Uitdagende peuters en kleuters uitdagen
Lianne Jongsma
Trainer en eigenaar bij De Kleuterspecialist
Geraadpleegd op 11-12-2024,
van https://wij-leren.nl/uitdagende-peuters-en-kleuters-uitdagen.php
Peuters en kleuters die voorlopen in hun ontwikkeling ten opzichte van leeftijdsgenoten kunnen ingewikkeld en / of ongewenst gedrag laten zien. Ondersteuning of correcties die bij de meeste kinderen goed werken, blijken bij deze kinderen weinig effect te hebben of zelfs tegengesteld te werken. Het uitgangspunt van het boek ‘Uitdagende peuters en kleuters uitdagen’ is om kennis en inzicht te geven in het gedrag en behoeften van deze kinderen. Daarnaast biedt het praktische handvatten voor een passende begeleiding van deze kinderen.
Deel 1: Theorie ontwikkelingsvoorsprong (Hfst. 1 + 2)
Bij jonge kinderen wordt de term hoogbegaafdheid nog niet gebruikt. We spreken van een ontwikkelingsvoorsprong omdat in de baby-, peuter- en kleuterleeftijd hoogbegaafdheid nog niet met zekerheid kan worden vastgesteld. De ontwikkeling van jonge kinderen verloopt sprongsgewijs en de ontwikkeling kan per ontwikkelingsgebied verschillen.
Sneller dan bij andere baby’s gaat een pientere baby op bewust niveau zijn handelingen sturen. Dit doet hij door goed te kijken, na te denken en de handeling te imiteren. Omdat de baby zijn handelen aanstuurt vanuit het denken is minder herhaling nodig. Gevoelens als frustratie, doorzetten en het ervaren dat iets lukt als je maar blijft volhouden zijn dingen die deze baby weinig ervaart. Alles lukt vrijwel meteen.
Een pienter kind waarbij alles vrijwel meteen lukt, kan op heel jonge leeftijd de lat voor zichzelf al heel hoog leggen. Faalangst ligt hierbij op de loer.
In de ogen van volwassenen kunnen pientere kinderen een niet kinderlijke belangstelling hebben voor zaken als ruimte, prehistorie, techniek en bijvoorbeeld elektronica. Als een onderwerp hen heeft gegrepen willen ze daar alles over weten. Al veel jonger dan andere kinderen stellen zij continu de vraag ‘waarom’ op alles wat ze tegenkomen. Heeft het pientere kind het idee dat het voldoende weet over een onderwerp, dan stapt het over op iets nieuws.
Pientere kinderen denken vaak al heel goed over dingen na. Doordat de verschillende hersengebieden goed met elkaar verbonden zijn, kunnen ze originele oplossingen bedenken voor problemen. Ze kunnen ook nadenken over diepgaande vragen over het leven zoals ‘Waarom is er hongersnood in de wereld?’ Het zijn zaken die deze kinderen langdurig kunnen bezighouden.
Ook al weten we dat alle kinderen behoefte hebben aan een bepaalde mate van zelfstandigheid, bij pientere kinderen zien we dat de behoefte aan autonomie nog veel sterker aanwezig is. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van hun zelfbesef en hun gevoel van competentie. Ze hebben het soms zo druk met het streven naar een grotere mate van autonomie dat ze ogenschijnlijk ‘vergeten’ om gewoon kind te zijn.
Deel 2: Preventieve aanpak (Hfst. 3)
Voorkomen is beter dan genezen. Daarom heeft een preventieve aanpak de voorkeur. Het werken volgens de vier fasen van handelingsgericht werken geeft inzicht in het gedrag van het jonge kind.
Afb.1 De vier fasen van handelingsgericht werken
- Bij het waarnemen ga je informatie verzamelen. Wat weet je al van het kind? Wat zijn je aannames en wat zie je? Dit begint al bij de intake. Ook het observeren is een belangrijke handeling. Je gaat hierbij doelgericht kijken naar het handelen van het kind. Een ontwikkelingsvoorsprong is pas echt zichtbaar wanneer het kind zich in een omgeving bevindt waarin de ontwikkelingsvoorsprong wordt gestimuleerd. Kijk dus hoe het kind reageert op een rijk en uitdagend leeraanbod. Dit noemen we ook wel stimulerend signaleren.
- Als je de informatie van het kind hebt verzameld, wil je begrijpen wat deze kinderen nodig hebben. Van daaruit kun je een gepaste omgeving scheppen en begeleiding bieden. Het bieden van een stimulerende omgeving is voor het pientere jonge kind een voorwaarde om de ontwikkelingsvoorsprong zichtbaar te krijgen. Voor deze kinderen is het belangrijk dat uitnodigende, prikkelende materialen en activiteiten aanwezig en beschikbaar zijn. Kijk vanuit diverse criteria telkens opnieuw naar je ruimtes:
- Zijn de hoeken / ruimtes uitdagend en aantrekkelijk?
- Lokken ze betrokkenheid en activiteit uit?
- Zetten ze aan tot spelen, ontdekken en onderzoeken?
- Is het aangepast aan het ontwikkelingsniveau van de kinderen?
Pientere kinderen vinden herhaling ontzettend saai. Om bepaalde vaardigheden te automatiseren is herhaling noodzakelijk, zoals leren knippen. Door de saaie opdracht te koppelen aan een interessant doel kan de vaardigheid een middel worden om het doel te bereiken.
3. Maak een plan op basis van de informatie uit de voorgaande fases van signaleren en begrijpen. Het doel hierbij is om alle aspecten in de ontwikkeling van het kind zo optimaal mogelijk te ondersteunen. Het aannemen van een coachende houding werkt goed bij pientere kinderen. Kijk, luister en volg wat het kind doet. Toon belangstelling en bied ruimte voor de inbreng van het kind. Stel vooral veel vragen waardoor het kind eigenaar blijft van het proces. Vraag bijvoorbeeld: “Waardoor viel de toren om?”. Zo wordt het kind geprikkeld om na te denken over de oorzaak. Mogelijk lokt dit zelfs een gesprek over de zwaartekracht uit. Fouten maken hoort ook bij het proces van nieuwe dingen leren. Het is daarom goed om ook als volwassene te laten zien dat fouten maken mag. Bespreek ook wat het kind heeft geleerd van de fout die hij heeft gemaakt zodat hij het volgende keer anders kan doen. Daarnaast is het belangrijk om het kind te vergelijken met zichzelf, zodat hij progressie constateert.
4. In de laatste fase wordt het plan uitgevoerd. Tijdens en na de uitvoering vindt reflectie plaats. Vanuit de ervaring in deze fase kunnen aanpassingen worden gedaan. Vervolgens start de cyclus opnieuw. Tijdens de evaluatie wordt bepaald welke onderdelen van het plan lijken te werken. Deze punten worden vastgehouden en / of uitgebreid. Wat niet werkt, zal opnieuw moeten worden bekeken. Hierbij start automatisch de eerste fase in de cyclus van het handelingsgericht werken.
Deel 3: Aanpak uitdagend gedrag (Hfst. 4, 5, 6, 7)
Het kan een uitdaging zijn om er bij pientere peuters en kleuters achter te komen waarom ze ongewenst gedrag vertonen. Het vraagt een andere manier van kijken van de professional om deze kinderen de juiste begeleiding te kunnen bieden. Kennis van de ontwikkelingsvoorsprong is de eerste vereiste om te kijken wat er mogelijk achter het ongewenste gedrag zit.
Door te kijken vanuit ‘De Pientere Blik’ ga je op zoek naar de redenen waarom het kind dit gedrag laat zien. De werkwijze van De Pientere Blik bestaat uit een vijftal elementen:
- Gedrag; Welk ongewenst gedrag is zichtbaar? (Bijv. slaan, of huilen)
- Motivatie; Welk voordeel levert het ongewenste gedrag op? (Bijv. aandacht, materiaal)
- Uitlokkers; Welke prikkels of omstandigheden zetten dit gedrag in gang? (Bijv. saai, of makkelijk)
- Situatie; In welke situatie laat het gedrag zich zien? (Bijv. in de kring, of tijdens het samenwerken)
- Gevolg; Welke reacties levert het gedrag op? (Bijv. zin krijgen, of ergens onderuit komen)
De structuur van De Pientere Blik leent zich om te komen tot een passend plan van gedragsverandering. In elke fase is het mogelijk om verandering aan te brengen, waardoor gewenst gedrag bevorderd wordt. Diverse bijlagen, zoals die van De Pientere Blik, zijn achterin het boek opgenomen.
Er zijn verschillende gedragingen die kenmerkend zijn voor pientere peuters en kleuters. Te denken valt aan:
- Agressief gedrag zoals bijten, duwen en schoppen
- Bepalend gedrag; ze nemen de leiding en vertellen anderen wat ze moeten doen. Dit kan tot conflicten leiden
- De lat hoog leggen; omdat dit kind vrijwel alles in één keer kan, neemt het met minder geen genoegen en legt de lat voor zichzelf (soms onhaalbaar) hoog
- Dromerig of afwezig gedrag omdat het kind niet wordt uitgedaagd
Recensie
Niet eerder las ik een boek over pientere peuters en kleuters dat zo compleet is. Het boek staat vol voorbeelden en vaak herkenbare situaties. Professionals die dit boek lezen zullen bij veel casussen en toelichtingen denken “Hé, dat doet kind X ook”, of “Dat herken ik bij kind Y”. En dat is uiteraard één van de doelstellingen van dit boek. Door signalen te herkennen en de tips toe te passen wordt de ontwikkeling van deze kinderen gestimuleerd. Wanneer je de leeromgeving voor deze kinderen al vroeg interessant maakt en houdt voor deze kinderen, valt veel leed te besparen op latere leeftijd.
Ook al worden veel handvatten gegeven hoe om te gaan met deze pientere kinderen, eigenlijk zijn deze tips op al je kinderen van toepassing. Het aanbieden van een rijke leeromgeving en het inzetten van betekenisvolle activiteiten is juist ook voor risico kinderen van groot belang. Dit maakt wederom duidelijk waarom het zo relevant is om zicht te hebben op de ontwikkelingslijn van alle kinderen. Met kleine impulsen kun je de ontwikkeling van al je kinderen al goed stimuleren.
Ook al heb ik veel kennis van jonge kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, toch gaf dit boek me weer nieuwe inzichten. Het kan prettig zijn om dit boek met enige voorkennis te lezen, maar het is zeker niet noodzakelijk. Bijlagen, checklists en observatieschema’s zijn achterin het boek als bijlagen opgenomen.
Voor in het boek is een code opgenomen, waarmee je kunt inloggen op de site van de uitgeverij. Zodoende kun je alle documenten downloaden en dat is van absolute meerwaarde.
‘Uitdagende peuters en kleuters uitdagen’ is een vlot en duidelijk geschreven boek. Het neemt je aan de hand mee in de wereld van de pientere peuter en kleuter. Kortom, ik zou het zeker aanbevelen bij iedereen die werkt met deze jonge kinderen.
Bestellen
Het boek Uitdagende peuters en kleuters uitdagen is te bestellen via: