Waar leren kleuters in een combinatieklas 1-2 meer van: alle kleuters samen instructie of groeperen per leerjaar?
Geplaatst op 17 mei 2021
Differentiatie van de instructie op basis van vaardigheidsniveau leidt doorgaans tot betere taal- en leesvaardigheid dan instructie in een groep met uiteenlopende niveaus. Vooral gemiddelde en laagpresterende kleuters profiteren hiervan. Voorwaarde voor goede leeropbrengsten is wel een goed klassenmanagement. Over het effect van instructiegroepering op rekenvaardigheid in de kleutergroepen is weinig bekend.
Combinatiegroepen zijn effectief voor jonge kleuters
In Nederland worden de groepen 1 en 2 dikwijls gecombineerd. De theorie daarachter is dat de rol van medeleerlingen cruciaal is in het leer- en ontwikkelproces. Hoewel er studies zijn die weinig of geen effect aantonen, blijkt uit andere studies dat combinatiegroepen wel effectief zijn voor jonge kleuters. Zij kunnen zich aan oudere kleuters optrekken. Maar wat betekenen combinatiegroepen voor de instructie? Is het beter om alle kleuters samen instructie te geven? Of om ze op te delen in kleine groepen, per leerjaar?
Om antwoord te geven op deze vraag is gekeken naar effecten van instructie aan homogene en heterogene groepen en naar effecten van groepsgrootte als het om taalvaardigheid gaat. Onderzoek naar effecten voor rekenvaardigheid is niet bekend.
Goed klassenmanagement is essentieel
Voorwaarde om te kunnen leren in een combinatiegroep is dat er een goed klassenmanagement is. De leerkracht moet zorgen voor een goede organisatie en voldoende (emotionele) aandacht geven aan alle leerlingen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat niet alleen de minder presterende (jongere) kleuters, maar alle leerlingen voldoende aandacht en instructie krijgen. Instructie in kleine kring kan hiervoor uitkomst bieden.
Instructie gedifferentieerd op vaardigheidsniveau is effectief
In een combinatiegroep is het moeilijk om veel groepjes op verschillende niveaus les te geven. Door homogene instructie in een kleine kring te geven kan de leraar beter inspelen op de specifieke behoeften van de verschillende vaardigheidsgroepen. Een deel van de klas krijgt dan in kleine kring aparte instructie over de leerstof of verlengde instructie. De overige leerlingen werken op dat moment zelfstandig.
De indeling van leerlingen in kleine groepen moet wel op vaardigheidsniveau gebeuren. De leerkracht kan zodoende zijn instructie, tempo en de gebruikte materialen afstemmen op de behoeften van de groep. Dat blijkt het meeste resultaat op te leveren op taalgebied.
Instructie in kleine, homogene kring goed organiseren
Hoogpresterende kleuters hebben geen duidelijke voordelen bij homogene groepen in kleine kring, maar ondervinden ook geen nadelen, zo blijkt uit onderzoek. De gemiddeld- en laagpresterende kleuters hebben vooral baat bij homogeen groeperen als de leerkracht ten minste één uur per dag besteedt aan instructies in leesgerelateerde vaardigheden. Als er minder dan een uur per dag tijd voor is, dan heeft het geen effect.
Belangrijk is dus dat homogene groepjes voldoende en evenveel gerichte instructie krijgen. Anders bestaat het risico dat het niveauverschil tussen hoog- en laagpresterende leerlingen groter wordt. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor goede materialen en oefeningen. Groepsgewijze instructie binnen een grotere groep is voornamelijk effectief als de inhoud en materialen worden aangepast aan het niveau van de instructiegroep. De leerkracht moet zijn aandacht verdelen over verschillende kleine groepen en dat vergt goed klassenmanagement, anders is het niet effectief. Ook buiten de interactiemomenten om moeten de leerlingen kunnen leren. Veel leerkrachten beschouwen dit als een grote uitdaging, blijkt uit onderzoek.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Anne Marije de Goeijen en Femke Scheltinga (antwoordspecialisten) en Martine Gijsel (kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: intern begeleider
Vraag
Waar leren kleuters meer van in het reken- en taalonderwijs: groepsdoorbrekende instructie in grote kring of groepsgewijze instructie per leerjaar in kleine kring?
Kort antwoord
In een combinatiegroep 1-2 kan een leerkracht door middel van instructie in kleine kring differentiëren op basis van vaardigheidsniveau. Dit leidt doorgaans tot betere taal- en leesvaardigheid van kleuters dan instructie in een heterogene groep met uiteenlopende vaardigheidsniveaus. Met name gemiddeld- en laagpresterende kleuters profiteren hier van. Goed klassenmanagement is een belangrijke voorwaarde om goede leeropbrengsten voor alle kleuters te behalen. Over het effect van groepsdoorbrekende of groepsgewijze instructie op rekenvaardigheid in de kleutergroepen is weinig bekend.
Toelichting antwoord
Om antwoord te geven op de vraag, moet worden nagegaan wat het effect in kleuteronderwijs is van instructie aan homogene groepsgewijze versus heterogene groepsdoorbrekende vaardigheidsgroepen. Het gaat dus zowel om het effect van de samenstelling van de groep (homogeen of heterogeen, zie Kennisrotonde 2017a) en het effect van groepsgrootte (grote kring of kleine kring, zie Kennisrotonde 2017b). De uitgangspositie daarbij is dat leerlingen deel uitmaken van een combinatiegroep waarin de instructie in zowel kleine als grote kring kan plaatsvinden. Om een antwoord te geven op de vraag, gaan we daarom eerst in op het effect van een combinatiegroep (zie Kennisrotonde, 2020).
Vervolgens gaan we na wat het effect is van instructie in homogene versus heterogene groep voor de taalvaardigheid van leerlingen. Naar de effecten van groeperen op leeftijd bij rekeninstructies in de kleutergroepen is naar wij weten geen onderzoek gedaan.
Combinatiegroepen zijn effectief voor jonge kleuters
In het kleuteronderwijs in Nederland worden de groepen 1 en 2 dikwijls gecombineerd. De keuze voor combinatiegroepen wordt ondersteund vanuit theorieën die benadrukken dat de rol van medeleerlingen cruciaal is in het leer- en ontwikkelproces van kinderen (Bandura, 1986; Vygotsky, 1978).
Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat combinatiegroepen vooral bij jonge kleuters positief bijdragen aan de cognitieve leeropbrengsten (zie Kennisrotonde, 2020). In een combinatiegroep trekken jonge kleuters zich op aan hun oudere klasgenoten en groeit hun woordenschat (Guo, Tompkins, Justice & Petscher, 2014). Toch zijn er ook studies die geen verschillen vinden tussen opbrengsten van combinatiegroepen of aparte jaargroepen (o.a. Corrigan, Hemmings & Kay, 2007). In de ontwikkeling van geletterdheid vonden Corrigan en collega’s (2017) geen significant verschil tussen jonge kleuters in een combinatiegroep en jonge kleuters in een aparte jaargroep. Ook tussen de oudere kleuters was geen significant verschil te zien.
Goed klassenmanagement is essentieel in combinatiegroep
Het voordeel van een combinatiegroep voor kleuters is groter als de leerkracht voor goed klassenmanagement zorgt: de woordenschatontwikkeling van jonge kleuters gaat meer vooruit in een combinatiegroep dan in een jaargroep wanneer de leerkracht zorgt voor een goede organisatie en voldoende (emotionele) aandacht voor leerlingen (Guo, Tompkins, Justice & Petscher, 2014). Oudere kleuters lopen in een combinatiegroep het risico te weinig aandacht te krijgen omdat de leerkracht voornamelijk bezig is met jongere kleuters en/of laagpresterende kleuters (Ansari, 2017). De leerkracht moet dus binnen de combinatiegroep aandacht hebben voor de verschillende vaardigheidsniveaus van leerlingen en ervoor zorgen dat alle leerlingen voldoende aandacht en instructie krijgen. Instructie in kleine kring kan hiervoor uitkomst bieden.
Instructie in kleine homogene kring is effectief
Een grote hoeveelheid instructiegroepen en differentiatieniveaus is niet haalbaar in een combinatiegroep. Door middel van instructie in kleine kring kan de leerkracht binnen de groep toch differentiëren. Door het bieden van groepsgewijze, homogene instructie kan de leerkracht beter inspelen op de specifieke behoeften van de verschillende vaardigheidsgroepen (Hyry-Beihammer & Hascher, 2015). Een deel van de klas krijgt dan in kleine kring aparte instructie over andere leerstof of verlengde instructie. De overige leerlingen werken op dat moment zelfstandig (Hyry-Beihammer & Hascher, 2015). Bij de indeling van leerlingen in kleine groepen wordt vooral gekeken naar het vaardigheidsniveau. Dat kan groepsdoorbrekend, maar ook per jaargroep.
Groepsvorming op basis van vaardigheidsniveau is effectief
Het geven van aparte instructie op basis van vaardigheidsniveau leidt doorgaans tot betere cognitieve resultaten dan instructie in een heterogene groep met uiteenlopende vaardigheidsniveaus. De leerkracht kan dan zijn instructie, tempo en de gebruikte materialen afstemmen op de behoeften van de groep. Dit blijkt uit onderzoek van Deunk, Doolaard, Smale-Jacobse en Bosker (2015). Zij vergeleken in een meta-analyse studies naar differentiatie bij kleuters. Ook McCoach, O’Connell en Levitt (2006) pleiten voor heterogene combinatiegroepen met regelmatig instructiemomenten in kleine homogene kring op basis van vaardigheidsniveau. Zij tonen aan dat instructie in kleine homogene groepen binnen een grotere, heterogene groep kleuters positief bijdraagt aan de leesontwikkeling. Kleuters die minstens eenmaal per week gedifferentieerde instructie in kleine kring kregen, scoorden hoger op leestoetsen dan kleuters die überhaupt geen instructie in kleine kring kregen.
Positieve effecten kleine kring vooral voor gemiddeld en laagpresterende kleuters
De positieve effecten van instructie in kleine kring zijn afhankelijk van het vaardigheidsniveau van de leerling (zie ook Kennisrotonde 2017a,b). Hong, Corter, Hong & Pelletier (2012) onderzochten ruim 20.000 kleuters met verschillende vaardigheidsniveaus op het gebied van geletterdheid. De hoogpresterende kleuters hadden geen duidelijke voordelen bij homogeen groeperen in kleine kring, maar ondervonden ook geen nadelen. De gemiddeldpresterende en laagpresterende kleuters hadden vooral baat bij homogeen groeperen als de leerkracht ten minste één uur per dag besteedde aan instructies in leesgerelateerde vaardigheden. Als de laagpresterende leerlingen minder dan een uur intensieve instructie per dag kregen was het effect van homogeen groeperen niet positief.
Goed klassenmanagement is voorwaarde voor positief effect van instructie in kleine kring
Dit betekent dat de leerkracht er voor moet zorgen dat de homogene instructiegroepen voldoende en evenveel gerichte instructie krijgen. Anders bestaat het risico dat het niveauverschil tussen hoog- en laagpresterende leerlingen groter wordt. Goede materialen en oefeningen kunnen dit voorkomen: groepsgewijze instructie binnen een grotere groep is voornamelijk effectief als ook de inhoud en materialen worden aangepast aan het niveau van de instructiegroep (Lou et al., 1996). Tegelijkertijd is de tijd per groepje beperkt. De leerkracht moet zijn aandacht namelijk verdelen over verschillende kleine groepen. Goed klassenmanagement is een belangrijke voorwaarde voor effectieve instructie in kleine kring. Ook buiten de interactiemomenten om moeten de leerlingen kunnen leren. Veel leerkrachten beschouwen dit als een grote uitdaging (Ansari, 2017; Hyry-Beihammer & Hascher, 2015).
Geraadpleegde bronnen
- Ansari, A. (2017). Multigrade kindergarten classrooms and children’s academic achievement, executive function, and socioemotional development. Infant and Child Development, 26, 1-19.
- Bandura, A. (1986). Social foundations of thought and action: A social cognitive theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall.
- Chang, M. (2008). Teacher instructional practices and language minority students: A longitudinal model. The Journal of Educational Research, 102(2), 83-98.
- Corrigan, K. F., Hemmings, B., & Kay, R. (2006). Single-age and multi-age groupings in kindergarten and their effect on literacy achievement. In AARE Annual Conference, Adelaide, SA, Australia.
- Deunk, M. I., Doolaard, S., Smalle-Jacobse, A., & Bosker, R. J. (2015). Differentiation within and across classrooms: A systematic review of studies into the cognitive effects of differentiation practices. GION onderwijs/onderzoek, Rijksuniversiteit Groningen.
- Guo, Y., Tompkins, V., Justice, L., & Petscher, Y. (2014). Classroom age composition and vocabulary development among at-risk preschoolers. Early Education and Development, 25(7), 1016–1034.
- Hong, G., Corter, C., Hong, Y., & Pelletier, J. (2012). Differential effects of literacy instruction time and homogeneous ability grouping in kindergarten classrooms: Who will benefit? Who will suffer?. Educational evaluation and policy analysis, 34(1), 69-88.
- Hyry-Beihammer, E. K., & Hascher, T. (2015). Multi-grade teaching practices in Austrian and Finnish primary schools. International Journal of Educational Research, 74, 104-113.
- Kennisrotonde. (2017a). Wat zijn effecten van een homogene of heterogene groepssamenstelling, ingedeeld o.b.v. behaalde niveaus bij methodetoetsen taal en rekenen, op de ontwikkeling in taal en rekenen van kinderen in groep 3? (KR. 215). Den Haag: NRO.
- Kennisrotonde. (2017b). Is werken met een kleine kring als vorm van intern differentiëren de goede aanpak voor de cognitieve ontwikkeling van alle kinderen in een onderbouwklas? (KR. 260). Den Haag: Kennisrotonde.
- Kennisrotonde. (2020). Wat draagt meer bij aan de ontwikkeling van kleuters met het oog op hun toerusting voor groep 3: aparte jaargroepen 1 en 2 of combinatiegroepen 1-2? (KR. 945). Den Haag: Kennisrotonde.
- Lou, Y., Abrami, P. C., Spence, J. C., Poulsen, C., Chambers, B., & d’Apollonia, S. (1996). Within-class grouping: A meta-analysis. Review of educational research, 66(4), 423-458.
- McCoach, D. B., O'Connell, A. A., & Levitt, H. (2006). Ability grouping across kindergarten using an early childhood longitudinal study. The Journal of Educational Research, 99(6), 339-346.
- Vygotsky, L. S. (1978). Mind in society: The development of higher mental processes. Cambridge, MA: Harvard University Press.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Medilex Onderwijs

.png)
Uitgeverij Ten Brink


ANWB


oo.nl


Wij-leren.nl Academie



































