Creativiteit - wat is creativiteit en hoe ontwikkel je het?
Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 11-12-2024,
van https://wij-leren.nl/creativiteit-ontwikkelen-leerlijn.php
Creativiteit ontwikkelen
Creativiteit is het vermogen om nieuwe dingen te bedenken of te creëren. Door creatief bezig te zijn, kun je vernieuwende oplossingen en nieuwe werkwijzen uitdenken. In dit artikel bespreek ik de kenmerken van creativiteit, het verband tussen creativiteit en intelligentie en hoe leraren zelf creatief kunnen zijn en dat kunnen stimuleren bij hun leerlingen.
Kenmerken
Creatief denken wordt vaak geassocieerd met ontdekken, nieuwe ideeën, originaliteit, verbeelding en out-of-the-box denken. Mensen waarbij het creatief denken goed ontwikkeld is, zijn doorgaans sterk in het bedenken, ontwerpen en inbrengen van nieuwe dingen. Ze hebben een rijke fantasie, kunnen dingen anders voorstellen en kunnen goed dagdromen. Ook zijn creatieve mensen goed in rollenspellen en toneelspelen. Ze denken in beelden, kunnen soms componeren en denken vaak dieper na over alledaagse dingen.
Psycholoog Guilford definieert creativiteit als een combinatie van divergent en convergent denken. Divergent denken is ‘breed denken’, denken dat gericht is op het bedenken van nieuwe ideeën. Bij divergent denken gaat het om een flexibele denkhouding waarbij allerlei dingen worden samengebracht en gecombineerd om iets nieuws te ontwikkelen (Guilford, 1967). Convergent denken is systematischer. Bij convergent denken zoek je voor een probleem één oplossing.
Creativiteit meten
De twee oudste testen die zijn ontwikkeld om creativiteit te meten, zijn de Guilford Alternative Uses Tasks en de Torrance Test of Creative Thinking. Deze twee testen gaan uit van de volgende vier indicatoren om creativiteit te meten:
- Het vermogen om diverse oplossingen te bedenken voor een probleem
- Het vermogen om verschillende categorieën oplossingen te bedenken en alternatieven te beoordelen
- Het vermogen om innovatieve oplossingen te kunnen bedenken
- Het vermogen om die oplossingen in detail uit te werken
Andere testen die later ontwikkeld zijn, lijken op bovenstaande testen. Vaak zijn die testen net iets anders afgebakend. Een recent instrument, waarmee zowel divergent denken als convergent denken wordt gemeten, is de Formative Assessment of Student Creativity in School (Lucas e.a., 2013). Deze test richt zich op de volgende vijf kenmerken die horen bij een creatief brein:
- Nieuwsgierig
- Volhardend
- Vindingrijk
- Samenwerkend
- Gedisciplineerd
Andere voorbeelden van meetinstrumenten zijn de Creative Achievement Questionnaire (Carson, Peterson & Higgings, 2005), de Biographical Inventory of Creative Behaviours (Batey, 2007) en de Creative Behavior Inventory (Hocevar, 1979).
Intelligentie
Sternberg onderscheidt in zijn boek Succesvolle Intelligentie drie denkvaardigheden: analytische vaardigheden, creatieve vaardigheden en praktische vaardigheden (Sternberg & van Dam, 2002). Hij stelt dat iedereen in meer of mindere mate beschikt over alle drie de soorten vaardigheden. Meestal beheers je de ene soort beter dan de andere soort. De meeste mensen hebben een duidelijke voorkeur voor een of twee van de manieren van denken. Sternberg spreekt van succesvolle intelligentie wanneer iemand zijn vaardigheden op analytisch, creatief en praktisch gebied succesvol kan inzetten en combineren.
Sternberg definieert creativiteit als het vermogen om veel informatie tegelijkertijd met elkaar in verband te brengen. Daar horen de volgende competenties bij:
- Flexibel kunnen denken
- Slimme en handige ideeën kunnen bedenken
- Associëren en brainstormen
- Complexe, meerduidige informatie tegelijkertijd kunnen overzien
- Ongewone, originele vragen kunnen stellen
- Problemen in een ander kader kunnen plaatsen
- Je kunnen inleven in een ander
- Subjectief kunnen denken
De mate waarin creativiteit geuit wordt, wordt bepaald door een combinatie van zes factoren. Dat zijn:
- Intelligentie. De oorsprong van creativiteit vindt plaats in het hoofd van iemand. Hoe intelligenter iemand is, hoe meer creatieve ideeën geboren kunnen worden. Sternberg maakt onderscheid tussen synthetische intelligentie (waarmee je ideeën kunt verzinnen), analytische intelligentie (dat gaat over het afwegen van verschillende opties) en pragmatische intelligentie (dat gaat over de vraag hoeveel je daadwerkelijk gedaan krijgt).
- Kennis. Sternberg schrijft dat kennis een grondstof is voor creativiteit. Hoe meer kennis, hoe beter je kunt associëren en hoe beter je in staat bent om problemen vanuit een ander perspectief te beoordelen.
- Denkstijl. Als een leerling een nieuwsgierige, experimentele denkstijl heeft, bevordert dat de creativiteit. Zo’n leerling zal met verrassendere ideeën komen dan een leerling met een gesloten, kritische denkstijl.
- Persoonlijkheid. Mensen die risico’s durven nemen en kunnen doorzetten als het moeilijk is, zijn creatiever dan mensen die altijd in hun eigen comfortzone blijven.
- Motivatie. Creativiteit floreert wanneer je ergens in opgaat. Als een leerling intrinsiek gemotiveerd is om iets te kunnen of te bereiken, zal hij of zij slimme en handige ideeën kunnen bedenken.
- Omgeving. Om creativiteit te uiten, is het nodig dat de omgeving de creativiteit en de ideeën accepteert, koestert en faciliteert.
Volgens Sternberg speelt het creatieve vermogen van mensen een grote rol in de wetenschap, de kunst en in samenwerkingen met anderen.
De creatieve leraar
In Het grote vindingrijkboek beschrijft David van der Kooij hoe je kinderen creatief leert denken. Zijn vertrekpunt is dat ieder mens creatief wordt geboren. Creativiteit is zodoende geen mysterieus talent, slechts weggelegd voor enkelen, maar een keuze om je persoonlijk te ontwikkelen. Creatief denken, een creatieve houding en creatief gedrag zijn (kinderen) aan te leren. Iedereen kan groeien in zijn of haar creativiteit (van der Kooij, 2014).
Voor leraren is het belangrijk om bij zichzelf te beginnen. Hoe creatief ben je zelf? Een leraar kan aan zijn of haar creatieve ontwikkeling werken door een vragende houding aan te leren en nieuwsgierigheid uit te stralen. Het helpt ook om grote vragen te stellen en over de antwoorden daarop hardop te speculeren. Door jezelf ruimte te bieden voor spel, experimenten, onderzoek en risico’s, leer je je creatiever te gedragen en creatief te denken. Tenslotte is het van belang om open te staan voor avontuur en nieuwe ideeën van anderen en van jezelf.
Onderzoek toont aan dat zelfvertrouwen, enthousiasme en betrokkenheid kwaliteiten zijn van creatieve leraren (Beetlestone, 1998). Creatieve docenten voelen zich op hun gemak wanneer ze hun eigen creativiteit tot uiting brengen en schamen zich niet voor de onzekere uitkomst van hun creatieve proces. Kenmerkend is ook dat creatieve docenten mislukkingen zien als een mogelijkheid om te leren (Halpin, 2003).
Leerlingen creativiteit leren
Hoe bevorder je creatief denken en handelen van de kinderen in de klas? Uit onderzoek komt naar voren dat het belangrijk is dat leraren de leerling helpen om de relevantie van hun werk in te zien. Dat kan door te focussen op de praktische toepassing of door de nadruk te leggen op de emotionele band. Emotionele betrokkenheid is sowieso belangrijk in het lesgeven, maar extra belangrijk wanneer het gaat om het leren van creativiteit. Wanneer kinderen weten wat het doel is van hun werk, kunnen ze namelijk makkelijker in een ‘creatieve flow’ komen (Abbs, 2002).
Een andere manier waarop je als leraar de creativiteit van de klas kunt prikkelen, is door te variëren in tempo en stijl. Door leerlingen de tijd te geven om te zeggen wat zij denken, stimuleer je leerlingen om hun ideeën te delen (Grainger et al., 2004). Ook werkt het goed wanneer leraren open vragen stellen. Daar stimuleert de leraar mee dat leerlingen gaan speculeren en verschillende oplossingen bedenken. Stel bijvoorbeeld de vragen: ‘Waar doet dit nog meer aan denken?’ of ‘Waar lijkt dit op?’ of ‘Wie kan dit voorstellen?’.
Cremin vat ‘de creatieve leraar’ in een aantal punten samen (Cremin, 2006):
- Creatieve leraren zijn zich bewust van en waarderen de creativiteit in zichzelf en proberen de creativiteit in leerlingen te bevorderen.
- Een creatieve leraar geeft op een persoonlijke, pedagogische manier les en stimuleert de nieuwsgierigheid van leerlingen. Ook stimuleert een creatieve docent de autonomie, originaliteit en het persoonlijk eigenaarschap van de leerling.
- Creatieve leraren zijn professionals die zelf vormgeven aan hun creatieve betrokkenheid in de klas en dat ook bij de leerlingen opwekken.
- Een creatieve leraar ziet de ontwikkeling van creativiteit en originaliteit als het onderscheidende element in zijn onderwijs.
Creativiteit en chaos
Dat creativiteit tot chaos leidt, is een misverstand (van der Kooij, D., 2014). Creativiteit creëert geen chaos, het gebruikt de onzekerheid en toeval juist als middel in het ontwikkelingsproces. Voor creativiteit is een analytisch denkvermogen nodig, een kritische denkstijl en een nette persoonlijkheid. Dat is net zo belangrijk als de ‘chaotische’ kenmerken. Aan de docent de taak om dit te begrijpen en te zorgen voor evenwicht. De docent bepaalt de breedte en diepte van het creatieve leerklimaat. Volgens van der Kooij betaalt zich dat uiteindelijk uit in leerlingen die met meer plezier leren omdat ze daarbij hun creativiteit ontwikkelen en op de juiste manier leren inzetten.
Creativiteit als 21e eeuwse vaardigheid
Creatief denken is een van de elf vaardigheden in het model van de 21e eeuwse vaardigheden. Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) omschrijft creatief denken en handelen als het vermogen om nieuwe of ongebruikelijke maar toepasbare ideeën voor bestaande vraagstukken te vinden.
De 21st century skills zijn in het leven geroepen om leerlingen voor te bereiden op een toekomst die snel verandert door technologie en digitalisering. Creativiteit hoort daarbij omdat complexe maatschappelijke kwesties om creatieve oplossingen vragen. Grote wereldwijde problemen hebben vernieuwende oplossingen nodig. Door als kind je creativiteit te ontwikkelen, ben je later beter in staat om op een creatieve manier met die vraagstukken om te gaan (Henriksen, D., Mishra, P., & the Deep-Play Research Group., 2014).
Leerlijn voor creatief basisonderwijs
Stichting Leerplanontwikkeling heeft een leerlijn ontwikkeld over het creatief denken en handelen van basisschoolleerlingen. SLO heeft de leerdoelen voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw apart gecategoriseerd. In het algemeen gelden de volgende competenties voor alle basisschoolleerlingen, verdeeld over de vijf categorieën oriënteren, onderzoeken, uitvoeren, evalueren en reflecteren (Stichting Leerplanontwikkeling, 2020).
Oriënteren
- De leerling stelt zich open voor verschillende onderwerpen
- De leerling weet dat er verschillende denktechnieken bestaan en past die toe
- De leerling kan vrij associëren en verbanden leggen met zijn eigen ervaringen
- De leerling communiceert over het onderwerp met anderen
Onderzoeken
- De leerling experimenteert met technieken, materialen en media en durft nieuwe dingen te proberen
- De leerling zoekt zelf uit op welke manier een opdracht gemaakt kan worden en maakt daar zelf een plan voor
- De leerling benoemt zijn eigen criteria en de criteria die bij de opdracht horen
- De leerling doet brononderzoek en trekt vervolgens conclusies die hij meeneemt wanneer hij zijn project gaat uitvoeren
- De leerling onderzoekt wat het creatieve proces betekent en ziet het verband met de nodige technieken, materialen en media
Uitvoeren
- De leerling voert zijn plannen goed uit en presenteert zijn of haar uitkomst
- De leerling legt uit waarom hij welke keuzes heeft gemaakt en begrijpt het verband tussen wat hij nu deed en wat hij al eerder had geleerd in de vorige fasen
- De leerling houdt bij de uitvoering rekening met de criteria
- De leerling benoemt de samenhang bij de uitvoering van zijn plannen
Evalueren
- De leerling vertelt hoe het werkproces is verlopen
- De leerling waardeert zijn product en werkproces. Ook waardeert de leerling het werkproces van anderen
- De leerling beargumenteert zijn waardering
- De leerling vergelijkt zijn eigen oplossing met de oplossingen die anderen hebben bedacht
- De leerling laat zien dat hij de kennis en het creatieve inzicht bezit voor het dagelijks leven
Reflecteren
- De leerling formuleert vragen voor het vervolg
- De leerling blikt terug op de manier waarop hij door het creatieve proces is gekomen
Bronnen
- Abbs, P (2002) Against the flow. Abingdon: Routledge.
- Batey, M.D. (2007), A psychometric investigation of everyday creativity. London: University of London.
- Beetlestone, F (1998) Creative children, imaginative teaching. Buckingham: Open University Press
- Carson, S.H., Peterson, J.B. & Higgins, D.M. (2005) Reliability, validity and factor structure of the creative achievement questionnaire. Creativity Research Journal, Vol. 17, No. 1, pp. 37-50.
- Cremin, T. (2006). Creative teachers and creative teaching. Geraadpleegd van https://www.academia.edu/19272382/Creative_Teaching_and_Creative_Teachers
- Grainger, T, Barnes, J and Scoffman, S (2004) A creative cocktail: creative teaching in initial teacher education. Journal of Education and Teaching, 38:3, 243-53.
- Guilford, J. P. (1967). The nature of human intelligence. New York: McGraw-Hill.
- Halpin, D. (2003) Hope and education. Abingdon: Routledge.
- Henriksen, D., Mishra, P., & the Deep-Play Research Group. (2014). Twisting knobs and connecting things: Rethinking Technology & Creativity in the 21st Century. TechTrends, (58)1, P. 15-19.
- Hovecar, D. (1979), The development of the creative behavior inventory (CBI).
- Lucas, B., Claxton, G. & Spencer, E. (2013), Progression in student creativity in school. First steps toward new forms of formative assessments. OECD Education Working Paper No. 86.
- Sternberg, R. J., & van Dam, M. (2002). Succesvolle intelligentie. Leiden, Nederland: Swets & Zeitlinger.
- Stichting Leerplan Ontwikkeling. (2020). Creatief denken en handelen. Geraadpleegd van https://slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/creatief-denken/
- Stichting Leerplan Ontwikkeling. 21e-eeuwse vaardigheden. Geraadpleegd op 12 mei 2020, van https://slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/
- Torrance, E.P. (1968) Torrance tests of creative thinking. Personnel Press, Incorporated.
- van der Kooij, D. (2014). Het grote vindingrijkboek / eerste druk (1ste editie). Nieuwolda, Nederland: Leuker.nu.