Kennisplatform
Hoe geef je een passend schooladvies?

Van brokkelbrein naar focus

Legemaat, M. (2022). Van brokkelbrein naar focus.
Geraadpleegd op 15-12-2024,
van https://wij-leren.nl/van-brokkelbrein-naar-focus.php
Geplaatst op 9 augustus 2022
Van brokkelbrein naar focus

Ze zijn niet meer weg te denken uit het leven van pubers en adolescenten: social media. Hoe fantastisch ze ook kunnen zijn, op het leren en concentreren hebben ze vaak een negatieve invloed. Met als gevolg een brokkelbrein. In Van brokkelbrein naar focus gaan de drie auteurs Gerjanne Dirksen, Theo Compernolle en Gertie Verreck in op de uitdagingen die dit voor docenten meebrengt: hoe krijg ik aandacht en hoe houd ik aandacht vast in mijn les? Hier volgt een samenvatting van de zes hoofdstukken uit deze praktijkgids voor docenten over aandacht, social media en het brein.

Altijd online kunnen zijn is een zegen, altijd online zijn is een ramp

1. Brokkelbrein

Cijfers rond gebruik van social media door jongeren liegen er niet om: 3 uur per dag gemiddeld op een smartphone is heel gewoon. Het geeft voordelen: verbondenheid, stressvermindering, informatie delen; ook in het onderwijs zijn er voordelen zoals educatieve apps, of samen huiswerk maken via de mobiel.

Door verkeerd gebruik van social media zijn er ook nadelen. In het kader van leren gaat het dan bijvoorbeeld om passief gebruik: zomaar wat scrollen, doorklikken zonder interactie met anderen. Jongeren geven zelf ook aan dat social media veel van hun tijd opslokt die ze eigenlijk aan andere dingen hadden kunnen of moeten besteden.

Nadelen voor leren uiten zich dan in:

  • Zich niet lang kunnen concentreren of focussen;
  • Slaaptekort en dus verminderde concentratie;
  • Ook in klas of tijdens huiswerk afleiding door mobiel; door tussendoor afleiding worden dingen minder goed onthouden;
  • Lessen worden gauw saai gevonden.

Verder zijn er ook nadelen voor het welzijn van leerlingen. Eén op de vijf jongeren geeft aan somber te worden en negatieve emoties te ervaren door social media.

Leren is het vormen van nieuwe, sterke en uitgebreide neurale netwerken.

Ons brein leert door verbindingen te maken tussen neurale netwerken.Geitenpaadjes worden asfaltwegen door veelvuldig verbindingen te maken en te gebruiken. Daarbij is aandacht nodig, focus. Focus ontstaat wanneer de rest waar je aandacht aan wilt of kunt geven verdwijnt. Deze verduistering of onderdrukking van prikkels kost heel veel energie. Onbewust geven we aandacht aan alles wat een mogelijke beloning voor ons kan zijn. Dit geeft namelijk een dopaminekick – de verwachting op plezier.

Er zijn drie breinnetwerken die belangrijk zijn bij het leren:

  1. Het reflexbrein – reflexen en gewoonten; dit brein is snel, onbewust en intuïtief.
  2. Het denkende brein – focus; dit brein is actief bij het aanleren van nieuwe feiten en vaardigheden.
  3. Het archiverende brein – ontfocussen; dit brein is actief bij echte pauzes, slapen, of je gedachten de vrije loop laten.

Als het goed is, zijn deze drie breinnetwerken in balans met elkaar. Deze balans wordt verstoord door lang en veel op social media bezig te zijn. Er ontstaat een brokkelbrein.

Het is heel belangrijk om tijdens het leren (denkende brein) pauzes te nemen. Tijdens deze pauzes is het archiverende brein actief en zorgt ervoor dat verbindingen tussen neurale netwerken worden gereorganiseerd. Tegelijk hertstelt het denkbrein zich.

Het leren na een pauze wordt makkelijker en het geleerde van voor de pauze versterkt.

Een bruikbare metafoor voor de drie breinwerken en hun verschillende werking is die van

  • de olifant (het reflexbrein, impulsief, log);
  • de bijrijder (doelgericht, heeft energie nodig om olifant in bedwang te houden en te sturen) en
  • de oase (het archiverende brein; pauzes zorgen voor rust en energie).

Hoe kun je het brokkelbrein aanpakken? Belangrijk is om schermvrij te kunnen zijn en jezelf langere tijd van je apparaten te kunnen loskoppelen zonder daarvan gestrest te raken.

De oplossing is om de drie breinnetwerken meer in balans te brengen en in je lessen die balans te faciliteren.

2 Help het denkende brein met focussen

Het denkende brein kan maar één ding tegelijk en niet multitasken. Afleidingen trekken de aandacht weg bij het denkbrein naar het reflexbrein. Je brein wordt brokkeliger hoe vaker je wisselt in aandacht. Impulscontrole en het werkend geheugen zijn belangrijk voor leren en focussen.

Aandacht richten en volhouden is een belangrijke executieve vaardigheid. Vooral het volhouden kost veel energie, tenzij je in een flow komt. Soms wordt tijdens een taak je aandacht getrokken door iets anders, je reflexbrein reageert. Je denkende brein kan de aandacht dan weer bewust terugbrengen.
Van taak wisselen kost energie: wisselkosten. Je maakt ook sneller fouten als je vaak wisselt van taak. Een half uur ononderbroken werken is veel efficiënter dan drie keer tien minuten.

Probeer je leerlingen zo’n twintig tot dertig minuten geconcentreerd te laten werken aan één taak en neem dan een micropauze van 2 tot 3 minuten.

Het belangrijkste wat een docent kan doen om het denkende brein van leerlingen beter te laten functioneren is hen kennis en bewustzijn bijbrengen over hoe leren werkt in het brein. (metacognitie) Verder kun je leerlingen leren focussen met aandachtsoefeningen; in dit hoofdstuk vinden we verschillende tips voor ademhalingsoefeningen, focussen op geluid met klankschalen en yoga-oefeningen.

3. Leg het reflexbrein aan teugels.

Bij social media is het reflexbrein actief en dit houdt ons van het diepere denkwerk af. Het reflexbrein is constant alert op snelle beloningen: deze aangeboren snelkoppelingen zijn in het verleden ontstaan door snel te reageren op potentieel gevaar of genot. Een aangeleerde snelkoppeling ontstaat als een bepaald paadje in het brein veelvuldig bewandeld wordt. Daarom is het goed om een aandachtsritueel in te stellen: dit kun je inzetten om focus te krijgen bij de les of het huiswerk maken.

Een aandachtsritueel is een vast en kort ritueel dat je voorbereidt op een langere tijd van concentratie.

Een dopaminekick die mobielgebruik geeft, kan door gewoontevorming leiden tot verslaving. Dit is veel lastiger te doorbreken, de olifant is veel sterker dan de bijrijder. Er moet nieuw gedrag aan geleerd worden: omleren. Hier heb je wel enkele maanden voor nodig.

Een juiste dosis stress kan leren bevorderen, teveel stress is echter niet goed evenals te weinig (verveling)  Altijd verbonden zijn met social media kan stress veroorzaken door continue waakzaamheid, voortdurende druk van dingen die je eventueel gaat missen en de energie die het kost door het taakwisselen. Gezonde stress is interval stress, een optimale belasting die niet te lang duurt met pauzes ertussen. Een goede docent zorgt voor de juiste stressbalans.
Social media triggeren ons brein door de 4 G’s: Genot, Gevaar, de Groep en Gewoonten. In dit hoofdstuk worden ze uitgewerkt. Verder geeft dit hoofdstuk docenten tips om het reflexbrein aan teugels te leggen:

  1. Mobieltjes stil en uit het zicht? Eventueel met telefoontassen; In ieder geval zijn heldere regels op school nodig, welke regels dat dan ook zijn;
  2. Geen open leerpleinen en andere afleidingen;
  3. Dopaminekicks inbouwen in je lessen door elementen van beloningen in te bouwen;
  4. Zorg voor spanning en uitdaging in je les;
  5. Zorg voor goede gewoonten en aandachtsrituelen.

4. Gun pauzes aan denkbrein en archiverend brein.

Dit hoofdstuk gaat in op het belang van pauzes, slapen en bewegen bij leren. Dit is goed voor het archiverend brein, een associërend netwerk. Het bouwt voort, verbindt, associeert, combineert, en (re)organiseert. Dit brein heeft echte pauzes nodig om zijn werk te kunnen doen. Micropauzes van een paar minuten zijn al helpend. Het moet wel een echte pauze zijn waarin iets heel anders wordt gedaan, dus niet weer op je mobiel waarbij je je brein min of meer nog steeds belast.
Beweging tussendoor is ook heel goed voor het denkend brein. Daar kan ook het wisselen van lokaal al toe bijdragen. Maar het is ook mogelijk gerichte bewegingsoefeningen te doen.  
Verder gaat dit hoofdstuk in op slaaptekort onder adolescenten en de effecten daarvan. Het hoofdstuk sluit af met tips voor docenten voor pauzes van het denk- en archiverende brein.

5. Begeleid het adolescentenbrein

In dit hoofdstuk ligt de focus nog meer op het adolescentenbrein en zijn (on)mogelijkheden. De belangrijkste veranderingen die optreden tijdens de adolescentie komen aan de orde.

Pubers zijn vooral gevoelig voor mogelijke beloningen en hebben veel minder oog voor mogelijke straf of gevaar

Hierdoor ontstaan gemakkelijk slechte gewoonten. Het advies van de auteurs is dan ook om het smartphone gebruik de eerste jaren van de middelbare school en de laatste groep van het basisonderwijs te reguleren.

6. Gebruik de zes breinprincipes

In dit laatste hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de mogelijke voorkeur van een docent voor een bepaald breinprincipe. Vervolgens worden de zes breinprincipes besproken:
1.    Breinprincipe Focus; het voorstelbaar maken van nut en belang van het onderwerp van je les; dit kan door visualisatie, verhalen vertellen over rolmodellen.
2.    Breinprincipe Herhalen; zorg voor herhaling bijvoorbeeld binnen één les door blokken te plannen met afwisseling en minimale wisselkosten en micropauzes.

Herhaal na elke pauze, na 1 uur, na 1 dag, na 1 week, na 1 maand, na 3 maanden, na een half jaar.

3.    Breinprincipe Voortbouwen; ons brein zoekt naar associaties en patronen, help ze die te vinden.
4.    Breinprincipe Emotie; bouw onverwachte dingen of beloningen in, bijvoorbeeld met de Dopamine Quiz. Geef positieve waardering en feedback.
5.    Breinprincipe Creatie; laat leerlingen dieper nadenken, geef ze uitdagingen en laat ze dingen uitpuzzelen.
6.    Breinprincipe Zintuiglijk rijk: zet verschillende zintuigen en beweging in tijdens je lessen.

Tenslotte eindigt dit hoofdstuk met een breinvriendelijke voorbeeldles over social media, aandacht en brein.
In het nawoord geven de auteurs nogmaals enkele tips om balans te brengen in brokkelbreinen.

Je scherm(pje) meester zijn, dat gaat veel verder dan het belang voor leren. Je hebt er je leven lang profijt van.

Twee van de drie auteurs, Gerjanne Dirksen en Gertie Verreck, zijn verbonden aan het BCL Instituut. Dit staat voor BreinCentraal Leren. Ook Theo Compernolle, voormalig hoogleraar is gespecialiseerd in het brein en de werking daarvan. Op een webpagina van de site van het BCL instituut staan handige extra’s bij het boek https://www.bclinstituut.nl/pages/extras-van-brokkelbrein-naar-focus

Recensie:

Elke docent heeft tegenwoordig te maken met de invloed van mobielgebruik en social media op leerlingen. Dit boek erkent de leerproblemen die overmatig social media-gebruik mee kunnen brengen, maar richt zich vooral op een positieve manier op de oplossingen. Mooi dat deze positieve insteek de boventoon heeft!

Uitgebreid komt aan de orde hoe het brein werkt en hoe leren tot stand komt. Met gebruik van deze kennis wordt uitgelegd hoe je het beste je lessen kunt opbouwen en hoe je leren bij je leerlingen kunt bevorderen. Veel tips en praktijkvoorbeelden maken het boek tot een leesbaar geheel.

Uiteindelijk verwachten de auteurs toch vooral veel van metacognitie: kennis over het leren bij leerlingen bevorderen en bij hen bewustwording creëeren. Goed dat ook het belang van een schoolbrede consequente omgang met mobielgebruik aanbevolen wordt.

Dit boek maakt je bewust van de invloed van mobielgebruik op de hersenen van leerlingen en geeft je veel praktische handvatten voor het bevorderen van leren en concentratie.
 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Van brokkelbrein naar focus is te bestellen via:



Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.