Kennisplatform
Hoe geef je een passend schooladvies?

De vicieuze cirkel van teaching to the test

Marjolein Zwik
Leerkracht basisonderwijs en Master SEN bij    

Zwik, M. (2014). De vicieuze cirkel van ‘teaching to the test’.
Geraadpleegd op 13-12-2024,
van https://wij-leren.nl/teaching-to-the-test-cito.php
Geplaatst op 1 juni 2014
Teaching to the test

De tredmolen van de toetsen

De focus ligt in het onderwijs nog steeds erg op meetbare opbrengsten en toetsen. Als dit tot goede scores leidt, worden de normeringen verscherpt. De methodeuitgeverijen en toetsinstituten doen volop mee in dit vicieuze circus.

Nu veel literatuur over de desastreuze gevolgen van gestandaardiseerde testen bekend is, lijkt er in het Nederlandse onderwijs een kentering te komen in het denken hierover. Maar de politiek, met in haar kielzog de grootste toetsaanbieder van ons land, lijkt nog niet overtuigd.

Afschaffen afrekencultuur

Diane Ravitch, voormalig assistent Secretary of Education onder George W. Bush en Bill Clinton, is tot de conclusie gekomen dat testen en toetsen niet de weg is om te komen tot onderwijsverbetering. Was zij eerst nog enthousiast en medeverantwoordelijk voor de onderwijsvernieuwing ‘No child left behind’, gebaseerd op gestandaardiseerde toetsing, inmiddels is zij van gedachten veranderd. Zij is een pleitbezorger geworden van het afschaffen van deze afrekencultuur. Het eerder genoemde programma ‘NCLB’ noemt zij nu een “unmigicated disaster and the worst federal education law ever passed.” Het laatste onderwijsprogramma van Obama (Race to the top) is in haar optiek kleingeestig. Volgens Ravitch leiden al die testen tot ‘teaching to the test’.

Ook Pasi Sahlberg, de vooraanstaande Finse onderwijs professor, waarschuwt voor de toetscultuur: “Er komen alarmerende berichten uit allerlei landen waar dergelijke toetsen onderdeel werden van het verantwoordingsbeleid in het onderwijssysteem. Onderzoek suggereert dat leraren de neiging hebben om hun manier van lesgeven aan te passen aan deze toetsen.”

Waarom zouden we in Nederland verwachten dat er een onderwijsverbetering optreedt die gebaseerd is op gestandaardiseerde toetsen als deze strategie in veel Angelsaksische landen al heeft gefaald? Nadelen als teaching to the test (en uitwassen die nog veel verder gaan) zijn in de literatuur ruim beschreven. Was het niet Einstein die dwaasheid definieerde als: "hetzelfde doen en vervolgens een andere uitkomst verwachten". Ik zie een parallel. Beter is het oplossingsgericht te denken: als iets niet goed genoeg werkt, stop er dan mee, leer ervan en doe iets anders!

"In het buitenland is de toets- en afrekencultuur al afgeschaft. Waarom gaan wij er nog mee door?"

De ontkenning

Veel publicaties wijzen op het fenomeen van ‘teaching to the test’. Toch bagatelliseert Jacqueline Visser dit in haar artikel “Oorzaken verschuiving normen LVS-toetsen nader bekeken”. Ze geeft aan: “Voor de geleidelijke verschuiving die hierna optreedt zijn meerdere verklaringen waar teaching to the test er slechts één van is.

Cito gaf oorspronkelijk op de website zelf vier mogelijke oorzaken van de hernormering aan, waarvan er m.i. drie aanwijzingen geven richting teaching to the test. Zie ook “Update van de Citonormen: inflatie van de vaardigheidsscore en de desastreuze gevolgen voor het onderwijs”. In haar reactie op dit artikel reduceert Visser teaching to the test tot één van meerdere verklaringen. De argumentatie wordt hier omgekeerd of toch in ieder geval opmerkelijk afgezwakt.

Geen ‘teaching to the test’?!

Een ander citaat uit het genoemde artikel van Jacqueline Visser: “Voor de geleidelijke verschuiving die optreedt als de toets langere tijd op de markt is zijn er meerdere oorzaken. Het gaat dan om veranderingen in het aanbod (sommige vakgebieden worden (weer) belangrijker, andere verschuiven naar de achtergrond) en de toename van het belang dat gehecht wordt aan toetsresultaten. Ook zijn scholen zich door de toetsresultaten bijvoorbeeld bewuster van hiaten in hun onderwijs. Scholen benutten zo de toetsresultaten door in hun aanbod extra aandacht aan deze hiaten te besteden. Dit heeft een positief effect op de scores van de leerlingen.”

Bovenstaand citaat is één pleidooi voor het bestaan van ‘teaching to the test’! Teije de Vos verwijst bovendien naar een verhelderend stuk op de website van de Rijksuniversiteit Groningen. Hierin wordt duidelijk uitgelegd dat een toets minder valide wordt naarmate men zich meer richt óp en rekening houdt mét de uitkomst. Dat lijkt nu net het geval met deze gestandaardiseerde toetsen. Dit wordt met bovenstaand citaat zelf aangegeven. Toch is deze goed gekeurd door de Cotan.

Een zo grote verandering in de leerstof van vakken als rekenen en begrijpend lezen dat deze invloed hebben op de inhoud van de toets is overigens niet voor te stellen. De didactiek is wél veranderd, maar de inhoud van deze vakken verandert niet zo veel als men laat voorkomen. Ook met het betreden van de 21e eeuw zijn er geen grote verschuivingen geweest. Dit geldt ook voor het grootste deel van de spelling, zeker de werkwoordspelling. Natuurlijk kan de context van een som en de leestekst van een leestoets wel eens in een nieuw jasje gestoken worden, maar is er mogelijk sprake van nog een ander belang?

Tredmolen van de toetsen

Markteconomisch belang

Na een aantal jaar is de inhoud van de toets zo bekend dat er een nieuwe versie uitkomt. Cito is momenteel bezig met de invoering van 3.0. Vervolgens ‘passen’ scholen hun onderwijs ‘weer aan’, gaan scores weer omhoog totdat deze zo hoog worden dat er weer een update plaats vindt. Ondertussen wordt er hard gewerkt om weer een nieuwere versie te ontwikkelen en in de markt te zetten, voordat de gemiddelde vaardigheidsscores té hoog worden. Zelfs een kleuter weet al dat bomen niet tot in de hemel kunnen groeien. De inhoud van de nieuwe toetsserie verschilt bij voorkeur van de vorige, anders zou de inhoud van de toets bij verschijnen al ‘bekend’ zijn. Dat kan ook, aangezien de kerndoelen breed genoeg zijn om andere accenten te leggen.

Toch ik zie in gedachten een vicieuze cirkel ontstaan, waar een groot financieel economisch belang voor Cito en educatieve uitgevers achter schuil gaat. En dat alles met het argument dat de leerstof inhoud is veranderd. Volgens mij worden hier de dingen omgedraaid: "Is het niet zo dat Cito de leerstof inhoud bepaald door iedere keer met nieuwe toetsen uit te komen?"

"Leerstof moet niet afgestemd worden op de toetsseries"

Lesmethoden en uitgevers

Misschien is het daarom goed ons in het onderwijs af te vragen hoe het komt dat er veranderingen in het aanbod en verschuivingen in de onderdelen van de verschillende vakgebieden komen. Een blik op een website van één van de methode uitgevers schept mogelijk wat licht in deze duistere materie: “rekening houdend met de Citotoets spelling van 2010” en “de methode sluit ook aan op de Cito-toetsen”. Nu begrijp ik de regelmatig uitgesproken reden van scholen om een methode te vervangen: “Omdat deze niet meer aansluit bij de Cito-toetsen.”

Natuurlijk hebben toetsmakers ook te maken met kerndoelen en referentieniveaus en zullen zij bij het samenstellen moeten putten uit hetgeen Nederlandse kinderen op de basisschool geleerd wordt. Maar de oude toetsen voldeden toch ook al aan deze kerndoelen? De kerndoelen dateren van 2006, toen Maria van den Hoeven nog minister was. 

Deze kerndoelen en referentieniveaus moeten ook het uitgangspunt zijn voor methodeschrijvers, en wel het enige uitgangspunt, niet de toets van een bepaalde toetsaanbieder. Dan wordt de gestandaardiseerde toets, die in principe normatief is, een uitgebreide inhoudelijke toets, te vergelijken met een methodegebonden toets. En in deze toetsen voorzien de uitgevers en leerkrachten al.

Cito hulpboeken: toetsstof oefenen?

Sluit een methode (nog) niet aan bij een Citotoets dan brengt Cito zelf uitkomst om toch voldoende te oefenen: de Cito hulpboeken. Bij het hulpboek Rekenen-Wiskunde staat het volgende te lezen: “Didactische materialen, uitgewerkte lessen en kopieerbare observatiebladen om bij zwakke rekenaars rekenvaardigheden te stimuleren”.

Vanaf de kleutergroepen zijn hulpboeken beschikbaar met “uitgewerkte activiteiten per categorie en controle-opgave per categorie, om vast te stellen of een leerling deze voldoende beheerst.” Natuurlijk worden deze hulpboeken allemaal gebruikt ná de toets bij die leerlingen die laag scoren… al wordt aangegeven dat de inzet ervan afhankelijk is van de wensen van de school.

Gebruikt de school deze hulpboeken niet en maken ouders zich hierover zorgen, omdat zij een groot belang hechten aan de toetsresultaten (en deze ouders zijn er…), dan is er nog de mogelijkheid om thuis verder te oefenen met Squla. Volgens de website “kunnen leerlingen dan het beste uit zichzelf en uit het schooljaar halen. Leerlingen kunnen via Squla niet trainen voor een goede uitslag op toetsen van Cito.” Dat is een hele geruststelling… hier is in ieder geval geen sprake van ‘teaching to the test’. Een zin verder lezend gaat mijn geruststelling enigszins in rook op: “De quizzen met daarin de Cito-opgaven verwerkt, zijn te herkennen aan het Powered by logo.”

"Spelers in groep 4 t/m 8 kunnen quizzen met Cito-vragen spelen in de volgende onderdelen: Rekenen & wiskunde, Spelling, Studievaardigheden, Wereldoriëntatie, Woordenschat, Begrijpend lezen, Begrijpend luisteren.”
Aan spelers in groep 3 is ook gedacht: "Spelers in groep 3 kunnen quizzen met Cito-vragen spelen in de volgende onderdelen: Rekenen, Spelling, Woordenschat, Begrijpend luisteren."

Op de website van Cito staat het volgende over het logo uitgelegd: “Powered by Cito betekent letterlijk: met een bijdrage van Cito. Het hoofddoel van Cito is het objectief en betrouwbaar toetsen en volgen van leerlingen, studenten en werknemers. Cito is daarnaast innovatief.
Squla legt het nog wat uitgebreider uit op zijn website: “Het logo ‘Powered by’ wordt ter beschikking gesteld aan partijen die innovatieve vormen bedenken om de inhoud van Cito te verspreiden.” Toch op zijn minst een ongelukkige woordkeuze.

Internationale vergelijkingen

Internationale benchmarks laten geen stijging zien in de vaardigheden van Nederlandse leerlingen. De vaardigheid van Nederlandse leerlingen gemeten op de PISA-schaal voor rekenen en wiskunde daalt en wat leesvaardigheid betreft, scoort Nederland constant. We mogen aannemen dat Nederlandse leerlingen de afgelopen jaren niet beter of slechter zijn gaan presteren.

Beiden laten een trend zien vanaf 2003, waarbij in het rapport vermeld wordt dat voor Wiskunde “een alarmbel op zijn plaats is.” Toch scoren onze leerlingen op gestandaardiseerde toetsen die alleen in Nederland worden afgenomen en veelal jaren in bezit van een school zijn, steeds hoger.

"Internationale vergelijkingen laten geen stijging zien in de vaardigheden van Nederlandse leerlingen. Toch scoren Nederlandse leerlingen op Cito toetsen steeds hoger"

Objectief en betrouwbaar volgen

Het belangrijkste en tevens het oorspronkelijke doel van de toetsen in het Cito Volgsysteem primair en speciaal onderwijs is het geven van een betrouwbaar beeld van de ontwikkeling van leerlingen. Daarmee kan de school het onderwijsaanbod zo optimaal mogelijk afstemmen op de leerlingen. Dus niet het onderwijsaanbod (en de leerlingen) optimaal afstemmen op de toets! Deze laatste twee zinnen bevatten bijna dezelfde woorden, maar de woordvolgorde is essentieel anders en geeft een niet verwaarloosbaar nuanceverschil aan.

"Onderwijs moet je afstemmen op de leerlingen, niet op de toetsen"

Leraren zijn op zich niet tegen toetsen om hun leerlingen en hun onderwijs te monitoren. Het het wordt echter een probleem als de resultaten vertroebeld zijn door allerlei kunstgrepen of noodmaatregelen. Menig leerkracht of school voelt zich hiertoe gedwongen, omdat de resultaten worden gebruikt voor het verantwoordingsbeleid van het gegeven onderwijs. De inspectie beoordeelt de eind- en tussenopbrengsten van een school immers met deze toetsen. Verder zijn er ook nog de media. Zij zien het tegenwoordig als hun burgerplicht om deze toetsresultaten te publiceren in ranglijstjes.

De gevolgen

Dat ‘teaching to the test’ al veelvuldig voorkomt, lijkt door bovenstaande wel duidelijk en is zorgelijk. De benodigde update van de normen wekte gelukkig ook de nieuwsgierigheid van Cito zelf en daarom stelde zij een onderzoek in naar het waarom, het wanneer en hoe vaak.

Zorgelijker

Hun onderzoek naar het verschuiven van de normering doet vermoeden dat het belang van de toets zorgt voor nog zorgelijker (nood)maatregelen. Voor dit onderzoek zijn de toetsresultaten van Begrijpend lezen van 1,3 miljoen leerlingen vanaf schooljaar 2006-2007 tot en met 2011-2012 geanalyseerd. Deze ‘echte’ toetsresultaten verkregen via dataretour van de scholen aan Cito zijn gelegd naast de resultaten uit het normeringsonderzoek. En wat bleek uit de analyses: het eerste jaar nadat de toets verschijnt, nemen de begrijpend leesprestaties het meeste toe. Jaqueline Visser geeft aan: “Vlak na het verschijnen van de toets treedt dus een sprong op.

Dit wordt door Cito als argument gezien dat de school nog geen tijd heeft gehad om het half jaar ervoor hun onderwijs af te stemmen op de toetsvragen. Misschien des te zorgelijker…

Het onderzoek heeft zoals gezegd betrekking op de toets Begrijpend lezen en de grootste discrepantie tussen de normgroep en de dataretour betreft de afnamemomenten medio 4, einde 4 en medio 5. Als mogelijke verklaring wordt gegeven dat de afnamesituatie hiervoor verantwoordelijk kan zijn. Kinderen zouden volgens de onderzoekers wel eens minder hun best kunnen doen tijdens een dergelijk ’low stake’ normeringsonderzoek. Hier durf ik vraagtekens bij te zetten. Waarom heeft die veranderde afnamesituatie geen of opmerkelijk minder effect bij de andere afnamemomenten? Kinderen in de leeftijd van 7, 8, 9 jaar zullen juist minder door hebben dat het om een normeringsonderzoek gaat en zijn vaak nog heel oorspronkelijk in hun ijver en motivatie.

Enkele vermoedens

Bij mij komt een andere gedachtegang op. Kinderen op deze leeftijd zijn vaak nog erg bezig met het technisch leesproces en bezitten nog niet de vloeiendheid van lezen. Zij richten nog al hun aandacht op het decoderen van de woorden en komen daardoor nog niet toe aan het begrijpen. Als leerkracht wil je natuurlijk niet dat jouw leerlingen bij een toets Begrijpend lezen worden ‘afgerekend’ op het technisch leesniveau. Voorlezen mag niet, maar van een aantal leerlingen weet je zeker dat ze de tekst dán wel begrijpen...

De teksten zónder de bijbehorende vragen kopiëren, een dag van tevoren met de ouder meegeven met de boodschap dit thuis even één à twee keer door te lezen, zodat de nadruk van de toets op het begrijpend en niet op het technisch lezen komt te liggen is ook een mogelijkheid. Dit lijkt misschien erg fantasievol, maar echt… ik ken genoeg verhalen om te weten dat dit gebeurt.

Noodzaak hernormering al jaren bekend

De grootste sprong in begrijpend leesprestaties deed zich dus al voor in het eerste jaar na het verschijnen van de toets. Naar eigen zeggen van Cito in het jaar 2006-2007. Toch vindt de hernormering pas plaats in 2014. Cito wist al enkele jaren dat er een hernormering moest plaats vinden. Toch is er niet direct een update gevolgd of ten minste een ‘winstwaarschuwing’ naar de scholen uitgegaan. Zeker bij de eerder genoemde afnamemomenten moet de dataretour schokkend zijn geweest. Dit heeft tot gevolg dat scholen mogelijk verkeerde conclusies trokken uit de toets uitslagen: "De scores zijn immers hoog, dus we zijn goed bezig!"

"Cito weet al enkele jaren dat er een hernormering moest plaats vinden. Waarom nu pas corrigeren?"

Vaker hernormeren

Keuning, Hilte en Weekers geven in hun onderzoek aan dat de actualiteit van de normen jaarlijks gecheckt zullen worden op basis van dataretour. Scholen zouden meer hebben aan een vergelijking met een actuelere normgroep. Dat is bij de vakken die door de gestandaardiseerde toetsen getoetst worden maar zeer de vraag.

Nogmaals: de didactiek is wel veranderd ten opzichte van tien jaar geleden, maar de kerndoelen niet. Verder wordt de normgroep dan dezelfde groep als degene die genormeerd wordt. Een relatieve normering wordt dan een reactieve normering. Mogelijk krijgen we dan te maken met jaarlijks fluctuerende normen. De leerprestaties van de leerlingen zijn dan nog steeds te relateren aan de landelijke prestaties op dezelfde toets. Je eigen onderwijs monitoren in de tijd wordt dan toch echt lastiger. Hiervoor moet je dan de vaardigheidsscores elk jaar vergelijken met de vaardigheidsscores van andere jaren.

Ik vraag me tegelijkertijd af of de normen naar beneden worden bijgesteld als blijkt dat de dataretour hiervoor aanleiding geeft. Boeiende gedachte hierbij is dat het dan ineens interessant wordt om landelijk minder te gaan oefenen, zodat we weer met beide benen op de grond landen. De oplossing, zoals door Visser vermeld, om de vaardigheidsscores te relateren aan de referentieniveaus lijkt een betere optie.

Inspectienorm

Cito maakt geen inspectienormen. De inspectie bepaalt de normen door te kijken naar recente gegevens over de gemiddelde toetsscores.” Cito stelt zich hier te bescheiden op. Zij bepalen de normen inderdaad niet. Wel geven ze aan dat de inspectie de normen baseert op de dataretour (recente gegevens) van de gemiddelde toetsscores. En waarop zijn deze recente gegevens gebaseerd?

Verreweg het merendeel van de scholen in Nederland gebruikt het Cito leerlingvolgsysteem en deze scores worden dus doorgestuurd naar de inspectie. De inspectie was dus wat sneller in het reageren op de recente gegevens. Scholen hadden misschien de hogere inspectienormen als ‘winstwaarschuwing’ moeten beschouwen. Hogere inspectienormen die dus gebaseerd zijn op vaardigheidsscores die grotendeels ontstaan zijn door teaching to the test. En zo is ook deze cirkel weer rond.

Nieuwe normering niet verplicht?

Met de makers van leerlingvolgsystemen is afgesproken dat zij de update van de normen uiterlijk op 1 augustus in hun systemen hebben ingebouwd. Dit betekent niet dat scholen verplicht zijn op de nieuwe normen over te stappen.” Ook hier wordt bescheidenheid gebruikt om ruis te veroorzaken.

Scholen zijn weliswaar niet verplicht over te stappen op de nieuwe norm, maar op de website staat het volgende te lezen: “We beseffen en ervaren dat de update van de normen veel teweeg brengt in het onderwijs. Desondanks hebben we deze update doorgevoerd, zodat u een eerlijk en objectief beeld krijgt van de prestaties van uw leerlingen. (…) Een hoger niveau voor een leerling of school lijkt prettig. Maar naast het feit dat het geen objectief en eerlijk beeld geeft, leidt het op de langere termijn alleen maar tot minder prettige verrassingen zoals tegenvallende scores op de Entreetoets.

Met andere woorden: scholen die de update niet doorvoeren geven geen objectief en eerlijk beeld. Er zullen ongetwijfeld enkele scholen zijn die de update (nog) niet doorvoeren, maar veel scholen zullen de plicht voelen dit wel te doen. Is er sprake van een echte keus?

Hoe doorbreken we de cirkel?

Er worden regelmatig artikelen over Cito en over gestandaardiseerd toetsen geschreven. Dat er veelal kanttekeningen worden gezet, geeft te denken. Blijkbaar houdt het de gemoederen in het onderwijs en daarbuiten erg bezig. Dat is ook niet zo verwonderlijk, gezien de impact die een Citotoets heeft bij ouders en kinderen. Daarnaast heeft de school verantwoording af te leggen bij lage uitslagen, om nog niet te spreken van de ranglijstjes die links en rechts in de media verschijnen.

Scholen zelf zijn doorgaans prima in staat om met de resultaten om te gaan. Het is de druk die op de resultaten wordt gelegd en de daarmee gepaarde neveneffecten die zorgen voor het gevoel ‘dat er iets niet pluis is’. Er bestaat keuzevrijheid voor een school om te kiezen met welke toetsaanbieder zij in zee gaat, maar door het enorme marktaandeel dat Cito, mét of zónder overheidssteun, verworven heeft, is dat veelal een theoretische optie en vaak geen praktische mogelijkheid. Meestal kun je als individuele school, deel uitmakend van een groot bestuur, niet veel kanten op.

Dat Cito de normering geüpdatet heeft, is gezien de toetsresultaten van de afgelopen jaren te begrijpen. Als de resultaten hoger worden, zal er een update volgen om de verhoudingen niet scheef te laten lopen. Het argument voor de update is gebaseerd op een statistisch gevolg van de dataretour.

Ongetwijfeld zijn er mensen die het als een voldongen feit beschouwen en een discussie hierover verspilde energie vinden. Echter de oorzaken die ten grondslag liggen aan de hogere toetsresultaten vragen om bezinning en om een discussie die onderwijs breed gevoerd mág en misschien wel móet worden.

Toetsen zelf is het probleem niet, wel het belang dat er aan gehecht wordt. Vlak daarbij ook het ouderbelang niet uit. Er zijn genoeg ouders die de score op gestandaardiseerde toetsen zo belangrijk vinden dat ze bereidt zijn kinderen buiten school naar zogenaamde toetsoefeninstituten te sturen of ze op andere manieren voor te bereiden om een hoge score in de wacht te slepen.

De toetsen behoren in handen van de leerkracht voor eigen gebruik. Leerkrachten zijn als geen ander in staat hun leerlingen te beoordelen, daarbij recht te doen aan het hele kind en hun onderwijs te monitoren. Dit laatste kan dus met toetsen, maar niet als de inhoud links- of rechtsom ingeoefend wordt. Het instrument als zodanig is dan niet valide meer: het meet niet wat het moet meten!

Er zijn andere en betere manieren om de kwaliteit van het onderwijs te meten en te versterken. Dat zou moeten gebeuren met een voor de school en overige instanties (de zogenaamde toetsoefeninstituten) onbekend instrument. Dit hoeft ook niet jaarlijks bij alle scholen plaats te vinden, maar kan steekproefsgewijs. “Wanneer je bij een patiënt het bloed onderzoekt, neem je ook slechts enkele buisjes af en niet de gehele hoeveelheid”, zoals Pasi Sahlberg het mooi verwoordt. De keuze voor welk leerlingvolgsysteem en de resultaten daarvan zijn dan gewoon weer voor intern gebruik.

Conclusie

In hun reactie heeft Cito getracht de plooien glad te strijken of toch in ieder geval een toelichting gegeven. Desondanks blijf ik met vragen zitten en zijn er enkele bijgekomen. Daarom kijk ik nog steeds uit naar het eerder genoemde transparante wetenschappelijke onderzoek en/of naar een onderwijsbrede discussie.

Ook is het interessant om landen te volgen die afgestapt zijn van toets gestuurde onderwijshervormingen (Schotland, Canada en enkele Amerikaanse staten). Zij hebben de dwaasheid achter zich gelaten en zijn het anders gaan doen. Of ik met de geüpdatete normen een betere uitspraak kan doen over de leeropbrengsten van mijn leerlingen is nog maar de vraag. Hoewel Cito gaat voor ‘zeker weten’ (zie logo), weet ik (en vele collega’s met mij) het niet zo zeker meer.

Bibliografie

- Buitelaar, R., Ros, B., & Vink, A. (2013, september 2). Eindtoets PO: Het verdriet van Cito. Didactief.

- Buitelaar, R., Van der Kroft, L., & Vink, A. (2013, september 2). Van Arnhem tot de Bahama's: Powered by Cito. Didactief.

- Cito. (n.d.). Powered by Cito. Retrieved september 24, 2014, from Cito : http://www.cito.nl/over%20cito/dit_is_cito/samenwerkingen/powered_by_cito

- Keuning, J., Hilte, M., & Weekers, A. (2014). Begrijpend leesprestaties onderzocht - Een analyse op basis van Cito dataretour. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 2-13.

- Kordes, J., Bolsinova, M., Limpens, G., & Stolwijk, R. (2013). Resultaten PISA-2012 in vogelvlucht. Arnhem: Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling.

- Malmberg. (n.d.). Taal actief. Retrieved september 25, 2014, from Malmberg: http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Taal/Taal-actief/De-inhoud-van-Taal-actief.htm

- Malmberg. (n.d.). Wereld in getallen, inhoud en didactiek. Retrieved september 25, 2014, from Mamberg: http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Rekenen/De-wereld-in-getallen/Inhoud-en-didactiek.htm

- Marreveld, M. (2014, juni). De gezichten van Cito. Didactief.

- Pasi Sahlberg. (2011). Finnish lessons, wat Nederland kan leren van het Finse onderwijs. Helmond: Onderwijs maak je samen.

- Ravitch, D. (2010). The death and live of the great American school system. How testing and choice are undermining education. New York: Basic Books.

- Ravitch, D. (2012, february 10). Obama grants waivers to NCLB and makes a bad situation worse. The daily beast, pp. 1-2.

- Squla. (2010). Samenwerking Squal en Cito. Retrieved september 25, 2014, from Squla: http://www.squla.nl/samenwerking-squla-en-cito

- Squla. (2014, september 12). Squla is niet meer weg te denken uit het onderwijs. Retrieved september 25, 2014, from Squla: http://www.squla.nl/squla-niet-meer-weg-te-denken-uit-het-onderwijs

- Visser, J. (2014, september). Oorzaken verschuivingen normen LVS-toetsen nader bekeken. Retrieved september 23, 2014, from Wij-leren.nl: www.wij-leren.nl

- Vos, T. d. (2012, maart 23). De toets zélf is het probleem niet... Retrieved oktober 11, 2014, from Testen en Toetsen: www.testen-en-toetsen.blogspot.com

- Vos, T. d. (2014, september 11). Onderwijsinspectie kan een eind maken aan 'teaching to the test'. Retrieved oktober 11, 2014, from Testen en Toetsen: www.testen-en-toetsen.blogspot.com

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.