Kennisplatform
Alles over executieve functies: Leermodules van Emiel van Doorn.

Samen leren: maar hoe doe je iedere leerling recht?

Blonk, M., & Bos, D. (2020). Samen leren: maar hoe doe je iedere leerling recht?
Geraadpleegd op 15-10-2024,
van https://wij-leren.nl/samen-leren-SLIM-flexibilisering-inclusief.php
Geplaatst op 27 november 2020
Samen Leren en Innoveren op Maat

Dit artikel is samen geschreven met Daniël Bos.

Iedere leerling op zijn of haar eigen niveau uitdagen en helpen ontwikkelen: dat wil je als leerkracht. Maar hoe doe je dat? En welke rol speelt je team daarin? In dit artikel vertellen Martine Blonk-Meulenkamp en Daniël Bos meer over de SLIM-aanpak: vanuit je visie op onderwijs op een innovatieve manier samen aan de slag met onderwijs op maat.

Een knagend gevoel

Heb jij aan het einde van de lesdag weleens een knagend gevoel omdat je voor je naar je idee niet iedere leerling recht hebt kunnen doen? Herken je onderstaande casus?

Je hebt je ontzettend ingespannen om er een mooie lesdag van te maken, onder andere door het inhoudelijk goed voor te bereiden. Voor de pittige rekenopdracht koos je een samenwerkingsvorm waarin leerlingen in groepjes die jij samenstelde elkaar moesten helpen. En wat was je trots op ze: je zag ze elkaar helpen, het uitleggen en voordoen. Toch zag je Amy achterin de klas worstelen met haar rekentaak, het tempo was te hoog. In een hoekje zat Stan intussen ongeïnteresseerd te kijken; hij was allang klaar met de opdracht. Toch eerst maar eens naar Amy’s groepje: ‘Jongens, leg mij eens uit hoe jullie deze som hebben opgelost?’ De kinderen vertellen enthousiast en doen hun best om een goede uitleg te geven. ‘Ik snap het!’ roept Amy ineens, en maakt de uitleg af. Tevreden geef je haar een compliment. Dan gaat de bel, de morgen is voorbij gevlogen. De leerlingen pakken hun spullen en lopen naar buiten. Als je naar de kantine loopt, bedenk je dat je Stan niet meer hebt gesproken.

Bekruipt jou ook weleens het gevoel dat je niet iedere leerling de aandacht hebt kunnen geven die hij nodig heeft? Op allerlei terreinen in je lespraktijk kan dit gebeuren: bij klassenmanagement, een onderwerp als persoonsvorming, het geven van feedback en het gebruik van software.

Hoe kun je de verschillen in je klas recht doen?

Het kan helpend zijn om goed te verkennen wat de beste weg is voor jou als leerkracht én voor jullie als team. En: begin dan bij je uitgangspunten, je visie op onderwijs en de inzet van je leermiddelen. In deze blog nemen we je mee in een SLIM-traject: Samen Leren en Innoveren op Maat.

Het SLIM-model

Hiernaast vind je de tekening van het SLIM-model, waarin de interactie tussen elementen binnen het onderwijs worden weergegeven:

  1. In het midden staat Why. Op iedere school wordt gewerkt vanuit een bepaalde overtuiging. Dat kan een levensvisie zoals een geloofsovertuiging zijn, maar ook een specifieke visie op onderwijs. Deze overtuiging, het Why, kleurt de gehele inhoud van het onderwijs.
  2. Rondom Why vind je de bekende didactische driehoek of pedagogische driehoek waarin de leerling, leerkracht en leerstof de kernelementen vormen. Deze drie zijn actief met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. Concreet: een aanpassing van de leerstof (bijvoorbeeld adaptief leren werken voor het vak rekenen) heeft consequenties voor de manier waarop de leerkracht zijn leerlingen begeleidt. Voor de leerling betekent het een andere manier van leren.
  3. Leraar, leerling en leerstof zijn onderdeel van een groter systeem. Dat systeem kenmerkt zich twee cirkels van invloed (blauw: klas/leergemeenschap, geel: school/team/ouders) en de cirkel van betrokkenheid (oranje: dorp/stad/maatschappij). Bij de cirkels van invloed kan bijvoorbeeld gedacht worden aan kaders die het bestuur stelt voor het onderwijs op de school, terwijl bij de cirkel van betrokkenheid gedacht kan worden aan het bredere onderwijsbeleid in een regio of gemeente.

De interactie tussen de didactische driehoek en de overkoepelende systemen is tweeledig: enerzijds is er vanuit de cirkels van invloed en betrokkenheid invloed op de leerkracht, de leerling en de leerstof. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkelingen omtrent burgerschapsonderwijs, die invloed hebben op de lesstof in het aanbod op scholen. Anderzijds beïnvloeden de leerling, leerkracht en leerstof zélf ook de manier waarop in de samenleving gedacht wordt over het onderwijs.

Tips voor samen leren en innoveren op maat

Denken vanuit dit SLIM-model kan je helpen in je reis op weg naar meer inclusief onderwijs: in jouw lessen recht doen aan alle leerlingen. Hieronder geven we je aan de hand van de betekenis van het woord SLIM tips om hier in jouw eigen lespraktijk mee aan de slag te gaan.

Samen

Samen leren is van groot belang voor kinderen. Als leerkracht zet je daarom doelbewust in op samenwerking. Leerlingen leren allemaal een bijdrage te leveren aan het geheel door de taken en rollen te verdelen en elkaar te helpen. Ze moeten zich samen inzetten voor een goede onderlinge sfeer: leren elkaar te respecteren, maar tegelijk leren zichzelf te blijven.

Samen met leerlingen en leerkracht

Hoe kun je als leerkracht laten zien hoe je dat doet, samen leren oefenen, en zo leerlingen aanmoedigen dat ook te doen?

  1. Bied regelmatig opdrachten aan waarbij leerlingen moeten samenwerken. Zorg dat voor de leerlingen duidelijk is wat ze samen moeten realiseren. Geef ze ook de ruimte problemen samen op te lossen en er samen uit te komen.
  2. Geef als collega’s het goede voorbeeld wat betreft samenwerken. Praat positief over elkaar, ook richting de leerlingen. Steun elkaar en val elkaar nooit af in het bijzijn van leerlingen.
    Bijvoorbeeld: Bij de introductie van een nieuwe manier van rekenonderwijs: ‘juf x heeft hier goed over nagedacht en mij geholpen…’
  1. Stimuleer leerlingen om anderen te helpen en hulp te ontvangen van anderen. Benoem wat je verwachtingen hierin zijn en complimenteer kinderen die dit laten zien.
  2. Benoem op samenwerkingsmomenten ook duidelijk wat je concreet goed vindt en welk effect dat heeft
    Bijvoorbeeld: Ik zag Jamie echt even goed nadenken over wat Noa niet snapte, en toen had hij ineens een goed voorbeeld om die rekensom uit te leggen
  1. Zorg dat voor de leerlingen duidelijk is hoe het samenwerken georganiseerd is. Denk aan dingen als: Met wie moeten ze samenwerken? Waar mogen ze samenwerken? Mogen ze overleggen? Wanneer moet het af zijn?

Je ziet hier dat het gezamenlijke niet alleen van invloed is op de leerlingen, maar dat de leerkracht een belangrijk onderdeel uitmaakt van het ‘samen’ gevoel.

De leerkrachtrol vertaalt zich ook in de klassenorganisatie.

Samen ontwikkelen binnen de organisatie

En natuurlijk moet je als leraar zelf ook laten zien dat je samenwerkt met je collega’s, ook wat betreft jouw leren. In jouw school heerst als het goed is een professionele leercultuur met de volgende kenmerken:

  • samenwerken en afstemmen van werkzaamheden van leraren, onderwijsondersteunende medewerkers en leidinggevenden;
  • leren van en met elkaar: binnen teams, als teams onderling teams en van andere scholen binnen en buiten de eigen scholengemeenschap; 
  • een onderzoekende houding, gedreven door nieuwsgierigheid, inspiratie en de drang om onderwijs te verbeteren.

Een professionele leercultuur is daarmee als volgt te definiëren: "Het samenwerken met de nadruk op het leren van en met elkaar, waarbij een onderzoekende houding om onderwijs te verbeteren centraal staat”.

Leren

Kinderen leren het beste in een leercultuur. Scholen met een leercultuur zijn erop gericht dat leerlingen zelf aan de slag gaan met hun ontwikkeling. Leerkrachten bieden nieuwe kennis op zo’n manier aan dat leerlingen dat zelf weten te verbinden aan wat ze al weten en kunnen en passen daar hun gedrag op aan. Het geleerde kunnen leerlingen en leerkrachten dus toepassen in de praktijk. Ze ontwikkelen dan op een effectieve manier: niet opgelegd door de leerkracht, maar samen met de leerkracht. De leerling voelt zich eigenaar van zijn leer- en ontwikkelproces en de leerkracht heeft de mogelijkheid een helpende hand te bieden. Als leerkracht ondersteun je leerlingen in hun zelfstandigheid. Je neemt ze indien nodig in het begin sterk bij de hand om ze steeds een stapje verder los te laten.

Die leercultuur organiseren is de eerste stap. Dan gaat het niet direct over de inhoud. Aandacht bieden aan kinderen is het eerste waar je naar streeft. Hoe creëer je ruimte om met kinderen in gesprek te gaan? Daarnaast is het goed om bewust bezig te zijn met de ontwikkeling van de leerling en daarvoor een bepaalde structuur in je achterhoofd te houden of zelfs met een portfolio te werken. Een mooie leidraad daarbij is de theorie van Biesta. Hij geeft aan welke taal je kunt spreken in de ontwikkelgesprekken. Boeiend is dat Biesta eigenlijk niet de leerling centraal wil zetten, maar het vooral heeft over de wereld om je heen begrijpen, hoe je ‘ik’ in de wereld kunt zijn. Onze opdracht is volgens Biesta om daarin te onderwijzen waarbij we recht doen aan elke afzonderlijke mens in zijn volledige eigenheid en uniciteit.

Laat als leerkracht zien dat je ook als volwassene in ontwikkeling blijft.

Verwoord je persoonlijke ontwikkelpunten.

Deel met kinderen ook hoe je aan deze punten gaat werken. Als het goed is zien kinderen ook dat er samengewerkt wordt binnen het team. Doordat leerkrachten met elkaar meekijken in de klas en door de houding die ingenomen wordt binnen je team. Zelfs de leidinggevende heeft ontwikkeldoelen voor ogen en deelt die met collega’s. Practice what you teach!

Innoveren

Bij veel scholen zien we de zoektocht naar een verandering van het onderwijs, passend bij de visie en doelen van de school. Een echte innovatie betekent een andere manier van kijken, een nieuwe visie ontwikkelen die past bij de huidige ontwikkelingen of het oplossen van een knelpunt. Dat kan tot gevolg hebben dat in de hele school het denken en handelen verandert. Het uitgangspunt van het onderwijs kan bijvoorbeeld verschoven zijn van de lesstof naar de leerling, maar andersom zou ook kunnen.

Als school denk je bij schoolontwikkeling na of je ten doel stelt om je huidige praktijk binnen de school wilt verbeteren of dat je een verandering van visie en concept nastreeft. Bij het laatste spreken we over een ‘significant change’.

Of je nu kiest voor verbetering, vernieuwing of innovatie, het is goed dat je beseft dat je als je iets als school in beweging zet rond een van de kernelementen in het SLIM-model,  die invloed hebben op andere kernelementen. Concreet: de leerling meer zelfstandigheid geven, doet iets met de houding van de leerkracht en heeft consequenties voor de manier waarop de leerstof wordt aangeboden. Het is belangrijk om je daarvan bewust te zijn als je met innoveren bezig bent.

Op Maat

De kern van onderwijs op maat kan gevat worden in het feit dat persoonlijke doelen worden gesteld op zó’n manier dat het passend is bij de visie van de school. Op maat betekent daarin dus bijvoorbeeld dat een leerkracht op school A de doelen klassikaal opstelt en doorgeeft aan de klas, maar het kan ook betekenen dat een leerling op school B zijn eigen doelen stelt omdat het daaraan toe is. Beide zijn keuzes die een school maakt op basis van de visie. De ondersteuning die daarop volgt vanuit de leerkracht is hoe dan ook op maat.

Bij onderwijs op maat kijk je naar het beginniveau van iedere individuele leerling en wat zijn of haar leerdoelstellingen zijn. Van daaruit formuleer je wat dit betekent voor het onderwijs in de groep en de wijze waarop je leerlingen helpt in ontwikkeling te blijven. Het kan zijn dat er dan een bepaalde mate van personalisering ontstaat waarin je samen met leerlingen bepaalt hoe en in welk tempo het leren plaatsvindt. Daarnaast gaat onderwijs op maat ook over de vernieuwende manieren van toetsen waarbij leerlingen kunnen laten zien hoe er nu precies is geleerd en hoe relevant het leerproces voor hen was.

Moderne techniek kan je helpen bij gepersonaliseerd onderwijs. Denk aan educatieve apps die aansluiten bij de voorkennis en het leerdoel van de leerling. Hierbij moet wel gewaakt worden voor het feit dat technologie met mate en op een verstandige wijze gebruikt moet worden. Zo blijkt uit onderzoek dat het gebruik van de moderne middelen ook bij kan dragen aan negatieve schoolresultaten.

Zoals leerlingen op maat leren, doe je dat als leraar ook.

Innovatie naar onderwijs op maat draait voor een groot deel om jouw menselijk handelen als leerkracht, en daar mag je je eigen gepersonaliseerde leerweg in volgen. Vind samen met je team een manier om een leercultuur in te richten waarin je als leerkracht elke leerling kunt begeleiden met passende leerstof gericht op de brede ontwikkeling. Dan word je echt een SLIM-school.

Een voldaan gevoel

Samen leren en innoveren op maat kan je dus helpen om het onderwijs inclusief in te richten, op z’n manier dat iedere leerling tot zijn recht komt.

Je hebt vanmiddag met je klas in circuits gewerkt. Daardoor konden de leerlingen in groepen aan de slag met hun eigen leerdoelen. Amy zit achter Gynzy aan haar eigen leerdoelen te werken. Je ziet dat ze zich de stof steeds meer eigen maakt en toe is aan een volgende stap. Dat ga je straks met haar bespreken in haar ontwikkelgesprek. Maar eerst is Stan aan de beurt met zijn leergroepje. Stan opent zijn portfolio met zijn ontwikkeldoelen erbij. Hij laat zien dat hij in Gynzy geoefend heeft om tempo te maken bij het automatiseren. Daarnaast heeft hij een wiskundeprobleem met zijn leergroepje opgelost. De komende tijd gaat hij aan de slag met een onderzoek over architectuur, waarin hij vooral wil werken aan zijn ontwikkelpunten rond samenwerken met anderen en zelfsturing. Samen met het leergroepje werken jullie een plan van aanpak uit voor het onderzoek van de komende weken. Na een gesprek van twintig minuten is het tijd om te wisselen. Stan gaat snel aan de slag met handvaardigheid en Amy komt met haar groepje naar je toe voor haar leervragen en doelen.

Aan het eind van de middag kijk je tevreden de klas rond. Je hebt elke leerling gesproken, kinderen weten wat ze de komende weken willen leren en voelen daar autonomie over. Je geniet van het blije gezicht van Stan als hij nog even na schooltijd zijn opzet voor een nieuw ontwerp van de school aan je komt laten zien. wat hij met zijn groepje heeft bedacht. Nu aan de slag met de maquette!

Je loopt nog even naar je collega om te reflecteren op deze middag. Wat ging goed en waar liggen nog aandachtspunten? Je wilt graag nog verder aan de slag met het stellen van de juiste vragen tijdens de ontwikkelgesprekken. Dat neem je mee naar jullie volgende leerbijeenkomst met het team.

Bronnen

  • Alkema, E., Kuipers, J., Lindhout, C., & Tjerkstra, W. (2015). Meer dan onderwijs. Theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen, Nederland: Koninklijke van Gorcum.
  • Biesta, G. J. J. (2017). The Rediscovery of teaching. Abingdon, Verenigd Koninkrijk: Taylor & Francis.
  • Blonk, M. (2019). Kindgesprekken: Waar heb je het over? Verkregen via https://wij-leren.nl/kindgesprek-leertaal-leercultuur.php
  • De Muynck, A. (2018). Gids en Pelgrim. Profiel van een christelijke leraar. Apeldoorn, Nederland: De Banier.
  • De Muynck, A., Ritmeester, C. J. B., & Bos, P. J. D. (in press). Kadernotitie innovatie.
  • Livingstone, S. (2012). Critical reflections on the benefits of ICT in education. Oxford Review of Education, 38 (1), 9-24. doi 10.1080/03054985.2011.577938
  • Murre, P. (in press). Kadernotitie gepersonaliseerd leren.
  • Pijl, J. (2017). Strategie = Executie. Alphen aan den Rijn, Nederland: Vakmedianet.
  • Smith, D. I. (2019) On christian teaching: Practicing faith in the classroom. Michigan, MI: William B. Eerdmans.
  • SLO. (2013) Kader voor ontwikkeling. Verkregen via https://talentstimuleren.nl/thema/talentontwikkeling/model-kader-voor-ontwikkeling
  • Van Wulfen, G. (2017). Het innovatiedoolhof: 4 routes naar een succesvolle new businesscase. Culemborg, Nederland: van Duuren Management
  • VO-raad (2017). Een professionele schoolorganisatie is lenig, wendbaar en weerbaar. Verkregen via https://www.vo-raad.nl/system/downloads/attachments/000/000/535/original/PSO_Onderzoek_VO-raad.pdf

 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.