Kennisplatform
Hoe geef je een passend schooladvies?

De betekenis van spel voor de sociaal-emotionele ontwikkeling

Hans van Rijn
Ontwikkelaar, trainer, coach bij De lerende school   

van Rijn, H. (2012). De betekenis van spel voor de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Geraadpleegd op 11-12-2024,
van https://wij-leren.nl/spel-ontwikkeling.php
Geplaatst op 1 juni 2012
Spelontwikkeling

Kan Pieter wel over naar de volgende groep?

De leerkracht in groep 1 vroeg zich eigenlijk al af of Pieter wel over kon gaan naar groep 2. Inmiddels zit Pieter alweer een heel poosje in groep 2. Juf Rianne heeft er een hard hoofd in of Pieter het straks redt in groep 3. Tijdens kringgesprekken zegt Pieter weinig. Zijn woordenschat lijkt gering. Instructies lijken soms niet tot hem door te dringen. De werkjes zijn wel voldoende, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Belangstelling voor letters of cijfers toont hij beslist nog niet. Het contact met leeftijdsgenoten is niet negatief, maar om nou te zeggen dat ze Pieter zo sociaal vindt? Daarom aandacht voor Pieters spel.

Het spel van Pieter

Wij zijn benieuwd naar wat Pieter zoal doet tijdens het spelen in hoeken. We mogen een blik in de keuken werpen. Pieter speelt samen met andere kinderen in de ‘poppenhoek’. Zijn favoriete hoek volgens de leerkracht.
Samenspel blijkt een te groot woord … Eigenlijk speelt elke leerling hier vooral zijn of haar eigen spel. Eén meisje kookt, een andere leerling verkleedt zich en Pieter zit – een stoere zonnebril op het neus - op een stoeltje met een pop.

Wat opvalt is Pieters betrokkenheid. Zijn handelingen zijn allemaal gericht op het zorgdragen voor het kind dat hij onder zijn hoede heeft. Hij laat zich niet afleiden door wat de anderen doen. Er is hier dus sprake van taakgerichtheid, iets wat bij werklessen nogal eens moeilijk op te brengen is voor Pieter.


De acties die Pieter maakt, zijn zo gericht op zorgen dat we concluderen dat er zeker sprake is van symbolisch spel. Pieter speelt duidelijk vader of moeder. Uit zijn acties blijkt dat hij weet welke handelingen bij deze rol horen. Van een leerling in groep 2 mag je dit ook verwachten.


We zijn blij met wat we zien. Pieter laat symbolisch spel zien en is dus bezig zich mentaal een beeld te vormen van de wereld om zich heen. Hij kan zich verplaatsen in een rol en die rol ook uitspelen. Dat biedt perspectief.
 

Anderzijds signaleren we dat er geen sprake is van samenspel. Zodoende vinden er ook geen rolgebonden dialogen plaats met andere leerlingen. Pieter wordt hierdoor niet uitgedaagd om met andere leerlingen te communiceren, samen een spel op te bouwen, een spelplot te bedenken en uit te voeren, enzovoort. Omdat ieder zijn of haar eigen spel speelt, maakt Pieter ook geen kennis met wat anderen vinden en willen. Jammer, want juist in zulke situaties zou hij zijn sociale vaardigheden kunnen ontwikkelen.
 

Navraag leert ons dat Pieters spel zich vaak beperkt tot wat we zojuist zagen. Pieter heeft nog weinig oog voor de wereld om zich heen. Voegen we daarbij het gegeven dat Pieter zich vooral focust op het vader- en moedertjesspel in de huishoek, dan lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat Pieter onvoldoende verkennend handelt. Dan kunnen we ons wel voorstellen dat Pieters bijdrage tijdens kringgesprekken beperkt is. Een beperkte kennis van en belangstelling voor de wereld om je heen is daarbij niet bepaald gunstig voor de taalontwikkeling en de ontwikkeling van de woordenschat.


Onze conclusie: het spel van Pieter draagt onvoldoende bij aan de ontwikkeling van zijn brede competenties.

Spelbegeleiding als advies

Juf Rianne wil graag weten hoe ze het spel kan benutten om de brede ontwikkeling van Pieter te stimuleren. Samen stellen we een plan van aanpak op. Juf Rianne kiest er uiteindelijk voor om met drie adviezen aan de slag te gaan.

Advies 1

Benut wereldverkennende thema’s om kinderen als Pieter uit te dagen om via het spel de wereld om zich heen te verkennen.


De kapper, het postkantoor, de supermarkt, het restaurant en de fotograaf zijn in dit verband bekende thema’s. Voorwaarde is dat de thema’s ook rollenspel mogelijk maken. In het rollenspel laten de kinderen zien wat ze van het thema weten.
Wereldverkennende thema’s die ook echt gespeeld kunnen worden, stimuleren Pieter zijn wereld te vergroten, vertrouwd te raken met rollen en rolhandelingen buiten de rollen van vader, moeder en kind. Dit helpt Pieter om grip te krijgen op zijn omgeving. Dat bevordert zijn zelfredzaamheid.

Advies 2

Besteed veel aandacht aan nieuwe rollen en bijbehorende rolhandelingen.
Bij rollenspel horen rolhandelingen. Een kind dat soldaat speelt en alleen maar met een geweer schiet, vertelt ons dat het maar heel beperkt weet wat een soldaat doet.
Kinderen als Pieter vallen in deze situaties op door hun beperkte, eenzijdige rolhandelingen. In het geval van Pieter hangt dit samen met het kleine wereldje waarin hij leeft.


Tijdens bijvoorbeeld kringactiviteiten verkent de leerkracht daarom de verschillende rollen die bij het thema horen. Zo kun je kinderen gericht leren dat een kapper niet alleen maar knipt, maar ook haren wast, de telefoon aanneemt, de vloer schoonhoudt, voor koffie zorgt, aandacht besteedt aan de inrichting…. Dat een soldaat niet alleen schiet, maar ook traint (hindernisbaan), moet kunnen sluipen, gebruik maken van telefoon, walkie talkie, computer, … dat er soldaten zijn die andere soldaten verzorgen… enzovoort enzovoort.
Hierin investeren maakt het spel van kinderen zoveel rijker. En rijker rollenspel betekent rijkere taal en het actief gebruiken van nieuwe begrippen. Wie spel stimuleert, stimuleert actie, spreken en denken, de brede ontwikkeling in notendop.

Advies 3

Ga tijdens spelsituaties na wat je toe kunt voegen aan spel van kinderen
Sommige kinderen voelen zich niet veilig genoeg om een nieuwe rol te gaan uitspelen. Pieter zoekt een stuk veiligheid door vaak hetzelfde te spelen. In die gevallen is het goed daarbij aan te sluiten en van daaruit na te gaan wat we aan Pieters spel kunnen toevoegen. Dat kan door materiaal toe te voegen: in de huishoek komt een badkamer met een babybad … We zijn benieuwd welk effect dit heeft op het spel van Pieter.


Wat ook kan, is in het meespelen die dingen voor je rekening te nemen die het kind zelf nog niet kan maar waarschijnlijk wel wil. Pieter keek tijdens zijn spel toch geregeld naar de anderen. Uit sommige acties kregen we de indruk dat hij soms best wel samen met de ander het rollenspel wilde spelen. De eerstvolgende keer ga ik meespelen in de huishoek. Ik neem zelf ook een rol op me, als vader, moeder, arts, visite, … Spelenderwijs leer ik Pieter zijn handelingspatroon uit te breiden. Ik betrek de anderen erbij door voor samenhang in het spel te zorgen. Dat kan door de handelingen in een bepaalde context (verhaal) te plaatsen. Als ik merk dat deze actie ertoe leidt dat kinderen meer betrokken raken op elkaars spel trek ik me langzaam terug. Ik ben heel benieuwd hoe de communicatie tussen Pieter en de anderen verloopt. Of hij grenzen aan durft te geven. Of hij met eigen ideeën komt. Of hij gaandeweg meer taal gaat gebruiken in dit soort kleinschalige, veilige sociale situaties.

En Pieter?

Al na drie weken viel Rianne op dat Pieters betrokkenheid in deze situaties sterk toenam.
Elk spelmoment besteedde Rianne wel eventjes aandacht aan Pieters spel. Ze probeerde vooral ook samenhang te bevorderen in het spel tussen de kinderen in de huishoek. Ze merkte dat Pieter eerst de kat uit de boom keek, maar het resultaat was dat Pieter in zo’n vertrouwde en kleinschalige setting als de huishoek het inderdaad aandurfde om met kinderen te spelen en te praten. Doordat de leerkracht het spel in de huishoek geregeld in een bepaalde context plaatste (verjaardag, ziek zijn), reikte ze kinderen ook een gesprekskader aan.

En zowaar, na een week of zeven viel haar op dat Pieter soms zelfs het initiatief nam om dingen die hiermee te maken hadden in te brengen. Voor de leerkracht was dit het sein om Pieter ook te stimuleren om ook wat vaker in andere hoeken te spelen. Tot haar verrassing bleek dit weinig problemen op te leveren.


In de kring koppelde juf Rianne vaak terug naar wat kinderen in de hoeken deden. Eerst alleen in beschrijvende, later ook in meer vragende zin. Pieter ging uiteindelijk iedere dag kort vertellen wat ze in de hoek gedaan hadden.

Samenvatting

Pieter zit in groep 2, maar de leerkracht maakt zich zorgen of hij klaar is voor groep 3. Pieter praat weinig in de kring, heeft een kleine woordenschat en begrijpt instructies soms niet goed. Hij speelt wel, maar vooral in zijn eigen spel en met weinig interactie met anderen. Uit Pieters spel in de poppenhoek blijkt dat hij symbolisch spel kan spelen, maar dat hij zich vooral richt op de rol van vader of moeder. Hij verkent de wereld om zich heen onvoldoende en dit remt zijn taal- en sociale ontwikkeling. De leerkracht voert een plan van aanpak uit om Pieters spel te stimuleren. Ze gebruikt wereldverkennende thema's, introduceert nieuwe rollen en handelingen, en speelt mee om Pieters spel uit te breiden en hem te betrekken bij anderen. Na drie weken merkt de leerkracht al dat Pieter meer betrokken is in het spel. Hij praat meer, neemt initiatief en durft grenzen te stellen. Na zeven weken speelt hij ook vaker in andere hoeken. De leerkracht koppelt het spel terug in de kring, wat Pieter stimuleert om te vertellen over wat hij heeft gedaan.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.