Aan welke eisen moet formatieve toetsing voldoen om de rekenvaardigheid van NT2-leerlingen met een onvoldoende taalbasis in de moedertaal te meten?
Geplaatst op 27 september 2021
Door formatieve toetsing krijgt de leerkracht zicht op waar NT2-leerlingen staan en wat zij nodig hebben in hun leerproces. De leerkracht kan het niveau van de leerlingen in kaart brengen door middel van opgaven, gesprekken en observaties. Vervolgens moet de leerkracht de leerlingen passende ondersteuning bieden. Bij talige rekenopgaven zijn feedback en scaffolding effectieve strategieën om leerlingen met onvoldoende taalkennis te ondersteunen.
NT2-leerlingen hebben doorgaans een kleinere woordenschat en lagere leesvaardigheid in het Nederlands. Wanneer deze leerlingen bovendien een onvoldoende basis in hun moedertaal hebben, kunnen ze die niet of beperkt inzetten als hulpmiddel om talige rekenopgaven op te lossen. In deze zogeheten contextopgaven – ook wel redactiesommen of verhaaltjessommen genoemd – zijn rekenopgaven verweven in een tekst. Wanneer NT2-leerlingen niet beschikken over de benodigde taalkennis kan het zijn dat ze de som niet kunnen maken. Het lijkt dus of deze leerlingen moeite hebben met rekenen, maar in werkelijkheid begrijpen ze de context van de som onvoldoende.
Formatieve toetsing van rekenvaardigheid
Formatieve toetsing is een interactief en doorlopend proces, gericht op het ontdekken van de sterke kanten en de ontwikkelpunten van de leerling. De leerkracht krijgt inzicht in welke rekenkundige processen en begrippen de leerling wel of niet snapt en kan toepassen. Voorbeelden zijn begrijpen van rekenkundige concepten, ontwikkelen van oplossingsprocedures, vlot rekenen en flexibel toepassen. Het verkregen inzicht biedt de leerkracht mogelijkheden om in te spelen op individuele leerbehoeften. Denk aan aanvullende ondersteuning, verdere verdieping of extra uitdaging. Formatief evalueren kan leiden tot meer motivatie, eigenaarschap en zelfregulatie bij leerlingen en tot betere rekenprestaties.
Richtlijnen voor formatief evalueren bij NT2- leerlingen
Specifieke richtlijnen voor het formatief evalueren van rekenvaardigheid van NT2-leerlingen met een zwakke basis in de moedertaal zijn er niet. Er zijn wel richtlijnen die gelden voor NT2-leerlingen in het algemeen, zoals het in kaart brengen van het rekenniveau van de leerling en het bieden van ondersteuning op maat.
Als NT2-leerlingen instromen op de basisschool kan de leerkracht het rekenniveau in kaart brengen met een selectie rekenopgaven. Wanneer de Nederlandse taalvaardigheid van deze leerlingen nog niet goed ontwikkeld is, zijn ‘kale’ rekenopgaven een betrouwbaarder voorspeller dan opgaven met veel taal. Bij de keuze van rekenopgaven is het dus belangrijk om te letten op de aanwezigheid van kale rekensommen versus contextopgaven. In aanvulling op de rekenopgaven kunnen observaties en gesprekken met de leerling aanvullende informatie geven over waar de leerling precies moeite mee heeft.
Door de rekenvaardigheden van NT2-leerlingen in kaart te brengen, krijgt de leerkracht zicht op hun sterke en zwakke punten. Op basis hiervan kan de leerkracht ondersteuning op maat aanbieden. Om in te spelen op de specifieke behoeften van de leerlingen is het ook van belang om zowel de taalontwikkeling van het Nederlands als die in hun moedertaal te meten. De leerkracht kan dan samen met de leerlingen werken aan bijvoorbeeld het vergroten van de woordenschat. Het is belangrijk dit proces regelmatig te evalueren en te herhalen. Feedback en scaffolding zijn hier cruciaal om leerlingen te begeleiden in hun leerproces. Door middel van scaffolding kan de leerkracht de meertalige leerlingen ondersteunen in het begrijpen en toepassen van de juiste rekentaal. Door geleidelijk af te bouwen ondersteuning kan de leerkracht het wiskundig redeneren van NT2-leerlingen in relatief korte tijd bevorderen.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Annelies van der Lee (antwoordspecialist), Joyce Gubbels (antwoordspecialist) en Martine Gijsel (kennismakelaar)
Geraadpleegd expert: Gerdineke van Silfhout
Vraagsteller: adjunct directeur basisonderwijs
Vraag
Aan welke eisen moet formatieve toetsing voldoen om betrouwbaar de rekenvaardigheid van NT2-leerlingen met een onvoldoende taalbasis in de moedertaal te meten?
Kort antwoord
NT2-leerlingen hebben doorgaans een kleinere woordenschat en lagere leesvaardigheid in het Nederlands. Dit bemoeilijkt het uitvoeren van bepaalde rekenkundige opgaven. NT2-leerlingen met een onvoldoende taalbasis in de moedertaal kunnen bovendien niet of beperkt hun eigen moedertaal inzetten als steigers om rekenopgaven in het Nederlands te begrijpen. Door middel van formatief evalueren kan de leraar zicht krijgen op waar de leerling staat en wat de leerling nodig heeft in zijn leerproces. Van belang is om het niveau goed in kaart te brengen middels opgaven, gesprekken en observaties en vervolgens de NT2-leerlingen voldoende ondersteuning te bieden. Scaffolden van rekentaal is daarbij een effectieve strategie.
Toelichting antwoord
Andere moedertaal beïnvloedt taal- en rekenprestaties
Bij NT2-leerlingen bouwt de ontwikkeling van hun Nederlandse taalvaardigheid voort op hun taalvaardigheid in de moedertaal. Deze moedertaal legt een belangrijke basis voor het leren in een andere taal en kan benut worden in het onderwijs in de Nederlandse taal, iets wat ook steeds meer in de klas toegepast wordt (Cummins, 2007). Voor leerlingen met een zwakke basis in de moedertaal betekent dit echter dat zij dus ook een zwakke basis hebben voor hun Nederlandse taalontwikkeling (Delarue, 2018). Over het algemeen presteren leerlingen met een andere thuistaal lager op het gebied van Nederlandse leesvaardigheid (Gubbels et al., 2019).
De problemen doen zich vooral voor bij de woordenschat: de Nederlandse woordenschat van NT2-leerlingen is doorgaans kleiner dan die van leeftijdsgenoten (zie bijv. Lervåg & Aukrust, 2010). Het spreken van een andere taal heeft ook invloed op de rekenvaardigheid: leerlingen die thuis een andere taal spreken, scoren gemiddeld lager op rekenvaardigheid dan leerlingen die thuis Nederlands of dialect spreken (Meelissen et al., 2020).
Kleinere woordenschat bemoeilijkt rekenopgaven
Doordat de leesvaardigheid en de Nederlandse woordenschat van NT2-leerlingen doorgaans kleiner is dan die van leeftijdsgenoten, kunnen ze meer moeite hebben met vaktermen bij rekenen. Hier spelen ook het Dagelijks Algemeen Taalgebruik (DAT) en de Cognitieve Academische Taalvaardigheid (CAT; schooltaal, vaak abstracter) een rol. Leerlingen met Nederlands als moedertaal kunnen bij het leren van schoolse woordenschat terugvallen op hun dagelijkse taalvaardigheid. NT2-leerlingen kunnen zich hier minder op baseren, wat meer moeite en ondersteuning vraagt (Cummins, 2000; Gibbons, 2014).
Met name contextopgaven (ook wel redactiesommen of verhaaltjessommen genoemd), waarbij rekenopgaven verweven zijn in een verhaal, vormen een extra opgave voor NT2-leerlingen. Leerlingen met een beperkte Nederlandse woordenschat slaan moeilijke of onbekende woorden over en proberen de opgave te maken met behulp van alleen de rekenkundige onderdelen van de opgave (Van den Boer, 2003). Als NT2-leerlingen niet beschikken over de benodigde taalkennis en/of -vaardigheden, kunnen ze de vraag niet beantwoorden, ook al weten ze het antwoord wel. Dit geeft een vertekend beeld van wat de leerling kan (zie ook Burgoyne et al., 2013; Droop & Verhoeven, 2003). Bij NT2-leerlingen met een beperkte woordenschat kan het dus zo zijn dat (delen van) rekentoetsen hun vaardigheden niet valide meten: het lijkt alsof ze moeite hebben met rekenen, maar in werkelijkheid begrijpen ze de context van de som onvoldoende om deze uit te kunnen rekenen.
Formatief evalueren van rekenvaardigheid
Formatief toetsen, ook wel formatief evalueren genoemd, is een interactief en cyclisch proces waarmee de leraar zicht krijgt op waar de leerling staat en wat de leerling nodig heeft in zijn leerproces. Een toets is in zichzelf niet per definitie formatief of summatief, maar hoe er naar de toets en resultaten gekeken wordt en wat er dan mee gebeurt maakt het formatief of summatief (Popham, 2008). Formatief evalueren gaat niet om een momentopname, maar om een doorlopend proces, gericht op het ontdekken van de sterke kanten én ontwikkelpunten van de leerling (Blok et al., 2015; Black & Wiliam, 2010). Door formatief evalueren in te zetten bij het rekenen, krijgt de leerkracht dus inzicht in welke rekenkundige processen en concepten de leerling (niet) begrijpt en toe kan passen (Ginsberg, 2009).
Het kan gaan om begripsvorming (rekenkundige concepten begrijpen), het ontwikkelen van oplossingsprocedures (optellen, aftrekken, etc.), vlot leren rekenen en tenslotte om het flexibel toepassen (contexten in rekenopgaven). Het verkregen inzicht biedt vervolgens mogelijkheden om in te spelen op individuele leerbehoeften door aanvullende ondersteuning of verdere verdieping en extra uitdaging aan te bieden (Keeley & Tobey, 2011). Formatief evalueren blijkt effectief: het kan leiden tot meer motivatie, eigenaarschap en zelfregulatie bij leerlingen (Kennisrotonde, 2017; Stobart, 2008) en tot betere rekenprestaties van leerlingen (Hickendorff et al., 2019).
Richtlijnen voor het formatief evalueren bij NT2- leerlingen
In de literatuur zijn er zijn geen specifieke richtlijnen voor het formatief evalueren van rekenvaardigheid van NT2-leerlingen met een zwakke basis in de moedertaal, maar onderstaande algemene richtlijnen voor NT2-leerlingen zijn ook voor hen van toepassing.
In kaart brengen van het rekenniveau
Als NT2-leerlingen instromen op school kan de leerkracht het rekenniveau in kaart brengen met een selectie rekenopgaven (Roerdink & Brouwer, 2018). Wanneer de Nederlandse taalvaardigheid van deze leerlingen nog niet goed ontwikkeld is, zijn rekenopgaven die niet teveel beroep doen op taal (dus kale opgaven) een meer betrouwbare voorspeller dan opgaven met veel taal. Bij de keuze van rekenopgaven is het dus belangrijk om te letten op de aanwezigheid van kale rekensommen versus contextopgaven. In aanvulling op de rekenopgaven zelf kunnen observaties en gesprekken met de leerling aanvullende informatie geven over waar de leerling precies moeite mee heeft.
Ondersteuning op maat bieden
Door de rekenvaardigheden van NT2-leerlingen in kaart te brengen, krijgt de leerkracht zicht op hun sterke en zwakke punten: op basis hiervan kan leerlingspecifieke ondersteuning geboden worden. Om in te kunnen spelen op de specifieke noden van de leerlingen is het belangrijk om zowel de taalontwikkeling van het Nederlands als die in hun moedertaal in kaart te brengen (Emmelot et al., 2001; Kalinec-Craig, 2017). De leerkracht kan samen met de leerling nagaan of ze over de voorwaardelijke kennis beschikken en vervolgens inzetten op het verstevigen van deze kennis, bijvoorbeeld door de woordenschat te vergroten. Het is belangrijk kom dit proces regelmatig te evalueren en te herhalen. Feedback en scaffolding zijn cruciaal om de leerling te begeleiding in zijn leerproces. Door middel van scaffolding kan de leerkracht de meertalige leerlingen ondersteunen in het begrijpen en toepassen van de juiste rekentaal (bijv. Smit, 2013). Taalgerichte lessen en scaffolding-strategieeën bevorderden in relatief korte tijd het wiskundig redeneren van meertalige leerlingen.
Geraadpleegde bronnen
- Black, P., & Wiliam, D. (2010). Inside the black box: Raising standards through classroom assessment. Phi Delta Kappan, 92(1), 81–90.
- Blok, H., Ledoux, G., & Roeleveld, J. (2015). Opbrengstgericht werken in het primair onderwijs: Een effectieve weg naar onderwijsverbetering? Pedagogische Studiën, 92(3), 167–178.
- Burgoyne, K., Whiteley, H. E., & Hutchinson, J. M. (2013). The role of background knowledge in text comprehension for children learning English as an additional language. Journal of Research in Reading, 36(2), 132-148.
- Cummins, J. (2000) Language, Power and Pedgogy: Bilingual Children in the Crossfire. Clevedon: Multilingual Matters.
- Cummins, J. (2007). Rethinking monolingual instructional strategies in multilingual classrooms. Canadian Journal of Applied Linguistics/Revue canadienne de linguistique appliquée, 10(2), 221-240.
- Delarue, S. (2018). 10 cruciale inzichten over meertaligheid en taalverwerving. Fons 3(2), 42-44.
- Droop, M., & Verhoeven, L. (2003). Language proficiency and reading ability in firsthand secondlanguage learners. Reading research quarterly, 38(1), 78-103.
- Emmelot, Y., Schooten, E. van, & Timman, Y., (2001). Determinanten van succesvol NT2-onderwijs. Factoren van invloed op de leerwinst Nederlands van 1.9-leerlingen in groep 4 en 7 van het primair onderwijs. SCO-Kohnstamm Instituut en ITTA.
- Gibbons, P. (2014). Scaffolding language, scaffolding learning: Teaching second language learners in the mainstream classroom. Heinemann, ISBN 9780325056647.
- Ginsberg, H.P. (2009). The Challenge of Formative Assessment in Mathematics Education: Children’s Minds, Teachers’ Minds. Human Development, 52, 109-128.
- Gubbels, J., van Langen, A.M.L., Maassen, N.A.M., & Meelissen, M.R.M. (2019). Resultaten PISA-2018 in vogelvlucht. Universiteit Twente. doi: 10.3990/1.9789036549226
- Hickendorff, M., Mostert, T.M.M., Van Dijk, C.J., Jansen, L.L.M., Van der Zee, L.L., & Fagginger Auer, M.F. (2019). Wat werkt (niet) in het rekenwiskundeonderwijs? Review van wetenschappelijk onderzoek naar de samenhang tussen het onderwijsleerproces en rekenwiskundeprestaties van leerlingen in het basisonderwijs. Volgens Bartjens – ontwikkeling en onderzoek, 38(3), 41-49.
- Kalinec-Craig, C. A. (2017). The Rights of the Learner: A Framework for Promoting Equity through Formative Assessment in Mathematics Education. Democracy and Education, 25(2), Article 5.
- Keeley, P. & Tobey, C.R. (2011). Mathematics formative assessment: 75 practical strategies for linking assessment, instruction, and learning. Corwin.
- Kennisrotonde. (2017). Wat is er in de wetenschappelijke literatuur bekend over de effecten van formatief evalueren? (KR. 162 en 212). Den Haag: Kennisrotonde.
- Lervåg, A., & Aukrust, V. G. (2010). Vocabulary knowledge is a critical determinant of the difference in reading comprehension growth between first and second language learners. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 51(5), 612-620.
- Meelissen, M.R.M., Hamhuis, E.R., & Weijn, L.X.F. (2020). Leerlingprestaties in de exacte vakken in groep 6 van het basisonderwijs. Resultaten TIMSS-2019. Universiteit Twente.
- Popham, W. J. (2008). Transformative assessment. ASCD.
- Roerdink, D. & Brouwer, E. (2018). Algemene Handleiding Rekenkist Nieuwkomers. Theoretisch Kader. Het ABC.
- Smit, J. (2013). Scaffolding language in multilingual mathematics classrooms. Utrecht: Freudenthal Instituut.
- Stobart, G. (2008). Testing times: The uses and abuses of assessment. Routledge.
- Van den Boer, C., (2003). Als je begrijpt wat ik bedoel. Een zoektocht naar verklaringen voor achterblijvende prestaties van allochtone leerlingen in het wiskundeonderwijs. (Dissertatie Universiteit Utrecht). CD-8 Press.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Fawaka Ondernemersschool


oo.nl


Medilex Onderwijs


Augeo


Kennisnet


Wij-leren.nl Academie


ANWB












































