Toetsen die recht doen aan de leerling: 5 stappen naar een goede toets

Eveline van Baalen

Toetsontwikkelaar bij Bureau ICE

 

  Geplaatst op 1 juni 2015

Docenten zijn continu bezig te kijken waar hun leerlingen staan en hoe ze hen verder kunnen helpen. Een van de hulpmiddelen daarvoor is het meten van de kennis en kunde van leerlingen via een toets. Vaak vinden  docenten het lastig om zelf toetsen te ontwikkelen. Dit is begrijpelijk, aangezien er veel komt kijken bij de totstandkoming van een toets. Voor wie grip wil krijgen op het maken van toetsen, is er wel een aantal stappen dat houvast kan bieden aan docenten die zelf toetsen willen ontwikkelen.

Stap 1: Bepaal de uitkomst

Het klinkt gek, maar om een goede toets te ontwikkelen kan de docent die de toets maakt het beste beginnen met het einde. Toetsen hoort namelijk altijd met een gericht doel te gebeuren; er is een bepaalde uitkomst die achterhaald moet worden, een vraagstuk dat moet worden beantwoord. Dit vormt de basis voor een goede toets.

De totstandkoming van een meetinstrument begint daarom met het stellen van de vraag: ‘Wat moet de leerling kunnen laten zien?’ Door deze vraag te beantwoorden, worden de toetsdoelen bepaald. Dit zijn de kennis, vaardigheden en/of competenties die de toets bij de leerling zal gaan meten. Vaak komen de toetsdoelen rechtstreeks voort uit wat er in de les behandeld is, wat er in het PTA staat, of wat er in het hoofdstuk uit het lesboek stond.

Belangrijk is echter wel om kritisch te zijn op wat wel en niet in een toets opgenomen moet worden. Niet alles wat een docent in de een les behandelt, kan getoetst worden. Bovendien is niet alles nuttig om te toetsen. Denk bijvoorbeeld aan het aanleren van het gebruik van bepaalde strategieën.

Wanneer een docent in de les gezien heeft dat de leerlingen de strategie toepassen, is het een weinig zinvolle toevoeging om dit nog met een meerkeuzevraag in een toets te willen meten. Het is dus zaak om eerst te bepalen wát de toets precies gaat meten. Daarbij is het belangrijk om de toetsdoelen zo nauwkeurig mogelijk te formuleren. Het doel dient specifiek te omschrijven wat de leerling precies moet laten zien in de toets, en tevens de moeilijkheidsgraad van de taak aan te geven. Een voorbeeld voor het vak Engels:

De leerling schrijft zelfstandig een sollicitatiebrief op niveau B1 van het Europees referentiekader.

Vaak wordt vergeten om toetsdoelen te bepalen bij het maken van een toets, of achten docenten dit niet belangrijk of noodzakelijk. Toch blijkt dit wel degelijk essentieel. Bij toetsen die niet werken zoals ze zouden moeten werken, ontbreekt het vaak aan duidelijke toetsdoelen. De vragen zijn dan bijvoorbeeld op het verkeerde niveau gesteld of niet goed genoeg verspreid over de verschillende onderdelen die in de les behandeld zijn. Het loont dus om de moeite te nemen om toetsdoelen nauwkeurig te omschrijven.

Stap 2: Kies de geschikte toetsvorm

Wanneer bepaald is wat precies met de toets gemeten moet worden, is de volgende stap om te bepalen op welke manier dat het beste kan gebeuren.

  • Valt de keuze op een mondelinge toets, een praktijkexamen of toch liever voor een “klassieke” schriftelijke toets?
  • En in het laatste geval: wordt de toets digitaal afgenomen of toch op papier?
  • Moeten de leerlingen open vragen beantwoorden of meerkeuzevragen?

Er is niet per se één geschikte uitkomst op al deze vragen. Belangrijk is wél om kritisch na te denken over of de toetsvorm past bij wat de toets moet meten. Wil een docent bepalen hoe goed een leerling aan de kappersacademie een boblijn kan knippen? Dan is een praktijkopdracht een geschiktere keuze dan een schriftelijke toets. Moet de toets achterhalen of een leerling zelf wiskundige berekeningen kan maken en inzicht geven in hoe de leerling dat doet? Dan is een open vraag veel geschikter dan een meerkeuzevraag.

De toetsvorm moet dus logischerwijs aansluiten bij het toetsdoel; het moet recht doen aan wat de leerling moet laten zien. Maar belangrijk is óók dat de gekozen toetsvorm uitvoerbaar is gezien de beschikbare tijd en middelen.

Dit kan een tweestrijd opleveren: om de Nederlandse gespreksvaardigheid van een leerling te toetsen kan een docent het beste met alle leerlingen individueel in gesprek gaan, maar in de praktijk hebben docenten hiervoor maar zelden voldoende tijd. Toch lijkt een schriftelijke toets geen recht te doen aan het meten van gespreksvaardigheid. Een lastige afweging dus waarbij een balans gevonden moet worden tussen de ideale situatie en wat praktisch haalbaar is

Stap 3: Maak een toetsmatrijs

Voor veel docenten is het begrip ‘toetsmatrijs’ onbekend. Een toetsmatrijs is een schematisch overzicht van de doelen die in de toets gemeten worden. Per doel staat aangegeven hoeveel vragen in de toets aan dit doel gekoppeld zijn, wat de vraagvorm is en hoeveel punten de leerling met elke vraag kan verdienen. Zo ontstaat als het ware een blauwdruk van de toets.

Uit deze blauwdruk blijkt meteen het gewicht van de verschillende onderdelen die in de toets zitten. Ook is aangegeven hoeveel onderdelen een leerling correct moet maken om voor de toets te slagen. Dit wordt de cesuur (zak/slaaggrens) genoemd. Vaak gaan toetsenmakers nog een stapje verder door een taxonomie (zoals Bloom, RTTI of OBIT) aan de matrijs te koppelen en per vraag te bepalen onder welke vraagsoort deze zal gaan vallen.

Op deze manier kan worden geborgd dat de vragen genoeg variatie in moeilijkheid bevatten, en dat de complexiteit van de vragen aansluit bij het niveau van de toets.  Bovendien kan een matrijs - wanneer eenmaal opgesteld - niet één, maar meerdere keren gebruikt worden. Zo zorgt de matrijs ervoor dat een herkansing van een toets hetzelfde meet als het origineel.

Voorbeeld van een toetsmatrijs

Docenten zien het maken van een toetsmatrijs vaak gezien als ingewikkeld, omslachtig en overbodig. ‘Dat heb ik wel in mijn hoofd zitten.’ noemen zij vaak als argument. Belangrijk is om te beseffen dat een matrijs ervoor helpt zorgen dat alle toetsdoelen daadwerkelijk in de toets gemeten worden, dat er een goede verdeling van de onderdelen ontstaat en dat de vragen de juiste mate van complexiteit hebben.

Het kan als het ware gebruikt worden als een recept dat richting geeft aan de daadwerkelijke constructie van de vragen. De docent kan dit recept gebruiken om de vragen op een doelgerichte manier op te stellen en zo tijd juist besparen.  Op deze manier is een matrijs geen obstakel, maar juist een handig hulpmiddel dat het maken van toetsen een stukje overzichtelijker maakt.

Stap 4: Stel de vragen op

Pas als de toetsdoelen zijn bepaald, de toetsvorm is gekozen en in de matrijs is vastgelegd hoe de toets eruit zal komen te zien, is het tijd om te beginnen aan de constructie van de vragen. Hierbij is het cruciaal om alle stappen die hieraan vooraf zijn gegaan steeds in acht te blijven houden.

  • Past deze vraag bij het toetsdoel?
  • Dekken de vragen alle onderdelen van de matrijs?
  • Wordt het doel met deze vraagstelling op de juiste manier gemeten?

Een toetsvraag dient een onderscheid te maken tussen leerlingen die het toetsdoel beheersen en leerlingen die dat niet doen. Dit betekent dus ook dat alléén leerlingen die het toetsdoel beheersen, de vraag moeten kunnen beantwoorden. Ook dient de complexiteit van de vraag aan te sluiten bij het niveau van de toets.

Daarnaast zijn goede vragen helder geformuleerd en eenduidig te interpreteren; het moet voor de leerling duidelijk zijn wat er van hem of haar verwacht wordt. Tegelijkertijd moet de vraag niet meer informatie bevatten dan noodzakelijk is en mag moeilijk taalgebruik geen onnodige belemmering vormen. Dit zijn allemaal punten om steeds alert op te blijven tijdens het opstellen van de vragen. Veel om kritisch op te zijn dus!

Stap 5: Controleren en aanpassen

De vragen zijn gemaakt. De toets lijkt nu af, maar in feite is er na het opstellen van de vragen slechts een eerste opzet. Het is altijd goed om de opgestelde vragen weg te leggen en er enige tijd later zelf nog eens naar te kijken met de toetsmatrijs ernaast. Vaak kan er dan al een grote verbeterslag gemaakt worden.

Om een goede toets te construeren, is het echter altijd aan te raden dat er vervolgens meerdere mensen naar het product kijken. Twee zien immers meer dan één en zo zien drie weer meer dan twee. Dit geldt zelfs voor de meest ervaren toetsontwikkelaars. Daarom is het een goed idee om de vragen voor te leggen aan één of meerdere collega’s.

Zij zullen mede kunnen beoordelen:

  • of de vragen passen bij de toetsdoelen uit de matrijs;
  • of de toets evenwichtig is;
  • of de vragen de juiste moeilijkheidsgraad hebben;
  • of de formulering van de vraagstelling duidelijk is, etc.

Goede toetsopdrachten ontstaan door deze feedback te verwerken en de inhoud van de opdrachten met de meekijkende collega’s af te stemmen.

Eerlijk meten

Mogelijk lijken de beschreven stappen voor het ontwikkelen van een goede toets arbeidsintensief, complex en/of tijdrovend. Toch is het doorlopen van bovenstaande stappen vooral ook een kwestie van goede gewoontes aanleren. Wanneer deze eenmaal eigen zijn gemaakt, bieden ze steun om goede toetsen te kunnen ontwikkelen.

Voor goed onderwijs zijn goede toetsen per slot van rekening onmisbaar. Aan de hand van deze meetinstrumenten wordt onder andere bepaald welk cijfer een leerling krijgt, of leerlingen zakken of slagen voor een vak, naar welk opleidingsniveau ze door kunnen stromen, etc. De leerling verdient hierin een eerlijke uitslag die laat zien wat hij kan. Het is daarom essentieel dat toetsen van goede kwaliteit zijn. Alleen dan kunnen ze recht doen aan de leerling.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Webinar
Klassenmanagement - vijf kenmerken van een goede les
Klassenmanagement - vijf kenmerken van een goede les
Gratis webinar met Niels de Jong
Wij-leren.nl Academie 
Congres
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Begeleiden van kiene kleuters in de klas
Medilex Onderwijs 
Tegenvallende toetsresultaten
De resultaten vallen tegen. Wat nu?.
Jos Cöp
Voorbereiden op toetsen
Toetstekst als leesgenre Voorbereiding lees- en woordenschattoetsen.
Karin van de Mortel
Volgen van de ontwikkeling
Volgen van ontwikkeling: evalueren - normeren - LVS - rapportage
Arja Kerpel
Taxonomie-van-bloom
Taxonomie van bloom - uitleg denkvaardigheden
Machiel Karels
Formatief evalueren
Formatief evalueren, hoe pak ik dat aan in mijn les? Tien voorbeelden
Gerdineke van Silfhout
Cesuur
Waar ligt de cesuur? Vier experts over grens tussen voldoende/onvoldoende
Karen Heij
Leerwinst formatief toetsen
Grotere leerwinst door begeleiding leerkrachten bij gebruik formatieve toetsen
Annemieke Top
Toetsuitslag interpreteren
Leren van de toetsuitslag
Eveline van Baalen
Goede schoolteksten
Een goede schooltekst. Het begin van goed leesonderwijs.
Gerdineke van Silfhout
Functionele toetsvragen
Bronnen en contexten in toetsvragen niet functioneel
Gerdineke van Silfhout
Grip op leesbegrip
Beter toetsen en evalueren van lezen met begrip
Karin van de Mortel
Teaching to the test
De vicieuze cirkel van teaching to the test
Marjolein Zwik
Leuke schoolteksten
Hoe leuk moeten we schoolteksten maken? Opleuken helpt niet!
Gerdineke van Silfhout
Examenpraktijk VO
Eindexamen Anders. Verbetering van de huidige vo-eindexamenpraktijk
Dick van der Wateren
De invloed van classificatie op het onderwijs
Wat zegt classificatie?
Mathilde Tempelman-Lam
toetsing kans om te leren
Toetsing als kans om te leren - interview
Dominique Sluijsmans
Minimale toetsing in schema gezet
Minimale Toetsing LVS
Teije de Vos
Woordenschat toetsing
Toetsing -10-
Paul Filipiak
Summatieve toetsing op weg naar zelfstandigheid
De plek van summatieve toetsing op de weg naar zelfstandigheid
Dominique Sluijsmans
Belemmeringen prettig leerklimaat hoger onderwijs
Belemmeringen voor effectief en plezierig leerklimaat in het hoger onderwijs
Joost van der Horst
Integraal toetsen maakt hoger onderwijs waardevoller
Integraal toetsen maakt hoger onderwijs waardevoller
Joost van der Horst
Feedback je wijzer
Feedback je wijzer!
Karen Heij
Wat de wet voorschrijft
Wat de wet voorschrijft
Dolf Janson
Red de taal van de toetsenmaker!
Red de taal van de toetsenmaker!
Karen Heij
Red de taal van de toetsenmaker!
Red de taal van de toetsenmaker!
Karen Heij


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Wat is tegenwoordig nog de waarde van kennis?
Wat is tegenwoordig nog de waarde van kennis?
redactie
Toetsen in een video van één minuut uitgelegd
Toetsen in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



kerndoelen
leerkrachtvaardigheden
observatiemethoden
slaagpercentage
taxonomie van bloom
toetsen
woordenschat

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest