Kennisplatform
Alles over executieve functies: Leermodules van Emiel van Doorn.

Bordwerk en aantekeningen, slow teaching in de 21e eeuw

Gerard Bel
Onderwijsadviseur en teamcoach bij Wij-leren.nl  

Bel, G. (2023). Bordwerk en aantekeningen, slow teaching in de 21e eeuw.
Geraadpleegd op 16-10-2024,
van https://wij-leren.nl/bordwerk-en-aantekeningen-slow-teaching.php
Geplaatst op 11 augustus 2023
Bordwerk en aantekeningen

Dit artikel is een samenvatting en recensie van het boek Bordwerk en aantekeningen, slow teaching in de 21eeuw.

Geschiedenis van het bordwerk

Het onderwijs kent twee revolutionaire uitvindingen die de kwaliteit van het lesgeven significant hebben verbeterd: de drukpers en het schoolbord. Door de drukpers werd kennis breder verspreid en door het schoolbord werd het mogelijk om mondelinge uitleg te ondersteunen met woorden en tekeningen, instructie kon nu klassikaal gegeven worden. Na een korte verkenning van het ontstaan van het schrift  wordt de sprong gemaakt naar het jaar 1800, toen de Schotse aardrijkskundeleraar James Pillans op het idee kwam om de leitjes van zijn leerlingen naast elkaar aan de muur te hangen: het schoolbord was geboren.

Met de komst van pc’s op scholen verdween het klassieke krijtbord en kwamen er whiteboards in de scholen. Er is een schat aan kennis opgebouwd over hoe je het beste kunt onderwijzen op het bord. Denk hierbij aan de indeling van het bord, de lesopbouw, het effectief gebruik van kleur, etc. Deze kennis, die door de auteur ‘collectieve onderwijskennis’ wordt genoemd, werd overgedragen van leraar op leraar en kwam ook aan de orde op lerarenopleidingen. De collectieve onderwijskennis over effectief bordgebruik betreft deze vijf aspecten:

  1. Ondersteun je mondelinge instructie met beelden
  2. Breng ordening aan
  3. Laat bordwerk langzaam ontstaan
  4. Laat leerlingen bordwerk overnemen en aantekeningen maken
  5. Zorg voor herhaling

Van analoog naar digitaal?

De inzet van technologie is volgens de auteur vaak verbonden met vernieuwingen die uitgaan van gepersonaliseerd leren, waarbij de leerkracht coach is in plaats van onderwijzer. Onderzoek van de OESO laat zien dat er geen noemenswaardige verbetering is van schoolprestaties door de inzet van technologie. Kies daarom bewust voor de inzet van je krijtbord, een whiteboard of het digbord en maak deze keuze op basis van de doelen die je wilt bereiken. Door technologie is onderwijs complexer geworden, niet eenvoudiger.

Technologie is een uitbreiding van de mogelijkheden die we als leerkrachten al eeuwenlang tot onze beschikking hebben.

Het is een extra leermiddel en het heeft geen magische eigenschappen. Het is beter om te bepalen welke aspecten van het lesgeven in hoge mate effectief zijn en hoe technologie hierin een versterkende rol zou kunnen spelen. De nadelen van technologische hulpmiddelen kunnen het leerproces in de weg staan, denk aan het kalibreren van het bord, internetstoringen, en dergelijke. Het controleren van begrip gaat sneller door een wisbordje te gebruiken dan door de inzet van een app. Voor de inzet van technologie geeft de auteur een aantal vragen mee:

  1. Blijf je als leerkracht centraal staan? Of neemt de technologie de plek van de leerkracht over? Het gevaar is dat je zeggenschap over het aanbod verliest en minder contact hebt met de kinderen.
  2. Ondersteunt en versterkt technologie de lesfasen en –technieken van het EDI-model?
  3. Voegt de technologie iets toe dat niet analoog bereikt kan worden?

Bij de keuze voor de inzet van technologie spelen didactische en ethische dilemma’s. Dat betreft alleen al de inzet van financiële middelen. 

De keuze voor de inzet van technologie moet beredeneerd gemaakt worden en mag niet worden opgelegd. Spreek daarom eerst over een effectieve inzet, en pas daarna over aanschaf en implementatie. Dit geldt ook voor trainingen, die soms te eenzijdig gericht zijn op technische mogelijkheden en veel te weinig gaan over het effectief inzetten van deze middelen.

In een wereld vol afleiding zou juist de school een plek moeten zijn waar kinderen leren om langdurig de aandacht vast te houden. Laat leerlingen stof actief verwerken door ze aantekeningen te laten maken, het zelf verwoorden van leerinhouden is effectiever dan het aanklikken van een juist antwoord.

Bordwerk in de 21e eeuw

Door zelf te tekenen en te schrijven ligt het tempo als vanzelf lager en ontstaat ‘slow teaching’. Hierdoor wordt ‘cognitive overload’ voorkomen, de belasting van het korte-termijngeheugen.

Het maken van aantekeningen op het bord, zorgt ervoor dat er een duidelijker keuze gemaakt wordt in wat wél en wat níet de moeite waard is om te noteren. Hierdoor blijft de kern van de lesstof over. Maak van tevoren op papier een schets waarin je al kunt nadenken over de kernwoorden en de ordening. Voor leerlingen is bordwerk tegelijk een voorbeeld van goed samenvatten, en laat het zien dat netjes werken belangrijk is.

Aantekeningen

Het maken van aantekeningen is een krachtige manier om leerlingen te betrekken bij de lesinhoud. Er wordt in veel methoden gewerkt met werkboeken die de leerlingen als ware het denkwerk uit handen nemen, ze hoeven steeds minder zelf te formuleren. Het boek beschrijft vier manieren van aantekeningen maken: uitgelijnde aantekeningen, Cornell-aantekeningen, visuele aantekeningen en kenniskaarten. 

  • Uitgelijnde aantekeningen: informatie wordt in kopjes opgedeeld. Er is een hoofdonderwerp, vervolgens zijn er subkopjes die weer onder te verdelen zijn in details. 
  • Cornell-aantekeningen: hierin wordt in een bepaalde vakverdeling gewerkt. Bovenaan de bladzijde is een vak waarin het onderwerp wordt genoteerd, onderaan is een vak waarin de samenvatting staat. In de tussenliggende ruimte komen de aantekeningen, waarbij er aan de linkerkant een verticaal vak is waarin kernwoorden en controlevragen een plaats krijgen. 
  • Visuele aantekeningen: plaatjes zeggen soms meer dan honderd woorden. Hierbij is er veel aandacht voor de vormgeving. 
  • Kenniskaarten: dit is een combinatie van de voorgaande manieren van aantekeningen maken. De essentie van de les staat geordend in hoofd- en bijzaken. Er is een vak met controlevragen en er worden ook tekeningen gebruikt. 

Recensie

Het boek is zeer gestructureerd van opzet, dat maakt het makkelijk om je weg te vinden. De praktische voorbeelden maken het voor leerkrachten goed volgbaar en de schrijfstijl is prettig.

Er is veel voor te zeggen om het krijtbord een volwaardige plek (terug) te geven in het onderwijs. Het schrijfbord zorgt voor een scherpere selectie in wat je wel en niet een plek geeft in je les. Het bordwerk en het maken van aantekeningen worden in dit boek benaderd vanuit het perspectief dat EDI de enige wijze lijkt waarop goed onderwijs gegeven kan worden. Dit is een wat smalle onderwijsopvatting, en het is goed om dat in het achterhoofd te hebben bij het lezen. Dat iedere leerkracht het EDI-model in de gereedschapskoffer dient te hebben is evident, maar dit heeft dan vooral betrekking op nieuwe leerstof; deze kanttekening ontbreekt echter. 

In het boek wordt zeer regelmatig aandacht gevraagd voor de kracht van herhaling. Dat is op zichzelf consequent, maar het boek zou aan kracht hebben gewonnen als deze dubbelingen zouden ontbreken. De actieve rol van leerlingen lijkt zich te beperken tot het overnemen, het zelf maken of het reproduceren van aantekeningen. De stelling dat zelfstandig werken niet bedoeld is om eigenaarschap en zelfstandigheid te vergroten (p. 57) is op dit punt illustratief. 

De auteur waarschuwt terecht tegen de valkuil dat technologie de plaats inneemt van de zelf kiezende leraar. Goed onderwijs staat of valt met de leraar, niet met het digibord! Het boek sluit af met een aantal fraaie bordtekeningen. Daarbij valt het op dat 85% van die voorbeelden betrekking heeft op wereldoriëntatie. Hierbij komt nergens het belang naar voren van een rijke leeromgeving. Dat is een gemis, maar het is wel begrijpelijk vanuit de visie op onderwijs van de auteur. 

Het kunnen maken van aantekeningen is inderdaad een heel belangrijke vaardigheid. Leerlingen worden geactiveerd om lesinhoud zelf te verwoorden en te verwerken. In de praktijk zie je vaak dat het verwerken van leerstof is uitbesteed aan een werkboek waarbij leerlingen niet meer zelf hoeven na te denken over het formuleren van een antwoord. Het is daarom terecht en waardevol dat het boek aandacht besteedt aan manieren om aantekeningen te (leren) maken.

De subtitel van het boek is ‘Slow teaching in de 21e eeuw’. De achterflap belooft de lezer een combinatie van de nieuwste inzichten en technieken met onderwijservaring van honderden jaren. Die belofte wordt echter niet ingelost doordat oude kennis en nieuwe ontwikkelingen elkaar niet raken. Er ontstaat zo een tegenstelling waar juist behoefte is aan integratie en dat is jammer. Tegelijk is de aandacht voor het ambacht van leraren en lesgeven en de plek van het bordwerk een waardevol geluid. 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Bordwerk en aantekeningen is te bestellen via:



Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.