Taalontwikkelingsstoornissen in de klas
Marleen Legemaat
Redactielid bij Kennisplatform Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 12-12-2024,
van https://wij-leren.nl/taalontwikkelingsstoornissen-in-de-klas.php
Een Taalontwikkelingsstoornis (TOS) komt regelmatig voor, vaker bijvoorbeeld dan autisme. Toch wordt het weinig gezien als oorzaak van opvallend gedrag. In het boek Taalontwikkelingsstoornissen in de klas geeft auteur Bernadette Sanders praktische tips om een TOS bij leerlingen te herkennen. En vooral: om met begrip en ondersteuning om leerlingen met taalproblemen heen te staan.
Het boek valt in drie delen uiteen:
I. Achtergrond en theorie
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is iets anders dan ‘moeite met taal’. Het grijpt dieper in. Eén van de twee geciteerde definities luidt:
Een TOS wordt gedefinieerd als een beperking in taalbegrip en/of taalproductie waarbij de taalproblemen niet kunnen worden verklaard door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen (Kamphuis & Hermsen, 2015)
Dit valt uiteen in
- een specifieke TOS (S-TOS); hierbij staat de TOS op de voorgrond.
- niet-specifieke TOS: er is een taalontwikkelingsstoornis in combinatie met een ander probleem.
Vaak is de grens hiertussen niet scherp te stellen.
Een TOS kan zich uiten op verschillende gebieden, bijvoorbeeld: taalbegrip, taalproductie, taalgebruik, gesproken taal, geschreven taal, gebarentaal.
Taal is dynamisch en kinderen ontwikkelen zich voortdurend. Daarom is het belangrijk de ontwikkeling van kinderen met een TOS goed te volgen.
Kinderen met een TOS vertonen een taalontwikkelingsachterstand, maar kinderen met een taalontwikkelingsachterstand hebben niet allemaal een TOS.
Kinderen met een TOS die zich belemmerd voelen in hun taalontwikkeling en daardoor veel problemen ondervinden in de communicatie, voelen zich onmachtig en gefrustreerd; dit kan van invloed zijn op hun welbevinden en gedrag. Hun communicatieve zelfredzaamheid is beperkter en dat kan een belemmering zijn om te reageren vanuit zelfvertrouwen.
II. Observeren en interpreteren van gedrag
Leerlingen die hun omgeving niet goed begrijpen en zelf niet goed begrepen worden, komen gauw in een negatieve spiraal van gedrag terecht.
Het ongewenste gedrag van een leerling met TOS is een hulpvraag.
Vaak herkennen leerkrachten of ouders dit gedrag niet als hulpvraag maar zeggen dingen als:
- Hij is ongemotiveerd.
- Zij zit altijd op de verkeerde bladzijde.
- Hij weet nooit wat hij doen moet.
- Zou ze expres niet luisteren?
De basisbehoeften competentie en autonomie zijn belangrijk voor een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling. Vanuit het onderwijs is men geneigd te kijken naar wat níet goed gaat: beter is om te kijken naar wat de leerling goed kan en hier vanuit in kleine stappen verder te werken. Dit vergroot het gevoel van autonomie. Leerlingen met TOS vinden het moeilijk om met zelfvertrouwen deel te nemen aan de sociale wereld. Het is belangrijk dat zij ondanks hun beperking toch succeservaringen opdoen.
Als kinderen een tekort hebben aan innerlijke taal waarmee zij zichzelf aansturen, heeft dat invloed op executieve functies, op denkprocessen en op het hele leerproces en welbevinden Met de DGM methode (Denkstimulerende Gespreks Methodiek) van Marion Blank stimuleer je het denken door taal. Het is belangrijk om in plaats van kennisvragen, vragen te stellen die aanzetten tot denken en verbanden leggen. Ook woordvindingsproblemen komen veel voor bij TOS leerlingen. Op dat moment weet je wel wat je wilt zeggen, maar kun je niet op de juiste woorden komen.
Hulpvraag
Om het onderwijs goed af te stemmen op de leerling, moet het eerst duidelijk zijn wat de hulpvraag van de leerling is.
Een allereerste stap voor het helder krijgen van de hulpvraag is: observeren.
Bij dit boek worden observatielijsten als download aangeboden. Deze gaan over het signaleren van problemen rond de communicatieve redzaamheid. Doel hiervan is het waarnemen en hypotheses stellen over wat er eventueel aan de hand zou kunnen zijn. Als er een vermoeden is van een taalontwikkelingsprobleem moet de leerling worden doorverwezen naar een logopedist, linguïst of audiologisch centrum.
Signalering
De gevolgen van TOS kunnen de (school)loopbaan van een kind sterk beïnvloeden. Daarom is het belangrijk dat er vroeg gesignaleerd wordt.
Uit internationaal onderzoek is gebleken dat 7 % van de schoolgaande leerlingen een TOS heeft. (Tomblin e.a. 1997)
Dat zou neerkomen op ongeveer twee leerlingen in een klas van dertig.
Helaas wordt een TOS niet altijd onderkend en soms aangezien voor autisme, dyslexie, of NT2 problematiek. Juist op jonge leeftijd is het lastig om een TOS vast te stellen, omdat er zoveel variatie in taalontwikkeling bij jonge kinderen is. Toch is vroege signalering van belang, omdat de taalontwikkelingsstoornis bij het ouder worden alleen maar hardnekkiger zal worden.
De signalen waarop je kunt letten om een taalontwikkelingsstoornis te ontdekken worden uitgebreid benoemd en zijn als een download terug te vinden op de website van het boek.
III Aandachtspunten en praktische tips in de klas
Op de basisschool ontvangen leerlingen met TOS vaak nog veel begeleiding, is de omgeving veilig en vertrouwd en hebben ze te maken met dezelfde klas. Helaas gebeurt het ook dat deze kinderen zich hier niet veilig voelen, dat ze genegeerd worden of nagepraat.
De ontwikkeling van zelfvertrouwen is heel belangrijk. Om sociale communicatie te oefenen en te ontdekken waar ze wel goed in zijn, zijn activiteiten naast school belangrijk.
Kinderen met een TOS zouden al jong aangespoord moeten worden om in hun vrije tijd op een sport te gaan of een club.
Leerlingen met een TOS kunnen leesproblemen of dyslexie ontwikkelen, maar het hoeft niet. Die twee bestaan ook los van elkaar.
Op het voortgezet onderwijs bevinden de leerlingen zich in een heel andere levensfase en situatie. Er worden meer vaardigheden qua communicatieve redzaamheid verwacht. Als leerlingen zich overvraagd voelen en onmachtig kan deze frustratie eerder leiden tot gedragsproblemen.
Tips en handvatten
Een groot deel van het boek, van bladzijde 125 tot 206 bevat uitgewerkte tips en handvatten om leerlingen met TOS te ondersteunen. Een gedeelte daarvan is gericht op het Voortgezet Onderwijs. Enkele van de tips zijn:
- Beschouw ouder(s) en verzorger(s) als partner; elke ouder of verzorger en elke leerling met TOS is een ervaringsdeskundige die jou veel kan vertellen.
- Werk nauw samen met de logopedist; Logopedisten hebben vaak een doorlopend zicht op de ontwikkeling van een leerling met TOS. Zij kunnen waardevolle adviezen geven.
- Zorg dat de instructie voor elke leerling te volgen is; spreek rustig, verstaanbaar, geen lange zinnen, hou instructie kort en duidelijk; ondersteun visueel enz.
- Verbeter positief en geef de leerling tijd; als spreken moeizaam gaat, neem de tijd om echt te luisteren.
- Ondersteun de leerling bij het ‘verwoorden’. Leerlingen met TOS slaan gemakkelijk dicht als zij antwoord moeten geven, geef ruimte om over het antwoord na te denken. Geef niet alleen talige maar ook handelende opdrachten waarmee ze succeservaringen kunnen opdoen.
Deel IV bevat ervaringsverhalen van jongeren met TOS. Deel V noemt bronnen, handige websites en materialen.
Recensie
Goed dat deze uitgave aandacht vraagt voor een stoornis waar mensen nog té vaak overheen zien. Dit boek over leerlingen met een taalontwikkelingsachterstand (TOS) wil geen nieuw labeltje introduceren. Toch benadrukt de auteur dat benoemen van een TOS erg belangrijk is zodat deze leerlingen adequaat hulp kunnen krijgen. Met dit boek wil zij leerkrachten ondersteunen zodat leerlingen met een TOS betere begeleiding krijgen en zich optimaal kunnen ontwikkelen.
De theorie over wat een TOS is en hoe je het kunt herkennen is leerzaam, maar laat ook zien dat het diagnosticeren een complexe aangelegenheid is die de deskundigheid van een logopedist, linguïst of audiologisch centrum vereist.
Praktisch zijn de tips die een groot deel van het boek beslaan. De tips zijn niet alleen gericht op de basisschool, maar ook op het voortgezet onderwijs en het mbo.
De ervaringsverhalen van jongeren met TOS staan achterin het boek. Misschien hadden ze ook op een andere plek in het boek kunnen staan, ze moeten in ieder geval niet overgeslagen worden! Deze verhalen zijn de moeite waard om te lezen en geven veel inzicht in hoe deze jongeren denken en zich ontwikkelen.
N.a.v. Bernadette Sanders, Taalontwikkelingsstoornissen in de klas, praktische handelingsadviezen en tips, Uitgeverij Lannoo, 2017, 239 pag. €
Bestellen
Het boek Taalontwikkelingsstoornissen in de klas is te bestellen via: