwoordelijkheid uitbreiden met coöperatieve taken zoals de tafelbaas, stiltekapitein en schrijver/tekenaar.

III. Didactisch > Activeren

6. Nieuwsgierigheid prikkelen.
 
Het lijkt vanzelfsprekend, maar echt belangrijk om niet te vergeten, want wanneer je vooral het doel voor ogen hebt, zou je bijna vergeten dat een goede start het halve werk is. En jonge kinderen zijn een zeer dankbare doelgroep; een brief die ergens hangt, iets wat verstopt ligt onder een kleed, een beetje spanning of een hulpbehoevende houding en de kinderen zijn een en al oor.
 
7. Bewegend leren.
 
Jonge kinderen gaan best snel wiebelen. Vraag ze dan niet om te lang stil te zitten, maar gebruik die bewegingsdrang!

Laat ze staan en zitten, laat ze klappen en zwaaien.

De betrokkenheid is vele malen groter. Het geeft een blij gevoel doordat er allerlei stofjes vrijkomen in het brein, daarnaast zorgt de doorbloeding van het brein ook nog eens voor een betere focus. Beweeg dus niet alleen tussendoor met de leerlingen, maar integreer het bewegen in je instructie.
 
8. Handelend leren.
We kunnen als leraar iets vaak zeggen en herhalen, maar wanneer de leerlingen het zelf mogen doen, heeft het direct veel meer impact, omdat meerdere hersengebieden worden aangesproken. Praten over de herfstbladeren en alle kleuren of praten over drijven en zinken… je snapt het al, gewoon DOEN!
 
9. Coöperatieve werkvormen.
 
Veel kinderen kletsen ook graag met hun klasgenoten. Ook dit kan je juist inzetten tijdens je onderwijs. Zet coöperatieve werkvormen in om de leerlingen met bepaalde inhoud aan de slag te laten zijn. Je zal zien dat dit voor hogere betrokkenheid zorgt. Terwijl de kinderen samen aan de slag zijn, leren ze beter.
 
10. Spelenderwijs leren.
 
Een instructie of inoefening op een spelende manier geeft vaak hogere betrokkenheid en heeft dan ook meer effect op het leren. Ga na of je een doel ook spelenderwijs aan kan bieden. Bijvoorbeeld een letterbingo in groep 3 of groepjes van twee maken in de winkel bij de kleuters.

IV. Leerstof > Betekenisvol

11. Inbedden in een verhaal.
 
Door middel van een pakkend verhaal verhoog je de betrokkenheid van de leerlingen. Ze willen na gaan spelen en toe gaan passen wat ze allemaal gehoord hebben. Een sterk verhaal heeft avontuur in zich, emotie, spanning of humor. Zo zie je bijvoorbeeld dat leerlingen niet als vanzelf tot rijk rollenspel komen wanneer het thema herfst is, maar wanneer alle dieren van het bos een huisje zoeken om te overwinteren en ze samen een hol voor egel gaan maken en de verjaardag van vos vieren enz. is er van alles te beleven. Een mooi verhalend prentenboek kan handvatten geven, mocht je dit niet vinden dan is ‘verhalend ontwerpen’ ook een mooie werkwijze.
 
12. Thematisch werken.
 
Thematisch werken biedt mogelijkheden om het lesaanbod betekenisvol te maken. Zo kan je bijvoorbeeld bij het thema reizen kaarten maken en schrijven, je reisticket afrekenen bij de kassa en wolken vingerverven voor de vensters van het vliegtuig. Wanneer je vijf thema’s per jaar plant, heb je ruim de tijd om samen met de leerlingen een thema leven in te blazen en het verhaal tot bloei te laten komen. Kinderen leveren een bijdrage aan de hoeken, zo maken ze bv. tafelkleedjes voor in het restaurant en een naambord voor boven de deur. Nemen ze lege kruidenpotjes en oude verpakkingen mee voor in de keuken. Ook rond je samen met de leerlingen het thema af. Opbouwen, inrichten en opruimen, doe het samen, ze leren hier zoveel van! Let op dat je thema binnen de belevingswereld van het kind ligt en ze er mee in aanraking kunnen komen.
 
13. Communicerende hoeken
 
Wanneer de leerlingen alleen kunnen spelen in één huishoek of één themahoek worden ze letterlijk en figuurlijk beperkt in hun mogelijkheden. Zorg dat er lopende het thema meer themahoeken bijkomen die voor meer spel en interactie kunnen zorgen. Zo kunnen de leerlingen van het huis naar de huisarts en hun medicijnen ophalen in de apotheek. Of het bezoek gaat vanuit huis nog even langs de kiosk om nog bloemen of appelsap te kopen voor de zieke in het ziekenhuis. Iets van een winkel geeft ook altijd veel kans om rekenvaardigheden te oefenen in de ‘praktijk’. Vraag aan de leerlingen wat ze willen spelen als ze het verhaal gehoord hebben, wat er nog nodig is en hoe jullie dit met elkaar gaan regelen. De betrokkenheid is gegarandeerd hoog als ze zelf materialen gaan knutselen in het ‘atelier’ wat ze zelf in willen zetten in de hoeken.
 
14. Doelen in spelaanbod terug laten komen.
 
Je kan tellen in de kring met kinderen, maar wanneer je meespeelt bij de winkel oefen je het tellen ook met de leerling en is de betrokkenheid vaak hoger. Ook tijdens het buitenspel kan je nog gericht verder spelen. Zo kan je pakjes bezorgen in de straat en de cijfers oefenen door nummerborden die met stoepkrijt bij de huizen staan. Veel ontwikkelingsdoelen kunnen ingebed worden in spel, maar… vergeet de intersubjectiviteit niet! Tussen haakjes: de doelen die niet incidenteel terugkomen in spel, geef je intentioneel een plek in een instructie.

V. Organisatievorm > Flexibel

15. Herkenbaar signaal waardoor leerlingen leren omgaan met uitgestelde aandacht.
 
Om als leraar ruimte te hebben om leerlingen te observeren of instructie te geven, is het handig dat leerlingen weten wanneer ze je even met rust moeten laten. Bij oudere leerlingen wordt hier vaak een ‘stoplicht’ voor gebruikt. Dit is voor jonge kinderen te ver weg, omdat ze veelal naar de leraar toelopen om iets te zeggen of te vragen en het signaal op een muur of bord hangt. Daarom het advies om bij jonge kinderen een ketting of knijper o.i.d. op het lichaam te dragen, wat direct zichtbaar voor hen is wanneer ze je naderen.
 
16. Leerlingen als maatjes aan elkaar koppelen, zodat ze eerst elkaar leren helpen.
 
In een groep leerlingen kan een kind niet altijd gelijk de aandacht krijgen van de leraar. Het is daarom handig om de leerlingen als maatjes aan elkaar te koppelen, zodat ze als routine leren om eerst hulp te vragen bij hun maatje, voordat ze naar de leraar gaan. Dit geeft ook weer een extra kans om hun zelfstandigheid te vergroten.
 
17. Verwerkingsmogelijkheden laten kiezen met kiesbord.
 
Geef de leerlingen ruimte binnen kaders. Leerlingen leren kiezen, wanneer je hen de ruimte geeft om te kiezen en niet altijd voor hen bepaalt wat ze moeten gaan doen. Wanner je afwisselende leerlingen wil observeren of begeleiden hang je je eigen foto ook op het kiesbord met de foto’s van die leerlingen erbij.

Ze zijn langer betrokken op een activiteit van eigen keuze, omdat dit aansluit bij hun interesse.

Leerlingen van 4 en 5 jaar kunnen de week nog niet overzien en hun brein is nog niet tot aan planmatig werken. Vanaf gemiddeld 6 jaar kan je gaan werken met een dagtaak.

VI. Differentiatie > Eigen leerlijn

18. Rijk beredeneerd aanbod organiseren voor alle ontwikkelingsniveaus die in de groep aanwezig zijn.
 
Zorg dat er in je lokaal aanbod is voor alle ontwikkelingsniveaus. Zo zorg je voor spel dat er sensopathisch spel mogelijk is, manipulerend spel en rollenspel. Daarnaast is er binnen het spel ook al ruimte voor onderzoek voor de leerlingen die al toe zijn aan handelend leren. Om de motoriek te trainen is er bijvoorbeeld altijd een atelier aanwezig waar geknipt, geplekt en geverfd kan worden, daarnaast is er ontwikkelingsmateriaal in de kast die het trainen van grote tot steeds kleinere bewegingen mogelijk maakt. Vergeet trouwens niet dat heel veel constructiemateriaal een bijdrage levert aan de ontwikkeling van de motoriek.
 
Als het gaat om de taalontwikkeling is er natuurlijk zeer veel ruimte voor gesproken taal in spel. Zorg ook voor spelprikkels waar leerlingen net alsof kunnen schrijven. Voor de grens van aanvankelijk en technisch lezen is het helpend om ‘kiene klanken’ aan te bieden. Kinderen die leesrijp zijn kunnen gebruik maken van stempels totdat ze toe zijn aan het leren schrijven. Dat wat ze hebben leren lezen kunnen ze uiteindelijk ook schrijven. Zo kunnen deze leerlingen in het spel echte woorden en zinnen maken die betekenis hebben in het spelverhaal.
 
19. Instructie geven aan de hele groep waar mogelijk en aan subgroep waar nodig.
 
Geef zo veel mogelijk lesjes (instructies) aan de hele groep.

Zolang het speels, spannend of bewegend is, blijven veel leerlingen betrokken.

Wanneer je een specifieke instructie geeft die niet passend is voor de hele groep maak je een subgroep. Je geeft de instructie op een plek en een wijze die de hoogste betrokkenheid geeft. Zo kan je bijvoorbeeld tellen extra oefenen in een winkel, instructies vinden dus niet per definitie plaats in een kleine of grote kring.
 
20. Meerdere verwerkingen aanbieden voor één doel en meerdere doelen aan één verwerking.
Stel je voor dat de leerlingen hebben leren optellen tot het tiental. Geef hun dan de keuze of ze dit gaan oefenen in een schrift, op een tablet of met een passend spel. Ook hier zal het hebben van een keuze de motivatie van de leerlingen vergroten. Zo kan je bij een leesles de leerlingen een tekening laten maken over het thema, waarbij de één hier woorden bij stempelt, de ander woorden schrijft en een weer een ander een hele zin opschrijft.

VII. Toetsen > Formatief

21. Tijd nemen om te observeren.
 
Organiseer tijd om de leerlingen te observeren. Met name tijdens het observeren van spel ontdek je waar leerlingen zich bevinden in een ontwikkellijn en wat hen interesseert. Vaak zie je dat de ontwikkeling al plaatsvindt in samenspel met de leeromgeving en medeleerlingen. Soms kan je iets toevoegen om de ontwikkeling te stimuleren. Wanneer je dagelijks je handen vol hebt aan het begeleiden van een knutselwerkje kan je niet goed observeren. Organiseer je aanbod zo dat er een goed evenwicht is tussen de aandacht voor alle verschillende activiteiten. 
 
22. Ontwikkeling volgen m.b.v. kindvolgsysteem.
 
De ontwikkeling van het jonge kind mag niet meer getoetst worden, maar moet gevolgd worden met een volgsysteem. Veel systemen volgen de taal- en rekenontwikkeling en de motoriek. In kindgericht onderwijs is spel cruciaal en ook de sociaal-emotionele ontwikkeling en de ontwikkeling naar zelfsturing. Het kan helpend zijn om je iedere week te focussen op het observeren van één leerlijn.

Zorg dat je de ontwikkeling van spel, sociaal- emotioneel, expressie en zelfstandigheid ook volgt.

Dit helpt tevens om in het ontwerp van je aanbod ook rekening te houden met de patronen en signalen die je waarneemt tijdens je observatie. 

VIII. Rapportage > Portfolio

23. Kindgesprekken.
 
Wanneer je als leerkracht en ouder in gesprek gaat met een jong kind is het helpend om dit te doen aan de hand van picto’s en plaatjes. Zo kan een leerling aanwijzen d.m.v. een emotie-pictogram hoe hij zich voelt op school en m.b.v. de dagritmekaarten kan hij aanwijzen wat hij het leukste vindt op school. Aan de hand van een gesprek kan je ook het portfolio van een kind vullen. Laat een kind vertellen bij een foto wat hij aan het doen was. Vraag en vul aan als leraar waar dit nodig is.
 
24. Ontwikkeling van het jonge kind is discontinu, er zijn tempoverschillen 
 
De ontwikkeling gaat niet gelijkmatig, maar veelal sprongsgewijs. Die sprongen zijn verschillend per leerling, soms groot en soms klein. Dan staat het ene aspect centraal en ineens is dit eigen gemaakt en gaat de focus naar een ander aspect van de ontwikkeling. Dit zegt nog niet alles over het leerpotentieel van de leerling. Het is waardevol om de zichtbare ontwikkeling te delen met ouders in een portfolio. Bij jonge leerlingen zal dit vooral door middel van bovengenoemde visualisaties gebeuren. Hier en daar aangevuld met iets wat gemaakt is in het platte vlak, zoals een tekening of creatieve verwerking.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Kindgericht onderwijs onderbouw
Kindgericht onderwijs in de onderbouw
Bertine van den Oever
Passend Onderwijs
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.
Aurecool ondersteunt jou bij begrijpen en bevorderen van de soc-emo ontwikkeling van elke leerling.
Aurecool 
Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
Cursus
Expert kleuterontwikkeling
Expert kleuterontwikkeling
Sensomotorische, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kleuters
Medilex Onderwijs 
Lesprogramma
Probeer gratis de Leerlijn Lezen en Schrijven
Probeer gratis de Leerlijn Lezen en Schrijven
Complete leesmethodiek voor begrijpend- en voortgezet technisch lezen
De Schoolschrijver 
Webinar
Roos van Leary in de klas
Roos van Leary in de klas
Gratis webinar met Niels de Jong
Wij-leren.nl Academie 
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.Spel van kinderen stimuleren
Hoe stimuleer ik het spel van mijn kind?.
Bertine van den Oever
opbrengstgericht onderwijs voor jonge kinderen
Betekenisvolle opbrengsten voor jonge kinderen
Bea Pompert
Visie en beleid op onderwijs aan jonge kinderen
Visie & Beleid op onderwijs aan jonge kinderen.
Bertine van den Oever
Slimme kleuters
Slimme kleuters
Eleonoor van Gerven
Rijk taalaanbod
Rijk taalaanbod door spel
Sieneke Goorhuis
Kleuters en vrij spel
De kleuter leert alleen spelend in vrij spel
Ewald Vervaet
Zelfsturing bij jonge kinderen stimuleren
Zelfsturing van jonge kinderen stimuleren
Lilian van der Bolt
Executieve functies bij peuters en kleuters
Zelfsturing bij peuters en kleuters en de rol van de ib'er
Lilian van der Bolt
Kleuters laten leren en ontdekken in de rekenhoek
Kleuters in de hoek - haal meer uit je rekenhoek
Aafke Bouwman
Verrijkend themaonderwijs kleuters
Verrijking bij thema's in de kleuterklas
Martine Blonk - Meulenkamp
Taal bij het jonge kind
Taalontwikkeling bij het jonge kind
Sieneke Goorhuis
Ontwikkeling kleuter
Je zal maar kleuter mogen zijn!
Dolf Janson
Fase jonge schoolkind
De fase van het jonge schoolkind - kunnen kleuters leren lezen?
Ewald Vervaet
Rekenonderwijs kleuters met de vertaalcirkel
Rekenonderwijs in groep 1-2
Ceciel Borghouts
Geïntegreerd thematisch onderwijs ontwerpen
Zes stappen om geïntegreerd thematisch onderwijs te ontwerpen
Bertine van den Oever
Geïntegreerd thematisch onderwijs ontwerpen
Zes stappen om geïntegreerd thematisch onderwijs te ontwerpen
Bertine van den Oever
Geïntegreerd thematisch onderwijs ontwerpen
Zes stappen om geïntegreerd thematisch onderwijs te ontwerpen
Bertine van den Oever
Geïntegreerd thematisch onderwijs ontwerpen
Zes stappen om geïntegreerd thematisch onderwijs te ontwerpen
Bertine van den Oever
Kiezen voor het jonge kind
Kiezen voor het jonge kind
Lianne Jongsma
Stapsgewijs onderwijs: Het kind centraal
Stapsgewijs onderwijs: Het kind centraal!
Lianne Jongsma
Werken in een kleuterwereld
Werken in een kleuterwereld - met juf Bianca
Marleen Legemaat
De kracht van spel
De kracht van spel, waar leerkrachten en kinderen elkaar ontmoeten
Bertine van den Oever

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Leerlingvolgsysteem in een video van één minuut uitgelegd
Leerlingvolgsysteem in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Pedagogisch klimaat in een video van één minuut uitgelegd
Pedagogisch klimaat in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



didactiek
differentiatie
jonge kind
kleuter
leerlingvolgsysteem
observeren
pedagogiek
pedagogisch klimaat
portfolio
sociaal-emotionele ontwikkeling
spelontwikkeling
spelvormen
taalontwikkeling

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest