Onderwijshulp bij wisselend gehoorverlies deel (7). Problemen en hulp bij lezen en spelling.
Jeanne Buijks
Orthopedagoog bij Kennisplatform Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 13-12-2024,
van https://wij-leren.nl/onderwijshulp-bij-wisselend-gehoorverlies-deel-7-problemen-en-hulp-bij-lezen-en-spelling.php
Wisselend gehoorverlies vanwege meestal recidiverende middenoorontstekingen is een medische en audiologische aangelegenheid, vooral jonge kinderen vanaf 0 tot 6-7 jaar kunnen last hebben van deze aandoening. Als er negatieve gevolgen bijkomen in communicatie, emotionele ontwikkeling, auditieve aandacht, taal, fonologische vaardigheden, lezen en spelling, wordt het tevens een pedagogische en onderwijskundige verantwoordelijkheid. Dan kan er speciale ondersteuning nodig zijn in gezin, kinderopvang en onderwijs.
In deze artikelenreeks (7 delen) wordt uitleg gegeven over de problematiek en kenmerken van wisselend gehoorverlies en de gevolgen voor de leerontwikkeling van het kind. En er worden vele hulpsuggesties aangeboden voor de hoor- aandacht- communicatie- taal- en lees/spellingsproblemen, die kunnen ontstaan door deze (h)oorproblematiek.
Dit artikel is deel 7 van een 7 delige serie over wisselend gehoorverlies ten gevolge van middenoorontstekingen. Lees hier deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5 en deel 6.
Problemen in lezen en spelling bij wisselend gehoorverlies:
De meeste informatie op school is talig, dus auditief van aard, maar als dit soort informatieoverdracht (deels) verloren gaat, loopt een kind met wisselend gehoorverlies het risico een moeizaam leerproces door te maken, met vooral impact op de volgende leerdomeinen:
Auditieve voorwaarden en technisch lezen/spelling/dictee.
De ontwikkeling van de auditieve vaardigheden is de meest zorgelijke en ernstige consequentie van wisselend gehoorverlies ten gevolge van oorontsteking. Er zijn vooral en meteen problemen in het consistent waarnemen, produceren, reproduceren en inprenten van kleine foneemverschillen, waardoor de klank inprenting diffuus en instabiel verloopt. Het gehoorverlies is niet constant hetzelfde, waardoor de fonologische- en leesvaardigheden de ene dag beter of slechter zijn dan de andere dag, wat heel wat verwarring kan veroorzaken bij het kind. Ook de leerkracht wordt op het verkeerde been gezet: ‘Gisteren kon je het wel, let eens beter op’. Al met al genoeg redenen om je als kind onzeker en gefrustreerd te voelen.
Oorontstekingen komen het meest voor net als een kind op de leeftijd is om klanken te kunnen herkennen en zelf te produceren, het fonologisch bewustzijn ontwikkelt zich namelijk tussen 3 en 9 jaar (Boonen e.a.). Klankinslijpingsproblemen leiden tot problemen in het fonologisch programma van: rijmen, segmentatie van zinnen en woorden, auditieve klankdiscriminatie, auditieve klanksequentie, klankpositie, klankmanipulatie, klankletter koppeling en analyse/synthese.
Als fonologische vaardigheden niet goed begrepen en beheerst worden, raakt het auditief werkgeheugen, het tijdelijk vasthouden van informatie, terwijl je er mee werkt, overbelast, wat zeer stresserend is.
Het werkgeheugen is gelieerd aan de fonologische lus, die verstoord is door de bemoeilijkte auditieve output, waardoor verbale informatie minder goed herhaald en vastgehouden kan worden.
Het aanvankelijk technisch lezen en spellen, de belangrijkste vakgebieden voor een succesvolle schoolse ontwikkeling, kunnen flink in het nauw komen, als de auditieve en fonologische voorwaarden zich onvoldoende ontwikkelen.
Woordenschat, begrijpend lezen, rekenen en kennis van de wereld.
Bij kinderen met gehoorverlies is de ontwikkeling van het receptieve en productieve woord- en taalbegrip veelal lager dan bij horende kinderen. ‘Om een tekst te begrijpen is het niet alleen van belang de betekenis van de verschillende woorden te kennen, maar ook kennis te hebben over hoe de wereld in elkaar zit’ (Wauters e.a.). Taal- en leesbegrip zijn het belangrijkste ‘gereedschap’ in de wereldoriënterende vakken en ook in rekenen.
Deze kinderen functioneren zwakker in drie belangrijke voorwaarden van begrijpend lezen: in woordkennis, in woordherkenning tijdens het lezen en in de vaardigheid betekenis af te leiden uit tekst en context. Kinderen met gehoorverlies begrijpen een tekst dikwijls niet volledig en kunnen daarom minder goed verbindingen leggen met andere delen van de tekst of met de eigen achtergrondkennis. Deze kinderen maken niet de nodige ‘inferenties’, ‘het gaat hier om informatie die niet expliciet in de tekst aanwezig is, de lezer moet zelf verbanden leggen om tot volledig begrip te komen’ (Wauters).
Hulpsuggesties bij de auditieve lees- en spellingsvoorwaarden:
- Het voorbereidend en aanvankelijk lees- en spellingsonderwijs moet zich vooral kenmerken door een directieve aanpak: ‘instructie met systematische en expliciete uitleg en veel voorbeelden levert betere resultaten dan ervaringsgericht of zelfontdekkend leren’ (Wauters). Veel herhaling, preteaching, verlengde instructie en extra hulp bij individuele verwerking, is nodig, binnen het kader van convergente differentiatie, wat veelal haalbaar is voor deze kinderen. Zorg voor tijdige preventieve signalering, zodat aanpassingen in de interventies meteen ingezet kunnen worden, als er problemen dreigen of als meer zelf exploratief lezen aan de orde kan komen.
- Het kind met wisselend gehoorverlies heeft nadrukkelijk instructie nodig op de fonologische aspecten van de taal, omdat hier het grootste risico ligt op probleemontwikkeling: de kleine klankverschillen niet goed en niet consistent kunnen oppikken. Zodra in de lessen en de toetsen een achterstand dreigt te komen op dit terrein, moet de leerkracht op ‘alarmfase rood’ gaan werken: speciale hulp in de klas, met inzet van RT en logopedie!
- Gebruik hierbij de informatie en adviezen uit de artikelenreeks ‘Hulp bij fonologische problemen’ (Buijks): Speciale hulp bij de klankinslijping -4- En: Speciale hulp bij de aanpak van de auditieve voorwaarden -7-
- De grote lijnen van deze fonologische hulp zijn als volgt:
*de klanken apart aanleren alvorens in te zetten voor het maken van woorden,
*gebruikmaking van klankgebaren,
*de hak- en plakbeweging motorisch én vocaal uitvoeren,
*simultane aanbieding van de auditieve klank, de visuele letter en de motorische uitvoering er van,
*de klanken aanbieden in betekenisvolle en gevisualiseerde context.
Hulpsuggesties bij technisch/begrijpend lezen en spelling:
- Het gevaar op belemmeringen in het technisch- en daardoor ook in het begrijpend lezen is groot, als de fonologische ontwikkeling van het kind zwak en inconsistent blijft. Alert onderwijs blijft geboden, kinderen met dit soort aandoeningen hebben altijd extra aandacht nodig. In principe kunnen de meeste kinderen met wisselend gehoorverlies het reguliere schoolaanbod aan, maar tijdelijke, langdurende of permanente speciale hulp kan op elk moment nodig zijn. De school kan zich laten ondersteunen door logopedie, een leesspecialist of speciaal onderwijs cluster 2.
- Leer het kind expliciet gebruik te maken van begrijpend leesstrategieën, zodat hij zichzelf kan aansturen als het begrip achterwege blijft. De leesstrategieën zijn hulpmiddelen om tot tekstbegrip te komen en kunnen bij aanbieding van nieuwe teksten of boeken in een vaste systematiek gehanteerd worden. Het is belangrijk, dat de strategieën voorgedaan worden door de leerkracht en dat ze visueel te raadplegen zijn als een lijst met aandachtspunten. Wauters e.a. noemen: leesdoel bepalen, voorkennis activeren (verbinding met reeds aanwezige kennis), inhoud tekst voorspellen (met behulp van kaft, titel, plaatjes), hoofdinformatie en grote lijn vinden, betekenis moeilijke woorden opzoeken, moeilijkere onderdelen langzaam en herhalend lezen, informatie afleiden uit tekst(delen), samenvatting en schema maken van de tekst.
- Leg nadruk op de woordherkenning ‘als belangrijke factor bij het begrijpend lezen, als je geen woorden kunt lezen, kun je ook niet tot begrip van een tekst komen’ (Wauters e.a.). Voorts adviseren zij regelmatige instructie en oefening in woordherkenning in betekenisvolle situaties met gebruikmaking van korte simpele teksten. Laat kinderen voorlezen uit boeken van hun leesniveau aan andere kinderen. En zet levenspraktische lees- en schrijfactiviteiten in: actuele kranten- of internetartikelen, brieven, uitnodigingen, klassenkrant, nieuwsbord.
- Raadpleeg de aanpakoverzichten van het technisch en begrijpend lezen in het artikel ‘Hulp bij fonologische problemen’ (Buijks): Fonologische zwakte - Speciale hulp bij het aanvankelijk lezen, groep 3-4
- Dictee: Let er op, dat het codeerproces van het dictee extra vertraging oploopt, omdat schrijven en luisteren niet tegelijk kan bij een kind met gehoorverlies. Het kind heeft spraak afzien nodig, dus hij kan pas beginnen met schrijven als hij het dicteewoord volledig heeft zien zeggen door de leerkracht. En bij fonologische zwakte heeft hij als extra mentale tussenfasen de dicteestapjes nodig van: kijken en luisteren naar juf, nazeggen, hakken, plakken, opschrijven. Het dicteeproces gaat dan een stuk langzamer, het kind heeft zijn tijd nodig om alle tussenstappen juist en precies uit te voeren. Mogelijk kan het kind, tijdelijk of permanent, een dictee niet in de grote groep maken.
- Zie voor uitgebreide aanpakhulp voor spelling het artikel ‘Hulp bij fonologische problemen’ (Buijks): Fonologische zwakte - Speciale hulp bij aanvankelijk schrijven/spelling/dictee, groep 3-4
- Schakel zo nodig compenserende hulpmiddelen in voor de leerling, zoals gebruik van laptop en tekstverwerking, spelling- en grammaticacontrole bij (niet dictee) taken, extra tijd voor taken, meer feedback of navragen, preteaching bij RT of voorbereiding thuis. Het kind met gehoorverlies kan het best in de buurt zitten van rustige medeleerlingen, die hem kunnen helpen als informatie niet goed is overgekomen. Als het te veel wordt voor een kind kan er ook gedacht worden aan dispenserende maatregelen, zoals minder opdrachten en oefeningen, spellingsfouten niet aanrekenen, gebruik van speciale toetsen, geen mondelinge toetsen of meer tijd voor een toets.