ADHD - symptomen - kenmerken - diagnose - behandeling
Geplaatst op 1 juni 2014
Kerpel, A. (2014). ADHD - uitleg - kenmerken - diagnose - behandeling .
Geraadpleegd op 24-01-2021,
van https://wij-leren.nl/adhd-uitleg.php
Waar staat ADHD voor?
ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, ook wel aandachtstekortstoornis genoemd. Dit tekort aan aandacht wil niet zeggen dat een kind met ADHD te weinig aandacht krijgt, maar het betekent dat iemand met ADHD onvoldoende aandacht kan schenken aan zijn omgeving. Kinderen met ADHD vinden het lastig om de aandacht bij één ding tegelijk te houden. Met andere woorden: ze hebben een gebrek aan concentratie.
Soorten ADHD
In deze stoornis zijn verschillende types te onderscheiden. De drie soorten zijn:
- ADHD-I. Kinderen met deze vorm van ADHD hebben erg veel moeite om hun aandacht ergens bij te houden. Het zijn echte dromers.
- ADHD-H. Kinderen met deze vorm van ADHD zijn vooral hyperactief en impulsief.
- ADHD-C. Kinderen met deze vorm van ADHD hebben zowel last van aandachtstekort als van hyperactiviteit en impulsiviteit. Dit is het meest voorkomende type.
Symptomen aandachtstekort
Kinderen met aandachtstekort slagen er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan hun taken. Ze houden daarom niet van taken die langdurige aandacht vereisen. Ze zijn snel afgeleid door prikkels van buitenaf. Ze maken achteloos fouten bij hun bezigheden. Deze kinderen lijken vaak niet te luisteren als ze direct aangesproken worden. Het komt regelmatig voor dat kinderen met aandachtstekort de aanwijzingen niet opvolgen en dat hun taken niet afkomen. Activiteiten organiseren is ook niet hun sterkste kant. Kinderen met aandachtstekort hebben weinig oog voor details. Ze raken vaak dingen kwijt die nodig zijn voor hun bezigheden.
Symptomen hyperactiviteit
Bij hyperactiviteit is er vaak sprake van extreme beweeglijkheid, die moeilijk te onderdrukken is. Naast lichamelijke onrust kan hyperactiviteit zich ook uiten door innerlijke onrust en impulsiviteit. De beweeglijkheid ontstaat of verergert vooral in situaties met stress of veel prikkels. Kinderen die last hebben van hyperactiviteit bewegen vaak onrustig met handen of voeten. Ze draaien op hun stoel en staan regelmatig op in de klas. Soms rennen ze rond in situaties waarin dat niet hoort. Deze kinderen vinden het moeilijk om rustig te spelen. Ook praten ze veel, aan een stuk door.
Symptomen impulsiviteit
Kinderen die last hebben van impulsiviteit reageren gelijk op prikkels. Handelingen die in gang gezet zijn, moeten ze eerst afmaken. Onderscheid maken tussen belangrijke en minder belangrijke zaken vinden deze kinderen lastig. Als gevolg daarvan stellen ze verkeerde prioriteiten bij hun taken. Impulsieve kinderen gooien het antwoord er vaak al uit voordat de vragen helemaal gesteld is. Ze vinden het erg moeilijk om op hun beurt te wachten, ze verstoren vaak de bezigheden van anderen en dringen zich dan op.
Positieve kenmerken ADHD
Kinderen met ADHD hebben veel sterke kanten. Het is belangrijk om daar oog voor te hebben. Enkele sterke kanten:
- Kinderen met ADHD zijn vaak heel enthousiast en spontaan.
- Ze denken onconventioneel en kijken op een verfrissende manier tegen vanzelfsprekende dingen aan. Ze hebben vaak veel fantasie.
- Ze zijn vaak erg creatief, vindingrijk en vernieuwend.
- Omdat kinderen met ADHD zoveel prikkels te verwerken hebben, ontwikkelen ze soms een vermogen om informatie snel te combineren. Ze denken vaak probleemoplossend en met ruimtelijk inzicht.
- Ze kunnen zich in sommige gevallen heel sterk concentreren, hyperfocussen.
ADHD: feiten en cijfers
ADHD komt bij 3 tot 5% van de kinderen voor. Dubbel zoveel kinderen hebben wel symptomen, maar die zijn niet ernstig genoeg voor de diagnose ADHD. Er zijn drie keer zoveel jongens dan meisjes met de diagnose ADHD. Het is een feit dat bij ADHD erfelijke elementen een rol spelen. Regelmatig komt het voor dat een van de ouders net als hun kind ADHD heeft. In veel gevallen is er nooit een diagnose gesteld. Het is ook vastgesteld dat ADHD geen invloed heeft op de intelligentie.
Nog enkele cijfers over kinderen met ADHD:
- Naar schatting heeft 50% van hen aanmerkelijke problemen in hun sociale relaties.
- Meer dan 30% van hen doubleert op de basisschool
- Circa 55% van hen heeft extra begeleiding nodig op school.
- Ongeveer 35% van hen heeft ook een leerstoornis, vaak dyslexie.
- Uit onderzoek blijkt dat 25 tot 35% van hen aan een angststoornis lijdt.
- Naar schatting lijdt twee derde hen aan een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis.
Andere stoornissen
Uit deze cijfers blijkt al dat ADHD regelmatig samengaat met andere stoornissen. Vaak zijn dit stoornissen in het autistisch spectrum, zoals PDD-NOS. Recent onderzoek toonde aan dat er een overlap bestaat tussen autistisch-spectrumstoornissen en ADHD. Dat komt omdat het beperkingen zijn in dezelfde hersengebieden. Beide stoornissen komen significant vaak samen voor.
Pedagogische benadering van ADHD
Kinderen met ADHD vragen om een specifieke pedagogische benadering. Enkele tips:
- Zorg voor regelmaat en breng structuur aan in het dagritme. Dit kan door dagritmekaarten of een timetimer.
- Bereid deze leerlingen goed voor op veranderingen
- Leer hen het volgende aan: stop, denk, doe. Als jij dan als leerkracht je hand opsteekt, dan weten ze genoeg.
- Plan ontladingsmomenten om energie te laten wegvloeien.
- Benoem het gewenste gedrag. Dit geldt natuurlijk voor alle leerlingen, maar kinderen met ADHD hebben dit echt nodig.
- Biedt informatie aan in de context en zorg voor voldoende uitdaging.
- Geef hulp bij het plannen van taken en bij het starten met een taak.
Motiveren
Motiveren heeft bij kinderen met ADHD een positievere uitwerking op het volhouden van aandacht dan bij kinderen zonder ADHD. Motiveren kan onder andere door belonen en complimenteren.
De invloed van de omgeving op ADHD
In een omgeving vol lawaai, prikkels en stress nemen de symptomen van ADHD toe. Daar tegenover staat dat de symptomen in een rustige, gestructureerde omgeving afnemen. Het is bewezen dat voedingsadditieven de gevolgen van ADHD kunnen versterken. Een groot onderzoek van McCann (2007) heeft aangetoond dat kunstmatige kleurstoffen kunnen zorgen voor een toename van hyperactiviteit.
In het gezin zorgen bepaalde factoren voor een toename van de kans dat het kind op latere leeftijd ADHD houdt. Voorbeelden hiervan zijn: huwelijksproblemen, agressie, criminaliteit, een lage opleiding en een laag inkomen. Als de moeder niet goed met de situatie kan omgaan of als er een slechte communicatie is tussen het kind en de vader, vergroot dat ook de kans om ADHD te houden.
Er zijn nog meer milieufactoren, die ervoor kunnen zorgen dat een kind als volwassene ADHD houdt. Bijvoorbeeld als er sprake is van andere psychische stoornissen. Of als ze een ernstigere vorm van ADHD hebben. Ook een slechte relatie met leeftijdgenoten speelt mee.
Diagnose en behandeling ADHD
Meestal stelt een psychiater, psycholoog of orthopedagoog de diagnose ADHD vast. Zij moeten dan een basisaantekening psychodiagnostiek (BAPD) hebben. Maar in principe mag elke arts de diagnose stellen. Alleen een arts is bevoegd om eventueel medicatie voor te schrijven.
Medicijnen onderdrukken de symptomen van ADHD, maar ze zijn niet in staat om ADHD te verhelpen. Kinderen met ADHD krijgen soms visolie en omega3 toegediend, omdat dat bevorderend is voor de concentratie.
Er zijn drie gedragstherapievormen die bij ADHD ingezet worden: psycho-educatie, cognitieve therapie en gedragstherapie. Hierbij gaat het om het ontwikkelen van zelfinzicht, impulsbeheersing, het belonen van gewenst gedrag of het aanleren van een georganiseerde dagstructuur.
Vaak hebben kinderen met ADHD ook problemen met de fijne motoriek. Dan kunnen ze baat hebben bij fysiotherapie of een sensomotorische training.
Populaire boeken over ADHD
Kerpel, A. (2014). ADHD - uitleg - kenmerken - diagnose - behandeling .
Geraadpleegd op 24-01-2021,
van https://wij-leren.nl/adhd-uitleg.php
Gerelateerd

Medilex Onderwijs












































47 adhd
29 angststoornis
58 concentratie
40 concentratieproblemen
26 concentratiestoornissen
29 DSM
65 executieve functies
52 gedragsstoornissen
18 gilles de la tourette
19 hyperactiviteit
21 hyperfocus
46 ontwikkelingsstoornissen
13 psycho-educatie











