Toetstekst als leesgenre

Karin van de Mortel

Specialist en auteur taal en leesonderwijs bij CPS

 

  Geplaatst op 1 juni 2015

Voorbereiden op lees- en woordenschattoetsen

In het kader van opbrengstgericht werken willen we, door middel van toetsen, kunnen meten hoe leerlingen presteren. Daarbij is het belangrijk om te voorkomen dat leerlingen struikelen over de toetsvorm of het type vraagstellingen en opgavevormen. Hoe bereid je leerlingen goed voor op met name de Cito toetsen ‘Begrijpend Lezen’ en ‘Woordenschat’? Natuurlijk gelden de aanbevelingen in dit artikel voor elk type toets.

Hoe vaak vullen wij nog een vragenformulier in? Soms een online enquête of een telefonisch interview en één keer per jaar de digitale belastingaangifte. Daarbij wordt het invullen ons zo makkelijk mogelijk gemaakt door antwoorden die al op verschillende plaatsen op het digitale formulier vooraf ingevuld zijn. Papieren vragenlijsten lijken niet meer in ons digitale tijdperk te passen.

Maar onze leerlingen dan? In het kader van opbrengstgericht werken wordt er beduidend meer schriftelijk getoetst. We verwachten van de leerlingen dat ze juiste antwoorden op de juiste plek kunnen invullen. Maar kunnen wij hen helpen om de toetsafname te vergemakkelijken?

Natuurlijk wil je dat de toetsen die ingepland staan op de toetskalender, meten wat je wilt weten. Je verwacht daarom dat de gehanteerde toets de beste manier is om het (lees-) onderwijs te evalueren: heeft de instructie doorgewerkt in de ontwikkeling van leerlingen en kun je uit de toetsuitslagen aflezen welke interventies je nu moet gaan toepassen?

Verder wil je natuurlijk ook dat de leerling zo optimaal mogelijk presteert. Daarom is het van belang dat je voorkomt dat leerlingen struikelen over de toetsvorm of over het type vraagstellingen en opgavevormen. Dit bereik je met een extra, ander type instructie – nuttig en nodig om de toetsvormen beter te begrijpen. Dit artikel beoogt geen ‘teaching to the test’ praktijken.

"Het is niet de bedoeling dat de woorden van een woordenschattoets voorbereid worden. Veel meer gaat het om de vraag op welke wijze het mogelijk is om de leerlingen goed voor te bereiden op met name de Cito toetsen Begrijpend Lezen en toetsen Woordenschat".

Lezen om te leren

De beste manier om goed te leren lezen, is door expliciete instructie. Leerlingen moeten leesstrategieën leren. Ze moeten ze leren gebruiken als gereedschap, middelen om de inhoud van een tekst te kunnen begrijpen. De strategieën zelf zijn geen doelstellingen, maar het kunnen toepassen op allerlei typen teksten wel.

Dat betekent dat leerlingen veel gelegenheid moeten krijgen om samen te denken, te praten en te schrijven over gelezen teksten om zo in betekenisvolle verwerkingsopdrachten het leesbegrip te verdiepen. Leerlingen lezen om te leren lezen of ze lezen om te leren; elke dag opnieuw staat doelgericht leesonderwijs op het lesrooster.

De Citotoets ‘Begrijpend Lezen’ wordt slechts één keer per jaar afgenomen, net als de toets ‘Woordenschat’. Goede lezers zijn hierbij in het voordeel: hun kans op betere scores is groter dan die van zwak lezende leerlingen. Het leesonderwijs van elke dag lijkt in de verste verte niet op het lezen dat nodig is om een toets goed te volbrengen.

Voorkomen moet worden dat de risicolezers moedeloos struikelen over de opgaven, nog voordat ze aan het beantwoorden van het toetsitem zijn toegekomen. Er is dus veel winst te behalen in de voorbereiding op de toetsvorm.

"Als je de toetstekst en opgaven als een leesgenre beschouwt, kun je er namelijk expliciete instructie over geven".

Toetsen

De toets ‘Begrijpend Lezen’ van Cito meet de denkvaardigheid van leerlingen (en geen leesstrategieën). De toetsen ‘Woordenschat’ van Cito nemen een steekproef uit woorden die tot de basiswoordenschat van kinderen van een bepaalde leeftijd zouden moeten behoren en meten de mate waarin de leerlingen deze woorden beheersen. Het beantwoorden van de opgaven vraagt heel veel van leerlingen.

Door inzicht in de teksttypen en de tekstgenres die aan de orde komen (begrijpend lezen) en door kennis over de vraagvormen wordt het mogelijk om leerlingen voor te bereiden op wat er in de toets van ze wordt gevraagd en op welke manier de vaardigheden worden getoetst. Signaalwoorden herkennen en schooltaal snappen zijn nodig om correcte antwoorden op de opdrachten te kunnen geven. Op welke wijze kunnen leerlingen hierin vaardiger worden?

Voorbereiding toetsafname met leerlingen:

  • Lees de héle toetshandleiding en bekijk de opdrachtenboekjes goed. Wat wordt er eigenlijk verwacht van de leerlingen?
  • Herken de schooltaal.
  • Overdenk of specifieke begrippen en taal – denkrelaties een onderdeel uitmaken van de taalmethode. Biedt de taalmethode voldoende oefening om bijvoorbeeld ‘het tegenover gestelde van…’ te kunnen begrijpen?
  • Zijn de toets-tekstgenres met hun specifieke tekstkenmerken (verhalend, verklarend) aan de orde geweest in de lessen tekstbegrip? Zijn de tekstgenres bekend?
  • Onderwijs de vormgeving van opgaven van de toets en geef instructie over oplossingsstrategieën met behulp van hardop-denk demonstraties in minilessen. Leg uit hoe multiple choice vragen in elkaar steken en op welke wijze je de ontbrekende woorden van een invultekst het beste kunt afleiden.
  • Plan deze activiteiten twee tot drie weken voorafgaand aan de toetsafname.
  • Maak hierover teamafspraken.

Signaalwoorden en schooltaal

Tekstkenmerken bepalen het tekstgenre. Leerlingen moeten leren deze kenmerken te herkennen. Niet alleen de titel, kopjes, witregels, vetgedrukte woorden en illustraties zijn medebepalend voor het genre, ook kenmerkende signaalwoorden spelen een rol.

‘Ten eerste, ten tweede, ten slotte,’ zijn signaalwoorden voor een informatieve tekst die een bepaald fenomeen in een zekere tijdsvolgorde beschrijft. Signaalwoorden zoals ‘in tegenstelling tot, anders dan, net als, toen-nu, hier-daar’, kunnen in een vergelijkende tekst voorkomen waarin verschillende meningen, ideeën, verschijnselen en gebeurtenissen worden geschetst.

Deze woorden zijn bepalend voor een andere manier van denken, een vergelijking of een verbinding tussen bepaalde tekstdelen. Vanuit de context van de tekst geven de signaalwoorden een andere wending aan het denken van de lezer.

Als leerlingen teksten lezen, lezen ze voortdurend signaalwoorden. Maak hen hierop alert door expliciete instructie. Laat hen ook tijdens het (stil-)lezen op zoek gaan.

"Hang een poster in de klas met: ‘Onze Signaalwoorden’ en geef leerlingen de gelegenheid om tijdens elke vorm van lezen, nieuwe signaalwoorden aan de lijst toe te voegen".

Deze aanpak is een belangrijke sturingsstrategie om de inhoud van teksten te kunnen begrijpen en voor het lezen van de toetstekst beslist een bonus. Tijdens het lezen van allerlei soorten teksten moeten leerkrachten door het bieden van denkdemonstraties (modelling) leerlingen dit type alertheid leren.

Geef ook aandacht aan de schooltaal die in de toetsen gebruikt wordt. Wordt deze schooltaal door de leerlingen begrepen? Ook in de toetsen ‘Woordenschat’ speelt dit een grote rol. In hoeverre zijn begrippen en bijvoorbeeld taal-denkrelaties aan de orde geweest en ondersteunt de gebruikte taalmethode deze leerbehoefte?

Denk bijvoorbeeld aan: ‘het tegenovergestelde van …’ of ‘een ander woord voor …’. Uitermate complex is een formulering als: ‘Wat betekent ongeveer hetzelfde als…?’

In opdracht van de gemeente Amsterdam ontwikkelde het Instituut voor Taalonderzoek en Taalonderwijs Anderstaligen (ITTA) de basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters (downloaden op http://www.amsterdam.nl/publish/pages/171512/handreiking.pdf).

ITTA ontwikkelde ook een lijst Schooltaal voor (de overgang van het basisonderwijs naar) het vmbo, te downloaden op: Basislijst schooltaalwoorden

Een dergelijke lijst kan als richtlijn fungeren. Men kan zich hierbij afvragen of het aanbod en de werkwijze wel de woorden biedt die de leerlingen nodig hebben om de taal van de schoolboeken teksten te begrijpen. De lijst kan geïntegreerd worden verwerkt in bijvoorbeeld wereldoriënterende thema’s.

Leer leerlingen omgaan met de toetsvorm

Wanneer je weet wat er precies van de leerlingen wordt verwacht tijdens de toets, kun je hen hierop voorbereiden. Maak duidelijk hoe de toets in elkaar steekt. Blader eens samen een (oude) versie van een toets door en wijs hen op opvallende zaken.

  • Zo hebben in de ‘Begrijpend Lezen’-toetsen bepaalde teksten geen titel (omdat de ontbrekende titel onderwerp van een toetsvraag is).
  • Zijn de leerlingen bekend met de verschillende teksttypen en tekstgenres die steeds gevarieerder voorkomen in de toetsen voor de bovenbouw?
  • Ook wordt er vaak gebruik gemaakt van symbolen en afkortingen die in de reguliere lesmethode misschien niet toegepast worden.
  • Wijs hen tevens op specifieke instructies en aanwijzingen bij de opdrachten. Leer leerlingen ook aan om tijdens het lezen aantekeningen te maken (als dat kan op de kopie van de tekst en anders op post-its).
  • Leer ze teksten te lezen met een pen of potlood in de hand (in plaats van een highlighter) en besteed aandacht aan de aantekeningen, de vragen en de aanwijzingen die ze noteerden tijdens het lezen.
  • Maak er een gewoonte van dat dit tijdens het toetsen ook toegepast wordt.

De verschillende toetsen hebben herkenbare vraagvormen en elke type vraagt om een specifieke aanpak. Zie daarvoor het overzicht in onderstaande tabel.

Veel voorkomende vraagstellingen Instructie suggesties

Vragen naar woordbetekenissen:

  • Het woord … in de zin … betekent .?
  • Wat is een ander woord voor …?
  • Welk woord betekent hetzelfde als …?
  • Wat is het tegenovergestelde van …?
  • Welke woorden zeggen het best iets over de betekenis van …?
  • Welk woord past het best op de open plaats?
  • Uit welk woord kun je afleiden …?
  • Wat betekent ongeveer hetzelfde als …?
  • Leer leerlingen de hele zin te lezen om de betekenis van een woord uit de context te kunnen afleiden; leer ze vooruit te lezen naar aanwijzingen die helpen de betekenis van het woord te achterhalen of een stukje terug te lezen naar voorafgaande zinnen.
  • Leer (schooltaal-)woorden/begrippen aan, zoals: tegenovergesteld, hetzelfde als, een ander woord voor, etcetera.
  • Leer woordbetekenissen te achterhalen door woorddelen te analyseren.
  • Leer hen aan om te elimineren: bij meer keuze vragen de direct-foute antwoorden wegstrepen en zoeken naar het best passende antwoord.

Vragen waarvan het antwoord in de tekst is terug te vinden:

  • Wat, wanneer, wie, waar, hoe …
  • Vragen naar een volgorde: ‘Wat gebeurde er het eerst…?’
  • Vragen die direct in de tekst terug te vinden zijn: ’Uilen zijn nachtdieren, omdat…’
  • Leer leerlingen om snel de tekst te scannen en woorden te overzien die overeenkomen met de vraagstelling.
  • Leer ze om passages in de tekst te kunnen vinden: ‘lees reg. 5- 5’, et cetera.
  • Leer ze visualiseren; het plaatje in het hoofd maken, helpt ze om de details te herinneren die relevant zijn.
  • Herinner ze eraan dat ze de antwoorden waarvan ze weten dat die niet goed zijn, direct weg te strepen.

Vragen naar samenvattingen:

  • Welke zin vat het beste samen …?
  • Wat is de hoofdgedachte van …?
  • Wat is het belangrijkste van de alinea waarin …?
  • Waar gaat het verhaal het meest over?
  • Wat zou een goede andere titel voor dit verhaal kunnen zijn?
  • Waar gaat het vooral om?
  • Welke zin is niet waar volgens de tekst?
  • Uit welke zin blijkt …?
  • Leer leerlingen samenvattingen maken van alinea’s en van teksten.
  • Leer ze hoofd- en bijzaken te onderscheiden tijdens het lezen van allerlei teksten.
  • Vragen als waar gaat deze tekst
  • vooral /hoofdzakelijk over, helpt hen de hoofdzaken te bepalen.
  • Leg uit dat misleidende rare antwoorden, wel leuk voor hen zijn, maar dat ze zich daardoor niet moeten laten afleiden. Bovendien gaat het om het juiste antwoord op de vraag. Hun eigen mening doet er even niet toe!
  • Leer ze dat de belangrijkste informatie vaak in de eerste en in de laatste paragraaf wordt weergegeven en de belangrijkste informatie van een paragraaf staat vaak in de eerste of de laatste zin.
  • Leer ze elimineren.

Vragen naar afleidingen of conclusies:

  • Wat denk je dat …?
  • Wat is het probleem van …?
  • Wat zou er echt gebeurd kunnen zijn met …?
  • Hoe voelt de schrijver zich …?
  • Welke titel past het best …?
  • Wat zal er nu waarschijnlijk wel gaan gebeuren …?
  • Afleidingen kunnen niet letterlijk in de tekst terug gevonden worden. Geef veel hardop denkdemonstraties bij het lezen van teksten. Geef gerichte feedback over antwoorden op afleidende vragen.
  • Laat ze op zoek gaan naar ‘bewijs’ voor wat zij denken dat dat het juiste antwoord is en laat ze dat onderstrepen en verwoorden.
  • Leer ze om de informatie/aanwijzingen uit de tekst te gebruiken om de bedoeling van de auteur te achterhalen.

Dit artikel is eerder verschenen in JSW oktober 2011

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Congres
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Begeleiden van kiene kleuters in de klas
Medilex Onderwijs 
Webinar
Wat kun je wel en niet met toetsen in het onderwijs?
Wat kun je wel en niet met toetsen in het onderwijs?
Gratis webinar met Karen Heij
Wij-leren.nl Academie 
Volgen van de ontwikkeling
Volgen van ontwikkeling: evalueren - normeren - LVS - rapportage
Arja Kerpel
Woordenschattoets
Onduidelijk wat de Cito-woordenschattoets meet
Paul Filipiak
Functionele toetsvragen
Bronnen en contexten in toetsvragen niet functioneel
Gerdineke van Silfhout
Tips woordenschat
Knikkers spelers en spel: tips voor woordenschatonderwijs.
Paul Filipiak
Grip op leesbegrip
Beter toetsen en evalueren van lezen met begrip
Karin van de Mortel
Naar een goede toets
Toetsen die recht doen aan de leerling: 5 stappen naar een goede toets
Eveline van Baalen
Citoscore hanteren
Citoscore hanteren
Sieneke Goorhuis
Citoscore misverstanden
Meten is niet alles weten
Teije de Vos
Woordenschatonderwijs didactiek woordgroep twee en toetsing
Woordenschatonderwijs - deel 2
Paul Filipiak
Woordenschatonderwijs didactiek woordgroep twee en toetsing
Woordenschatonderwijs - deel 2
Paul Filipiak
pratend en lezend woorden leren intro en overzicht
Pratend en lezend woorden leren; Intro en overzicht -0-
Paul Filipiak
Woordenschat toetsing
Toetsing -10-
Paul Filipiak
pratend en lezend woorden leren intro en overzicht
Pratend en lezend woorden leren; Intro en overzicht -0-
Paul Filipiak
Beoordeling LVS-toetsen woordenschat (1)
Toelichting beoordelingscriteria en beoordeling LVS-toetsen Woordenschat (1)
Corine Treffers
Beoordeling LVS-toetsen begrijpend lezen (3)
Beoordeling LVS-toetsen Begrijpend Lezen (3)
Corine Treffers
Beoordeling LVS-toetsen schrijfvaardigheid Engels (5)
Beoordeling LVS-toetsen Schrijfvaardigheid en Engels (5)
Corine Treffers
Beoordeling LVS toetsen
Welk LVS past bij jouw school? - Keuzehulp bij het kiezen van een LVS
Corine Treffers
Beoordeling LVS-toetsen woordenschat (1)
Toelichting beoordelingscriteria en beoordeling LVS-toetsen Woordenschat (1)
Corine Treffers
Beoordeling LVS-toetsen begrijpend lezen (3)
Beoordeling LVS-toetsen Begrijpend Lezen (3)
Corine Treffers
Beoordeling LVS-toetsen schrijfvaardigheid Engels (5)
Beoordeling LVS-toetsen Schrijfvaardigheid en Engels (5)
Corine Treffers
Expliciete Directe Instructie
Expliciete Directe Instructie - Tips en technieken voor een goede les
Machiel Karels
Wegcijferen door toetsen
Laat je niet wegcijferen
Paul Filipiak
Red de taal van de toetsenmaker!
Red de taal van de toetsenmaker!
Karen Heij
Red de taal van de toetsenmaker!
Red de taal van de toetsenmaker!
Karen Heij
Red de taal van de toetsenmaker!
Red de taal van de toetsenmaker!
Karen Heij


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Leerlingvolgsysteem in een video van één minuut uitgelegd
Leerlingvolgsysteem in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Toetsen in een video van één minuut uitgelegd
Toetsen in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Is het tijd om ons onderwijs anders vorm te geven? Tjipcast 011
Is het tijd om ons onderwijs anders vorm te geven? Tjipcast 011
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



begrijpend lezen
cito
cito-score
leerlingvolgsysteem
normering
opbrengstgericht werken
taalontwikkeling
toetsen
toetskalender
woordenschat

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest