Toetstekst als leesgenre
Karin van de Mortel
Specialist en auteur taal en leesonderwijs bij CPS
Geraadpleegd op 10-09-2024,
van https://wij-leren.nl/voorbereiden-lees-en-woordenschattoetsen.php
Voorbereiden op lees- en woordenschattoetsen
In het kader van opbrengstgericht werken willen we, door middel van toetsen, kunnen meten hoe leerlingen presteren. Daarbij is het belangrijk om te voorkomen dat leerlingen struikelen over de toetsvorm of het type vraagstellingen en opgavevormen. Hoe bereid je leerlingen goed voor op met name de Cito toetsen ‘Begrijpend Lezen’ en ‘Woordenschat’? Natuurlijk gelden de aanbevelingen in dit artikel voor elk type toets.
Hoe vaak vullen wij nog een vragenformulier in? Soms een online enquête of een telefonisch interview en één keer per jaar de digitale belastingaangifte. Daarbij wordt het invullen ons zo makkelijk mogelijk gemaakt door antwoorden die al op verschillende plaatsen op het digitale formulier vooraf ingevuld zijn. Papieren vragenlijsten lijken niet meer in ons digitale tijdperk te passen.
Maar onze leerlingen dan? In het kader van opbrengstgericht werken wordt er beduidend meer schriftelijk getoetst. We verwachten van de leerlingen dat ze juiste antwoorden op de juiste plek kunnen invullen. Maar kunnen wij hen helpen om de toetsafname te vergemakkelijken?
Natuurlijk wil je dat de toetsen die ingepland staan op de toetskalender, meten wat je wilt weten. Je verwacht daarom dat de gehanteerde toets de beste manier is om het (lees-) onderwijs te evalueren: heeft de instructie doorgewerkt in de ontwikkeling van leerlingen en kun je uit de toetsuitslagen aflezen welke interventies je nu moet gaan toepassen?
Verder wil je natuurlijk ook dat de leerling zo optimaal mogelijk presteert. Daarom is het van belang dat je voorkomt dat leerlingen struikelen over de toetsvorm of over het type vraagstellingen en opgavevormen. Dit bereik je met een extra, ander type instructie – nuttig en nodig om de toetsvormen beter te begrijpen. Dit artikel beoogt geen ‘teaching to the test’ praktijken.
"Het is niet de bedoeling dat de woorden van een woordenschattoets voorbereid worden. Veel meer gaat het om de vraag op welke wijze het mogelijk is om de leerlingen goed voor te bereiden op met name de Cito toetsen Begrijpend Lezen en toetsen Woordenschat".
Lezen om te leren
De beste manier om goed te leren lezen, is door expliciete instructie. Leerlingen moeten leesstrategieën leren. Ze moeten ze leren gebruiken als gereedschap, middelen om de inhoud van een tekst te kunnen begrijpen. De strategieën zelf zijn geen doelstellingen, maar het kunnen toepassen op allerlei typen teksten wel.
Dat betekent dat leerlingen veel gelegenheid moeten krijgen om samen te denken, te praten en te schrijven over gelezen teksten om zo in betekenisvolle verwerkingsopdrachten het leesbegrip te verdiepen. Leerlingen lezen om te leren lezen of ze lezen om te leren; elke dag opnieuw staat doelgericht leesonderwijs op het lesrooster.
De Citotoets ‘Begrijpend Lezen’ wordt slechts één keer per jaar afgenomen, net als de toets ‘Woordenschat’. Goede lezers zijn hierbij in het voordeel: hun kans op betere scores is groter dan die van zwak lezende leerlingen. Het leesonderwijs van elke dag lijkt in de verste verte niet op het lezen dat nodig is om een toets goed te volbrengen.
Voorkomen moet worden dat de risicolezers moedeloos struikelen over de opgaven, nog voordat ze aan het beantwoorden van het toetsitem zijn toegekomen. Er is dus veel winst te behalen in de voorbereiding op de toetsvorm.
"Als je de toetstekst en opgaven als een leesgenre beschouwt, kun je er namelijk expliciete instructie over geven".
Toetsen
De toets ‘Begrijpend Lezen’ van Cito meet de denkvaardigheid van leerlingen (en geen leesstrategieën). De toetsen ‘Woordenschat’ van Cito nemen een steekproef uit woorden die tot de basiswoordenschat van kinderen van een bepaalde leeftijd zouden moeten behoren en meten de mate waarin de leerlingen deze woorden beheersen. Het beantwoorden van de opgaven vraagt heel veel van leerlingen.
Door inzicht in de teksttypen en de tekstgenres die aan de orde komen (begrijpend lezen) en door kennis over de vraagvormen wordt het mogelijk om leerlingen voor te bereiden op wat er in de toets van ze wordt gevraagd en op welke manier de vaardigheden worden getoetst. Signaalwoorden herkennen en schooltaal snappen zijn nodig om correcte antwoorden op de opdrachten te kunnen geven. Op welke wijze kunnen leerlingen hierin vaardiger worden?
Voorbereiding toetsafname met leerlingen:
|
Signaalwoorden en schooltaal
Tekstkenmerken bepalen het tekstgenre. Leerlingen moeten leren deze kenmerken te herkennen. Niet alleen de titel, kopjes, witregels, vetgedrukte woorden en illustraties zijn medebepalend voor het genre, ook kenmerkende signaalwoorden spelen een rol.
‘Ten eerste, ten tweede, ten slotte,’ zijn signaalwoorden voor een informatieve tekst die een bepaald fenomeen in een zekere tijdsvolgorde beschrijft. Signaalwoorden zoals ‘in tegenstelling tot, anders dan, net als, toen-nu, hier-daar’, kunnen in een vergelijkende tekst voorkomen waarin verschillende meningen, ideeën, verschijnselen en gebeurtenissen worden geschetst.
Deze woorden zijn bepalend voor een andere manier van denken, een vergelijking of een verbinding tussen bepaalde tekstdelen. Vanuit de context van de tekst geven de signaalwoorden een andere wending aan het denken van de lezer.
Als leerlingen teksten lezen, lezen ze voortdurend signaalwoorden. Maak hen hierop alert door expliciete instructie. Laat hen ook tijdens het (stil-)lezen op zoek gaan.
"Hang een poster in de klas met: ‘Onze Signaalwoorden’ en geef leerlingen de gelegenheid om tijdens elke vorm van lezen, nieuwe signaalwoorden aan de lijst toe te voegen".
Deze aanpak is een belangrijke sturingsstrategie om de inhoud van teksten te kunnen begrijpen en voor het lezen van de toetstekst beslist een bonus. Tijdens het lezen van allerlei soorten teksten moeten leerkrachten door het bieden van denkdemonstraties (modelling) leerlingen dit type alertheid leren.
Geef ook aandacht aan de schooltaal die in de toetsen gebruikt wordt. Wordt deze schooltaal door de leerlingen begrepen? Ook in de toetsen ‘Woordenschat’ speelt dit een grote rol. In hoeverre zijn begrippen en bijvoorbeeld taal-denkrelaties aan de orde geweest en ondersteunt de gebruikte taalmethode deze leerbehoefte?
Denk bijvoorbeeld aan: ‘het tegenovergestelde van …’ of ‘een ander woord voor …’. Uitermate complex is een formulering als: ‘Wat betekent ongeveer hetzelfde als…?’
In opdracht van de gemeente Amsterdam ontwikkelde het Instituut voor Taalonderzoek en Taalonderwijs Anderstaligen (ITTA) de basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters (downloaden op http://www.amsterdam.nl/publish/pages/171512/handreiking.pdf). ITTA ontwikkelde ook een lijst Schooltaal voor (de overgang van het basisonderwijs naar) het vmbo, te downloaden op: Basislijst schooltaalwoorden Een dergelijke lijst kan als richtlijn fungeren. Men kan zich hierbij afvragen of het aanbod en de werkwijze wel de woorden biedt die de leerlingen nodig hebben om de taal van de schoolboeken teksten te begrijpen. De lijst kan geïntegreerd worden verwerkt in bijvoorbeeld wereldoriënterende thema’s. |
Leer leerlingen omgaan met de toetsvorm
Wanneer je weet wat er precies van de leerlingen wordt verwacht tijdens de toets, kun je hen hierop voorbereiden. Maak duidelijk hoe de toets in elkaar steekt. Blader eens samen een (oude) versie van een toets door en wijs hen op opvallende zaken.
- Zo hebben in de ‘Begrijpend Lezen’-toetsen bepaalde teksten geen titel (omdat de ontbrekende titel onderwerp van een toetsvraag is).
- Zijn de leerlingen bekend met de verschillende teksttypen en tekstgenres die steeds gevarieerder voorkomen in de toetsen voor de bovenbouw?
- Ook wordt er vaak gebruik gemaakt van symbolen en afkortingen die in de reguliere lesmethode misschien niet toegepast worden.
- Wijs hen tevens op specifieke instructies en aanwijzingen bij de opdrachten. Leer leerlingen ook aan om tijdens het lezen aantekeningen te maken (als dat kan op de kopie van de tekst en anders op post-its).
- Leer ze teksten te lezen met een pen of potlood in de hand (in plaats van een highlighter) en besteed aandacht aan de aantekeningen, de vragen en de aanwijzingen die ze noteerden tijdens het lezen.
- Maak er een gewoonte van dat dit tijdens het toetsen ook toegepast wordt.
De verschillende toetsen hebben herkenbare vraagvormen en elke type vraagt om een specifieke aanpak. Zie daarvoor het overzicht in onderstaande tabel.
Veel voorkomende vraagstellingen | Instructie suggesties |
Vragen naar woordbetekenissen:
|
|
Vragen waarvan het antwoord in de tekst is terug te vinden:
|
|
Vragen naar samenvattingen:
|
|
Vragen naar afleidingen of conclusies:
|
|
Dit artikel is eerder verschenen in JSW oktober 2011