ADHD - hoe haal je het uit je hoofd?
Marleen Legemaat
Redactielid bij Kennisplatform Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/adhd-hoe-haal-je-het-uit-je-hoofd.php
ADHD – De diagnose die veel mensen krijgen, torsen zij voor de rest van hun leven mee. Dat beïnvloedt hoe zij tegen zichzelf aan kijken en welke verwachtingen ze van zichzelf hebben. In ADHD Hoe haal je het úit je hoofd laat Wildervanck zien dat het mogelijk is om ook anders naar ADHD te kijken. Zij wil leren mentale processen te beïnvloeden, drukte uit je hoofd te halen en er positieve dingen in te stoppen.
Van dit boek – dat in 2009 voor het eerst verscheen – is dit de 6e druk. Het geeft aan hoe populair Wildervangcks ideeën zijn.
Inleiding
Dit boek gaat over wat er mogelijk is met AD(H)D. Het is geen boek met oplossingen als ‘rust-reinheid-regelmaat’ of werken met lijstjes voor AD(H)D’ers. Het is ontstaan vanuit de werkwijze die ADHD-centrum Nederland en ADHD & Werk gebruiken, en is geschreven voor mensen met AD(H)D of familie, psychologen of begeleiders van hen.
1. Over ADHD en ADD
ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder en ADD is dan de variant zonder Hyperactivity. Het is vanuit de psychiatrie geredeneerd een stoornis omdat er vanuit gegaan wordt dat er een tekort is aan neurotransmitters in de hersenen. De gangbare mening is dat AD(H)D niet overgaat en alleen met medicatie op te lossen is. En dat mensen met AD(H)D veel baat hebben bij structuur, rust en regelmaat. Dit boek wil echter juist focussen op wat je zélf kunt doen aan AD(H)D-gedrag en wil het als symptoom zien waar je zelf invloed op hebt. De diagnose AD(H)D krijgen mensen op basis van gedrag: er wordt nooit aangetoond of er werkelijk hersenafwijkingen zijn, of dat die er altijd geweest zijn en altijd zullen blijven.
2. ADHD, een begin
ADHD wordt vaak geassocieerd met stuiterende kinderen, maar ook bij volwassenen wordt vaak de diagnose gesteld. Soms lopen deze volwassenen al jaren met problemen rond die zich opstapelen zoals wisselende stemmingen, moeizame relaties, verslaving. Dit kun je gevolgschade noemen, het is geen onderdeel van de AD(H)D maar vloeit er wel uit voort.
De criteria aan de hand waarvan AD(H)D wordt vastgesteld staan in een handboek voor psychiatrie: de DSM. Aandachtstekort, moeite met organiseren, impulsiviteit en hyperactiviteit zijn de belangrijkste kenmerken. De DSM-benadering gaat uit van waarneembare gedragskenmerken en is niet bedoeld om interne processen te achterhalen. Maar gedrag is in feite resultaat van
- Gedachten en gevoelens
- Ideeën en wensen over de toekomst
- Ervaringen uit het verleden
Er is een wisselwerking tussen de interne processen in je hoofd en gedrag; dit boek gaat niet in op allerlei behandelingen van AD(H)D zoals medicatie, neurofeedback, dieet, visolie enz. Maar over de manier waarop je je eigen mentale processen kunt beïnvloeden.
3. Aansturing van gedrag
Je brein selecteert informatie en filtert die. Er zijn grenzen aan die opnamecapaciteit. Het ene moment kun je ook meer informatie opnemen en filteren dan het andere. Maar ga ervan uit dat je invloed hebt op deze processen. Dat werkt beter dan te denken dat alles nu eenmaal zo gaat en dat je een speelbal bent van innerlijke processen. Ga niet mee in denken Hoe Het Hoort (HHH) maar zoek uit wat voor jezelf het beste is. AD(H)D-ers laten zich soms aanpraten dat zij een prikkelvrije omgeving met afgepaste taken nodig hebben, terwijl zij vaak juist floreren te midden van uitdagingen. Onze eigen gebruiksaanwijzing (Wat Werkt Wel (WWW)) leren we in de loop van ons leven af omdat we aanpassingsgedrag vertonen.
Wat veel mensen zien als aandacht tekort kan bijvoorbeeld ook zijn het richten van de aandacht op de verkeerde dingen - gebrek aan focus.​
Voorbeeld: wanneer je je in een omgeving met mensen voortdurend afvraagt wat anderen van je vinden, zit je hoofd heel vol en kom je niet toe aan andere dingen.
Miller (1920) constateerde als eerste de beperkte capaciteit van het werkgeheugen. Als er daar dus processen ‘meedraaien’ kost dat capaciteit en energie die niet meer beschikbaar is voor andere dingen. Zaken die op de achtergrond meespelen en zorgen voor een ‘vol’ hoofd kunnen zijn:
Onzekerheid, te veel zorg voor anderen, schuld, trauma, niet-geaccepteerd voelen, gebrek aan basisveiligheid enz.
Hoe je brein omgaat met prikkels is verschillend. Soms gaan mensen minder handig om met het verwerken van informatie. Bewust zijn daarvan is het begin van verandering.
4. Je brein een black box?
Heel veel prikkels komen binnen en worden gefilterd. Die filtering gebeurt vaak onbewust met instandhouding van bestaande ideeën en overtuigingen. Als we dat onbewuste proces bewust maken en de patronen daarin ontdekken kunnen we die veranderen. Als we bezig zijn, horen we soms dingen niet: we zijn afgeleid. Maar veel afleiders zitten van binnen. AD(H)D is geen aandacht tekort maar aandacht op de verkeerde plek.
Bij ADHD-ers is er vaak aandacht voor overprikkeling. Maar ADHD’ers kunnen uit verveling (onderprikkeling) juist ook de uitdagingen opzoeken. Een zich vervelend brein gaat ruzie zoeken, bewegen en afleiding zoeken. Als je onderprikkeling niet onderkent kom je in een vicieuze cirkel wanneer je rust en minder prikkels als oplossing aanbiedt!
Het is belangrijk je eigen filters te kennen en te besturen.
5. Het is zo vol in mijn hoofd
Iedereen filtert de informatie die op hem af komt de hele dag door. Dat gebeurt voor 99 procent door onbewuste processen. Mensen met AD(H)D filteren of zeven te veel of juist veel te weinig. Hoe kun je daarin verandering brengen? Niet kijken naar symptomen van ADHD maar naar achterliggende processen én naar mogelijkheden. Als mensen om hulp komen focussen wij zo min mogelijk op het probleem (want de onbalans blijft daardoor in stand, al zou het probleem kleiner worden). We proberen tegenwicht te bieden: versterken van wat wel (positief) aanwezig is.
Hersencellen voegen zich naar vraag en aanbod. Cellen worden steeds beter in piekeren, verdriet, boosheid en onrust als daar vraag naar is. Als je een ander type emotie zoals vreugde, rust of geluk ervaart, zullen je hersencellen daar steeds beter in worden.
Deze plasticiteit van het brein leert ons dat we hersenen ander werk moeten geven waardoor ze andere paden gaan bewandelen.
Dit mindset voor veranderingen heeft vijf uitgangspunten:
- Elk gedrag heeft een positieve bedoeling voor de persoon of het systeem
- Het gedrag staat niet voor de persoon (gedrag zegt niets over de persoon op identiteitsniveau)
- Gedrag is aanpasbaar en ieder heeft alle mogelijkheden in zich tot succes
- Zelf bepalen van de richting die je leven opgaat of laat je dat gebeuren door krachten om je heen
- Als je altijd doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg
Belangrijker dan de vraag of het waar is, is de vraag of het werkt. Daarom moet je de gedachte vasthouden dat je met je eigen gedrag en gedachten veranderprocessen kunt creëren in je hersenen.
6. De chemische fabriek: stof tot nadenken
Rond AD(H)D ontstaat soms een schil aan problemen: gevolgschade noemen we dat. Onzekerheid, boosheid, frustratie, aanpassing. Het opruimen van die gevolgschade is een belangrijke stap. Want al die denk- en voelprocessen maken het vol in je hoofd. Denk- en voelsysteem raken in onbalans. Schrikmomenten zorgen voor activering van het sympatisch zenuwstelsel. Als dat in onze kindertijd een patroon is geworden, houden we dat onbewust op latere leeftijd in stand.
7. Basistypologieën
Het denk- of voelsysteem kunnen ten opzichte van elkaar te veel geactiveerd zijn. Belangrijk is te weten welk systeem bij jou het meest actief is. Drie typeringen kun je onderscheiden en als een bepaald type het meest bij jou past kun je daar mee werken.
- Type 1. ‘het is zo druk in mijn hoofd, want ik heb zoveel gedachten’
- Type 2. ‘het is zo druk in mijn hoofd, want ik zit zo bomvol emoties.’
- Type 3 ‘ik kan niet kiezen tussen denken en voelen.’
Belangrijk is
1. Weer te herkennen en te waarderen hoe je dingen van nature doet.
2. Gevolgschade op te ruimen; meer aandacht geven aan wat je fijn vindt dan aan stressmomenten.
Deel 2
8. ADHD; hoe haal je het uit je hoofd?
Tip: focus je meer op je natuurlijke manier van doen dan op ‘hoe het hoort.’ Je eigen manier kost minder aandacht en energie en dat hou je dan over voor andere dingen.
Vaak hebben mensen een hulpvraag op gedrags- of omgevingsniveau. Bijvoorbeeld: ik wil mijn huis op orde hebben. Eigenlijk zijn dit randwoorden voor een ander doel: ik wil het rustiger hebben in mijn hoofd. Einsteins regel is belangrijk: 'een probleem wordt altijd met een andere manier van denken opgelost dan waarmee het gecreëerd is.’ Roberts Dilts model geeft inzicht hierin en in de niveaus van communicatie, verandering en functioneren.
Doelen die acht leefgebieden beslaan (vrije tijd, familie, werk, gezondheid enz.) kunnen helpen te focussen waarin je wil veranderen. In dit hoofdstuk veel praktische oefeningen om daarmee aan de slag te gaan.
9. Gevolgschade
Het verleden bepaalt ook welke informatie je opneemt. Overtuigingen die je in het verleden hebt opgedaan (ik kan het zeker niet, of ik ben niet belangrijk) kun je veranderen met een besluit. Onderzoek wijst uit dat focussen op problemen je niet perse verder brengt, maar juist focussen op mogelijkheden en oplossingen. Ook in dit hoofdstuk praktische oefeningen om daar aan te werken en veranderingsprocessen in gang te zetten.
Als je vast zit dan ben je te veel in één breindeel actief, je zult de andere breindelen moeten gaan trainen.
10. Inzicht in je communicatie
Verschillende dingen zijn van invloed op je filters die informatie in je toelaten:
- Waarneempositie, (los van jezelf, vanuit jezelf of vanuit de ander)
- Sorteerstijlen (gaat je aandacht het meest uit naar mensen of naar dingen, werk je graag planmatig of niet, kijk je eerst naar kleur of naar zwart-wit; werk je graag samen of alleen, let je op verbanden of op losse elementen)
- Energievoorkeur (ben je introvert of extravert, wat geeft je energie)
- Levensvoorkeur (hou je van een georganiseerd leven of meer flexibel)
- Richtingsfilter (laat je je leiden door wat je wilt bereiken of door wat je wilt vermijden?)
- Referentiekaderfilter; (wanneer ben je tevreden over iets)
- Gedachten; (werken het emotionele en analytische denksysteem goed samen of is er onbalans)
De laatste twee hoofdstukken gaan over ADHD en werk en het -eventueel- vinden van een goede coach.
Recensie
Dit boek is een echte eyeopener voor mensen die ADHD vooral als problematisch en als een vast gegeven ervaren. Waardevol is dat de focus ligt op het zelf kunnen sturen van veranderprocessen. Ook het inzicht dat gevolgschade opgeruimd moet worden en ruimte in je hoofd geeft, is erg belangrijk. De verschillende oefeningen in het tweede deel maken het boek heel praktisch voor wie met zichzelf aan het werk wil als volwassene.
Juist in het onderwijs zien we dat kinderen soms al jong etiketjes van AD(H)D meekrijgen: het is goed er bewust van te zijn dat die in plaats van helpend belemmerend kunnen werken. Door het lezen van dit boek kan het zijn dat je meer gaat kijken naar de mogelijkheden van kinderen met AD(H)D diagnose dan dat je vooral de problematische kant ziet.
N.a.v. Wildervanck, Cathelijne, ADHD Hoe haal je het uít je hoofd? Scriptum Psychologie, Herziene 6e druk, 2017, ISBN 9789055942770, 173 pagina's, € 18,95.
Bestellen
Het boek ADHD hoe haal je het uit je hoofd? is te bestellen via: