Grip op de groep
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 07-10-2024,
van https://wij-leren.nl/grip-op-de-groep.php
Hoe kun je een goede groep vormen? Tactvol inspelen op de groepsprocessen in de klas is belangrijk om een positieve leeromgeving te ontwikkelen. Het boek Grip op de groep van René van Engelen gaat over positieve groepsvorming. Het boek helpt je om een goede start te maken met een nieuwe groep. De opbouw van het boek is als volgt:
1. De groep
2. De positieve groep
3. De negatieve groep
4. Fases in de groepsvorming
5. Waarden en normen in de groep
6. Inter- en intragroepsrelaties
7. Lessen en leeromgevingen om de groep positief te beïnvloeden
H1. De groep
Wanneer spreek je van een groep? Elke groep vertoont een aantal kenmerken. Die hebben betrekking op:
- Relaties
- Rollen
- Groepsnormen.
Er is verschil tussen formele en informele groepen. Binnen een grote groep kunnen zich kleinere groepen gaan vormen, subgroepen. Om als leerkracht een goede groep te vormen, is preventie belangrijk.
H2. De positieve groep
Kenmerken van zo’n groep zijn:
- De groepsleden zijn eensgezind en gemotiveerd om groepsdoelen te halen.
- Groepsleden voelen zich medeverantwoordelijk voor de eigen groep en uiten dit ook.
- De groepsleden tonen respect voor de mening en het karakter van een ander groepslid.
- Groepsleden zijn bereid tot samenwerking.
In een goede groep zijn de groepsnormen positief. Dit heeft fijne gevolgen:
- Kinderen gaan met plezier naar school
- Minder ordeproblemen
- Betere leerresultaten
- Leerlingen helpen elkaar
- Goed pedagogisch klimaat
- Prettige omgangsvormen
- Effectieve onderwijsvormen worden uitvoerbaar
Een positieve groep kent de volgende zeven rollen:
- Leidinggevende rollen:
- 1. Gezagsdrager, die laat natuurlijk leiderschap zien.
- 2. Sociaal werker, die is behulpzaam en zorgzaam.
- 3. Organisator, die zet de ideeën van gezagsdragers om in daden.
- Overige groepsleden:
- 1. Verkenner, die neemt initiatieven als de bedoeling duidelijk is.
- 2. Volger, die doen trouw wat er van hen gevraagd wordt.
- 3. Appellant, die appelleert aan de gevoelens van zorgzaamheid en mededogen. Dit kan iemand zijn met een mentale of fysieke zwakte, maar ook iemand die verdriet heeft.
- 4. Joker, die zorgt voor plezier en kan relativeren.
H3. De negatieve groep
Kenmerken van een negatieve groep zijn:
- De harmonie ontbreekt, er is een continue strijd om het doel.
- Groepsleden tonen zich niet medeverantwoordelijk voor de groep.
- Groepsleden tonen geen respect voor de mening en het karakter van andere groepsleden.
- Bepaalde rollen ontbreken.
De negatieve groep kent de volgende vier rollen:
- Leidinggevenden:
- 1. Dictator
- Overige groepsleden:
- 1. Intrigant
- 2. Meeloper
- 3. Zondebok
Een negatieve groep zorgt voor ordeproblemen. Gevolgen van een negatieve groep zijn onder andere:
- Pesten. Dit is geen op zichzelf staand verschijnsel, maar dit hangt samen met het groepsproces.
- Ruzies
- Slechte prestaties van de leerlingen
- Slechte samenwerking
H4. Fases in de groepsvorming
Groepsvorming kent de volgende fases:
- Fase 1: Forming, de verkenningsfase. (ongeveer twee weken)
- Fase 2: Storming, de hiërarchie wordt vastgesteld. (ongeveer twee weken)
- Fase 3: Norming, de leiders bepalen de ongeschreven regels. (ongeveer twee weken)
- Fase 4: Performing, de groep is klaar voor het werken. (de rest van het schooljaar)
- Fase 5: Termination, het einde is in zicht, groepsregels vervagen en de groep richt zich op het afscheid. (alleen groep 8, de laatste twee weken)
H5. Waarden en normen in de groep beïnvloeden
Aan een positieve groep liggen bepaalde waarden en normen ten grondslag. Als een groep zich gevormd heeft (performing), dan heeft de leerkracht geen invloed meer op de groepsnormen. In de eerste drie fases heeft de leerkracht de gouden kans om het groepsvormende proces positief te beïnvloeden. Daarom heten de eerste zes weken van het schooljaar ook wel de Gouden Weken.
Als leerkracht wil je graag normen en waarden die voor een positieve sfeer zorgen. Welke waarden zijn dat?
- Iedereen voelt zich veilig in de groep.
- We respecteren elkaar.
- We communiceren positief met elkaar.
- We werken samen en helpen elkaar.
Het is belangrijk dat een groep zelf de normen benoemt, het heeft geen zin als de leerkracht allerlei normen over de kinderen uitstort. Als je invloed wil hebben op de normen, moet je de normingfase naar voren halen. Geef al tijdens de forming en de storming kinderen de ruimte om positieve normen te benoemen. Een belangrijk moment is het sturen in het nagesprek na een oefening. Kies dan een kind, waarvan je weet dat het een positieve norm zal benoemen.
Prikkelende poster - te downloaden of te bestellen bij Onderwijs Maak Je Samen.
Deviant gedrag
Gedrag dat afwijkt van de groepsnorm, heet deviant gedrag. Vanaf de performingsfase zullen groepsleden niet geneigd zijn om hun normen aan te passen aan degene die deviant gedrag vertoont. Deviant gedrag kan voorkomen bij:
- Een subgroepje, in het geval dat de klas in groepjes uiteen gevallen is.
- Enkele outcasts die buiten de ontstane groep vallen.
- Een kind met een sterk individualistisch karakter.
- Een kind met een speciale handicap of leerbehoefte. In een positieve groep kan zo’n kind de rol van appellant krijgen.
Incidentmethode
Het mooiste is als er incidenten zijn tijdens de eerste fases van het groepsproces. Je hebt dan direct een aanleiding voor een klassengesprek en eventuele individuele gesprekken. Leg alles stil, neem de tijd en laat de kinderen normen benoemen. Bedenk vooraf goed het volgende:
- Wat ga ik aan de orde stellen?
- Wie laat ik aan het woord?
- Welke normen wil ik laten benoemen?
- Hoe pak ik het aan?
H6 Inter- en intragroepsrelaties
In een negatieve groep zijn vaak conflicten. Hoe kun je dat oplossen? Dat kan op drie manieren: vermijden, verdoezelen en de confrontatie. Bij de laatste aanpak ontstaat een open conflict en zijn er twee mogelijkheden: oplossen door macht of oplossen door onderhandelen. Bij oplossen door macht is er altijd een verliezer, voor diegene begint het conflict dan pas goed. Bij onderhandelen zoek je naar een compromis. Als dat lukt, heb je het minste schade.
H7 Lessen en leeromgevingen om de groep positief te beïnvloeden
In dit deel van het boek staan 34 groepsvormende activiteiten. Elke opdracht is als volgt opgebouwd:
- Doel
- Toelichting
- Voorbereiding
- Uitvoering
- Nabespreking
Om een voorbeeld te geven: en samenvatting van Opdracht 5: Wie ben ik?
Doel: De leerlingen leren de anderen kennen door de identiteit van de ander te raden.
Toelichting: Het gaat erom dat de identiteiten aan bod komen, het gaat niet om het winnen.
Voorbereiding: Elk kind heeft een kladpapiertje en een potlood/pen.
Uitvoering: Elk kind schrijft een persoonsbeschrijving van zichzelf op, zonder zijn eigen naam. De leerkracht haalt de briefjes op. Voorin de klas leest hij ze één voor één voor. Hij leest de tekst voor en vraagt aan de groep over wie dit gaat. Drie leerlingen mogen raden, als niemand het goed heeft, vraagt de leerkracht van wie deze persoonsbeschrijving was.
Nabespreking:
- Vond je het spannend toen jouw briefje werd voorgelezen?
- Vond je het moeilijk om te raden van wie het briefje was?
- Wanneer kun je snel weten van wie het briefje is?
- Hoe kun je ervoor zorgen dat je sneller geraden wordt?
Bij elk van de vier groepsnormen zijn activiteiten. Voorbeelden van activiteiten bij de groepsnorm samenwerken zijn: maak een kleurencollage, een fantasiedier, een landkaart, een groepsschilderij, etc.
H8 Ter afsluiting
Naast het doen van oefeningen is het gedrag van de leerkracht van belang. Kinderen spiegelen zich aan hem/haar. Het is belangrijk dat de leerkracht niet alleen met de groep communiceert, maar ook met de individuele leerling. Dan zal hij zich gekend voelen. Daarmee sluit René van Engelen zijn boek ook af:
‘Ieder kind wil gekend worden. Alle kinderen verdienen het om met plezier naar school te gaan.’
Recensie
Grip op de groep geeft zicht op processen die in de groep spelen. Een stukje theoretische kennis is daarbij onmisbaar, René van Engelen werkt dat overzichtelijk en duidelijk uit. Daarnaast geeft hij handvatten om van een groep een positieve groep te maken.
Één kleine kritische noot wil ik toch wel kraken: de piramide van Maslov komt ook uitgebreid aan bod. Dit is echter één van de onderwijsmythes. Maslov gebruikte zelf helemaal geen piramide in zijn theorie. Zie voor meer informatie Jongens zijn slimmer dan meisjes van Pedro de Bruykere en Casper Hulshof, blz. 14 – 16.
Grip op de groep is in hoofdlijnen een praktisch, bruikbaar boek. Het leest prima. Achterin staan diverse tips voor een prettig klassenklimaat. De activiteiten zijn met weinig voorbereiding uit te voeren. Wil je werken aan een positieve groep? Dan is dit veelgelezen boek echt een aanrader.
Bestellen
N.a.v. René van Engelen, Grip op de groep, Thieme Meulenhoff, 156 blz, ISBN 978 9006 951431.
Bestellen
Het boek Grip op de groep is te bestellen via: