Kennisplatform
Alles over executieve functies: Leermodules van Emiel van Doorn.

Van methodeslaaf naar didactisch expert

Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl   

Karels, M. (2020). Van methodeslaaf naar didactisch expert.
Geraadpleegd op 15-10-2024,
van https://wij-leren.nl/van-methodeslaaf-naar-didactisch-expert.php
Geplaatst op 24 januari 2020
Van methodeslaaf naar didactisch expert

Methode onafhankelijk werken

Kindgericht en gepersonaliseerd onderwijs vraagt pedagogisch en didactisch vakmanschap. Maar waarom eigenlijk? En wat hebben de leerlingen eraan als leraren de methode flexibel gebruiken in plaats van slaafs volgen? Soepel hanteren van de methode sluit beter aan bij de ontwikkeling van kinderen en versterkt de autonomie van leraren. Pedagogisch en didactisch vakmanschap komen zo samen!

Compleet uitgewerkte methoden zijn handig voor leraren, omdat het de voorbereiding van de lessen eenvoudig maakt. En de doorgaande lijn door de school heen is erdoor gewaarborgd. Maar er kleven ook een aantal belangrijke nadelen aan het al te rigide gebruik van methoden. Dit betreft de volgende problemen:

  1. Aansluiten op het ontwikkelingsniveau van de leerlingen is erg lastig.
  2. Het is nogal een uitdaging om het onderwijs betekenisvol voor de kinderen te laten zijn.
  3. Leraren worden methode-afhankelijk en hun professionaliteit wordt daardoor uitgehold.

Hiervoor zijn 3 oplossingsrichtingen beschikbaar.

  1. Bij de basisvakken groepsdoorbrekend werken op niveau.
  2. Zaakvakken thematisch en geïntegreerd vormgeven.
  3. Versterken van het pedagogisch en didactisch vakmanschap.

Ik werk eerst de drie problemen wat verder uit en beschrijf daarna de drie oplossingsrichtingen.

Probleem 1: Aansluiten op het ontwikkelingsniveau van de leerlingen is erg lastig.

Allereerst moet gezegd worden dat het hele idee van een dichtgetimmerde methode een nogal leerstofgerichte werkwijze is. Deze werkwijze is gebaseerd op het kindonvriendelijke leerstofjaarklassensysteem wat dateert uit het industriële tijdperk. Het houdt bepaald geen rekening met de manier waarop kinderen zich ontwikkelen en de diversiteit die daarin is qua leersnelheid, interesses, leervoorkeuren etc. Kinderen van Groningen tot Vlissingen die op dezelfde dag in een bepaalde week dezelfde leerstof voorgeschoteld krijgen omdat de ‘gemiddelde leerling’ er dan aan toe is… dat gaat voorbij aan alles wat tegenwoordig bekend is over hoe leren en ontwikkeling verloopt. Meer hierover schreef ik eerder in het artikel ‘Het leerstofjaarklassensysteem is failliet’.

De niveauverschillen in een groep zijn te groot om nog werkbaar te zijn. Ze zorgen voor werkdruk bij leraren en frustraties bij leerlingen.

Concreet voorbeeld

Onderstaand overzicht laat zien dat er in een doorsnee groep 6 minstens vier leerjaren ontwikkelingsverschil zit tussen de sterkst presterende en zwakst presterende leerlingen. Let op de kolom 'FN' (functioneringsniveau)



Deze grote niveauverschillen maken het voor de leraar bijzonder lastig om aan te sluiten bij de ontwikkeling van de kinderen. Dit heeft een grote impact op de werkdruk van leraren. Zij moeten namelijk nogal behoorlijk differentiëren om nog enigszins op het niveau van de leerlingen af te stemmen. Ondanks dat moeten veel leerlingen op hun tenen lopen en dat leidt tot frustraties en de bijbehorende werkhoudings- en gedragsproblemen. En een ander deel van de groep verveelt zich, omdat zij de leerstof allang beheersen. Ook dit leidt tot verlaagde betrokkenheid, onderpresteren en werkhoudingsproblemen. Als leerstof niet aansluit op voorkennis, wordt er niet geleerd. Een taak máken is immers iets anders dan er ook daadwerkelijk iets van leren?

Probleem 2: Het is nogal een uitdaging om het onderwijs betekenisvol voor de kinderen te laten zijn.

Het loskoppelen van de vakken en er dichtgetimmerde methoden van maken, is een idee wat voortkomt uit een visie op leren die geen rekening houdt met motivatie en lange termijn effecten. (Cognitivisme/Cognitieve Load Theorie)

Allerlei eigentijds wetenschappelijk onderzoek wijst daarentegen uit dat kennis en inzicht pas echt beklijft als de lesstof betekenisvol voor de lerende is. (Constructivisme/Self Determination Theory)

De keuze van de leerstof moet dus idealiter een proces zijn waarbij de leraar de spil is, gebruik maakt van kerndoelen en leerstoflijnen en in interactie met de leerlingen middels persoonlijke leervragen rond een thema aan de slag gaat. Een dichtgetimmerde methode is dan al snel een blokkade in plaats van een hulpmiddel. Al zal dat wel heel erg van de gebruikte methode afhangen. Wat in ieder geval niet helpt, zijn gefragmenteerde methoden per vak die stapsgewijs doorgewerkt moeten worden.

Het loskoppelen van de vakken en er dichtgetimmerde methoden van maken, is een idee wat voortkomt uit een visie op leren die geen rekening houdt met motivatie en lange termijn effecten.

Probleem 3: Een methode holt leraarvaardigheden uit

Op zich is een methode bedoeld om leraren werk uit handen te nemen. Alles is namelijk al doordacht en uitgewerkt en de leraar hoeft de les alleen nog maar uit te voeren. Dit lijkt sympathiek en handig, maar het schakelt het denken en de expertise van leraren steeds meer uit. Doordat alle lessen keurig zijn uitgewerkt en voorgekauwd, wordt er geen appél meer gedaan op belangrijke leraarvaardigheden zoals leerlijnkennis en inzicht in samenhang van de leerstof. En wat te denken van creativiteit en onderzoeksvaardigheden? Deze vaardigheden gaan daar dus onder lijden. En het is hoe dan ook geen goed idee dat professionals op HBO niveau uitvoerders zijn van lessen die anderen bedacht hebben. Bij werk op dit niveau hoort professionele autonomie en keuzevrijheid.

Soms wordt tegengeworpen dat het strakke gebruik van een methode de kwaliteit van het onderwijs moet waarborgen. Maar is er dan niet iets fundamenteel mis met de leraarvaardigheden van het team?

Een dichtgetimmerde methode schakelt de expertise van leraren uit en maakt hen daarmee steeds meer methodeafhankelijk.

Wat kunnen we er aan doen?

Oplossingsrichting 1: basisvakken groepsdoorbrekend op niveau organiseren

Door de basisvakken groepsdoorbrekend en op niveau te organiseren, voorkom je de eerder genoemde frustratie en verveling bij de leerlingen. Daarnaast zorgt het voor veel meer rust bij leraren, doordat de enorme differentiatiedruk wegvalt.

Natuurlijk moet er voldoende heterogeniteit binnen de niveaugroepen blijven bestaan, om het leren van elkaar te faciliteren. Heterogeniteit is bewezen effectief bij leerprocessen. Maar dit niveauverschil hoeft geen vier leerjaren te zijn, zoals nu veelal het geval is. Dat werkt juist contraproductief. Groepsdoorbrekend werken kan eenvoudig georganiseerd worden, desnoods per bouw.

Het is niet zo dat er persé bij alle basisvakken en altijd groepsdoorbrekend op niveau gewerkt moet worden. Geef bijvoorbeeld ook ruimte aan vormen van tutorleren, waarbij sterkere en zwakkere leerlingen samen een vak oefenen. Bij leren lezen is dit bijvoorbeeld erg functioneel.

Ook de sociale cohesie van de groep kan een reden zijn om af en toe de leerlingen qua niveau te mixen en meer op leeftijd te groeperen. Er wordt overigens altijd  gewerkt met stamgroepen voor de sociale cohesie. En ook bij het zaakvakonderwijs kan er gemakkelijker gemixt worden qua niveau, omdat hier vaak werkvormen worden gehanteerd waarbij dit juist handig is.

Bij groepsdoorbrekend werken komen wel een aantal organisatorische en inhoudelijke dingen kijken. Het gaat dan om vragen zoals: Hoe gaan we de groepsroosters gelijktrekken? Hoeveel instructies geven we per groep? Gaan we leraren verschillende taken geven? Hoe gebruiken we de ruimten? Hoe ondersteunt adaptieve digitale software hierbij? Gaan we het wellicht per bouw organiseren? Eerst alleen op bepaalde dagen voor bijvoorbeeld handelend rekenen? Welke criteria gebruiken we om instructiegroepen te maken?

Methodische les

  • Elk somtype wordt door de leerlingen op verschillende manieren beheerst.
  • Verdiepen voor ‘plusleerlingen’ en minimaliseren voor ‘zwakkere leerlingen’.
  • Leerstof sluit doorgaans niet aan bij voorkennis en leersnelheid van de leerlingen, aangezien de methode afgestemd is op een niet-bestaande gemiddelde leerling.
  • Fragmentatie van leerstof voor leerlingen.

Kindgerichte les

  • Iedere leerling oefent op eigen niveau, aansluitend op de voorkennis en beheersing. Dit zorgt voor competentiebeleving en motivatie.
  • De leraar formeert instructiegroepen op basis van de lesstof waar de leerlingen uitleg bij nodig hebben.
  • Binnen deze thematische instructiegroepen is voldoende heterogeniteit om het leren van elkaar te garanderen.
  • Door verschillen in leersnelheid, is de samenstelling van deze groepen met enige regelmaat in beweging.

Oplossingsrichting 2: zaakvakken thematisch en geïntegreerd vormgeven

Het is belangrijk voor de motivatie van leerlingen dat de lesstof aansluit bij hun belevingswereld. Daarnaast zorgt betrokkenheid bij de lesstof doordat het betekenisvol voor de leerling is voor onthouden op lange termijn.  Een periode werken aan een betekenisvol, rijk thema zorgt voor motivatie en diepgaand leren.   Bij zo’n rijk thema kan vaak ook goed aangesloten worden bij elementen uit de omgeving van de school. Wordt er net gebouwd in de omgeving? Of is er een bedrijf waar een excursie naartoe georganiseerd kan worden? Kunnen er ouders over hun beroep vertellen, wat aansluit bij het thema? Er zijn legio mogelijkheden.

Er zijn tegenwoordig hele goede kerndoeldekkende methodieken waarbij de leraar in interactie met de leerlingen een thema opzet en uitwerkt rondom eigen leervragen van leerlingen. Zo’n methodiek is dan geen dichtgetimmerde methode, maar een bronnenbank in combinatie met een basisstructuur en werkwijze. Je moet als school namelijk wel zorgen voor een eenduidige werkwijze en voor het behalen van de kerndoelen. En voor de leraren en leerlingen is het prettig als er voldoende materiaal beschikbaar is om een themaperiode mee aan de slag te gaan.

Denk vooraf als team wel goed na over de criteria die je wilt hanteren bij de selectie van een methodiek voor thematisch en geïntegreerd zaakvakkenonderwijs.

Oplossingsrichting 3: leraar als pedagogisch en didactisch expert

Door soepel met methoden om te gaan en een belangrijke rol te spelen in het vormgeven van de lessen, wordt er een beroep gedaan op de pedagogische en didactische kwaliteiten van leraren. Duidelijk niet alleen de didactische kwaliteiten dus. Het vraagt de volgende vaardigheden van leraren:

Didactische vaardigheden:

  • Je hebt kennis en inzicht in de leerstof en de opbouw en samenhang van de doelen bij de diverse vakken.
  • Je kunt lessen ontwerpen vanuit een betekenisvol thema.
  • Je herkent waar leerlingen zijn op de diverse ontwikkelingsgebieden en weet wat zij nodig hebben om te blijven groeien.
  • Je kunt samen met leerlingen rondom een thema persoonlijke leervragen opstellen en de leerlingen hiermee laten werken.

Pedagogische vaardigheden:

  • Je kent de leerlingen, hun interesses en talenten, hun achtergrond en hun welbevinden.
  • Je onderscheidt betrokkenheidsniveaus, maar ook de focus van die betrokkenheid.
  • Je verrijkt spel- en leersituaties door stimulerende en activerende interventies.
  • Je schakelt soepel tussen sturen, ontvangen en activeren.
  • Je leert kinderen reflecteren op hun leerproces en hun inspanning.
  • Je werkt bij leerlingen gericht aan een zelfstandige leerhouding.

Een uitwerking hiervan maakte ik eerder in het artikel 'Leraarvaardigheden voor kindgericht onderwijs'.

Let wel even hier op

Bij bovengenoemde oplossingsrichtingen zijn er natuurlijk wel zaken die je in de gaten moet houden c.q. die extra aandacht vragen.

  • Houdt goed overzicht over de ontwikkeling van de leerlingen

Bij het werken met stamgroepen en niveaugroepen vinden leraren het wel eens lastig om overzicht te houden over de leerlingen van hun groep. Hierover moeten inderdaad duidelijke afspraken gemaakt worden. Wie is er eindverantwoordelijk voor een vak? En wie heeft het totaal overzicht over een leerling? Hoe kunnen we de ontwikkeling van de diverse leerlingen goed in beeld houden? Instrumenten als de groepskaart in ParnasSys en de dashboards in digitale oefensoftware worden hierdoor meer betekenisvol voor leraren.

  • Werkdruk

Als leraren meer zelf input leveren om lessen vorm te geven, kost dit tijd en heeft dit dus in principe gevolgen voor de werkdruk. Dat is iets om rekening mee te houden. De praktijk leert wel dat leraren door deze werkwijze hun werk als meer betekenisvol ervaren en dat daardoor juist de werkdrukbeleving afneemt.

Als het gaat over de basisvakken is het werken in niveaugroepen sowieso al werkdrukverlagend. Doordat er minder niveauverschillen in de groep zijn, is het eenvoudiger om af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Dit scheelt stress bij leraren en voorkomt frustratie en verveling bij leerlingen.

  • Afstemming collega’s

Bij zowel groepsdoorbrekend werken als thematisch en geïntegreerd zaakvakonderwijs is het belangrijk dat er goede afstemming is tussen de leraren onderling. Dit is feitelijk een extra voordeel van de genoemde werkwijze. Het zorgt namelijk voor samen werken en samen leren en dat is belangrijk voor het gezamenlijke leerproces. Daarnaast is samenwerking tussen collega's bewezen werkdrukverlagend.

Bronnen

  • Karels, M. (2016). Het leerstofjaarklassensysteem is failliet! Geraadpleegd op 25-10-2019, van https://wij-leren.nl/het-leerstofjaarklassensysteem-is-failliet.php
  • NRO, (2018) Wat zijn de opbrengsten van vakintegratie? Van https://wij-leren.nl/opbrengsten-vakintegratie-leergebied.php
  • Becker, K., & Park, K. (2011). Effects of integrative approaches among science, technology, engineering, and mathematics (STEM) subjects on students’ learning: A preliminary meta-analysis. Journal of STEM Education: Innovations & Research.
  • Hattie, J. (2008). Visible Learning. Routledge.
  • Hartzler, D. S. (2000). A meta-analysis of studies conducted on integrated curriculum programs and their effects on student achievement (Doctoral dissertation).
  • Fullan, M., Quinn, J., McEachen, J. (2019) Deep learning – Hoe verdiepend leren kan leiden tot betekenisvolle verandering.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.