Wat maakt kinderen gelukkig?
Steven Pont
Ontwikkelingspsycholoog en systeemtherapeut bij Steven Pont
Geraadpleegd op 04-12-2024,
van https://wij-leren.nl/kinderen-opvoeden.php
Centrale vraag bij het opvoeden
Wat maakt kinderen gelukkig? Dat is de centrale vraag in menig opvoeding en veel, zo niet alle, ouderlijke aandacht gaat naar het proberen te beantwoorden van die belangrijke vraag: Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind gelukkig is?
Natuurlijk zijn er in die zoektocht ouders die denken dat de kindertijd per definitie al een gelukkige periode is en dat we dus heus zo ver niet hoeven te zoeken. De beroemde schrijfster Selma Freiberg had daar echter al zo haar bedenkingen bij. Zij schreef bijvoorbeeld in haar boek ‘De magische wereld van het kind’:
‘Alleen volwassenen menen dat de kinderen in een paradijs zijn, een tijd van onschuld en onbekommerde blijdschap. De herinnering aan deze gouden tijd is een fictie; op dit punt schiet ons geheugen helaas tekort. Hooguit bewaren we aan deze tijd enkele vage herinneringen, een luttel aantal nevelige en verwrongen beelden, waarvan het vaak zelfs niet duidelijk is waarom men ze zich nog herinnert. Deze eerste levensjaren, een periode van ongeveer vijf jaar, zijn als een verdronken stad en wanneer met onze kinderen deze tijden voor ons terugkeren zijn we vreemden en is de weg ons nauwelijks meer bekend.’
Magische wereld
Nu stelt Freiberg het wel wat heel erg cru, maar het is wellicht goed om het besef te hebben dat de simpele reden dat we onze eigen kindertijd wellicht wat idealiseren, we dat wat verwrongen idee niet op onze eigen kinderen moeten projecteren. Vinden wij het bijvoorbeeld aandoenlijk als een driejarig kind bang is voor een krokodil onder het bed, voor de peuter zelf is het toch echt doodsangst waar hij dan mee te maken heeft. Leven in een magische wereld doet je wegsmelten bij allerlei sprookjes, maar maakt aan de andere kant de wereld er dus echt niet altijd veiliger en aangenamer op…
Het gelukkige kind
Maar goed, we waren op zoek naar het gelukkige kind. Nu weten we daar gelukkig wel wat van. Het gelukkige kind is namelijk niet het rijke kind, het knappe kind of het slimme kind. Natuurlijk moet je op al deze gebieden niet door een zekere ondergrens zakken, maar echt bepalend is het allemaal niet.
Een miljonairskind is niet gelukkiger dan een kind uit een Jan Modaal-gezin. Datzelfde geldt trouwens ook voor volwassenen. Iedereen hoopt de Staatsloterij te winnen en het is ook ontegenzeggelijk waar dat je daar heel even heel erg gelukkig van wordt. Maar als je het geluksniveau van de nieuwbakken rijken twee jaar later meet, blijken ze in hun leven niet structureel gelukkiger geworden te zijn. Ze zitten vaak weer op hun oude geluksniveau (en niet zelden daar ook ietsje onder, juist omdat het geld ze niet het geluk heeft gebracht waar ze van uit gingen).
Relaties met anderen
Waar kinderen wel gelukkiger van worden is van relaties met andere kinderen. Als kinderen vriendjes hebben met wie ze kunnen spelen, plezier kunnen maken en zich op die manier met hun leeftijdsgenootjes verbonden kunnen voelen, dan verhoogt dat de kans op hun geluksbeleving aanzienlijk.
Kinderen zijn namelijk mensen en mensen hebben een enorme behoefte aan contact met hun medemensen en dan vooral het contact waarin ze voor de ander betekenisvol en op een positieve manier belangrijk zijn.
Sociaal emotionele ontwikkeling
Dan is de volgende vraag natuurlijk; hoe zorgen we ervoor dat kinderen die relaties ook daadwerkelijk aangaan? En ook daarop is het antwoord eigenlijk vrij simpel; door ervoor te zorgen dat ze een stevige sociaal-emotionele ontwikkeling doormaken! Want als dat lukt, dan is het makkelijker voor kinderen om zich aan anderen te binden en om vriendschappen aan te gaan. En dus om gelukkiger te worden. En dat blijkt vooral in de jeugd een belangrijke ontwikkelingstaak.
Voorsprong met sociale contacten
Dat ik zo de nadruk leg op kinderen, kan ik verklaren. Uit onderzoek blijkt namelijk dat sociaal vaardige kinderen (lees; kinderen die zich sociaal-emotioneel optimaal ontwikkelen) eigenlijk een wat oneerlijke voorsprong krijgen. Want wat blijkt? Juist zij, de kinderen die het lukt veel positieve sociale contacten aan te gaan, komen vaak in situaties terecht waarin ze die vaardigheid verder uit kunnen bouwen.
Er wordt bijvoorbeeld vaker aan ze gevraagd of ze met een groep mee willen spelen, ze worden vaker op feestjes uitgenodigd en andere kinderen willen ook nog eens graag met ze worden gezien. Dat betekent dat de kans dat je nóg beter wordt waar je op sociaal gebied al goed in was, alleen maar toeneemt.
Kweekvijver sociaal gedrag
En omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde. Kinderen die op sociaal-emotioneel gebied wat moeilijkheden hebben, hebben daardoor ook weer vaak minder sociale contacten, waardoor de kans dat ze er mee kunnen oefenen en zich er verder een beetje in kunnen bekwamen ook afneemt. Ze missen die kweekvijver van sociaal gedrag, waarin het wat sociaal vaardiger kind dus wel veelvuldig zijn baantjes kan trekken.
Vroege ontwikkeling belangrijk
De conclusie is dus dat ook op dit gebied een klein verschil in het begin van je bestaan, grote consequenties kan hebben voor de rest van je bestaan. Het is alsof je op een schip aan het begin van de reis de koers een graad verlegt. Eerst merk je nog nauwelijks het verschil, maar als je maar lang genoeg onderweg bent, dan kom je uiteindelijk wel op een heel ander punt uit. En dus is het van belang in het begin van je leven een omgeving te treffen die de sociaal-emotionele ontwikkeling belangrijk voor je maakt. En dat komt dan dus vooral op de ouders en de school aan.
Rol van de school
Laten we even wat verder stilstaan bij de rol van de school. Een school is natuurlijk in de eerste plaats een kennisinstituut, ze zijn er primair om kennis en cognitieve vaardigheden aan de leerlingen over te brengen. Maar daarmee is hun pedagogische rol natuurlijk niet vervuld. Ze hebben naast die cognitieve, ook een belangrijke sociaal-emotionele taak in de ontwikkeling van de kinderen die ze onder hun hoede hebben. En die gaat verder dan het hebben van een pestprotocol.
Cognitieve ontwikkeling versus sociale ontwikkeling
Een kind dat sociaal-emotioneel niet goed in zijn vel zit, presteert op cognitief niveau minder goed dan een kind dat zich op dat gebied wel goed ontwikkelt. Dus zelfs als het cognitieve op een school leidend is (wat het ook hoort te zijn, wat mij betreft), dan nog kun je niet op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind heen.
Kinderopvang en kinderdagverblijven
Ik zou zelfs wel durven te stellen dat de sociaal-emotionele ontwikkeling bij kinderen aan hun cognitieve ontwikkeling vooraf gaat. In de kinderopvang hebben ze dat gelukkig goed begrepen. Hoewel door allerlei educatieprogramma’s de kinderdagverblijven soms iets teveel op voorscholen gaan lijken, houden ze stevig vast aan het domein waarin zij de experts zijn: spel, relaties aangaan, conflicten oplossen, beurt nemen, invoegen in nieuwe situaties, rollenspel doen en het leren uitstellen van de directe eigen behoeftebevrediging. Daar gaat het om.
Sociaal? Vaardig!
De vraag aan het begin van dit artikel is hiermee dus beantwoord. De kans op een gelukkig kind neemt toe als ze sociaal goed in hun vel zitten. Vergeet rijk. Vergeet knap. Vergeet slim. Het helpt natuurlijk allemaal een beetje, maar het is niet de essentie. De essentie is dat ouders op de vraag over de ontwikkeling van hun kind vol overtuiging kunnen zeggen; ‘Sociaal? Vaardig!’.
Verder kijken
Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont schreef het boek ‘Sociaal? Vaardig!’. Hij beschrijft daarin acht deelgebieden van de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind in de leeftijd van vier tot twaalf. Hij legt daarin zowel de ontwikkelingspsychologische achtergronden uit, als wat we met kinderen kunnen doen om zich op sociaal en emotioneel gebied sterker te kunnen ontwikkelen.