Wat er op het spel staat: volwassen in de wereld willen zijn
Gert Biesta
Professor of Education bij Brunel University London
Geraadpleegd op 11-12-2024,
van https://wij-leren.nl/Volwassen-in-de-wereld-willen-zijn.php
Dit is het derde gedeelte van de licht bewerkte versie van de inaugurele rede van Gert Biesta ‘Tijd voor pedogiek. Uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar voor de pedagogische dimensies van onderwijs, opleiding en vorming met bijzondere aandacht voor processen van humanisering aan de Universiteit voor Humanistiek op 11 april 2018. Op wij-leren.nl plaatsen we deze tekst in vijf gedeelten.
De serie
De andere bijdragen van deze rede zijn:
- Deel 1: Over de pedagogische paragraaf in onderwijs, opleiding en vorming
- Deel 2: Pedagogiek, een betrokken handelingswetenschap
- Deel 4: Subjectiverend onderwijs: Het curriculum op zijn kop
- Deel 5: Pedagogiek, innerlijkheid en humaniteit en slot.
De referenties zijn te vinden in deel 5.
Inleiding
Ik heb de pedagogiek gekarakteriseerd als een handelingswetenschap die betrokken is op wat er in de praktijk van opvoeding en onderwijs op het spel staat, en heb dat laatste benoemd als een oriëntatie op de eigenstandigheid van kind en jongere.
In opvoeding en onderwijs ontmoeten we kind en jongere nooit louter als object, maar ook altijd als subject, en het ultieme doel van opvoeding en onderwijs is precies om eigenstandig bestaan, bestaan als subject mogelijk te maken. Het is precies deze intentie die ik wil benoemen als de pedagogische ‘paragraaf.’
Bestaan-als-subject
Dat roept natuurlijk de vraag op hoe die paragraaf het beste verzorgd zou kunnen worden, dat wil zeggen, wat voor soort educatief ‘werk’ er nodig is om bestaan-als-subject mogelijk te maken.
Ik wil deze vraag hier bespreken in relatie tot de thematiek van persoonsvorming; een kwestie die tegenwoordig weer tamelijk hoog op de agenda van de Nederlandse onderwijsdiscussie staat (10), ook met betrekking tot de toekomst van het curriculum (11).
Bildung
Een van de meest prominente manieren waarop het vraagstuk van de persoonsvorming in de achterliggende jaren in Nederland is opgepakt, is in termen van Bildung. Er is veel enthousiasme voor Bildung en er gebeuren mooie dingen onder die noemer.
Maar als het gaat om persoonsvorming, dan heeft de traditie van Bildung in zekere zin een blinde vlek. Het probleem zit hem in de ambiguïteit van het woord ‘persoonsvorming’ zelf, dat namelijk gelezen kan worden als de vorming-van-personen in de richting van bepaalde idealen of ideaalbeelden – en daar vinden we Bildung – maar ook gelezen kan worden als vorming-tot-persoon-zijn of, nog preciezer, als vorming-tot-persoon-willen-zijn (12).
"Als het gaat om persoonsvorming, dan heeft de traditie van de Bildung een blinde vlek."
Bildung en Erziehung
Het is in die tweede lezing dat we de specifiek pedagogische insteek vinden, een insteek waar het kernbegrip niet Bildung is, maar Erziehung (13). Laat ik kort proberen toe te lichten om welk verschil het hier gaat (14).
Onderwijs en Bildung
Het denken over opvoeding en onderwijs in termen van Bildung is geïnteresseerd in de vraag hoe mensen worden wie ze zijn. De gedachte daarbij is dat dit niet een proces van ontwikkeling van binnenuit is, van het ontvouwen van wat in potentie al aanwezig is op de manier waarop de eikel, als we zorgen voor water, mest, en licht, uiteindelijk zal uitgroeien tot eikenboom (en overigens ook niks anders kan worden dan een eikenboom), maar cruciaal afhangt van onze interactie met cultuur.
Cultuur moet hier in antropologische zin worden begrepen, als alles dat door mensen is voortgebracht. Naast taal gaat het daarbij om tradities, praktijken en instituties, en om manieren om die (theoretisch) te benoemen en (historisch en politiek) te begrijpen, waarbij taal zelf uiteraard een belangrijke rol speelt.
Bildung is een interactief en reflexief proces
Dat Bildung als een interactief proces wordt begrepen, laat zien dat het niet gaat om het inwerken van cultuur op een passief individu. Al bij Wilhelm von Humboldt wordt Bildung gezien als een proces van zelfvorming (Selbstgestaltung) waaraan het individu een actieve bijdrage levert (zie Ballauff & Schaller, 1973).
Bildung is daarmee ook een reflexief proces, omdat altijd de vraag aan de orde is welke aspecten van de cultuur de moeite waard zijn om zich aan te vormen. Bildung vraagt, anders gezegd, om een oordeel over het Bildungs-aanbod (zie Kron, 1989, p. 66).
Dat betekent dat in Bildung zowel het individu als de wereld ‘in beeld’ komen, iets dat Wolfgang Klafki (1969) mooi heeft benoemd als de ‘dubbele ontsluiting’ van zelf en wereld.
Bildung is een educatief project
Bildung is echter niet alleen een verklaring van hoe mensen worden wie ze zijn(15), maar is ook een educatief project dat beoogt kind en cultuur met elkaar in contact te brengen zodat het kind zich ‘aan’ de cultuur kan ontwikkelen.
Dat is allemaal mooi en aardig – of serieuzer gezegd: dat is allemaal belangrijk – maar er is één vraag die daarmee nog niet is afgedekt en in zekere zin structureel buiten beeld blijft, en dat is de vraag wat het individu met al die Bildung gaat doen.
Anders gezegd (en dit is een wat ‘snelle’ manier om het punt te maken): de biografie van Adolf Hitler en die van Nelson Mandela kunnen beide begrepen worden in termen van Bildung. Hitler en Mandela hebben zich allebei in een kritisch-reflexief proces in en aan het bestaande culturele erfgoed gevormd(16).
Maar beiden hebben daar heel andere consequenties aan verbonden op het moment dat zij geconfronteerd werden met hun vrijheid, dat wil zeggen met hun vermogen om te handelen, hun vermogen om zus of zo te doen, ja of nee te kunnen zeggen, met de stroom mee te kunnen gaan of weerstand te kunnen bieden.
Bildung en subjectificatie
De vraag van de vrijheid is een existentiële vraag. Het is niet de vraag hoe we zijn geworden wie we zijn, maar de vraag wat ik met mijn aldus gevormde zelf ga doen.
En ik zal daar zelf een knoop in moeten doorhakken, omdat ik uiteindelijk de enige ben die mijn eigen leven kan leiden; dat kan niemand anders voor mij doen en in precies die zin is de vraag van de vrijheid existentieel, omdat hij verbonden is met mijn bestaan, mijn existentie, wat, letterlijk genomen, mijn ‘uitstaan’ naar de wereld is.
Terwijl het bij Bildung om individuering gaat – het proces waardoor het menselijk organisme tot individu wordt, identiteit verwerft en identificeerbaar wordt – gaat het bij de vraag van de vrijheid om subjectificatie, dat wil zeggen, om het proberen te bestaan als subject van eigen handelen, niet als object van machten en krachten buiten ons. En dat is een uitdaging die nooit stopt.
"Bij de vraag om vrijheid gaat het om subjectificatie. Bij Bildung gaat het echter om individuering."
Subjectificatie en vrijheid
Subjectificatie – om dat weerbarstige woord toch maar te gebruiken – is daarom geen kwestie van het cultiveren van het individu tot individu, maar is erop gericht kinderen en jongeren in relatie te brengen met hun eigen vrijheid, om:
- de kracht van die vrijheid te ontdekken;
- zichzelf in en aan die vrijheid te ontdekken;
- te ontdekken dat het hun vrijheid is;
- het verlangen in hen te wekken om zich op een volwassen wijze tot hun eigen vrijheid te verhouden.
Dat laatste betekent dat vrijheid niet het ‘zomaar doen wat je wilt doen’ is (zie ook Neill, 1966). Vrijheid – of nauwkeuriger: volwassen vrijheid – is het steeds mee laten wegen van de vraag of dat wat je wilt doen, wat je verlangt of wat je verlangt te doen, gaat helpen bij goed leven en goed samenleven.
Daarvoor is het nodig om onze initiatieven ‘in dialoog’ te brengen met de wereld: met de ander en het andere. Niet om daaraan te groeien of tot individu te worden, maar om tot een mate van zelfbegrenzing te komen; om je iets te laten gezeggen door de wereld buiten jezelf (zie Van Praag, 1950, p. 49).
Volwassen subject-zijn, zoals Philippe Meirieu (2007, p.96) het zo kernachtig heeft geformuleerd, is daarom in de wereld zijn zonder jezelf in het centrum van de wereld te plaatsen of te wanen (17).
"Volwassen vrijheid – is het steeds mee laten wegen van de vraag of dat wat je wilt doen, wat je verlangt of wat je verlangt te doen, gaat helpen bij goed leven en goed samenleven."
Bildung en pedagogiek en hebben een ander doel
Terwijl Bildung is gericht op de (zelf)cultivering van de persoon – persoonsvorming als vorming-van-personen – gaat het in de pedagogiek om persoonsvorming als vorming-tot-persoon-willen-zijn.
‘Persoon’ verwijst daarbij niet naar het menselijke individu als een feitelijk bio-neuro-socio-cultureel wezen dat via Bildung gecultiveerd wordt. Persoon is de manier waarop de mens bestaat. Persoon zijn is, kort gezegd, persoon zijn, persoon proberen te zijn, persoon willen zijn (18).
Volgens Böhm (2017, p.160), wordt ons bestaan als persoon gekenmerkt door de mogelijkheid om te denken, te spreken en in vrijheid te handelen, en verantwoordelijkheid voor die vrijheid te kunnen nemen, dat wil zeggen ons tot onze eigen vrijheid te kunnen verhouden. Dat betekent volgens Böhm ook dat we kunnen lachen, ook om onszelf (zie Böhm , 2017, p.161).
Persoon-zijn is deels te begrijpen als een gave – de mogelijkheid om initiatief te nemen is niet aangeleerd of verworven maar is iets wat we ‘bij’ of ‘in’ onszelf aantreffen (en het is een interessante biografische en pedagogische vraag hoe, op welk moment en onder welke condities we dat bij onszelf aantreffen).
Persoon-zijn is daarnaast ook een opgave, juist omdat we op ieder moment weer zus of zo kunnen doen, ja of nee kunnen zeggen, met de stroom mee kunnen gaan of weerstand kunnen bieden (19).
"Terwijl Bildung is gericht op de vorming-van-personen – gaat het in de pedagogiek om persoonsvorming als vorming-tot-persoon-willen-zijn."
Geen cultivering (Bildung) maar Erziehung
Het educatieve ‘werk’ dat bij persoon-zijn aan de orde is, is dus geen kwestie van cultivering maar kent een hele andere dynamiek: een pedagogische dynamiek waarin Erziehung als het bewuste en bedoelde handelen ‘in de richting van’ kind en jongere de centrale ‘act’ is. Deze dynamiek is door Dietrich Benner, in navolging van Fichte, benoemd als het aansporen tot zelf-handelen (‘Aufforderung zur Selbsttätigkeit’) (zie bijvoorbeeld Benner, 1987; zie ook Langewand, 2003; Benner, 2003).
In mijn eigen werk heb ik het geformuleerd als het wekken van het verlangen om op een volwassen manier in de wereld te willen zijn (zie Biesta, 2017a), iets dat we, in navolging van Herner Saeverot (2011), misschien het beste als een proces van verleiding zouden kunnen begrijpen.
Het gaat er hier dus niet om de persoon van de leerling naar een bepaald beeld of naar bepaalde principes of waarden te vormen, maar om hen aan te moedigen de uitdaging van hun persoon-zijn op zich te nemen en om hulp te bieden bij het ontdekken en uitproberen van wat daarbij allemaal komt kijken.
"Het educatieve werk bij persoon-zijn is het wekken van het verlangen om op een volwassen manier in de wereld te willen zijn."
Verder lezen
In de andere delen van deze serie leest u de rest van deze inaugurele rede. In deel 1 gaat het over het thema 'Over de pedagogische paragraaf in onderwijs, opleiding en vorming'. Deel 2 gaat over 'Pedagogiek, een betrokken handelingswetenschap'. Deel 4 gaat over 'Subjectiverend onderwijs: Het curriculum op zijn kop'. Deel 5 sluit af met het thema 'Pedagogiek, innerlijkheid en hummaniteit en slot'.
Noten
10) Of ik daar zelf ook een factor in ben geweest, laat ik in het midden, maar zie bijvoorbeeld https://www.scienceguide.nl/2015/10/biesta-de-winnaar.
11) Zie www.onsonderwijs2032.nl en www.curriculum.nu. Zie ook http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/projecten/persoonsvorming
12) Deze ambiguïteit heeft helaas ook de politieke discussie over de toekomst van het curriculum parten gespeeld (zie het verslag van een algemeen overleg de vaste commissie van voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gehouden op 20 april 2017: https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2017A00729).
13) Zie bijvoorbeeld Benner (1987), die de theorie van Bildung koppelt aan de notie van ‘Bildsamkeit’ en de theorie van Erziehung aan het idee van ‘Aufforderung zur Selbsttätigkeit’ (zie hierna).
14) In Biesta (2017c) bespreek ik dit nog iets uitvoeriger, waarbij ik Bildung en Erziehung benoem als twee paradigma’s van persoonsvorming in opvoeding en onderwijs.
15) Ofschoon Bildung een Duitse term is, zijn de ideeën van John Dewey misschien wel het best uitgewerkte voorbeeld van deze manier van denken, iets wat bijvoorbeeld duidelijk wordt in Deweys eigen karakterisering van zijn positie als ‘cultureel naturalisme’ (Dewey, 1938) – Bildung als de interactie van natuur en cultuur – en van zijn visie op de mens als een ‘geaccultureerd organisme’ (Dewey, 1988) – een organisme gevormd door interactie met cultuur.
16) Er zou tegengeworpen kunnen worden dat het Hitler heeft ontbroken aan kritische reflexiviteit. Ik vraag me dat af, vooral omdat kritiek – dat teruggaat op het Griekse woord voor oordelen – altijd een criterium nodig heeft, en daarmee meer speelruimte biedt dan vaak wordt verondersteld (zie hierover Biesta & Stams, 2001).
17) ‘Un élève-sujet est capable de vivre dans le monde sans occuper le centre du monde.’
18) In de vijfde stelling van zijn ‘Tien Stellingen over de Persoon’ schrijft Viktor Frankl: ‘De persoon is existentieel; daarmee wordt beweerd, dat de persoon geen “feit” is, en dat de persoon niet vastgeklonken is aan “feitelijkheid”. De mens, als persoon, is geen factisch, maar een facultatief wezen; hij existeert als die - namelijk zijn eigen - mogelijkheid die hij kan aannemen of verwerpen.’ (zie www.viktorfrankl.nl)
19) Het gaat hierbij volgens Böhm om het ‘eminent spannungsreichen dialektischen Prozess der Auseinandersetzung des Menschen mit der Welt in der Weise, dass das menschliche Individuum von seiner natürlichen Selbstbezogenheit ablasst, sich von der Befangenheit in seine sinnliche Erfahrungswelt befreit, sich auf die Welt einlasst und in der Hingabe an seine ihm eigentümliche Berufung zum Weltdienst sich selber als sich in Raum und Zeit zusammenfassende Person findet und sich quasi auf eine höheren Stufe auf sich zurücknimmt‘. (Böhm, 2017, pp.169-170)