10 misverstanden over gepersonaliseerd onderwijs
Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 12-12-2024,
van https://wij-leren.nl/tien-misverstanden-over-gepersonaliseerd-onderwijs.php
Veel scholen zijn bezig met een beweging naar gepersonaliseerd onderwijs. Er circuleren echter nogal wat misverstanden over gepersonaliseerd onderwijs en hoe dat er uit zou zien. Dit artikel behandelt 10 misverstanden die regelmatig opduiken.
Definitie gepersonaliseerd onderwijs
Voor een goed gesprek over gepersonaliseerd onderwijs is het allereerst belangrijk dat er een heldere definitie gebruikt wordt. Anders praten we allemaal over iets anders. Een veelgebruikte definitie van gepersonaliseerd onderwijs is:
De kern van gepersonaliseerd en kindgericht onderwijs is steeds dat het onderwijs wordt vormgegeven…
- met de brede ontwikkeling van de leerling als uitgangspunt
- op basis van welbevinden en betrokkenheid
- en zelfstandige leerhouding van de leerling,
- binnen een variëteit aan leerroutes en werkvormen,
- ondersteund door ICT.
Leren is altijd persoonlijk!
De nadruk bij het gesprek over toekomstbestendig onderwijs ligt te vaak op gepersonaliseerd leren en dat is eigenlijk overbodig, want leren kun je per definitie alleen zelf. De vraag moet dus zijn of er wel sprake is van leren en niet van tijd vullen, bijvoorbeeld door werkbladen in te vullen. Daarom moeten we gepersonaliseerd leren en gepersonaliseerd onderwijs dus ook niet door elkaar heen gebruiken. Leren is altijd een persoonlijke zaak. En de mate waarin we het onderwijs personaliseren bepaalt of de leerling enthousiast leert of juist frustraties ervaart.
Misverstand 1: "Gepersonaliseerd onderwijs is hetzelfde als individueel leren".
Bij gepersonaliseerd leren wordt inderdaad meer dan bij traditioneel onderwijs gebruik gemaakt van individueel werken aan oefeningen en opdrachten. Maar het personaliseren van het onderwijs vraagt juist ook regelmatige momenten van bijwonen van instructiemomenten, deelnemen aan groepsgesprekken en samenwerken met medeleerlingen. Al te individueel leren heeft namelijk als risico dat leerlingen te weinig leren van elkaar. Goed gepersonaliseerd onderwijs kiest voor elke leerling de juiste mix van werkvormen.
"Bij gepersonaliseerd onderwijs is samenwerken een belangrijke werkvorm."
Misverstand 2: "Gepersonaliseerd leren is digitaal leren".
Bij gepersonaliseerd leren wordt gebruik gemaakt van eigentijdse leermiddelen, waar digitale oefensoftware vaak deel van uitmaakt. Maar dit wordt doorgaans niet meer dan anderhalf á twee uur per dag ingezet. Het grootste deel van het onderwijs bestaat uit werkvormen waarbij digitale middelen hooguit een bijrol spelen.
Misverstand 3: "Bij gepersonaliseerd onderwijs bepaalt de leerling helemaal zelf alles wat hij leert."
Bij gepersonaliseerd onderwijs speelt eigenaarschap en zelfsturing van de leerlingen inderdaad een belangrijke rol. Maar dat is tegelijkertijd een afstemmingsproces waarbij de leraar als coach doorlopend in beeld is. Je hebt immers ook gewoon te maken met kerndoelen en exameneisen waaraan gewerkt moet worden?
Daarnaast is het zo dat leerlingen nogal verschillen in de mate waarin zij in staat zijn om zichzelf aan te sturen. Dat vraagt een heldere opbouw en goede begeleiding, aangezien de ontwikkeling van zelfsturing ook gewoon een leerproces is.
Misverstand 4: "Bij gepersonaliseerd leren is de leerling vooral onderzoekend aan het leren."
Onderzoekend leren is in het traditionele onderwijs een ondergeschoven kindje. Op het moment dat je rekening gaat houden met de manier waarop kinderen leren, komt onderzoekend leren nadrukkelijk in beeld. Maar dat betekent zeker niet dat onderzoekend leren nog maar de enige manier is waarop leerlingen kennis tot zich nemen. Er zijn ook gewoon situaties waarin kennisoverdracht vanuit de leraar de meest efficiënte manier is om een volgende leerstap te maken. Het hangt van het leerdoel af welke manier van leren er wordt ingezet.
"Het hangt van het doel van de les af welke werkvorm en manier van leren er wordt ingezet."
Als het over de werkvormen gaat, vind ik onderstaand schema wel inzichtgevend. Het is afgeleid van de Roos van Leary, waarin de polen boven - onder / samen - tegen een rol spelen.
Elke leraar kiest doorlopend welke werkvorm het beste bij het lesdoel past. En ook daarin personaliseert de leraar het onderwijs voor de leerling. Kinderen verschillen namelijk nogal in de manier waarop zij het beste de leerinhoud tot zich nemen.
Het is trouwens ook interessant om je als leraar af te vragen in welke van de vakken uit de afbeelding jij het meeste opereert. En bedenk je ook eens wat dat voor effect op de leerlingen heeft. En waarom heb je daar trouwens zo'n voorkeur voor? Wat is er sowieso voor de leerlingen nodig om in elk vak goed te kunnen functioneren? En welke brede ontwikkeldoelen ontwikkelen zich het beste in welk vak?
Misverstand 5: “Gepersonaliseerd onderwijs is een tegenhanger van effectieve instructie.”
In de onderwijskundige discussie wordt gepersonaliseerd onderwijs nogal eens uitgespeeld tegen effectieve directe instructie. Dat is niet terecht. Effectieve directe instructie is een prima optimalisatie van het onderwijs binnen het leerstofjaarklassensysteem. Als je dat als leraar in de vingers hebt, kun je doorgroeien in je didactische en pedagogische vaardigheden en daarbij ook meer flexibele organisatievormen gaan gebruiken. Je hoeft dan niet meer noodgedwongen in het klassikale onderwijsmodel te blijven werken, maar je hebt meer mogelijkheden. Effectieve directe instructie is dus een basisvaardigheid waar je op voort kunt bouwen. Je kunt dit model ook meer coachend dan sturend inzetten en zo een basis leggen voor meer zelfsturing van de leerlingen. Effectieve directe instructie moet je dus niet zien als een eindstation, maar als een startpunt voor goed onderwijs.
Een instructie kan heel klassikaal en frontaal ogen, misschien zelfs met een busopstelling, maar daar kunnen momenten in zijn verwerkt met coöperatieve werkvormen of andere interactie. De verwerking kan daarna bovendien 'gepersonaliseerd' zijn. Zo’n werkwijze is niets mis mee. Omgekeerd leidt individueel werken of samenwerken niet per definitie tot een goed leerproces. Ook daarbij is de coachende begeleiding van de leraar nodig.
Het gaat er dus om hoe je de diverse modellen en werkwijzen inzet en welke rol je als leraar daarbij aanneemt. Het meest belangrijk blijft dus de houding die een leraar aanneemt tegenover zijn of haar leerlingen. Nieuwsgierigheid naar de mens achter de leerling is de essentie van goed onderwijs.
"Een cursus Directe Instructie is eigenlijk een soort Remedial Teaching voor leraren die hun Pabo-vaardigheden zijn verleerd."
Dit misverstand is verder uitgewerkt in het volgende artikel: "Is gepersonaliseerd onderwijs een tegenhanger van effectieve instructie?"
Misverstand 6: "Gepersonaliseerd onderwijs is niet bewezen efficiënt"
Dit misverstand geldt ook voor klassikaal en traditioneel onderwijs. Je kan namelijk een onderwijssysteem niet wetenschappelijk bewijzen vanwege de complexiteit van een dergelijk systeem. Je kunt hooguit onderzoek doen naar het gebruik van een specifiek model voor een specifiek doel. Zo is bijvoorbeeld het model directe instructie geschikt gebleken voor het aanleren van kennis voor een kennistoets. Is dit echter het enige waar je als school naartoe werkt?
Daarnaast zijn er van aspecten van gepersonaliseerd onderwijs evengoed zeker positieve effecten bekend. Het gaat dan met name om het aspect zelfsturing en het gebruik van ICT. Hierover is veel onderzoek beschikbaar.
Wat vooral ook vergeten wordt bij opmerkingen over 'efficiëntie van het onderwijs': je kunt pas over efficiëntie spreken als je het eens bent over het doel van het onderwijs. Heb je alleen kennisdoelen of heb je ook doelen op het vlak van houding, vaardigheden, vorming, morele ontwikkeling, creativiteit?
"Je kunt pas over efficiëntie spreken als je het eens bent over het doel van het onderwijs."
Als je alleen smalle kennisdoelen hebt, kun je nog suggereren dat klassikaal en traditioneel onderwijs 'bewezen effectief' is. Maar dan moet je tegelijkertijd wel je ogen dicht houden voor een heleboel nadelige effecten van dit systeem.
Wil je echter naast kennis ook brede ontwikkeldoelen met je onderwijs realiseren, dan zul je kritisch moeten kijken naar de inzet van de diverse werkvormen en organisatiemodellen. Kritische wereldburgers krijg je namelijk niet door leerlingen jarenlang te onderwerpen aan een systeem van luisteren en volgzaamheid.
"Kritische wereldburgers krijg je niet door leerlingen jarenlang te onderwerpen aan een systeem van luisteren en volgzaamheid."
Misverstand 7: “Gepersonaliseerd onderwijs is niet te betalen”
Nieuwe technologie inzetten in een oud systeem, maakt het systeem duurder. Die verkeerde combinatie leidt tot de misvatting dat gepersonaliseerd onderwijs duurder is. Je moet daarentegen de nieuwe technologie gebruiken om het systeem te veranderen. Daardoor wordt het efficiënter en dus goedkoper.
Frappant genoeg circuleert ook juist de omgekeerde kritiek, namelijk dat gepersonaliseerd leren zou worden gepromoot als bezuinigingsmaatregel. Je kan namelijk met minder menskracht voor meer leerlingen onderwijs verzorgen.
Er zijn inmiddels vele tientallen scholen die gepersonaliseerd onderwijs vormgeven binnen de huidige bekostigingssystematiek.
Misverstand 8: “Gepersonaliseerd onderwijs versmalt het vormingsideaal”
De aanname die achter dit misverstand zit, is de gedachte dat gepersonaliseerd onderwijs de uiteindelijke leerdoelen afstemt op de leerling en daarmee het vormingsideaal van het onderwijs beperkt. Leerlingen zouden bijvoorbeeld ook moeten leren om het eigen belang ondergeschikt te maken aan het leren van de groep.
Dit misverstand sluit aan bij misverstand 3: de leerling bepaalt helemaal zelf wat hij leert. Ik gaf daarbij al aan dat je ook te maken hebt met kerndoelen en exameneisen. Maar daar had ik inderdaad ook de vormingsdoelen van de school of opvoeder bij moeten zetten. Want dat is juist wat ik zie: scholen die het onderwijs willen personaliseren, hebben vaak brede ontwikkel- en vormingsdoelen met hun leerlingen. Zij willen leerlingen juist niet alleen met kennis confronteren, maar zij hebben ook veel doelen op het gebied van de persoonsvorming en karakterontwikkeling.
"Juist scholen met een duidelijk vormingsideaal willen het onderwijs voor hun leerlingen personaliseren."
In een eerder artikel gaf ik al aan: gepersonaliseerd onderwijs is niet bedoeld om leerlingen op te voeden tot narcisten. Leerlingen moeten leren omgaan met tegenslag en frustratie. Ze moeten leren omgaan met vrijheid. En ze moeten zich realiseren dat hun eigen vrijheid wordt begrensd door de vrijheid van de anderen.
Misverstand 9: “Gepersonaliseerd onderwijs vergt niets extra’s van leraren”
Dit is een opvatting die verschillende gezichtspunten heeft. Gepersonaliseerd onderwijs vraagt goede pedagogische, didactische en organisatorische vaardigheden. En als je die hebt, kun je in het traditionele onderwijs ook prima uit de voeten.
Maar een leraar zonder al te veel didactische vaardigheden kan in het traditionele onderwijs nog aardig uit de voeten aangezien je dan altijd nog gewoon slaafs de methode kunt volgen. Bij gepersonaliseerd onderwijs kom je daar echter niet mee weg.
Het stimuleren van de zelfsturing van leerlingen vereist ook de juiste pedagogische interactie, een balans tussen ondersteunen en uitdagen. Heb je een rigide directieve stijl, dan gaat gepersonaliseerd onderwijs ook lastiger worden.
En ook op organisatorisch vlak kun je in een traditionele klassikale setting nog aardig uit de voeten als je vaardigheden wat magertjes zijn. Maar flexibele organisatievormen vragen meer van je organisatorische kwaliteiten als leraar.
Misverstand 10: “Gepersonaliseerd onderwijs kun je geïsoleerd toepassen”
Heeft een school een cultuur van ‘ieder voor zich’, dan gaat de transitie naar gepersonaliseerd onderwijs niet lukken. Deze vorm van onderwijs moet je combineren met een professionele leergemeenschap. Er zit namelijk een visie van persoonlijk meesterschap en samenwerkend leren achter. Vanuit die visie moeten de leraren dan ook minimaal zelf werken. Autonomie en zelfsturing van leerlingen en leraren horen bij elkaar. Dit wordt ook beschreven in het artikel 'Kindgericht onderwijs in een lerende school'. Zie https://wij-leren.nl/kindgericht-onderwijs-in-lerende-school.php Het gaat om autonomie van onderop in de hele keten.
Daarnaast is het zo dat het hele onderwijssysteem de afgelopen jaren een systeem van volgzaamheid was en zitten we nu midden in een transitie naar meer zelfsturing en eigenaarschap. Wat zou het mooi zijn als eigenaarschap van leraren, leerlingen en scholen de komende jaren verder zou groeien!
Bronnen
Janson, D. (2015) De manier van leren moet kloppen. Geraadpleegd via https://wij-leren.nl/manier-van-leren-moet-kloppen.php
Karels, M. K. (2017) Kindgericht onderwijs in een lerende school. Geraadpleegd via https://wij-leren.nl/kindgericht-onderwijs-in-lerende-school.php
Karels, M. K. (2018) Is gepersonaliseerd onderwijs een tegenhanger van directe instructie? Geraadpleegd via https://wij-leren.nl/is-gepersonaliseerd-onderwijs-tegenhanger-effectieve-instructie.php
Wassink, H. (2015) De fragmentatie van het onderwijsveld. Geraadpleegd via https://www.hartgerwassink.nl/2015/08/de-fragmentatie-van-het-onderwijsveld/