Kennisplatform
Hoe geef je een passend schooladvies?

Onderwijsinspectie: doe maar gewoon je ding; wat (niet) te doen als de inspectie komt

Minke Knol
Onderwijsadviseur bij Turnip Education  

Knol, M. (2022). Onderwijsinspectie: doe maar gewoon je ding; wat (niet) te doen als de inspectie komt.
Geraadpleegd op 13-12-2024,
van https://wij-leren.nl/onderwijsinspectie-doe-maar-gewoon.php
Geplaatst op 12 april 2022
Jezelf blijven bij inspectiebezoek

'Doe maar gewoon je ding' suggereert dat scholen zich niet anders zouden moeten voordoen op het moment dat de inspectie komt. Dit lukt helaas niet altijd. Het is makkelijker gezegd dan gedaan wanneer de zenuwen de boventoon voeren omdat een inspectie-oordeel zwaarwegend is. Toch is het wel het beste om maar gewoon je ding te doen. In deze blog zal ik uitleggen waarom dat zo is.

Een advies of een oordeel?

Ook al is de werkwijze van de inspectie de afgelopen jaren veranderd, een aankomend inspectiebezoek heeft voor de meeste scholen nog steeds de nodige voeten in de aarde. Zeker beginnende bestuurders, schoolleiders, vakgroepleiders en docenten weten vaak niet precies wat er in het onderzoekskader staat en wat zij tijdens een inspectiebezoek kunnen verwachten.

Binnen het toezicht heeft de inspectie een waarborgfunctie en een stimulerende functie. De inspectie bewaakt of de basiskwaliteit op orde blijft in scholen. Daarnaast stimuleert zij scholen en besturen om te streven naar goed onderwijs. Verwarring kan ontstaan vanuit de stimulerende functie. Een inspectie geeft geen advies, maar het kan wel lijken of er sprake is van een advies; inspireren en adviseren liggen al snel in elkaars verlengde.

Vroeger betrad de inspectie de school en sloot ze af met een bezoek aan de kamer van de rector, die advies kreeg hoe het onderwijs verbeterd kon worden. Die werkwijze is verleden tijd. De functie van toezichthouden is de laatste jaren steeds meer en meer verschoven van adviseren naar waarborgen en anno 2022 is er een duidelijke trend richting stimuleren waar te nemen. Daarom beoordeelt de inspectie nu met een onderzoekskader de onderwijskwaliteit en niet met een toezichtkader.

De inspecteur wil meer de rol van critical friend vervullen en samen met de school of het bestuur de onderwijskwaliteit onderzoeken. Een inspecteur is inderdaad je critical friend, maar wat het lastig maakt, is dat ze wel een oordeel heeft dat gepubliceerd wordt en dat staat ook in de krant. Voor een docent, schoolleider of bestuurder maakt het wel degelijk uit of een andere school of collega de onderwijskwaliteit komt beoordelen of dat de inspectie dat doet.

Er is een school of bestuur veel aan gelegen om een goed oordeel van de onderwijsinspectie te krijgen. Het kan daarom voorkomen dat scholen zich tijdens een inspectiebezoek anders voordoen dan normaal met als gevolg dat de inspecteur niet de dagelijkse praktijk ziet.

Wat (niet) te doen als de inspectie komt?

Wat je vooral niet moet doen tijdens een inspectiebezoek, is je anders voordoen dan je bent en bepaalde zaken niet vertellen. Meestal gebeurt dit als een inspectiebezoek een activiteit is die op zichzelf staat en niet geïntegreerd is in de kwaliteitscyclus van de school.

Scholen of besturen doen zich soms anders voor, omdat ze niet precies weten wat er in het onderzoekskader staat waardoor verwachtingen over en weer niet helder zijn. Docenten, schoolleiders en middenmanagement weten niet altijd wat te doen tijdens een inspectiebezoek en passen hun handelen aan met het oog op dit bezoek.

Hiermee hangt samen dat docenten en schoolleiding niet goed weten wat ze wel en niet tegen de inspecteur kunnen zeggen. Wanneer is context nodig, wanneer betrek je de inspecteur wel en wanneer niet? Kan ik advies vragen of word ik daar meteen op afgerekend? Wat als ik het ergens niet mee eens ben?

Het antwoord hierop is dat een buitenstaander die de school, stichting of les bezoekt heeft altijd context nodig om tot een gedegen oordeel te kunnen komen.

Een inspecteur weet niet welke keuzes gemaakt zijn, wanneer die niet worden toegelicht in een samenvatting of presentaties.

Als leerlingen gewend zijn om in bepaalde groepen te werken, leg dan uit waarom dit zo gebeurt zodat de inspecteur tot een evenwichtig oordeel kan komen. Daarnaast is een open en eerlijk verhaal over wat wel en ook wat niet goed gaat belangrijk. De inspecteur wil vooral horen wat de school doet om bepaalde zaken te verbeteren.

Doe maar gewoon je ding

Problemen kunnen voorkomen worden door als school/bestuur zelf op de juiste manier toezicht te houden op de onderwijskwaliteit.

In de school is de raad van toezicht het orgaan dat intern toezicht houdt op de onderwijskwaliteit. Zij onderzoekt en controleert of er een duidelijke definitie is van goed onderwijs en of deze voldoende zichtbaar is in de scholen.

Het grote verschil tussen deze interne toezichthouder en de inspectie als externe toezichthouder is dat die laatste veel meer afstand houdt en slechts af en toe komt kijken of het gaat zoals het zou moeten gaan. Daarom is er ook intern toezicht nodig, een orgaan dat meer betrokken is bij de onderwijskwaliteit op de scholen. Als het interne toezicht en de bestuurder zo helder en transparant mogelijk hun verantwoording richting de buitenwereld nemen, dan heb je steeds minder extern toezicht nodig. Het wekt vertrouwen als je daar eerlijke en inhoudelijke gesprekken over kunt voeren.

Dat betekent dus ook dat je benoemt wat (nog) niet lukt.

Het is scholen en besturen daarom aan te raden om toe toewerken naar een eigen systematiek waarmee de school de eigen onderwijskwaliteit beoordeelt. Hier ligt ook de sleutel naar de ondertitel van deze blog: Doe maar gewoon je ding. Het interne toezicht is goed op orde als bestuurders en schoolleiders een eigen systeem bedenken waarmee iedereen binnen de school zicht heeft op de onderwijskwaliteit en weet op welke wijze hij of zij een bijdrage kan leveren aan de gewenste verbeteringen. Tijdens het inspectiebezoek zullen dan weinig of geen nieuwe dingen naar boven komen. Zo hoeft het bezoek niet gepaard te gaan met spanningen en kan het vooral een stimulans zijn tot verdere verbetering van de onderwijskwaliteit. 

Neem de regie

Scholen die de onderwijsinspectie een logische plek in hun kwaliteitscyclus geven, ervaren de verbeteringen die de inspectie voorstelt als positief, ook bij onvoldoende onderdelen. Deze scholen betrekken de inspecteurs proactief bij het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Zij vragen bijvoorbeeld hoe iets in elkaar steekt en houden de inspecteur ook op de hoogte van belangrijke onderwijskundige veranderingen. Deze scholen weten zelf hoe zij goed onderwijs ontwikkelen en vertalen naar het onderwijsaanbod en de lessen.

Kortom: zij hebben zelf de regie over het verbeteren van de onderwijskwaliteit.

Deze scholen hebben een sterke onderwijskundig leider, een eigen visie op goed onderwijs en een transparant kwaliteitssysteem. Bovenal hebben zij een kwaliteitscultuur die gericht is op ontwikkeling en het doorlopend verbeteren van de onderwijskwaliteit. Scholen met een een stevige kwaliteitscultuur zijn heel goed in staat tot reflectie op het eigen handelen in relatie tot het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Het betekent op een professionele manier samen en continu bezig zijn met de vraag hoe leerlingen tot beter leren kunnen komen: bestuurder, schoolleider en docenten. Als iedereen met die vraag bezig is, kan het bezoek van de onderwijsinspectie alleen maar een feestje zijn.

Deze blog is afkomstig uit de Whitepaper: De Onderwijsinspectie. Deze whitepaper is gratis te downloaden op: www.turnipeducation.com/onderwijskwaliteit

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.