Kennisplatform
Kindgesprekken voeren - hoe doe je dat? Gratis leermodules van Noëlle Pameijer en Karen van Kooten.

Executieve functies bij kinderen en adolescenten

Legemaat, M. (2019). Executieve functies bij kinderen en adolescenten.
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/executieve-functies-bij-kinderen-en-adolescenten.php
Geplaatst op 2 september 2019
Executieve functies bij kinderen en adolescenten

Peg Dawson en Richard Guare: veertien jaar geleden schreven zij hét standaardwerk over executieve functies. Het begrip was toen nog weinig bekend, met hun boek hebben zij enorm veel kennis bijgebracht en ontwikkeling op gang gebracht. Hun eigen opvattingen zijn op veel punten hetzelfde gebleven maar op andere punten intussen geëvolueerd. De neerslag daarvan vind je terug in deze herziene druk waarin maar liefst zes nieuwe hoofdstukken staan.

Nieuw inzicht

Lag het accent eerst op het veranderen van de omgeving van kinderen met zwakke executieve functies, nu ligt dat duidelijk op het leren van de vaardigheden zelf. Doel is kinderen zelf vertrouwd maken met de terminologie rond executieve functies, en hen leren reflecteren op hun eigen gedrag als vaardigheden die verbeterd kunnen worden. Het is belangrijk dat het kind zélf betrokken wordt bij de interventie-aanpak.

Niet langer bevelen Dawson en Guare specifieke tests aan om executieve functies te beoordelen. Het accent ligt nu op advies geven over manieren om het gedrag tijdens het testen te observeren, om zo een verband te leggen tussen dit gedrag en executieve functies. In deze nieuwe versie helpen de auteurs bij het nemen van besluiten over de vraag wanneer iets een probleem is met executieve functies en wanneer niet. En welke institutionele ondersteuning er ingezet kan worden. Verder staan in deze editie doelen voor geïndividualiseerde lesprogramma’s verbonden met één van de ef’s. Hier was veel vraag naar door ouders en leerkrachten.

Tenslotte vinden we aan het einde van het boek nieuwe hoofdstukken geschreven door leerkrachten uit de VS en Canada, die laten zien hoe executieve functies zijn geïntegreerd in het dagelijks leven en in de schoolactiviteiten op hun school.

Opbouw

Het -forse A4 formaat- boek heeft 14 hoofdstukken en drie delen:

  • Deel I: Basisprincipes van Diagnostiek en interventie;
  • Deel II: Interventies voor specifieke probleemsituaties en specifieke executieve vaardigheden
  • Deel III: Toepassingen voor de hele school.

De laatste zestig pagina’s bestaan uit formulieren. Dit zijn bijvoorbeeld checklists voor observaties, planning formulieren, pictogramformulier zelfbeheersing handhaven, probleemoplossingsschema,  en scorekaarten voor gedrag en routines.
Het boek sluit af met een uitgebreide literatuuropgave.

Deel I

Executieve functies zijn vaardigheden die ons helpen om te beslissen op welke activiteiten of taken wij onze aandacht richten en welke wij kiezen om uit te voeren. Langetermijndoelen geven wij zo voorrang voor kortetermijnbehoeften. Voorbeelden van ef’s die vooral over denkvaardigheden gaan zijn: Planning, organisatie, timemanagement, werkgeheugen en metacognitie.  Daarnaast hebben we te maken met andere ef’s die we inzetten om ons doel te bereiken: reactie-inhibitie, emotieregulatie, volgehouden aandacht, taakinitiatie, flexibiliteit en doelgericht doorzettingsvermogen.

Als een kind geboren wordt, wegen de hersenen ongeveer 400 gram. Dit gewicht neemt tot de volwassenheid toe tot 1400 gram. Onderzoek naar de ontwikkeling van baby’s laat zien dat executieve functies in een rudimentaire vorm ontstaan op een leeftijd van ongeveer zes maanden. Tabel 1.1. laat zien welke specifieke taken bij welke leeftijd passend zijn, waarvoor executieve functies nodig zijn. Je kunt dan denken aan kleding opruimen, beslissingen nemen over zakgeld, spullen mee naar school en weer mee naar huis nemen, huishoudelijke klusjes, oppassen op jongere kinderen enzovoort.

In hoofdstuk 2 executieve vaardigheden bepalen wordt uitgelegd hoe diagnostiek gebruikt wordt. Hoofddoel bij het beoordelen van executieve functies is niet het stellen van een diagnose (het is immers geen erkende stoorniscategorie). Het gaat om het begrijpen van problemen rond ef’s waardoor effectieve interventiestrategieën ontwikkeld kunnen worden. Er wordt geen gestandaardiseerd meetinstrument gebruikt. Er zijn wel pogingen gedaan om een formele maat te ontwikkelen maar deze pogingen schieten om verschillende redenen tekort. Wel wordt er gebruik gemaakt van:

  • Klinische interviews
  • Gedragsbeoordelingsschalen
  • Formele tests.

Het volgende hoofdstuk gaat hierop door: beoordelingen worden gekoppeld aan interventies.  
Welke hulp is passend voor leerlingen met zwakke executieve functies? Hier gaat hoofdstuk 4 op in. Wordt het speciaal onderwijs of zijn er voorzieningen voor deze leerlingen in het kader van Passend onderwijs? Twee belangrijke vragen hierbij zijn:
1.    Heeft de leerling een leerstoornis?
2.    Heeft de leerling gespecialisserd onderwijs nodig om adequate vooruitgang te kunnen boeken?
Een belangrijk schema hierbij is Tabel 4.1. Doelen voor geIndividualiseerde lesprogramma’s. Bij elke executieve functie worden bepaalde doelen genoemd. Bijvoorbeeld: Taakinitiatie: De leerling geeft blijk van taakinitiatie door binnen drie minuten na het teken daartoe te beginnen met werken.

Een belangrijke vraag is:

Zijn wij door het geven van externe ondersteuning- zoals hints, geheugensteuntjes – niet bezig het proces waardoor leerlingen deze vaardigheden verwerven te vertragen?

Maken wij leerlingen afhankelijk van volwassenen of helpen we ze op weg naar zelfstandigheid? Eén van de antwoorden is: geef precies voldoende ondersteuning om de leerling succesvol te laten zijn.

Een belangrijk principe op grond waarvan wij kinderen kunnen helpen met het ontwikkelen van hun executieve vaardigheden is dat dit van buiten naar binnen gaat. Ouders en leerkrachten bieden instructies, supervisie, aanmoedigingen en geheugensteuntjes aan en dit wordt geleidelijk achterwege gelaten totdat het kind zelfstandig in staat is om de vaardigheid toe te passen. Interventies kunnen worden onderscheiden

  • Ingrijpen op het niveau van de omgeving: het veranderen van de fysieke of sociale omgeving, de aard van de taak veranderen, de manier veranderen waarop aanwijzingen worden gegeven, de manier veranderen waarop volwassenen met leerlingen interacteren.
  • Ingrijpen op het niveau van het individu: door manieren te leren om de benodigde executieve vaardigheden te ontwikkelen; door hem of haar te stimuleren om gebruik te maken van executieve vaardigheden.

Deel II

Deel II bevat interventies voor specifieke probleemsituaties en specifieke executieve vaardigheden.
In de klas gebeurt heel veel dat de executieve vaardigheden van kinderen ontwikkelt en stimuleert. In hoofdstuk zes vinden we specifieke leeractiviteiten hiervoor. Bijvoorbeeld: activititeiten aan het begin van de eerste les, aan het einde van de schooldag, huiswerk plannen, volgehouden aandacht stimuleren, stemming reguleren, enzovoort. Ook bevat dit deel een hoofdstuk gericht op kinderen met ADHD (h 8) en een hoofdstuk gericht op kinderen met autismespectrumstoornissen (h9).

Zelfs bj de meest succesvolle leerling die een normale ontwikkeling doorloopt, mag niet vergeten worden dat de frontale kwabben pas volledig ontwikkeld zijn als hij begin twintig is.

Deel III

In Deel III beschrijven coauteurs – leerkrachten -  de praktische strategieën die zij hebben ontwikkeld om leerlingen vertrouwd te maken met executieve functies. Ook laten zij zien hoe hun leerlingen dagelijks in de klas gebruikmaken van deze strategieën om het leren en zelfmanagement te verbeteren.
Uitgebreid aandacht is er voor het onderwijs programma EF 2 The Rescue, ontwikkelt in Amerika. Het is een onderwijsbenadering gebaseerd op feedback op en beoordeling van executieve functies. Er wordt gebruikt gemaakt van personages en anekdotes die behulpzaam kunnen zijn bij het vertrouwd raken met de executieve functies zoals  Diana de Doorzetter (doorzettingsvermogen), Flexi Lexi, (Flexibiliteit) Rob Stop (Reactie inhibitie), Jan Plan (Planning) en Onno de Onthouder (werkgeheugen).

De eerste stap in de EF2R-pedagogiek is samen met de leerlingen vaststellen welk probleem de uitvoering van een taak in de weg zit en bepalen welke executieve functie(s) daarbij betrokken zijn.

Recensie

Een standaardwerk dat zijn nut en bruikbaarheid in ruime mate heeft bewezen, heeft geen aanbeveling nodig. Goed dat Dawson en Guare duidelijk aangeven welke ontwikkeling zij doorgemaakt hebben en wat we daarvan terugvinden in deze geheel herziene editie. De verschuiving die daarbij gaande is en waarbij het accent meer ligt op het versterken van ef’s bij kinderen zelf, lijkt me een heel positieve ontwikkeling die volop kansen biedt.

N.a.v. Peg Dawson & Richard Guare, Executieve functies bij kinderen en adolescenten, een praktische gids voor diagnostiek en interventie, geheel herziene editie, Hogrefe Uitgevers, Amsterdam, 2019, ISBN 9789079729005

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Executieve functies bij kinderen en adolescenten is te bestellen via:



Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.