Zo maak je richtinggevend beleid voor je school
Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 15-10-2024,
van https://wij-leren.nl/zo-maak-je-richtinggevend-beleid-voor-je-school.php
Van schoolverbetering naar schoolontwikkeling
Veel scholen zijn deze periode bezig met het maken van beleid voor de komende jaren. Het is daarbij zaak om niet te blijven hangen in wat elementen van schoolverbetering. Een toekomstvaste visie krijg je pas als het beleid richtinggevend is, dan ontstaat er schoolontwikkeling. In dit artikel beschrijf ik hoe je als schoolteam de grote lijnen voor de komende jaren kunt uitzetten.
In de Wij-leren.nl Academie is een gratis module beschikbaar over de in dit artikel beschreven werkwijze. De werkmaterialen voor het team zijn daarin downloadbaar.
1. Wat is ons gezamenlijk verlangen?
Allereerst is het belangrijk om vast te stellen of uit te diepen waarvoor je eigenlijk school bent. Wat wil je met je kinderen bereiken? Dit kan door met elkaar na te denken over de vraag: "Wat willen we dat de kinderen laten zien aan kennis, houding en vaardigheden als ze aan het eind van groep 8 afscheid nemen? Werk het antwoord op deze vraag als team concreet uit. Dit is het gezamenlijke verlangen en daarom ook het startpunt van beleid.
De uitkomst van deze gezamenlijke brainstorm kan heel goed op een mooie visuele manier weergegeven worden, zodat het bij iedereen op het netvlies blijft staan. Een voorbeeld van zo'n visuele weergave:
Faciliteert ons onderwijs ons verlangen?
Dit vraagt natuurlijk om een verdere en concrete uitwerking, maar het geeft in ieder geval een duidelijke focus van het team aan. Dit gezamenlijk verlangen brengt meteen ook bij de volgende vraag: Hoe helpt ons onderwijs bij het realiseren van dit gezamenlijke verlangen?
We moeten vaak constateren dat we als schoolteam een hele pedagogische visie hebben op de ontwikkeling van kinderen, maar dat dit nog niet zou uit de verf komt bij de activiteiten die we organiseren. Dit leidt vaak tot discussies over elementen van het onderwijs waar we wel aan mee doen, maar waar we niet zo tevreden over zijn. Het wordt dan tijd voor een richtinggevend kader, om inzicht te krijgen in de onderwijskundige stromingen die hier een rol in spelen.
2. Richtinggevend kader
Je kunt in het onderwijskundige discours twee basisstromingen onderscheiden: een op leerstof gerichte visie en een op het kind gerichte visie. De leerstofgerichte benadering legt het zwaartepunt erg bij het belang van de didactiek en de kindgerichte stroming legt de focus vooral bij de pedagogiek. Het is niet nodig om deze twee 'polen' tegen elkaar uit te spelen, maar het is wel inzichtgevend om ze van elkaar te onderscheiden. Elke school maakt een eigen keuze als het gaat om de positie die zij op dit spectrum in wil nemen. Feitelijk geeft het gezamenlijke verlangen al antwoord op de vraag welke positie het team hierbij inneemt. Deze focus heeft gevolgen voor de pedagogiek, de didactiek en de manier van omgaan met leerstof.
Bij een focus op leerstof, past een sturende aanpak met een gesloten didactiek en gestandaardiseerde leerstof. Een leraar die de brede ontwikkeling van kinderen wil stimuleren, zal een meer coachende houding hebben en binnen de didactiek en leerstof meer ruimte voor keuzes van leerlingen creëren.
En deze drie basisdimensies pedagogiek, didactiek en leerstof, hebben dan ook gevolgen voor de verdere organisatie en uitwerking van het onderwijs:
Ook hierin maken scholen keuzes. Wat je echter wel vaak ziet, is dat leraren vanuit pedagogische overwegingen kiezen voor de pedagogische academie, maar dat ze in de praktijk van het onderwijs toch meer aan de leerstofgerichte kant terecht komen. Vaak komt dat door externe oorzaken zoals verantwoordingsdruk, toetssystemen, methodes, etc.
Het totaalplaatje van de acht dimensies ziet er zo uit:
3. Positie en doel
Wil je als team je gezamenlijke verlangen serieus nemen, dan moet je vanuit die visie overwegen welke positie je op de andere dimensies van onderwijs wilt innemen. De bezinning op de pedagogische houding, het didactische gedrag en het omgaan met leerstof is dan cruciaal. De andere dimensies zijn ondersteunend daaraan. De vraag is ook hoever je wilt gaan op elk van de dimensies. Dat zal afhangen van je persoonlijke overtuigingen, van de leerlingpopulatie en van de opvattingen van de ouders. Een ook de beginsituatie speelt hierin een belangrijke rol. Een handige manier om hierop te reflecteren is het overzicht waarin de dimensies zijn uitgewerkt voor elk van de vijf varianten van schooltypen. Deze varianten van schooltypen komen uit dit artikel: Kindgericht onderwijs in een lerende school.
Het belangrijkste daarin zijn de vier eerste dimensies. Maar ook wat betreft de ondersteunende dimensies kan het nuttig zijn om na te denken over waar je als schoolteam staat en wat je zou willen. Elk teamlid kan bij dit overzicht met een kleur aangeven waar hij of zij vindt dat de school staat per dimensie. En vervolgens kan aangegeven worden waar je uit zou willen komen op elke dimensie. Het gesprek hierover naar aanleiding van het individueel invullen hiervan is ook erg nuttig.
In de Wij-leren.nl Academie is een gratis module beschikbaar over de in dit artikel beschreven werkwijze. De bovenstaande werkmaterialen voor het team zijn daarin downloadbaar.
4. Wegwijzers opstellen
Als je het met elkaar eens bent over de positie waar je nu staat op elke dimensie én waar je per dimensie uit wilt komen, heb je feitelijk de wegwijzers voor het beleid al in beeld. Je moet deze wegwijzers dan alleen nog wel in transitietaal formuleren. Dat helpt namelijk om de richting duidelijk te zien. Enkele voorbeelden van wegwijzers in transitietaal:
Wij willen bewegen...
- "... van een focus op smalle meetbare resultaten naar een focus op de brede ontwikkeling van leerlingen."
- "... van leraren die veel sturen naar leraren die leerlingen coachen."
- "... van methode als strakke leidraad naar een flexibele inzet van de methode."
- "... van gestandaardiseerde leerstof naar een meer gepersonaliseerde kennisbasis."
- "... van een klassikale organisatievorm naar flexibele en groepsdoorbrekende organisatievormen."
5. Leerkern kiezen
Als je met elkaar een aantal van dergelijke wegwijzers hebt opgesteld, moet er nog een leerkern gekozen worden. Het bewegen op de diverse dimensies gebeurt namelijk niet in het luchtledige. Je leert als team dit veranderende gedrag alleen maar aan een inhoudelijk vak. Bijvoorbeeld rekenen, taal of de zaakvakken. Het zal per school verschillen welk vak hiervoor het meest geschikt is. Dat kan bijvoorbeeld afhangen van een methode die net aan vervanging toe is. Of een vak wat om andere redenen extra aandacht behoeft.
Tenslotte
Dit proces kan je als schoolleider zelfstandig met het team doen, al zal dat afhangen van je procesvaardigheden als schoolleider. Wil je hierin zelf ontspannen mee kunnen doen, dan is het wellicht zinnig om dit proces door een externe begeleider te laten vormgeven. Dit kan een collega-directeur zijn of een externe deskundige. Dit kan temeer van belang zijn als er teamdynamiek aan de orde is die het proces kan beïnvloeden.
Als de basiskwaliteit van de school onder druk staat, is dat prioriteit nummer één om aan te werken. Dan moet dat eerst op orde gemaakt worden: schoolverbetering. Pas daarna kan er een ontwikkelrichting in gang gezet worden: schoolontwikkeling.
In een volgend artikel voeg ik nog vier dimensies aan de eerder genoemde acht toe. Het gaat dan om cultuur, leiderschap, kwaliteitszorg en ouderbetrokkenheid. Deze dimensies bewegen namelijk mee als een school op de acht basisdimensies gaat bewegen. Het is belangrijk om hier in het beleid rekening mee te houden.
In de Wij-leren.nl Academie is een gratis module beschikbaar over de in dit artikel beschreven werkwijze. De werkmaterialen voor het team zijn daarin downloadbaar.