Omgaan met functionele buikpijnklachten bij kinderen: wat kan de leerkracht bijdragen?
Peter de Vries
Expert ouderbetrokkenheid bij PeterdeVries.nu
Dit artikel is samen geschreven met Ben Semmekrot (kinderarts).
Inleiding
Functionele klachten komen vaak voor bij kinderen. Hierbij kan het gaan om klachten van buikpijn, hoofdpijn, vermoeidheid, of pijn in de ledematen. Buikpijnklachten komen het meest frequent voor. Chronische buikpijn is ook de meest voorkomende reden voor ouders om het kind te presenteren aan de kinderarts.
Aangezien psychosociale factoren hier meestal een rol bij spelen, is het goed om dit onderwerp onder de aandacht te brengen. Het doel daarbij is te kijken hoe de leerkracht functionele buikpijn leert herkennen bij kinderen.
De leerkracht kan zo bijdragen aan preventie van functionele buikpijnklachten en hij/zij kan een rol spelen in de manier waarop met deze klachten wordt omgegaan door kind en ouders. Daarnaast kan de leerkracht zich bewust worden dat hij een bijdrage kan leveren in de impact die functionele buikpijnklachten voor kind en ouders hebben.
Ten slotte gaat dit artikel in op het praktisch handelen bij signalen van buikpijn bij een kind.
Definitie
In de Richtlijn ‘Functionele buikpijn bij kinderen’ voor behandelaars uit 2015 worden de volgende definities gehanteerd:
Chronische buikpijn is langdurig bestaande (>2 maanden) buikpijn, die constant of zeer regelmatig aanwezig is. De oorzaak kan zowel functioneel als organisch van aard zijn.
Functionele buikpijn is buikpijn zonder aanwijsbare structurele of biochemische oorzaak. Sinds 1999 wordt functionele buikpijn gedefinieerd volgens de Rome criteria. Dit zijn criteria gebaseerd op internationale consensus van experts op het gebied van maag-darm-leverziekten bij kinderen. In de huidige Rome III criteria is op basis van symptomen een verdeling gemaakt in 5 buikpijnsyndromen.
Eén daarvan is functionele buikpijn (FB). We zullen de term ‘functionele buikpijn’ in het vervolg van dit artikel gebruiken zoals die is gedefinieerd volgens deze Rome III criteria. De kinderarts stelt de diagnose vast op basis van het verhaal (anamnese), lichamelijk onderzoek, en (eventueel) aanvullende diagnostiek (Tabbers et al. 2015).
Herkennen van functionele buikpijn
Functionele buikpijn
In 80-90% van de gevallen van chronische buikpijn is er geen organische oorzaak aanwezig. We spreken dan van functionele buikpijn. Dat wil zeggen dat de pijnklachten niet terug te voeren zijn op een lichamelijke oorzaak. De klachten zijn er echter niet minder om!
Meestal is de oorzaak terug te voeren op een verstoring, op enigerlei wijze, van de balans tussen belasting en belastbaarheid (ook te zien als de balans tussen draaglast en draagkracht).
De kinderarts vormt zich een indruk
Het is dan ook voor de kinderarts belangrijk om zich een indruk te vormen over het verloop van een dag in het leven van het kind. Om daar een indruk van te krijgen, kan hij vragen stellen over de activiteiten van het kind:
- Sport en spel;
- Hobby’s;
- Gedrag op de computer;
- Bewegingsactiviteiten.
Daarnaast komen vragen over het slaapgedrag ook aan bod:
- Hoe wordt het kind ’s morgens wakker?
- Is het uitgeslapen of komt het moeilijk uit bed (als teken van onvoldoende kwantiteit of kwaliteit van slaap).
Een belangrijke vraag aan de ouders is meestal:
- Wat is het voor een kind, kunt u het in een paar woorden beschrijven?
- Hoe is de gezinssamenstelling: broertjes en zusjes, kunnen ze samen goed overweg,
- Zijn beide ouders bij elkaar in hetzelfde huis, hebben ze een stabiele relatie?
Daarnaast stelt de arts ook vragen ook vragen over het gedrag op school:
- Wat vindt de leerkracht van het kind: doet het aandachtig en geïnteresseerd mee op school?
- Heeft het kind goede resultaten?
- Maar vooral: wat moet het kind daarvoor doen? Moet het op de tenen lopen?
- Doet het kind goed mee, of is het vaak alleen of een uitzondering?
- Hoe is het contact met de andere kinderen?
- Wordt het misschien gepest?
- Een belangrijke vraag over de leerkracht is met wie het kind het meest contact heeft is: ‘Als ik die dan eens bel, wat gaat hij dan over jou zeggen?’
Zo ontstaat dan vaak een goed beeld van hoe het gaat op school.
Neem het serieus!
Voor leerkrachten is het belangrijk buikpijnklachten serieus te nemen, ook als er geen lichamelijke oorzaak bekend is. Een verstoring van de balans tussen belasting en belastbaarheid kan natuurlijk ook voorkomen op school of tussen school en thuis.
Wanneer een leerkracht buikpijnsignalen verneemt is het zaak om deze observatie te delen met de ouders. Allereerst om te vragen of ouders de buikpijn herkennen, om ouders mogelijk te wijzen op de noodzaak van een onderzoek voor het uitsluiten van eventuele organische oorzaken en om wellicht samen te zoeken naar de oorzaak van de disbalans tussen belasting en belastbaarheid.
Bij verstoring van de balans van belasting en belastbaarheid uit zich dat vaak op de zwakste plek in het lichaam. Het is vaak familiair bepaald welke plek dat is. Er zijn families met hoofdpijn (spanningshoofdpijn, migraine) en families met buikpijn (‘spastische darm’), enzovoort.
"Het is voor leerkrachten belangrijk de buikpijnklachten serieus te nemen, ook als er geen lichamelijke oorzaak bekend is."
Behandeling
Na de inventarisatie en het stellen van de diagnose is het belangrijkste natuurlijk: de geruststelling van het kind en de ouders. Het stelt ze vaak gerust dat er geen lichamelijke afwijking aanwezig is die de klachten verklaart. Het is belangrijk om duidelijk aan te geven dat de buikpijn bij de diagnose ‘functionele buikpijnklachten’ niet minder is dan wanneer wel een lichamelijke oorzaak wordt gevonden.
De aanpak is echter geheel anders: bij een darmparasiet moet een antibioticum worden gegeven, een blindedarm moet chirurgisch worden behandeld, de ziekte coeliakie (‘darmspruw’) moet worden behandeld met een glutenvrij dieet. Als een kind niet tegen lactose (melksuiker) kan, moet lactose uit het dieet worden gelaten.
Echter functionele buikpijnklachten moeten worden behandeld door aandacht te besteden aan de balans tussen belasting en belastbaarheid. En ook daarin is afstemming met de leerkracht van belang.
Niet zelden wordt de kinderpsycholoog hierbij ingeschakeld, die een cognitieve begeleiding start. Soms is er tevens sprake van psychologische co-morbiditeit zoals gedrags- of ontwikkelingsproblemen.
"Het is belangrijk aan te geven dat de diagnose functionele buikpijnklachten niet minder is dan wanneer een lichamelijke oorzaak is gevonden."
Factoren die kunnen overwogen bij kinderen met chronische buikpijn zijn(van Oudenhove et al., 2016):
- Gezonde leefstijl
- Stress reductie
- Voeding
- Misbruik
- Pesten
- Echtscheiding ouders
- Karakter
- Angst, depressie
Soms helpt het om een buikpijnkalender bij te houden, zodat een samenhang met sociale factoren zichtbaar wordt.
Stressfactoren op school
Uiteraard is het hierbij ook van belang eventuele stressfactoren op school in ogenschouw te nemen. Behalve pesten op school zou bijvoorbeeld ook de relatie en interactie tussen de leerkracht en het kind een rol kunnen spelen.
Het is goed om dit onderwerp van gesprek te laten zijn met ouders. Jonge kinderen kunnen immers thuis signalen afgeven in de trant van “Juf is altijd heel streng.” of “Juf is altijd heel boos.” Die strengheid en boosheid kan ook op een ander kind van toepassing zijn maar stress geven bij het kind dat functionele buikpijnklachten heeft.
Naomi van vijf komt ’s ochtends huilend uit school en wil ’s middags niet meer naar school. Wanneer Naomi’s moeder vraagt naar wat er is gebeurd antwoordt ze dat juf hoofdpijn krijgt van de kinderen. In een gesprek met de ouders geeft de leerkracht aan dat deze opmerking helemaal niet voor Naomi was bedoeld, maar voor een klasgenootje dat veel lawaai maakte tijdens het spelen.
Door het gesprek tussen de leerkracht en de ouders van Naomi realiseerde de leerkracht zich dat zij onbewust stress veroorzaakte bij een ander kind. Zonder het gesprek zouden er bij herhalingen van een dergelijke opmerking maar zo functionele buikpijnklachten bij Naomi kunnen ontstaan.
Praktisch handelen bij functionele buikpijn
Bij schaamte van belangrijke stressfactoren thuis, bijvoorbeeld in situaties van relationele spanningen tussen ouders, kan het zijn dat ouders leerkrachtobservaties ten aanzien van functionele buikpijn (aanvankelijk) ontkennen. Want als de buikpijn een feit is, kunnen de spanningen tussen de ouders eerder openbaar worden wanneer er onderzoek komt naar de oorzaak van de buikpijn.
We sluiten af met zes praktische tips om professioneel te handelen bij functionele buikpijn:
- Observeer goed, desnoods door bijvoorbeeld de interne begeleider.
- Leg feitelijkheden vast. Dus niet “Ik vermoed dat het kind buikpijn heeft,” maar uitspraken van het kind zelf over zijn buikpijn. En deel ouders steeds in je observaties.
- Ouders hebben altijd het recht om alle aantekeningen over hun kind in te zien. Schaduwdossiers waar ouders al dan niet later mee geconfronteerd worden zijn nooit toegestaan.
- Vraag ouders hun eigen observaties te doen, en vraag hen of je die mag toevoegen aan het leerling dossier van hun kind. Dit complete verhaal kan belangrijke input zijn voor de arts die een diagnose gaat stellen. Biedt ouders aan relevante zaken uit het dossier uitgeprint mee te geven voor de arts.
- Oordeel nooit voordat je iets zeker weet. Een uitspraak van een moeder over dat het thuis niet altijd botert met haar man en het kind dat regelmatig klaagt over buikpijn is geen diagnose maar een signaal van een mogelijke oorzaak die helemaal niet waar hoeft te zijn.
- Ga zorgvuldig met observaties, vermoedens en zorgen om. Dergelijke gesprekken over kinderen horen niet in de koffiekamer thuis waar collega’s pauzeren, maar in een één op gesprek met andere verantwoordelijke collega’s zoals de duo-partner, Interne Begeleider of de directeur. En natuurlijk mag deze informatie nooit (vertrouwelijk) met andere ouders worden gedeeld.
Deze zes tips zijn niet alleen noodzakelijk om te volgen maar ook belangrijke voorwaarden om ouders die ontkennen te overtuigen.
"Leg feitelijkheden vast, neem ouders mee in het proces en ga zorgvuldig om met observaties, vermoedens en zorgen."
Literatuur
- Tabbers MM, Benninga MA, Venmans LMAJ, Rusten JMTM, Korterink JJ (red); 2015; Richtlijn Functionele buikpijn bij kinderen
- Vlieger A.M., Kneepkens F. Functionele buikpijn bij kinderen. Praktische Pediatrie 2017;2:87-91
- Oudenhove L van, Crowell MD, Drossman DA, Halpert AD, Keefer L, Lackner JM, et al. Biopsychosocial aspects of functional gastrointestinal disorders. Gastroenterology 2016;150(6):1355-1367