De normering is de maatstaf die gehanteerd wordt bij het becijferen van toetsen. Er zijn twee manieren om te normeren: relatief en absoluut. Bij een absolute normering geldt voor iedereen dezelfde norm. Bijvoorbeeld: bij elke twee fouten gaat er een punt af. Het is duidelijk, maar kan soms erg pijnlijk zijn.
Bij een relatieve normering wordt achteraf vastgesteld of de leerprestaties voldoende of onvoldoende zijn. Als in het onderwijs alle kinderen dezelfde kennisbasis moeten hebben, dan is een absolute normering nodig. Maar daarnaast is het ook goed om op pedagogische gronden voor een relatieve normering te kiezen.
Een veelgebruikte normering in het basisonderwijs is de Cito-normering.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Laatst geactualiseerd op 4 augustus 2022