Discussie over executieve functies -6-
Emiel van Doorn
Trainer, mediator, coach, ontwikkelaar mediërend leren en IVP-trainer bij Stichting StiBCO
Geraadpleegd op 12-12-2024,
van https://wij-leren.nl/relatie-cognitieve-executieve-functies-indeling-discussie.php
Cognitieve en executieve functies. Wat zijn dat? En hoe staan deze in relatie met elkaar? Dit artikel is onderdeel van een serie waarin de cognitieve en executieve functies uitgelegd worden en waarin de relatie gelegd wordt tussen deze functies. Hier staat een overzicht van alle artikelen en bronnen.
Discussie
Er is een wijdverbreide overeenstemming bij deskundigen over de complexiteit en het essentiële belang van executieve functies voor het uitvoeren van adequaat en zinvol gedrag. Er is wel discussie over welke componenten exact vallen onder de term executieve functies.
Wel is er internationaal overeenstemming over de drie belangrijkste executieve functies, namelijk:
- Impulsremming
- Werkgeheugen
- Cognitieve flexibiliteit
Deze drie functies kunnen niet zonder elkaar en werken samen.
Impulsremming
Impulsremming bestaat uit de volgende aspecten:
- Selectief kunnen richten van aandacht
- Remming op het niveau van de aandacht (selectieve aandacht en concentratie). Dit wordt meestal gemeten met behulp van opdrachten waarin de reactiesnelheid een grote rol speelt en dit wordt ook gezien als het meten van concentratie.
- Remming van gedachten en herinneringen (cognitieve remming)
- Beheersing van gedrag: Remming op het niveau van gedrag (zelfcontrole en zelfdiscipline)
Deze drie aspecten vormen samen zelfregulering. Dat is de aangeboren aanleg (nurture) om te willen oefenen met zelfregulatie. Zelfregulering omvat:
- Impulsbeheersing
- Aandacht vasthouden (concentratie)
- Het vasthouden van je eigen optimale niveau van emotiebeheersing, motivatie en je cognitieve inzet.
Werkgeheugen
Inclusief het rekenkundig geheugen, het verbale geheugen en het visueel ruimtelijke geheugen. Dit vervolgens kunnen classificeren en kunnen koppelen van verschillende ideeën en feiten met elkaar.
De wisselwerking tussen het werkgeheugen en impulsremming is erg belangrijk:
- Voor het werkgeheugen is het van cruciaal belang om te weten wanneer je je impulsiviteit moet afremmen.
- Het niet laten afleiden door de omgeving of interne afleiding is van cruciaal belang om gefocused te blijven en de inhoud in het werkgeheugen vast te laten houden.
Cognitieve flexibiliteit
Het “outside the box” kunnen denken. Je ziet iets uit verschillende perspectieven, wisselt snel tussen taken, maar wisselt alleen wanneer dit nodig is. Cognitieve flexibiliteit ondersteunt creativiteit en flexibility of mind.
Hogere-orde executieve functies
Vanuit de drie belangrijkste executieve functies worden hogere-orde executieve functies gebouwd, zoals redeneren, probleemoplossend vermogen en plannen. Deze hogere-orde executieve functies vormen samen de flexibility of mind.
- Redeneren: Een redenering is een constructie van argumenten, beweringen, premissen of axioma’s die tot een conclusie leidt. Een redenering is meestal deductief (het toepassen van een algemene regel op een specifieke situatie) of inductief (het afleiden van een algemene regel uit een aantal specifieke situaties).
- Probleemoplossend vermogen: probleemoplossing is het proces dat moet leiden tot een oplossing voor een probleem.
- Plannen: planning heeft betrekking op:
- Het proces om tot een plan te komen.
- Het plan zelf.
- De juiste en tijdige uitvoering van het plan.
Verschillende ordeningen van executieve functies in Nederland
Er zijn verschillende systemen voor het ordenen van executieve functies. De indeling die er is, varieert van vier tot vijftien soorten executieve functies.
Aleksandr Romanovich Luria
| Breinsleutels
|
Cognitieve Remediatie Therapie
| Muriel Deutsch Lezak
|
Slim maar…
| SLO
|
Gedragsproblemenindeklas.nl
| Vergeten, kwijt en afgeleid
|
Aandacht, graag!
| Train je brein en benut je talenten
|
Het tienerbrein, over adolescent tussen biologie en omgeving
| BRIEF Vragenlijst
|
Zitten de verschillende definities van de executieve functies ‘plannen’ op één lijn?
Om aan te geven dat het belangrijk is om gelijkluidende definities te formuleren en dus ook dezelfde betekenis en aanpak te hebben, hieronder een aantal definities rondom ‘plannen’ die nu gebruikt wordt. Nb.: Het gaat hieronder om de letterlijke citaten uit de bronnen.
Planning/prioritering
De vaardigheid een plan te bedenken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Hierbij moet je ook in staat zijn beslissingen te nemen over wat belangrijk en wat niet belangrijk is. Flexibiliteit: de vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of er fouten gemaakt worden; het gaat daarbij om aanpassing aan veranderende omstandigheden.
Bron: SLO
Taakinitiatie, planning, overzicht
Jongeren/leerlingen die moeite hebben met taakinitiatie herken je wel in je klas. Ze gaan vrijwel nooit meteen aan het werk, maar gaan nog even een potlood slijpen, naar het toilet of beginnen aan iets anders, als het maar niet hun werk is. Jongeren/leerlingen die moeite hebben met planning, vergeten aan hun werkstuk te beginnen, hebben aan het eind van de week hun weektaak nog niet af of laten hun huiswerk thuis liggen, waarbij de vraag is of het wel af is. Door gebrek aan overzicht kunnen zij hun taken moeilijk organiseren. Ze weten niet wanneer ze moeten beginnen en ook niet waarmee. Hun kastje ziet er vaak uit als een vuilnisbelt.
Bron: website gedragsproblemen in de klas.
Planning en prioritering
Wat is belangrijk, wat is minder belangrijk? Sommige jongeren/leerlingen hebben moeite met het stellen van prioriteiten en het plannen van taken.
Bron: wij-leren.nl
Planning
Het vermogen een plan te bedenken om een doel te bereiken en het vermogen om te beslissen over waar we aandacht aan moeten besteden.
Bron: ontwikkelingsvoorsprong
Planning
Een plan maken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. De leerling is tevens in staat beslissingen te nemen over wat belangrijk is en wat niet. Hierbij hoort de vaardigheid in te kunnen schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je deze het beste kunt verdelen en hoe je een deadline moet halen bij deze executieve functie.
Bron: www.kennisgroepspeciaal.nl/
Plannen/prioritering
In welke mate kan iemand onder druk inschatten welke taken belangrijk(er) zijn dan andere en keuzes maken?
Bron: psychologenpraktijk-fidelis.nl/kennisbank/executieve-functies
Planning/prioritering
De vaardigheid een plan te maken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Het gaat er daarbij ook om dat het kind in staat is beslissingen te nemen over wat al dan niet belangrijk is. Een jong kind kan onder enige begeleiding bedenken hoe het een conflict tussen leeftijdsgenootjes kan oplossen. Een tiener kan een plan opstellen om een vakantiebaan te krijgen.
Bron: prodiagnostiek.be
Taakinitiatie, planning, overzicht
Meteen aan het werk gaan, weten wat prioriteit heeft.
Bron: planning-en-agenda.nl
Planmatig handelen
Dit impliceert het nemen van initiatief om een doel te stellen. Vervolgens het maken van een plan, bij voorkeur verdeeld in deelhandelingen en het prioriteren daarvan ('eerst dit, dan dat'). Daarvoor is anticipatie nodig, oftewel het vooruitzien naar wat er zou kunnen gebeuren bij bijvoorbeeld aanpak a, b of c. Vervolgens moet het plan worden uitgevoerd in overeenstemming met de gestelde doelen. De uitvoering moet vervolgens worden geëvalueerd: 'Is het gelukt en heb ik bereikt wat ik wilde?'
Bron: Jolles, J. (2017). Het tienerbrein, Over adolescent tussen biologie en omgeving.
Plannen
We constateren dat een kind/de jongere niet correct plant. Maar als we ons niet bewust zijn dat daarvoor onderliggende cognitieve functies voor nodig zijn, kan het uiteindelijk met alle ondersteuning niet leiden tot het goed leren plannen. De cognitieve functies vragen juist bij plannen extra aandacht!
Bron: Mediërend Leren