Wiebelen en friemelen in de klas
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 07-10-2024,
van https://wij-leren.nl/wiebelen-en-friemelen-in-de-klas.php
Elke leerkracht kent ze wel: leerlingen die áltijd met hun stoel wippen of zich het liefst de hele dag in hun capuchon verschuilen. Lastig gedrag, zou je denken. In het boek Wiebelen en friemelen in de klas laten Monique Thoonsen en Carmen Lamp zien waar dit gedrag vandaan komt en waar het goed voor is.
Dit boek gaat over het verwerken van prikkels door de zintuigen. Het is als volgt opgebouwd:
- Deel 1: Theorie – Kennis is het begin van alle wijsheid
- Deel 2: Aan de slag – Wat kun je doen?
- Deel 3: Wat kun je nog meer doen? Inrichting, organisatie en didactiek
- Deel 4: De leerkracht met een ZiP-bril
Deel 1: Theorie – Kennis is het begin van alle wijsheid
De ZiP-bril
Prikkels komen binnen via onze zintuigen. De hersenen verwerken deze prikkels en bedenken of er een reactie moet komen. Dat heet Zintuiglijke Prikkelverwerking (ZiP). De auteurs introduceren de ZiP-bril. Als je deze bril opzet, kun je zien dat iedereen altijd bezig is met het verwerken van zintuiglijke prikkels binnen en buiten het lichaam: de tikkende klok, de geur van koffie, het labeltje in je shirt.
De portier
Alle prikkels komen de hersenen binnen, maar niet elke prikkel is even belangrijk. Daarom filteren je hersenen de prikkels. De auteurs noemen dit filter de portier. De portier beslist hoe belangrijk de prikkels zijn:
- Zeer interessant.
- Nuttig.
- Saaie, vaste klanten.
Als de portier heel streng is en alle prikkels tegenhoudt, dan zorgt dat voor onderprikkeling. Zo’n leerling heeft meer en sterkere prikkels nodig om de goede alertheid te krijgen. Als de portier een opendeurbeleid heeft, zorgt dat voor overprikkeling. Het deurbeleid kan ook afhangen van de omstandigheden: als je moe bent, laat de portier soms heel veel prikkels door en raak je dus sneller overprikkeld.
Zelfregulering
Leerlingen proberen vaak vanzelf al om de goede alertheid te krijgen. Dat kunnen ze doen door activerende of kalmerende activiteiten. Dit heet zelfregulering. Zelfregulering kan een reden van wiebel- en friemelgedrag zijn.
Onder- en overprikkeling
Als het gaat om onder- en overprikkeling zijn er vier types:
- Onderprikkeld en actief.
- Onderprikkeld en passief.
- Overprikkeld en actief.
- Overprikkeld en passief.
De gedragingen die bij deze types horen, kun je zien in dit overzicht: Gedrag bij over- en onderprikkeling.
Zeven zintuigen
Voor alle zeven zintuigen is het zo dat de portier apart een beslissing neemt over hoe belangrijk de prikkels zijn. Je kunt dus overgevoelig zijn voor geluiden en ondergevoelig voor beweging.
Deel 2 Aan de slag – Wat kun je doen?
Als je het gedrag gesignaleerd hebt, is de vervolgvraag: Wat nu? Om te weten wat je moet doen, kun je het stroomdiagram doorlopen.
Het is ook fijn als een leerling zelf aan kan geven of hij onder- of overprikkeld is. Daarom hebben de auteurs de prikkelmeter bedacht. Na enkele keren oefenen kan een leerling dit voor zichzelf aangeven.
Strategieën
Het doel van elke strategie is dat de alertheid van de leerling beter bij de taak past. Je kunt kiezen uit klassikale en individuele strategieën. Sommige strategieën kunnen zowel activerend als kalmerend werken, afhankelijk hoe je ze inzet. Bijvoorbeeld de ademoefening of het handpalmen drukken. Als je kinderen wilt activeren, kun je het beste:
- Snel bewegen.
- Afwisselen.
- Onregelmatig bewegen.
- Veranderen.
- Onverwachte en nieuwe dingen doen.
- Een kortdurende activiteit doen.
Als je kinderen wilt kalmeren, kun je het beste:
- Langzaam bewegen.
- Herhalen.
- Ritmisch bewegen.
- Niet te veel variëren.
- Verwachte en bekende dingen doen.
- Een langdurige activiteit doen.
De auteurs noemen in dit boek meer dan 250 tips en strategieën. Strategieën voor in de klas en voor buiten het lokaal: in de kleedkamer, in de gymzaal, op het plein, tijdens vieringen, excursies en op straat. Bij dit boek zijn ook hulpkaarten met diverse strategieën. Handig voor de leerkracht, en ideaal om uit te lenen aan een leerling die deze strategie nodig heeft.
Hoe werken sommige strategieën en hulpmiddelen?
Een aantal strategieën die een positief effect op leren hebben, komen uitgebreid aan bod. Zoals:
- Kauwen. Bijvoorbeeld op kauwsieraden.
- Friemelen. Bijvoorbeeld met veters, kneedgum, stressballetjes of tangles.
- Staand werken. Bijvoorbeeld aan een statafel.
- Wiebelkussen en wiebelplank.
- Gehoorbescherming. Bijvoorbeeld oorkappen of oordoppen. Let wel op: je kunt een hulpmiddel ook teveel gebruiken.
- Muziekdragers.
- Concentratieschermen.
Deel 3: Wat je nog meer kunt doen – Inrichting, organisatie en didactiek
Inrichting
De inrichting van het lokaal heeft ook invloed op de prikkelverwerking. Het is goed om eens door de ZiP-bril naar je lokaal te kijken. Waar kunnen de over- of onderprikkelde leerlingen het beste zitten? Op welke plek voel jij jezelf het prettigst? Dat is belangrijk, want als jij je goed voelt, heeft dat een positief effect op de kinderen.
Organisatie
De organisatie van je werkvormen is ook belangrijk. Zorg ervoor dat de opstelling past bij de werkvorm die je doet. Even schuiven met tafels is zó gebeurd. Het is namelijk van belang dat kinderen goed kunnen werken als ze in groepjes moeten, en dat ze goed op het bord kunnen kijken als je wat uitlegt. Als jij gaat uitleggen, terwijl een deel van de kinderen niet eens op het bord kan kijken, geef je het signaal af dat het niet zo belangrijk is dat alle kinderen het kunnen zien.
Didactiek
Als leerlingen slaperig en ongeconcentreerd zijn, geef je instructie dan op een activerende manier. Zijn de leerlingen erg druk, geef dan op een kalmerende manier instructie.
Deel 4: De leerkracht met een ZiP-bril
Vier typen kinderen, leerkrachten en ouders
De vier typen van onder- en overprikkeling die je ziet bij kinderen, gelden evenzo voor ouders en leerkrachten. In dit boek is ook aandacht voor jou als leerkracht, hoe jijzelf prikkels verwerkt.
Deze verschillen tussen mensen zorgen ervoor dat je een andere indruk van het kind kan hebben. Door dit te realiseren, kun je een hoop onbegrip voorkomen.
Recensie
Wiebelen en friemelen in de klas is een boek vol praktische strategieën en tips, opdrachten en testjes, met uitleg van wetenschappelijk onderzoek. Het boek leest prettig en is overzichtelijk opgemaakt, met rode en blauwe letters voor activerende en kalmerende strategieën. Ruud Bijman maakte leuke illustraties bij de tekst. In het boek staat ook een lijst waar je de hulpmiddelen (wiebelkussens, etc.) kunt kopen. Het boek sluit af met een literatuurlijst.
Het lezen van het boek riep wel enkele vragen op. In het stukje Het is wel even wennen… schrijven de auteurs: ‘En opeens staat er dan tijdens de les een leerling op om zich even uit te rekken, een ander doet wat stoel push-ups tussen twee sommen door en een derde heeft een ketting om waar hij op kauwt.’ Als ik dat lees, vraag ik me wel af: wat doet dit met prikkelgevoelige kinderen? Is het niet verwonderlijk, dat zij vervolgens concentratieschermen en oordoppen nodig hebben?
Tangles, wiebelkussens, kauwsieraden vind ik een uitvinding. Met de meeste activerende en kalmerende strategieën kan ik als leerkracht wel wat mee. Bijvoorbeeld ademhalingsoefeningen. Er zijn ook strategieën die ik niet gauw zal inzetten. Als kinderen onder de les push-ups gaan doen of op de plaats gaan marcheren, rennen of dansen… daar krijg ik echt de kriebels van. Het is daarom wel belangrijk om te realiseren welk type leerkracht je zelf bent en wat dit voor effect op de kinderen heeft. Wellicht dat een ‘Onderprikkeld en actief’- type juf juist helemaal enthousiast wordt van zulke strategieën. Gelukkig mag elke leerkracht zelf uitzoeken welke strategieën bij hem/haar en vooral bij de leerlingen passen. In dit boek staan er zoveel in dat er voor elk wat wils is.
Verder is het goed om te beseffen dat het implementeren van de activiteiten uit dit boek ook teambrede keuzes en afspraken vraagt. Anders is er het gevaar dat de ene leerkracht de kinderen gaat afleren wat de andere leerkracht met veel moeite heeft aangeleerd. Als je met het team hierover gaat nadenken, is dit boek een handig hulpmiddel voor een aantrekkelijke prijs.
Het mooie van Wiebelen en friemelen in de klas vind ik dat het je leert om verder te kijken dan het gedrag dat je ziet. Waar komt het vandaan? Is het kind overprikkeld of onderprikkeld? Als je gedrag beter begrijpt, voorkomt dat onbegrip. Bovendien kun je het kind beter helpen. Dat komt het welbevinden en het leerrendement ten goede.
Bestellen
N.a.v. Thoonsen, M. en Lamp, C. Wiebelen en friemelen in de klas (2015), Huizen: Uitgeverij Pica. ISBN 978 949 918 065 75. 227 blz. € 24,95 Het boek is te bestellen via
Bestellen
Het boek Wiebelen en friemelen in de klas is te bestellen via: