Wat is er bekend over het begrip ‘hyperfocus’ en een mogelijke relatie met de executieve functie ‘vastgehouden aandacht’?

Geplaatst op 12 januari 2017

Samenvatting

Hyperfocus is een specifieke, intensieve vorm van aandacht. Een positief aspect van hyperfocus is dat het lijkt op ‘flow’, een hoge concentratie en betrokkenheid bij een activiteit. Aan de andere kant lijkt hyperfocus ook op perseveratie, het niet kunnen schakelen tussen verschillende activiteiten. Dit wijst op minder goed ontwikkelde executieve functies.

Onder hyperfocus wordt een intense vorm van mentale concentratie verstaan waarbij de aandacht is gefocust op een onderwerp of taak. Tijdens hyperfocus is iemand ongevoelig voor prikkels van buitenaf en heeft weinig of geen besef van tijd.

Adhd

Hyperfocus wordt vaak in verband gebracht met ADHD/ADD. Mensen met ADHD/ADD hebben moeite hun aandacht te reguleren, maar kunnen wel degelijk een langere periode zeer geconcentreerd met een taak bezig zijn, als deze taak hun belangstelling heeft. Dit zou samengaan met een tijdelijke verhoging van het dopamine-niveau in de hersenen. Kinderen met ADHD hebben doorgaans een laag dopamine-niveau, waardoor ze moeite hebben hun aandacht bij een taak te houden.

Hoewel bovenstaande kenmerken van hyperfocus beschreven worden op veel internetsites over ADHD, is er geen consensus over. Sommige deskundigen zijn van mening dat hyperfocus niet zozeer voorkomt bij kinderen met ADHD/ADD, maar vooral bij begaafde of hoogbegaafde kinderen. ADHD wordt immers geassocieerd met problemen om de aandacht vast te houden. Toekomstig onderzoek moet hier uitsluitsel over geven. Hyperfocus is nog niet uitvoerig wetenschappelijk onderzocht.

Flow of perseveratie

Tegen hyperfocus kan op twee manieren worden aangekeken. In de eerste plaats als een positief aspect van ADHD/ADD dat kan worden benut ter compensatie van de negatieve aspecten. Een begrip dat verwant is aan hyperfocus, is flow. Daarbij gaat het om grote betrokkenheid en inzet op een activiteit. Het begrip flow heeft een sterk positieve connotatie. Mensen die in een flow werken, gaan helemaal op in hun activiteit. Dit helpt hen om deze succesvol uit te voeren.

In de tweede plaats kan het gezien worden als een negatief aspect dat samenhangt met de minder goed ontwikkelde executieve functies bij kinderen met ADHD. Hyperfocus kan ook worden gezien als een vorm van perseveratie. Kinderen met ADHD hebben moeite om te switchen van de ene naar de andere taak en kunnen hun aandacht niet goed reguleren.

Executieve functies

Executieve functies zijn het vermogen om dingen te organiseren, te focussen en impulsen onder controle te houden. Wanneer de executieve functies goed ontwikkeld zijn, zijn kinderen beter in staat om zichzelf te reguleren en hun aandacht vast te houden.

Maar vastgehouden aandacht is niet hetzelfde als hyperfocus. Integendeel, deze aandacht is gereguleerd. Hyperfocus daarentegen is iets wat je overkomt. Bij hyperfocus verlies je je in een taak. Er is wel concentratie, maar geen bewuste controle. In tegenstelling tot vastgehouden aandacht is hyperfocus moeilijker te sturen.

Tips om met hyperfocus om te gaan:

  • Schrijf op bij welke bezigheden je tot hyperfocus komt: a) taken waarbij hyperfocus wenselijk is en b) taken waarbij hyperfocus juist niet wenselijk is.
  • Plan de taken van type a) ruim in.
  • Limiteer de tijd die beschikbaar is voor taken van type b).
  • Zet een wekker om je zo nodig los te maken van de taak waarmee je bezig bent.

Digitaal lesmateriaal

Digitale lesmaterialen kunnen een positieve uitwerking hebben op de executieve functies. Programma’s waar game-elementen zijn toegevoegd (dat noemen we gamification) kunnen leiden tot het langer vasthouden van aandacht, verhoging van de concentratie en minder impulsiviteit. En het geven van beloningen leiden tot volhouden van taakgedrag. Effecten op leerprestaties zijn echter niet aangetoond. Zie ook een andere vraag van de Kennisrotonde over quizvragen.

Een digitaal programma dat een positief effect heeft op executieve functies is Braingame Brian. Het richt zich specifiek op training van het werkgeheugen, het remmen van gedrag en cognitieve flexibiliteit. Het programma is adaptief: de moeilijkheidsgraad past zich aan op basis van de prestaties van de leerling. Het programma leidt tot positieve effecten, zoals significant minder aandachtsproblemen, minder hyperactiviteit en minder impulsiviteit.

Sommige digitale leermiddelen zijn vooral effectief voor jonge kinderen met een minder efficiënte dopamine-huishouding – een kenmerk van ADHD. Digitale prentenboeken bevorderen de concentratie van deze kinderen en roepen een toestand van hyperfocus of flow op.
 

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Pieter Appelhof en Anne Luc van der Vegt
Vraagsteller: ICT-begeleider vo-instelling

Vraag

1. Wat is de wetenschappelijke basis (theoretisch en empirisch) voor het begrip ‘hyperfocus’? Is er een relatie met de executieve functie ‘vastgehouden aandacht’? Zo ja, wat is deze relatie?
2. Wat is de invloed van het werken met digitaal lesmateriaal op ‘hyperfocus’ en ‘vastgehouden aandacht’?

Samenvatting

Hyperfocus is een specifieke, intensieve vorm van aandacht. Het wordt veelal in verband gebracht met ADHD/ADD, maar tot nu toe ontbreekt een stevige empirische basis. Een positief aspect van hyperfocus is dat het lijkt op ‘flow’, een hoge concentratie en betrokkenheid bij een activiteit. Aan de andere kant lijkt hyperfocus ook op perseveratie, het niet kunnen schakelen tussen verschillende activiteiten. Dit wijst op minder goed ontwikkelde executieve functies.

Digitale lesmaterialen kunnen een positieve uitwerking hebben op de executieve functies. Van het spel Braingame Brian zijn de volgende positieve effecten aangetoond: minder aandachtsproblemen, minder hyperactiviteit en minder impulsiviteit. Sommige digitale leermiddelen zijn vooral effectief voor jonge kinderen met een minder efficiënte dopamine-huishouding – een kenmerk van ADHD. Digitale prentenboeken bevorderen de concentratie van deze kinderen en roepen een toestand van hyperfocus op.

1. Wat is hyperfocus?

Onder hyperfocus wordt een intense vorm van mentale concentratie verstaan waarbij het bewustzijn wordt gefocust op een onderwerp of taak. Het is een intense vorm van aandacht. Tijdens hyperfocus is iemand ongevoelig voor prikkels van buitenaf en heeft weinig of geen besef van tijd.

Hyperfocus wordt vaak in verband gebracht met ADHD/ADD. Mensen met ADHD/ADD hebben moeite hun aandacht te reguleren, maar kunnen wel degelijk een langere periode zeer geconcentreerd met een taak bezig zijn, als deze taak hun belangstelling heeft. Dit zou samengaan met een tijdelijke verhoging van het dopamine-niveau in de hersenen. Kinderen met ADHD hebben doorgaans een laag dopamine-niveau, waardoor ze moeite hebben hun aandacht bij een taak te houden.
Hoewel bovenstaande kenmerken van hyperfocus beschreven worden op veel internetsites over ADHD, is er geen consensus over. Sommige deskundigen zijn van mening dat hyperfocus niet zozeer voorkomt bij kinderen met ADHD/ADD, maar vooral bij begaafde of hoogbegaafde kinderen. ADHD wordt immers geassocieerd met problemen om de aandacht vast te houden.

Hyperfocus is nog niet uitvoerig wetenschappelijk onderzocht. In 2005 concludeerden Webb en collega’s dat er geen empirisch bewijs was dat hyperfocus een aspect is van ADHD.  Maar in een recente kleinschalige Zuid-Afrikaans studie (Sklar, 2013) zijn hiervoor toch aanwijzingen gevonden. In dit onderzoek is nagegaan of er aanwijzingen voor hyperfocus te vinden zijn in het EEG van volwassenen, die bezig waren met een computergame (first person shooter game). Daarbij is een vergelijking gemaakt tussen 5 deelnemers met ADHD en 5 deelnemers zonder ADHD. Bij de deelnemers met ADHD werden aanwijzingen gevonden voor hyperfocus, zowel in hun EEG als bevraging achteraf, waaruit bleek dat zij een veranderd besef van tijd hadden tijdens het spel. Meer experimenteel onderzoek is echter nodig om stellige uitspraken te doen over hyperfocus en ADHD.

Tegen hyperfocus kan op twee manieren worden aangekeken: als een positief aspect van ADHD/ADD dat kan worden benut ter compensatie van de negatieve aspecten of als iets negatiefs, dat samenhangt met de minder goed ontwikkelde executieve functies bij kinderen met ADHD. Op beide gaan we in.

De positieve kant van hyperfocus: ‘flow’

Een begrip dat verwant is aan hyperfocus, is ‘flow’. Dit begrip is al iets ouder en werd geïntroduceerd door de psycholoog Mihaly Csíkszentmihályi in 1990. Daarbij gaat het om grote betrokkenheid en inzet op een activiteit. Het begrip flow heeft een sterk positieve connotatie. Mensen die in een flow werken, gaan helemaal op in hun activiteit, dit help hen om deze succesvol uit te voeren. De staat van flow wordt in verband gebracht met het streven om een doel te bereiken, bijvoorbeeld het schrijven van een essay. Mensen die in een flow werken zoeken vaak uitdagingen (Csíkszentmihályi, 1990). Het gevoel van flow kan gekenmerkt worden door ten minste een aantal van de volgende acht kenmerken:

  1. Duidelijk doel;
  2. Concentratie en doelgerichtheid;
  3. Verlies van zelfbewustzijn;
  4. Verlies van tijdsbesef: de tijd vliegt voorbij;
  5. Directe feedback ten aanzien van de activiteit;
  6. Evenwicht tussen de eigen vaardigheid en de uit te voeren activiteit: activiteit is heel uitdagend maar niet te moeilijk;
  7. Gevoel van persoonlijke controle over de situatie of activiteit;
  8. De activiteit is intrinsiek belonend.

In de publicaties van Csíkszentmihályi wordt geen link gelegd tussen flow en ADHD. Flow wordt gezien als iets dat typerend is voor begaafde kinderen.

De negatieve kant van hyperfocus: perseveratie

Een andere – en minder positieve – manier om hyperfocus te verklaren, is door het te zien als een vorm van perseveratie. Kinderen met ADHD hebben moeite om te switchen van de ene naar de andere taak (Barkley, 1997). Zoals eerder gezegd is hun belangrijkste probleem dat ze hun aandacht niet goed kunnen reguleren. Om dit te begrijpen is het verhelderend om in te gaan op de begrippen vastgehouden aandacht, zelfregulatie en executieve functies.

Vastgehouden aandacht, zelfregulatie en executieve functies

Zich voor langere tijd op iets kunnen concentreren (vastgehouden aandacht), vooruit kunnen denken en doelgericht bezig blijven, afleidingen weerstaan, directe beloningen kunnen uitstellen zijn uitingen van zelfregulatie. Het begrip zelfregulatie omvat kort gezegd het reguleren van emoties en het sturen van het eigen gedrag. De vaardigheden die zelfregulatie mogelijk maken worden aangestuurd door hogere cognitieve controleprocessen. Ze worden als executieve functies aangeduid (Dawson en Guare, 2009, Prins, e.a., 2011). Er kunnen volgens Prins, e.a. vier executieve functies worden onderscheiden:
1)    Het werkgeheugen (informatie vasthouden, de informatie gebruiken ter bepaling van gedrag),
2)    Planningsvaardigheden,
3)    Het vermogen tot inhibitie (impulsbeheersing en weloverwogen niet passend gedrag vermijden),
4)    Cognitieve flexibiliteit (snel en flexibel gedrag aanpassen aan een veranderende situatie).

Wanneer de executieve functies goed ontwikkeld zijn, zijn kinderen beter in staat om zichzelf te reguleren en hun aandacht vast te houden. Maar vastgehouden aandacht is niet hetzelfde als hyperfocus. Integendeel. Kinderen kunnen hun aandacht vasthouden dankzij de executieve functies, terwijl hyperfocus ook of juist optreedt bij kinderen met ADHD. Wat is dan het verschil?
Vastgehouden of volgehouden aandacht (Prins, e.a., 2011, p.44) komt overeen met concentratie die lang tot zeer lang kan voortduren. Men kan lange tijd op één zaak zijn gericht (zoals de horlogemaker) of juist op verschillende zaken (zoals de chauffeur, zie continu alert is of onverwachte situaties in het verkeer). Deze aandacht is gereguleerd. Hyperfocus daarentegen is iets wat je overkomt. Bij hyperfocus verlies je je in een taak. Er is wel concentratie, maar geen bewuste controle.

Tips om met hyperfocus om te gaan

In tegenstelling tot vastgehouden aandacht is hyperfocus moeilijker te sturen. Juist daarom is er behoefte aan tips, gericht op een goede benutting van de hyperfocus. De volgende tips zijn ontleend aan het werk van Kathleen Nadeau (1996):

  • Schrijf op bij welke bezigheden je tot hyperfocus komt: a) taken waarbij hyperfocus wenselijk is en b) taken waarbij hyperfocus juist niet wenselijk is.
  • Plan de taken van type a) ruim in. Als je deze tijd verdeelt over verschillende momenten, ben je namelijk relatief veel tijd kwijt om aan de gang te raken.
  • Limiteer de tijd die beschikbaar is voor taken van type b). Plan dit bijvoorbeeld alleen in het weekend.
  • Zet een wekker om je zonodig los te maken van de taak waarmee je bezig bent.

2. Het bevorderen van vastgehouden aandacht met digitaal lesmateriaal

Het gebruik van digitaal leermateriaal kan positieve resultaten opleveren wanneer game-elementen worden ingevoegd, zodat een training niet te saai wordt. Dit noemen we gamification. De programma’s kunnen leiden tot het langer vasthouden van aandacht, verhoging van de concentratie en minder impulsiviteit. Ook het geven van beloningen kan de effectiviteit van een programma bevorderen. Het kan leiden tot volhouden van taakgedrag.
Er zijn enkele recente studies die op deze positieve effecten wijzen. De bevindingen uit onderzoek kunnen als volgt worden samengevat:1

  1. Uit de beschikbare studies naar de effectiviteit van gamification, komt naar voren dat gamification positief bijdraagt aan motivatie van de leerlingen, een grotere betrokkenheid van de leerlingen op de leertaak zelf oplevert en zelfs een grotere betrokkenheid bij andere leertaken;
  2. Tegelijkertijd worden ook nadelige effecten gevonden van juist de spelelementen zoals toegenomen competitie tussen leerlingen of een lakse houding. Game elementen zoals leader boards of extra levens hebben in een onderwijscontext een andere uitwerking dan in een spelende context.
  3. Onderzoek naar de effecten op leerprestaties ontbreekt echter veelal in de uitgevoerde onderzoekingen. En waar het wel is meegenomen, werden geen effecten gevonden.
  4. Quizzen lijken wel effectief, mits de kwaliteit van de feedback hoog is; de combinatie met games is niet onderzocht. Bekend is dat beloningen de leesprestaties kunnen schaden.
  5. Enkele studies suggereren dat de gevonden algemene resultaten niet (geheel) opgaan voor de doelgroep in het speciaal onderwijs. Kinderen met concentratieproblemen hebben baat bij structuur die ze helpt om te focussen: een digitaal programma met game-achtige elementen kan dat bieden. Ook lijken kinderen met concentratieproblemen beter te leren als hen grote beloningen of game-achtige elementen worden aangeboden.

Effect van digitaal lesmatariaal op het bevorderen van vastgehouden aandacht

Een voorbeeld van een digitaal programma dat een positief effect heeft op executieve functies is Braingame Brian (Prins, e.a. 2010). Het programma richt zich specifiek op training van het werkgeheugen, het remmen van gedrag en cognitieve flexibiliteit. De training omvat 25 sessies van elk 25/30 minuten en kan binnen zes weken worden afgerond. Het programma is adaptief: de moeilijkheidsgraad past zich aan op basis van de prestaties van de leerling. Het programma leidt tot positieve effecten zoals significant minder aandachtsproblemen, minder hyperactiviteit en minder impulsiviteit.

Digitaal lesmateriaal, ADHD en hyperfocus

Uit onderzoek van Dovis e.a. (2011) blijkt dat games kunnen helpen om kinderen met ADHD extra te motiveren. Dovis en collega's stelden in een experiment vast dat kinderen met ADHD duidelijk minder presteren op een werkgeheugentaak dan kinderen zonder ADHD als er alleen feedback wordt gegeven. Maar als er een geldelijke beloning wordt gegeven of beloningen vanuit het gamen, is de achterstand ten opzichte van kinderen zonder ADHD aanmerkelijk kleiner.

Volgens recent onderzoek zijn digitale onderwijsinterventies (Plak, 2016) vooral effectief zijn voor kinderen met een minder efficiënte dopamine-huishouding – een kenmerk van ADHD. Dit is gebleken uit onderzoek naar digitale prentenboeken, onder kinderen in groep 2 van de basisschool. Vooral dragers van een dopamine-gerelateerd gen dat de concentratie belemmert (DRD4 7-repeat-allele), profiteren van dit lesmateriaal. De onderzoeker vermoedt dat het optreedt doordat digitale prentenboeken een toestand van hyperfocus of flow oproepen. Die concentratie zou kunnen worden bevorderd door het gebruik van film en muziek in de digitale prentenboeken. Bij gewoon verhalen lezen in de klas worden deze kinderen te makkelijk afgeleid door andere prikkels. Het effect is vergelijkbaar met dat van computerspelletjes.

Of deze effecten ook gevonden worden bij oudere kinderen, zal nog moeten blijken uit toekomstig onderzoek.

Geraadpleegde bronnen

  • Barkley, R.A. (1997). Behavioral inhibition, sustained attention, and executive functions: Constructing a unifying theory of ADHD. Psychological Bulletin, Vol 121, No. 1, pp. 65-94. http://dx.doi.org/10.1037/0033-2909.121.1.65
  • Brink, E. ten, Ponsioen, A., Oord, S. van der,  Prins, P. J. M. (2011). Brain Game Brian: Achtergrond, evaluatie en implementatie van een Executieve Functietraining met game elementen voor kinderen met cognitieve controleproblemen. Kind en Adolecent Praktijk, 11, 158-165.
  • Csíkszentmihályi, M. (1990). Flow: the psychology of optimal experience. New York: Harper & Row.
  • Dawson. P , Guare R. (2009). Smart but scattered: the revolutionary ‘executive skills’ approach to helping kids reach their potential. New York: The Guilford Press.
  • Jolles, J. (2017). Het tienerbrein. Over de adolescent tussen biologie en omgeving. Amsterdam: University Press.
  • Leseman, P. (2010). Executieve functies als basis voor het leervermogen. In: Aarsen, J. & Van der Bolt, L. (red.) Zelfsturing als basis voor de ontwikkeling van het kind. Een oriëntatie vanuit wetenschap en praktijk (pp. 16-20). Utrecht: Sardes.
  • http://media.leidenuniv.nl/legacy/sardes-speciale-editie-9-zelfsturing.pdf
  • Mooij, T. ( 2009). Education and ICT-based self-regulation in learning: Theory, design and implementation. Education and Information Technologies,14: 3-37.
  • Nadeau, K.G. (1996). Adventures in Fast Forward: Life, Love and Work for the ADD Adult.  New York: Brunner-Routledge.
  • Plak, R. (2016). What works for whom? Differential genetic effects of early literacy interventions in kindergarten. Academisch proefschrift. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden.
  • Prins, P. J. M., Ponsioen, A. J. C. B., Brink, E .L. ten. (2011). Het verbeteren van executieve functies bij kinderen door oefening en training. Gebruik je hersenen. De Psycholoog, nov, 2011.
  • Schnitzspahn KM, Stahl C, Zeintl M, Kaller CP, Kliegel M. (2013) he role of shifting, updating, and inhibition in prospective memory performance in young and older adults. Developmental Psychology, Vol. 49, No. 8, pp. 1544-1553. doi: 10.1037/a0030579.
  • Sitskoorn, M.( 2006). Het maakbare brein. Amsterdam: Bert Bakker.
  • Sklar, R.H., (2013). Hyperfocus in adult ADHD: an EEG study of the differences in cortical activity in resting and arousal states. Thesis. Johannesburg: University of Johannesburg
  • Webb, J. T., Amend, E. R., Webb, N. E., Goerss, J., Beljan, P., Olenchak, F. R. (2005). Misdiagnosis and Dual Diagnoses of Gifted Children and Adults: ADHD, Bipolar, OCD, Asperger's, Depression, and Other Disorders, Scottsdale, AZ: Great Potential Press.

________________________________________
1 Opsomming is ontleend aan het antwoord op een andere vraag aan de Kennisrotonde: “Helpt afwisseling van quizvragen met games leerlingen met gedrags- en concentratieproblemen om hun leerrendement te verhogen, als gevolg van een betere aansluiting bij hun motivatie en concentratie?”

Boeken over ADHD

Handboek gedrag op school - Complete set

Een uniek en onmisbaar naslagwerk voor leraren. In deze uitgebreide en zeer gedegen onderbouwde gedragsreeks gaat Horeweg in op alle mogelijke vormen en oorzaken van storend gedrag in de klas, en wat de leerkracht eraan kan doen om dit gedrag te voorkomen of te verhelpen.

Handboek gedrag op school

ADHD in de klas

Praktische gids voor leraren
Hoe laat je 'drukke' leerlingen opletten in de les?
Wist je dat adhd vaak samengaat met andere stoornissen?
Hoe vermijd je negatieve interacties?
 
ADHD in de klas

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Webinar
Executieve functies een nieuwe hype?
Executieve functies een nieuwe hype?
Webinar met Emiel van Doorn
Wij-leren.nl Academie 
Congres
Concentratie in de klas in vo en mbo
Concentratie in de klas in vo en mbo
Inzicht en handvatten om de focus van je leerlingen te verbeteren
Medilex Onderwijs 
Gedragsproblemen
Indicaties van gedragsproblemen en werkhoudingproblemen.
Machiel Karels
Jagerskinderen
Kansen creëren voor kinderen met ADHD
Anne van Hees
Overzicht serie cognitieve en executieve functies
Cognitieve functies in relatie tot de executieve functies; Intro en overzicht -0-
Emiel van Doorn
Executieve functies discussie
Discussie over executieve functies -6-
Emiel van Doorn
Componenten executieve functies
Componenten van de executieve functies en hun ontwikkeling -7-
Emiel van Doorn
belang executief functioneren
Belang van executieve functies -8-
Emiel van Doorn
cognitieve en executieve functies informatieverwerking
Executieve functies in relatie tot de cognitieve functies -9-
Emiel van Doorn
Executieve en cognitieve functies praktisch handelen
Praktisch handelen: koppeling cognitieve functies en executieve functies -10-
Emiel van Doorn
Overzicht serie cognitieve en executieve functies
Cognitieve functies in relatie tot de executieve functies; Intro en overzicht -0-
Emiel van Doorn
10 veelgestelde vragen executieve functies
10 veelgestelde vragen over executieve functies
Machiel Karels
De lerende mens
De lerende mens
Arja Kerpel
Lotte zit je nu alweer te dromen
Lees- en reflectieboek voor dromerige kinderen
Marleen Legemaat


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



concentratie
hyperfocus

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest