Kennisplatform
Alles over executieve functies: Leermodules van Emiel van Doorn.

Leren van de toetsuitslag

Eveline van Baalen
Toetsontwikkelaar bij Bureau ICE  

Baalen, E. van & Bonouvrie, N. (2016) Leren van de toetsuitslag.
Geraadpleegd op 15-10-2024,
van https://wij-leren.nl/leren-van-de-toetsuitslag.php
Geplaatst op 1 juni 2016
Toetsuitslag interpreteren

Dit artikel is samen geschreven met Nicole Bonouvrie

Op scholen markeert de afname van een toets vaak een afsluiting van een bepaalde periode in de lessen: 

  • het hoofdstuk of het onderwerp is behandeld;
  • de uitleg is gegeven;
  • de opdrachten zijn gemaakt, etc.;
  • het is tijd voor de toetsafname.

Daarna kunnen de docent en groep weer fris beginnen aan het volgende onderwerp.

Wanneer de uitslag van de toets bekend is, ligt de aandacht doorgaans al volop bij de lesstof van het volgende hoofdstuk. Het uitgebreid analyseren en nabespreken van de toetsuitslag gebeurt maar zelden. Dit is jammer, want er zit zoveel waardevolle informatie verscholen zit achter elke toetsuitslag, zowel voor de leerling als voor de docent.

Wat betekent de toetsuitslag voor de leerling?

Leerlingen wordt wel eens verweten dat ze geen interesse hebben in het bespreken van toetsresultaten. Ze zouden vooral benieuwd zijn in de uitslag van de toets. Ben ik gezakt of geslaagd? Welk cijfer heb ik? Maar mogelijk wordt de zogenaamde desinteresse van de leerling onbewust in stand gehouden door de cultuur in het onderwijs.

Docenten geven aan over het algemeen te weinig tijd te hebben om samen met leerlingen terug te kunnen blikken op toetsresultaten en deze inhoudelijk te analyseren. Aangezien docenten gebonden zijn aan de krappe tijdsplanning van de methodes, wordt een lesuur liever besteed aan verdergaan met de nieuwe lesstof, dan aan terugkijken op toetsresultaten. Je kunt je afvragen wat voor signaal dit aan de leerlingen geeft.

Toch is het niet zo dat leerlingen helemaal niet geïnteresseerd zijn in toetsresultaten, ze willen immers wél graag weten of ze geslaagd of gezakt zijn en welk cijfer ze hebben gehaald. Op deze interesse kan een docent inhaken: want wat betekent dat cijfer? Wat zegt de uitkomst ‘geslaagd’ of ‘gezakt’ nou eigenlijk precies?

Opgaven bespreken

En wat kan je doen om van een ‘gezakt’ de volgende keer een ‘geslaagd’ te maken? De docent kan leerlingen inzicht geven in het verhaal achter het cijfer.

  • ‘Je hebt een 7,5 behaald voor deze toets: dat betekent dat je hebt laten zien dat …’ 
  • ‘Je hebt een 5,3 gescoord voor de toets.
  • Je beheerst de stof van hoofdstuk 2 nog onvoldoende.
  • Je hebt wél laten zien dat je de stof van hoofdstuk 1 en 3 goed beheerst.
  • Ik raad je aan hoofdstuk 2 nog eens goed door te lezen en hier een samenvatting van te maken’.

Door het verhaal achter het cijfer te vertellen, wordt duidelijker waarop een leerling beoordeeld wordt en hoe een bepaald cijfer tot stand is gekomen. Dit geeft leerlingen de mogelijkheid om medeverantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces: waar moet ik naartoe en wat moet ik daarvoor kunnen laten zien?

Wanneer een docent bespreekt welk type opgaven een leerling goed en niet goed gemaakt heeft, geeft dit de leerling inzicht in zijn eigen krachten en verbeterpunten.  

Hierbij is het belangrijk dat de docent ook de leerstrategie van de leerling meeneemt in het bespreken van de resultaten. Het is dus goed om niet alleen te kijken naar de onderwerpen die de leerling beheerst, maar ook: heeft de leerling wel op de juiste manier geleerd? Misschien heeft een leerling netjes alle stof uit het hoofdstuk gelezen, maar geen oefenopgaven gemaakt.

Wanneer de toets zich meer richt op toepassing en inzicht dan op reproductie, sluit de voorbereiding niet goed genoeg aan op de toetsdoelen. Ook deze informatie is deels te herleiden uit het cognitieve niveau van de vragen waarop de leerling uitvalt. Door hier aandacht aan te besteden, kan de leerling gericht aan de slag met leren voor een eventuele herkansing, uiteraard mét hulp van de leerkracht. Zo kan voorkomen worden dat de leerling eenzelfde type fout onnodig herhaalt.

Wat betekent de toetsuitslag voor de docent?

Een bekende quote over toetsing, naar het schijnt afkomstig van een jongen van 10, luidt:

‘Volgens mij is de toets vooral voor de juf, zodat ze weet wat ze de volgende keer beter uit moet leggen.’

Dit geldt in het voortgezet, beroeps- en hoger onderwijs net zo zeer als in het basisonderwijs. Een toetsuitslag bevat veel informatie over het presteren van de individuele leerling, maar geeft ook zeker inzicht in het onderwijs van de docent. In die zin kan het analyseren van toetsuitslagen voor docenten best confronterend zijn.

Een docent kan op groepsniveau kijken naar de vragen of vraagtypen die goed en niet goed zijn gemaakt en naar de onderwerpen die beheerst worden en die nog niet beheerst worden. De docent is dan in feite bezig met het evalueren van het eigen onderwijs:

  • zo krijgt hij inzicht in de doelen waaraan extra gewerkt moet worden;
  • eventuele hiaten in de lesstof;
  • lesstof die mogelijk op een andere manier behandeld moeten worden, etc.

Niet onbelangrijk: de docent krijgt zo ook inzicht in welke uitleg juist wél goed is aangeslagen bij de groep. Daarnaast is een docent er natuurlijk ook als coach voor de individuele leerling. Misschien is een bepaald onderdeel van de lesstof bij de groep wel goed aangekomen, maar helaas niet bij die ene leerling.

Door het bekijken van toetsresultaten op individueel niveau achterhaalt de docent met welke vaardigheden een leerling nog moeite heeft. Zo ontdekt hij hoe hij deze leerling het beste verder kan helpen.

Hoe kan een docent toetsuitslagen behandelen?

Tot nu toe praten we steeds over het bespreken van de resultaten na afloop van de toets. Maar om echt te leren van de toetsuitslag, is het het beste om de leerling al eerder te betrekken bij de cyclus rondom het toetsen.

Aan het begin van een lesperiode is het voor de leerling nuttig om te weten wat er deze periode van hem of haar verwacht wordt. De doelen van de lesstof komen meestal overeen met de doelen van de toets. Een docent doet er goed aan om transparant te maken waarop hij de leerlingen beoordeelt.

  • Wat komt in de toets naar voren?
  • Wat is belangrijk om te laten zien, bij het beantwoorden van de vragen?

De toetsdoelen kunnen het beste worden opgeschreven in een toetsmatrijs. Dit is een schematisch overzicht van de toets, waarin duidelijk wordt hoeveel vragen bij elk toetsdoel gesteld worden en op welk cognitief niveau de vragen gesteld worden. Zo wordt ook meteen duidelijk welke vragen welk deel van de lesstof vertegenwoordigen.

Bij het analyseren van de toetsresultaten kan op die manier gemakkelijk achterhaald worden, welke delen van de lesstof goed en minder goed beheerst worden en welk cognitief niveau de leerling beheerst.

  • Het klassikaal bespreken van elke individuele vraag uit de toets is niet per se zinvol.
  • Een betere optie is om alleen de vragen te bespreken die veel leerlingen uit de klas niet goed gemaakt hebben.

Voor deze lesstof heeft blijkbaar een groot deel van de groep behoefte aan extra uitleg.

Daarnaast kan de docent tijd nemen om op individueel niveau met leerlingen te bespreken met welke vragen een leerling die onvoldoende heeft gescoord nog moeite had, te kijken naar de onderliggende vaardigheid en hoe deze verbeterd kan worden. Tot slot is het belangrijk om alle leerlingen een moment te gunnen om hun eigen toetsresultaten zelf te bekijken en hierop te evalueren.

Het is begrijpelijk dat docenten hun tijd nuttig willen besteden. Ze hebben immers vaak maar beperkte tijd om een hoeveelheid lesstof door te werken met de klas. Toch kan het uittrekken van tijd om samen met leerlingen de toetsuitslag te bespreken de docent op de lange termijn juist tijdswinst opleveren.

Doordat zowel docent als leerling meer zicht hebben op het leerproces kunnen problemen namelijk tijdig gesignaleerd worden. Zo kan bijgestuurd worden vóórdat een leerling een achterstand heeft opgelopen.

Van doel naar middel

Toetsen kost in het algemeen veel tijd en inspanning, zowel voor de docent als voor de leerling, maar de resultaten kunnen een schat aan nuttige informatie opleveren. Wat zonde van die tijd en inspanning, wanneer er vervolgens niets met deze informatie wordt gedaan.

De tijd nemen om toetsresultaten in de klas met leerlingen door te nemen, zorgt ervoor dat leerlingen inzicht krijgen in hun eigen leerproces. Dit heeft automatisch als gevolg dat zij zich hiervoor meer verantwoordelijk gaan voelen. Het analyseren van de toetsuitslag geeft docenten inzicht in op welke manier zij individuele leerlingen verder kunnen helpen.

Bovendien zorgt het voor een dieper inzicht in de kwaliteit van het eigen onderwijs en de mogelijkheden om hierop bij te sturen en leerlingen gerichter te begeleiden. Door een (kleine) extra tijdsinvestering te doen, kunnen we afstand doen van het principe dat een toets alleen wordt ingezet om leerlingen af te rekenen.

Zo is de toets geen eindpunt meer, maar een startpunt om vanuit verder te leren. Voor de leerling én voor de docent.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.