Kennisplatform
Nog enkele plaatsen vrij bij Medilex: Congres Kleutertaal.

10 veelgestelde vragen over executieve functies

Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl   

Karels, M. (2023). 10 veelgestelde vragen over executieve functies.
Geraadpleegd op 11-11-2024,
van https://wij-leren.nl/10-veelgestelde-vragen-executieve-functies.php
Geplaatst op 4 december 2023
10 veelgestelde vragen executieve functies

Executieve functies betekenis

Executieve functies zijn cognitieve processen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor het beheersen van doelgericht gedrag. Ze omvatten onder andere het vermogen om te plannen, organiseren, impulsbeheersing, flexibiliteit, werkgeheugen en aandacht. Deze functies spelen een cruciale rol bij het uitvoeren van taken, het nemen van beslissingen en het reguleren van emoties.

Het goede nieuws is dat executieve functies kunnen worden getraind en verbeterd, vooral bij kinderen en jongeren. Activiteiten zoals doelgerichte spelletjes, cognitieve training en specifieke interventies kunnen helpen bij de ontwikkeling van deze functies. Ook zijn er onderwijsprogramma's die gericht zijn op het versterken van executieve functies, waardoor ze beter kunnen worden toegepast in verschillende contexten, waaronder het onderwijs.

In dit artikel worden de 10 meest gestelde vragen over executieve functies of vaardigheden beantwoord. De volgende vragen worden in dit artikel behandeld:

  1. Wat zijn de 11 executieve functies?
  2. Wat zijn executieve functies in kindertaal?
  3. Hoe verbeter je executieve functies?
  4. Kun je executieve functies trainen?
  5. Wat zijn belangrijke executieve functies bij ADHD?
  6. Hoe weet ik of mijn kind een executieve functiestoornis heeft?
  7. Wat zijn belangrijke executieve functies bij autisme?
  8. Welke executieve functies zijn op welke leeftijd vooral relevant?
  9. Hoe help je iemand met een executieve functiestoornis?
  10. Welke hersengebieden zijn betrokken bij de executieve functies?

Het artikel sluit af met een lijstje boeken over executieve functies.

Executieve functies trainen op school

1. Wat zijn de 11 executieve functies?

Er zijn verschillende modellen en indelingen van executieve functies, en het aantal benoemde functies kan variëren. De meeste indelingen kennen de volgende 11 executieve functies:

  1. Inhibitie: Het vermogen om impulsen te onderdrukken en te weerstaan, evenals de neiging om afleiding te vermijden.
  2. Werkgeheugen: Het vermogen om informatie tijdelijk vast te houden en te manipuleren voor cognitieve taken.
  3. Aandacht: Het vermogen om gericht te blijven op een taak, ondanks afleiding.
  4. Emotieregulatie: Het vermogen om emoties te herkennen, begrijpen en beheersen.
  5. Volgehouden aandacht: Het vermogen om aandacht te behouden gedurende langere perioden, vooral bij repetitieve taken.
  6. Taakinitiatie: Het vermogen om zelfstandig een taak te beginnen, zonder uitstelgedrag.
  7. Planning/organisatie: Het vermogen om een plan te maken, stappen te organiseren en de uitvoering van de taak te plannen.
  8. Flexibiliteit: Het vermogen om van denkrichting te veranderen en zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden.
  9. Metacognitie: Het vermogen om het eigen denken te monitoren en te reguleren.
  10. Doelgericht doorzettingsvermogen: Het vermogen om doelen te stellen en vast te houden aan die doelen, zelfs in het licht van tegenslag.
  11. Sociale cognitie: Het vermogen om sociale situaties goed te begrijpen en effectief te reageren op anderen.

Houd er rekening mee dat deze functies vaak met elkaar interacteren en elkaar beïnvloeden. Elke functie speelt een belangrijke rol in het ondersteunen van het doelgerichte gedrag en de zelfregulatie. 

Het is dus zo dat er een heel aantal verschillende indelingen van executieve functies circuleren. In het artikel 'Discussie over executieve functies' zet Emiel van Doorn een aantal indelingen van de executieve vaardigheden op een rijtje.

Executieve vaardigheden trainen

2. Wat zijn executieve functies in kindertaal?

Executieve functies zijn als de dirigent in je hersenen. Ze helpen je om dingen te doen, te plannen en problemen op te lossen. Dit zijn de executieve vaardigheden in kindertaal:

  1. Remmen: Dit betekent dat je kunt stoppen en nadenken voordat je iets doet, zoals niet zomaar snoep pakken als het niet mag.
  2. Geheugen: Je hersenen onthouden dingen, zoals wat je vriendje je gisteren vertelde of wat je vandaag op school hebt geleerd.
  3. Aandacht: Dit betekent dat je je kunt concentreren op wat je aan het doen bent, zelfs als er leuke dingen om je heen gebeuren.
  4. Emoties controleren: Soms voel je je boos of verdrietig, en dat is oké. Executieve functies helpen je om deze gevoelens te begrijpen en ermee om te gaan.
  5. Doorgaan: Het betekent dat je niet opgeeft, zelfs als iets moeilijk is. Het is als doorzetten, zoals wanneer je leert fietsen en steeds weer probeert.
  6. Plannen: Je bedenkt wat je gaat doen en hoe je het gaat doen, zoals wanneer je een plan maakt voor een spelletje.
  7. Flexibel denken: Soms moet je je plannen veranderen, en dat is oké. Executieve functies helpen je om flexibel te zijn en je aan te passen.
  8. Zelf weten hoe je denkt: Het betekent dat je begrijpt hoe je denkt en leert van je ervaringen.
  9. Doel stellen: Je denkt na over wat je wilt bereiken en maakt plannen om daar te komen, zoals leren lezen of een nieuwe truc op je skateboard.
  10. Volhouden: Soms duurt het even voordat je iets leert of een doel bereikt. Executieve functies helpen je om door te zetten en niet op te geven.
  11. Samen spelen: Het betekent dat je begrijpt hoe anderen zich voelen en goed met ze kunt omgaan, zoals vrienden maken en samen plezier hebben.

Het is heel zinnig om deze vaardigheden met kinderen te bespreken. Dit helpt hen namelijk om inzicht te krijgen in hun eigen gedrag en zelfregulatie. Er zijn hele mooie materialen beschikbaar om het reflecteren op deze vaardigheden te registreren in een soort portfolio. Een eenvoudige manier is bijvoorbeeld het gebruik van een ik-rapport met deze vaardigheden erop.

3. Hoe verbeter je executieve functies bij een kind?

Er zijn verschillende manieren om executieve vaardigheden te verbeteren. Dit zijn enkele algemene suggesties die je met kinderen van verschillende leeftijden kunt uitvoeren:

  1. Spelletjes en activiteiten: Kies spellen en activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van executieve functies, zoals bordspellen, puzzels, geheugenspelletjes en strategische spellen.
  2. Lichamelijke activiteit: Regelmatige lichaamsbeweging, zoals wandelen, fietsen of sporten, kan de cognitieve functies, waaronder executieve functies, positief beïnvloeden.
  3. Routines en planning: Help kinderen bij het opstellen van dagelijkse routines en planningen. Dit helpt bij het ontwikkelen van vaardigheden zoals plannen, organisatie en taakinitiatie.
  4. Zelfreflectie: Moedig kinderen aan om na te denken over hun eigen gedrag en ervaringen. Dit helpt bij het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden.
  5. Doelgerichte activiteiten: Laat kinderen betrokken zijn bij activiteiten waarbij ze doelen moeten stellen en deze moeten bereiken, waardoor ze hun doelgericht doorzettingsvermogen kunnen versterken.
  6. Positieve bekrachtiging: Beloon en moedig positief gedrag aan. Dit helpt bij het ontwikkelen van inhibitie en emotieregulatie.
  7. Gebruik visuele hulpmiddelen: Maak gebruik van visuele hulpmiddelen zoals planners, schema's en herinneringen om kinderen te ondersteunen bij het organiseren van taken en het behouden van aandacht.
  8. Cognitieve training: Overweeg programma's of activiteiten die specifiek gericht zijn op het trainen van executieve functies, zoals computerprogramma's, educatieve apps of interventieprogramma's op school.
  9. Leerstrategieën: Help kinderen bij het ontwikkelen van effectieve leerstrategieën, zoals het gebruik van geheugentechnieken en het maken van samenvattingen.
  10. Onderwijsaanpassingen: In het onderwijs kunnen aanpassingen worden gedaan om kinderen te ondersteunen, zoals het bieden van gestructureerde omgevingen, het gebruik van visuele schema's en het geven van duidelijke instructies.

Het is belangrijk om je te realiseren dat het ontwikkelen van executieve functies een geleidelijk proces is. Bij elk mens verloopt dat weer iets anders en individuen kunnen verschillende behoeften hebben. Op de leerling afgestemde benaderingen zijn essentieel voor succes. 

Kijk ook eens bij de inhoudelijke bespreking van het materiaal 'Wijzer in executieve functies' op Wij-spelen.nl.

https://www.bol.com/nl/nl/s/wijzer+in+executieve+functies/?Referrer=ADVNLPPcef64e0018aa59420065bba51d680042252&utm_source=42252&utm_medium=Affiliates&utm_campaign=CPS&utm_content=txl

4. Hoe kun je executieve functies trainen in de klas en op school?

Executieve functies kunnen worden getraind en verbeterd, vooral bij kinderen en jongeren. Er zijn verschillende benaderingen en activiteiten die gericht zijn op het ontwikkelen van specifieke executieve functies. Dit zijn enkele algemene strategieën om de executieve vaardigheden te versterken:

  1. Cognitieve training: Specifieke computerprogramma's en apps zijn ontworpen om executieve functies te trainen. Deze programma's richten zich op taken zoals werkgeheugentraining, aandachtscontrole en probleemoplossend vermogen.
  2. Spelletjes en activiteiten: Bordspellen, kaartspellen, puzzels en strategische spellen kunnen de executieve functies stimuleren. Deze activiteiten vereisen planning, organisatie, aandacht en flexibel denken.
  3. Fysieke activiteit: Regelmatige lichaamsbeweging heeft positieve effecten op cognitieve functies, waaronder executieve functies. Activiteiten zoals sporten, dansen of gewoon buiten spelen dragen bij aan de ontwikkeling van deze vaardigheden.
  4. Coaching en begeleiding: Individuele begeleiding door een professional, zoals een coach of mentor, kan kinderen en volwassenen helpen bij het identificeren en verbeteren van specifieke executieve functies.
  5. Zelfregulatiestrategieën: Het aanleren van zelfregulatiestrategieën, zoals ademhalingsoefeningen en mindfulness, kan bijdragen aan emotieregulatie en het vermogen om aandacht te behouden.
  6. Onderwijsaanpassingen: In het onderwijs kunnen aangepaste benaderingen worden gebruikt, zoals het gebruik van visuele hulpmiddelen, gestructureerde omgevingen en het aanleren van studievaardigheden.
  7. Routines en planning: Het implementeren van dagelijkse routines en planningsactiviteiten helpt bij het ontwikkelen van organisatorische vaardigheden en doelgerichte planning.
  8. Zelfreflectie: Moedig zelfreflectie aan, waarbij kinderen en volwassenen nadenken over hun eigen gedrag en leren van hun ervaringen. Dit bevordert metacognitieve vaardigheden en zelfregulatie.

Het is belangrijk om consistent en geduldig te zijn bij het trainen van executieve functies, omdat verbeteringen vaak geleidelijk plaatsvinden. Een gevarieerde aanpak die is afgestemd op individuele behoeften van het kind zal het meest effectief zijn.

Executieve functies en ADHD

5. Wat zijn belangrijke executieve functies bij ADHD?

Bij ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) kunnen verschillende executieve functies worden beïnvloed. De belangrijkste executieve functies die vaak in verband worden gebracht met ADHD zijn:

  1. Inhibitie: Personen met ADHD kunnen moeite hebben met het onderdrukken van impulsen, waardoor ze sneller geneigd zijn tot impulsieve acties zonder er eerst over na te denken.
  2. Werkgeheugen: ADHD kan de capaciteit van het werkgeheugen beïnvloeden, wat zich kan uiten in moeite met het vasthouden en manipuleren van informatie voor taken zoals leren en probleemoplossen.
  3. Aandacht: Problemen met aandacht zijn een kernsymptoom van ADHD. Dit kan zich uiten in moeite met het vasthouden van de aandacht bij taken, snel afgeleid zijn en moeite hebben met het organiseren van gedachten.
  4. Emotieregulatie: Mensen met ADHD ervaren vaak emotionele ups en downs en hebben moeite met het reguleren van hun emoties, wat invloed kan hebben op hun sociaal functioneren.
  5. Flexibiliteit: Het aanpassingsvermogen aan veranderende omstandigheden kan bij mensen met ADHD verminderd zijn, wat zich uit in moeite met het switchen tussen taken of het aanpassen aan nieuwe situaties.
  6. Volgehouden aandacht: Het vasthouden van de aandacht gedurende langere perioden kan een uitdaging zijn voor mensen met ADHD, vooral bij taken die repetitief of minder interessant zijn.
  7. Doelgericht doorzettingsvermogen: Het stellen en behouden van doelen kan moeilijk zijn, waardoor mensen met ADHD moeite hebben met het voltooien van langdurige taken.

Het is belangrijk te bedenken dat ADHD een complexe aandoening is en dat de impact ervan op executieve functies kan variëren van persoon tot persoon. Een multidisciplinaire aanpak, waaronder educatieve ondersteuning, gedragsinterventies en, in sommige gevallen, medicatie, wordt vaak gebruikt bij de behandeling van ADHD. Kijk ook eens bij het artikel 'ADHD, tips voor de leerkracht' van Anton Horeweg op deze site.

6. Hoe weet ik of een kind een executieve functiestoornis heeft?

Het identificeren van een mogelijk probleem met de executieve functies bij een kind vereist aandacht voor bepaalde gedragspatronen en observaties in verschillende situaties. Dit zijn enkele signalen die kunnen wijzen op mogelijke problemen met de executieve functies bij een kind:

  1. Moeite met plannen en organiseren: Het kind vindt het moeilijk om taken te organiseren, planningen te maken of langdurige projecten te beheren.
  2. Problemen met impulsbeheersing: Het kind heeft moeite met het onderdrukken van impulsen, waardoor het impulsieve beslissingen kan nemen zonder na te denken over de gevolgen.
  3. Aandachtsproblemen: Het kind heeft moeite met het vasthouden van de aandacht bij taken, wordt snel afgeleid en lijkt moeite te hebben met taken die concentratie vereisen.
  4. Geheugenproblemen: Het kind onthoudt moeilijk informatie, vergeet vaak instructies en lijkt moeite te hebben met het vasthouden van relevante informatie.
  5. Moeite met emotieregulatie: Het kind ervaart frequente stemmingswisselingen, heeft moeite met het begrijpen en reguleren van emoties, en kan snel gefrustreerd raken.
  6. Flexibiliteitsproblemen: Het kind vindt het moeilijk om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden of nieuwe taken.
  7. Langzame verwerking van informatie: Het kind lijkt langzaam te reageren op instructies, heeft moeite met het snel verwerken van informatie en kan overweldigd raken door te veel informatie tegelijk.
  8. Moeite met doelgericht doorzettingsvermogen: Het kind heeft moeite met het stellen en behouden van doelen, en kan moeite hebben met het voltooien van langdurige taken.

Als je je zorgen maakt over de executieve functies van je kind, is het raadzaam om dit te bespreken met professionals zoals leraren, schoolpsychologen orthopedagogen of andere gezondheidszorgprofessionals. Een uitgebreid onderzoek kan worden uitgevoerd om de specifieke onderwijsbehoeften van je kind in beeld te krijgen. Ook kunnen er dan passende handelingssuggesties worden opgesteld. Het is altijd belangrijk om samen te werken met deskundigen om een samenhangend begrip van de situatie te krijgen en passende ondersteuning te bieden.

Executieve functies en autisme

7. Wat zijn belangrijke executieve functies bij autisme?

Bij ASS/autisme kunnen verschillende executieve functies in het geding zijn, en de mate van impact kan variëren van persoon tot persoon. Enkele belangrijke executieve functies die vaak gerelateerd zijn aan autisme zijn:

  1. Inhibitie: Mensen met autisme kunnen moeite hebben met het onderdrukken van impulsen, wat zich kan uiten in moeilijkheden om ongewenst gedrag te stoppen of te reguleren.
  2. Flexibiliteit: Problemen met flexibiliteit en verandering in routines zijn vaak zichtbaar bij autisme. Het kan moeilijk zijn om zich aan te passen aan nieuwe situaties of plannen te wijzigen.
  3. Werkgeheugen: Sommige individuen met autisme kunnen uitdagingen ervaren met het vasthouden en manipuleren van informatie in het werkgeheugen, wat van invloed kan zijn op taken zoals probleemoplossen en het begrijpen van complexe instructies.
  4. Aandacht en focus: Concentratieproblemen en moeite met het behouden van aandacht voor taken kunnen voorkomen bij mensen met autisme.
  5. Planning en organisatie: Het plannen van taken, het organiseren van activiteiten en het uitvoeren van sequentiële stappen kunnen moeilijkheden opleveren.
  6. Doelgericht doorzettingsvermogen: Het stellen en behouden van doelen kan een uitdaging zijn, waardoor het voltooien van langdurige taken moeilijk kan zijn.
  7. Sociale cognitie: Executieve functies die betrokken zijn bij sociale interactie, zoals het begrijpen van andermans perspectief en het aanpassen van gedrag in sociale situaties, kunnen verschillen bij mensen met autisme.
  8. Sensitiviteit voor prikkels: De verwerking van sensorische informatie en de regulatie van reacties op zintuiglijke prikkels kunnen van invloed zijn op het dagelijks functioneren.

Het is belangrijk om te bedenken dat executieve functies bij autisme sterk kunnen variëren en dat individuele ondersteuningsbehoeften verschillen. Een gepersonaliseerde aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de unieke sterke punten en uitdagingen van elk individu, is essentieel bij het ondersteunen van executieve functies bij kinderen of volwassenen met autisme. Professionele begeleiding kan helpen bij het begrijpen van specifieke behoeften en het ontwikkelen van een effectieve aanpak. Kijk ook bij het artikel 'Autisme/ASS, tips voor de leerkracht' van Anton Horeweg voor algemene tips voor het omgaan met leerlingen met autisme.

8. Welke executieve vaardigheden zijn op welke leeftijd vooral relevant?

De ontwikkeling van executieve functies is een dynamisch proces dat zich gedurende het hele leven voordoet, maar bepaalde functies krijgen meer nadruk op verschillende leeftijden. De onderstaande indeling is een algemene richtlijn als het gaat om de belangrijkste executieve vaardigheden per leeftijdscategorie.

Vroege kindertijd (0-3 jaar):

  • Inhibitie: Het vermogen om impulsen te beheersen en te stoppen met handelen.
  • Werkgeheugen: Het vermogen om informatie kortstondig vast te houden en te gebruiken, bijvoorbeeld om een speeltje te zoeken dat uit het zicht is verdwenen.
  • Aandacht: Het ontwikkelen van aandachtsvaardigheden, zoals het zich kunnen concentreren op een voorwerp of activiteit.

Voorschoolse leeftijd (3-6 jaar):

  • Flexibiliteit: Het vermogen om van activiteit te wisselen en zich aan te passen aan nieuwe situaties.
  • Planning: Het begin van eenvoudige planningsvaardigheden, zoals het volgen van een reeks stappen in een spel.

Vroege basisschoolleeftijd (6-9 jaar):

  • Metacognitie: Het vermogen om het eigen denken te begrijpen en te reguleren.
  • Taakinitiatie: Het vermogen om zelfstandig met een taak te beginnen.
  • Doelgericht doorzettingsvermogen: Het stellen en nastreven van doelen, zelfs als ze enige tijd vergen.

Late basisschoolleeftijd (9-12 jaar):

  • Plannen en organisatie: Het vermogen om langere en complexere taken te plannen en uit te voeren.
  • Volgehouden aandacht: Het verbeteren van het vermogen om de aandacht langdurig te behouden.
  • Emotieregulatie: Verdere ontwikkeling van emotionele zelfregulatie.

Adolescentie (12-18 jaar):

  • Planning en organisatie: Verfijning van planningsvaardigheden en organisatorisch denken.
  • Flexibiliteit: Toenemende flexibiliteit bij het omgaan met veranderingen en het schakelen tussen taken.
  • Sociale cognitie: Verdere ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van sociaal inzicht en begrip van anderen.

Volwassenheid (18 jaar en ouder):

  • Metacognitie: Voortdurende verbetering van zelfbewustzijn en zelfregulatie van denkprocessen.
  • Doelgericht doorzettingsvermogen: Verder verfijnen van het stellen en bereiken van langetermijndoelen.
  • Sociale cognitie: Voortdurende verfijning van sociale vaardigheden en begrip van complexe sociale interacties.

Deze leeftijdsgebonden benadering is erg algemeen en er zijn altijd individuele variaties. Bovendien kunnen externe factoren zoals omgevingsinvloeden en levenservaringen de ontwikkeling van executieve functies sterk beïnvloeden.

Executieve vaardigheden per leeftijd

9. Hoe help je een kind met een executieve functiestoornis op school?

Het ondersteunen van een leerling met een executieve functiestoornis vereist een samenhangende, holistische benadering, aangepast aan de specifieke behoeften en uitdagingen van het kind. Dit zijn enkele algemene strategieën die voor de meeste kinderen helpend zijn:

Bied structuur en voorspelbaarheid:

  • Implementeer duidelijke routines en schema's om structuur te bieden.
  • Geef waarschuwingen voor veranderingen in activiteiten om de overgang te vergemakkelijken.

Gebruik visuele ondersteuning:

  • Maak gebruik van visuele hulpmiddelen zoals planners, checklists en herinneringen om taken en stappen te visualiseren.
  • Diagrammen en schema's kunnen helpen bij het begrijpen van complexe informatie.

Breek taken op in kleine stappen:

  • Verdeel taken in kleinere, overzichtelijke stappen om de uitvoerbaarheid te vergroten.
  • Geef duidelijke en specifieke instructies.

Ondersteun werkgeheugen:

  • Herhaal belangrijke informatie en instructies.
  • Gebruik geheugensteuntjes zoals notities, herinneringen of spraakopnames.

Moedig zelfreflectie aan:

  • Help de persoon om bewust te worden van hun eigen denkprocessen en strategieën.
  • Moedig het gebruik van zelfevaluatie aan om sterke punten en gebieden voor verbetering te identificeren.

Implementeer time-managementstrategieën:

  • Gebruik timers en klokken om tijdsbeheer te ondersteunen.
  • Leer strategieën voor het plannen van tijd en het inschatten van de benodigde tijd voor taken.

Ontwikkel sociale vaardigheden:

  • Ondersteun de ontwikkeling van sociale cognitieve vaardigheden, zoals het begrijpen van non-verbale signalen en empathie.
  • Bevorder duidelijke communicatie en expliciete sociale regels.

Bied emotionele ondersteuning:

  • Leer en oefen emotieregulatiestrategieën.
  • Creëer een ondersteunende omgeving waarin emoties kunnen worden besproken en begrepen.

Implementeer beloningssystemen:

  • Gebruik positieve bekrachtiging en beloningssystemen om gewenst gedrag te stimuleren.
  • Focus op het erkennen van inspanningen en vooruitgang.

Werk samen met professionals:

  • Betrek professionals zoals onderwijsdeskundigen, therapeuten en psychologen om individuele ondersteuningsplannen te ontwikkelen en te implementeren.
  • Werk samen met leerkrachten, werkgevers en anderen om consistente ondersteuning te bieden in verschillende omgevingen.

Het is belangrijk om te onthouden dat de ondersteuning individueel moet worden afgestemd, rekening houdend met de specifieke behoeften, sterke punten en uitdagingen van de leerling met de executieve functiestoornis. Een positieve en geduldige pedagogische benadering, samen met duidelijke communicatie, kan een aanzienlijk verschil maken.

Hersengebieden executieve functies

10. Welke hersengebieden zijn betrokken bij de executieve vaardigheden?

Executieve functies worden beheerst door een netwerk van hersengebieden. Deze gebieden werken samen om de verschillende aspecten van doelgericht gedrag, zelfregulatie en cognitieve controle te coördineren. Enkele belangrijke hersengebieden betrokken bij de executieve functies zijn:

Prefrontale cortex:

Het meest cruciale hersengebied voor executieve functies. Vooral de dorsolaterale prefrontale cortex is betrokken bij taken zoals plannen, organisatie, flexibiliteit en impulsbeheersing.

Anterieure cingulaire cortex:

Belangrijk voor aandachtscontrole, conflictmonitoring en het aanpassen van gedrag op basis van feedback.

Orbitofrontale cortex:

Invloed op sociaal gedrag, besluitvorming en emotieregulatie.

Mediale prefrontale cortex:

Gerelateerd aan metacognitieve functies, zoals het vermogen om eigen denkprocessen te begrijpen en te reguleren.

Basale ganglia:

Betrokken bij het aanleren van nieuwe vaardigheden, automatisering van gedrag en het reguleren van de uitvoering van taken.

Thalamus:

Fungeert als schakelstation voor informatie tussen verschillende hersengebieden en speelt een rol bij het reguleren van aandacht.

Hippocampus:

Belangrijk voor het werkgeheugen, vooral bij de vorming en het ophalen van herinneringen.

Amygdala:

Essentieel voor emotieregulatie en het verwerken van emotionele informatie.

Supplementaire motorische cortex en premotorische cortex:

Betrokken bij het plannen en coördineren van motorische activiteiten.

Posterieure parietale cortex:

Speelt een rol bij aandachtscontrole, ruimtelijke verwerking en het coördineren van complexe taken.

Hersenonderzoek is doorlopend in ontwikkeling, dus deze indeling is niet statisch. Het is daarnaast belangrijk om je te realiseren dat deze hersengebieden samenwerken en onderling verbonden zijn om de complexe processen van executieve functies mogelijk te maken. Schade of disfunctie in een van deze gebieden kan leiden tot complicaties op het gebied van executieve functies.

Boeken over executieve functies

"Executieve functies bij kinderen en adolescenten: Een praktische gids voor diagnostiek en interventie" door Sam Goldstein en Jack A. Naglieri (Nederlandse vertaling)

Executieve functies

Dit boek biedt een praktische benadering van het begrijpen en ondersteunen van executieve functies bij kinderen en adolescenten, inclusief diagnostische methoden en interventiestrategieën.


"Slim maar..." door Peg Dawson en Richard Guare (Nederlandse vertaling)

Slim maar... executieve functies kinderen

De Nederlandse vertaling van "Smart but Scattered" van Dawson en Guare, dit boek richt zich op ouders en opvoeders en biedt concrete strategieën om kinderen te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun executieve functies.


"Executieve functies versterken op school: Een praktische gids voor leerkrachten" door Joyce Cooper-Kahn

Executieve functies versterken

Johce Cooper-Kahn geeft in dit boek praktische tips en activiteiten voor leerkrachten om de ontwikkeling van executieve functies bij leerlingen te bevorderen.

Kijk ook bij de artikelenserie over de cognitieve functies in relatie tot de executieve functies van Emiel van Doorn op deze site.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.