Werkdruk bespreekbaar maken? Doe dit met kennis van de CAO PO. Deel 3
Marjolijn van Noord
Coach bij Aan de vaart coaching
Geraadpleegd op 07-10-2024,
van https://wij-leren.nl/cao-primair-onderwijs-duurzame-inzetbaarheid-zwangerschapsverlof-ouderschapsverlof.php
Veel leerkrachten ervaren een hoge werkdruk. Werkdruk ontstaat als de werkbelasting groter is dan de belastbaarheid van de persoon. Op belastbaarheid heb je als leerkracht zelf invloed, maar de werkbelasting in het Primair Onderwijs is moeilijker te beinvloeden.
Als leerkracht je werkdruk bespreekbaar maken, is makkelijker als je de CAO PO kent. Dit is deel 2 over de CAO PO met kennis die je kan helpen goed voorbereid het gesprek aan te gaan.
Op de belastbaarheid zoals die hierboven beschreven is, heb je als mens zelf invloed, die gaat over jou als persoon. Jouw verleden, karakter, hoe je met dingen omgaat en beleving, spelen hierbij een rol.
Werkdruk en belastbaarheid
Op de werkbelasting in het Primair Onderwijs is de invloed van de individuele leerkracht klein. Daarom is het belangrijk de werkbelasting bespreekbaar te maken op school. De basis moet namelijk wel kloppen. Deze bestaat uit de volgende punten:
- de uren die je betaald krijgt, moeten voldoende kunnen zijn om het werk in te doen;
- de arbeidsomstandigheden moeten in orde zijn;
- de regels, zoals de CAO PO ondermeer voorschrijft, moeten ook nu al gevolgd worden.
Als leerkracht je werkdruk bespreekbaar maken, is makkelijker als je zelf de CAO PO kent. Je kunt dan goed aangeven hoe het staat met de werkbelasting, wat er bij jou op school goed geregeld is en wat er anders kan of moet.
Deze artikelenreeks in 3 delen gaat over belangrijke zaken uit de CAO PO en kan je helpen goed voorbereid het gesprek aan te gaan over werkdruk. In begrijpelijke taal, zodat jij het weer aan je collega’s, directeur of bestuurder kunt uitleggen.
De onderwerpen die in dit deel aan bod komen
De volgende onderwerpen zullen achtereenvolgens beschreven worden.
- Duurzame inzetbaarheid (hoofdstuk 8A CAO PO)
- Professionalisering (hoofdstuk 9 CAO PO)
- Zwangerschapsverlof (artikel 8 Regeling Ziekte en arbeidsongeschiktheid primair onderwijs (ZAPO))
- Ouderschapsverlof (artikel 8.19 t/m 8.21 CAO PO)
- Salarisdoorbetaling bij ziekte (artikel 4 ZAPO)
1. Duurzame inzetbaarheid
(hoofdstuk 8A CAO PO)
Iedere werknemer heeft 40 uur naar rato per jaar te besteden aan duurzame inzetbaarheid.
Een definitie hiervan geeft de cao niet, maar in begrijpelijke taal zou ik zeggen: duurzame inzetbaarheid betekent dat medewerkers in hun werkende leven doorlopend in staat blijven hun huidig en toekomstig werk met behoud van gezondheid en welzijn uit te voeren en hierin voldoende kunnen blijven functioneren. De werkomgeving en omstandigheden moeten hieraan bijdragen, evenals de houding en motivatie van de medewerker."
Kortom een breed begrip, waarin je jouw eigen keuzes kunt maken. In de cao worden hier voorbeelden van gegeven, zoals:
- studieverlof;
- coaching;
- oriëntatie op mobiliteit;
- peerreview, oftewel leren van elkaar.
Je kunt ook een andere keuze maken, zolang je aan je leidinggevende maar kunt uitleggen hoe dit bijdraagt aan jouw duurzame inzetbaarheid. Voorafgaand aan het schooljaar overleg je met je leidinggevende wat je in deze uren wilt gaan doen. Ze zijn onderdeel van je normjaartaak.
Er is een mogelijkheid om de uren gedurende 3 jaar te sparen voor een vooraf bepaald doel, zoals bijvoorbeeld een mobiliteitstraject of studieverlof. Dit moet schriftelijk worden vastgelegd en aangepast worden in de normjaartaak in die jaren.
"Duurzame inzetbaarheid is een breed begrip, waarin je jouw eigen keuzes kunt maken."
Startende leerkrachten
Startende leerkrachten hebben de eerste 3 jaar, mits ze qua salaris nog onder trede 4 van hun schaal zitten, recht op 40 uur naar rato extra. Ze krijgen dit om hun werkdruk te verlichten. Ze kunnen in die uren zich extra voorbereiden en inlezen, kijken bij een collega, zich laten coachen, etc. Deze uren kunnen niet gespaard worden.
Oudere medewerkers
Oudere medewerkers hebben vanaf 57 jaar ook recht op extra uren. Tot 2015 bestond voor hen de BAPO-regeling. Deze 130 uur kunnen zij, net als de 40 uur die voor iedereen geldt, besteden aan hun duurzame inzetbaarheid. In hun normjaartaak worden deze uren opgenomen.
De oudere medewerker kan er ook voor kiezen om deze uren in dagdelen op te nemen als verlof. Dan moet over de 130 extra uren een eigen bijdrage worden betaald van 50% (tot en met schaal 8 40%). Bij ziekte blijft de eigen bijdrage gelden. In het tweede ziektejaar vervalt deze.
Heeft de school het basismodel, dan worden de verlofuren in mindering gebracht op de lesuren en overige werkzaamheden conform de verhouding 930/ 1659. In het overlegmodel staat het vrij hierover te overleggen.
Er is de mogelijkheid gedurende 5 jaar de uren op te sparen, zodat vanaf de leeftijd van 62 jaar, 5 jaar lang 340 uur kan worden opgenomen voor verlof. Ook dit moet schriftelijk worden vastgelegd en aangepast worden in de normjaartaak. In de 5 spaarjaren worden de duurzame inzetbaarheidsuren uit de normjaartaak gehaald en kunnen schooltaken worden uitgevoerd. In de 5 jaren daarna waarin wordt opgenomen, worden deze dubbele uren verwerkt in de normjaartaak.
Bespreektip
Als afspraken gemaakt worden over het sparen van uren, zorg dan dat deze zowel in je personeelsdossier, je normjaartaak, als op het bestuurskantoor in de salarisadministratie en meerjarenpersoneelsplanning worden vastgelegd.
Vraag daar zelf ook naar en check dit. Bij overgang van leidinggevende of administrateur wil het anders nog wel eens misgaan.
2. Professionalisering
(hoofdstuk 9 CAO PO)
De cao schrijft voor dat werkgevers meerjaren beleid moeten maken met betrekking tot scholing en professionele ontwikkeling. Daarnaast moet er een gesprekkencyclus zijn, waarin werkgever en medewerker afspraken maken over functioneren en professionaliseren en medewerkers hierop beoordeeld worden.
Medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor hun professionalisering en moeten werken aan het behouden van hun vakbekwaamheid. Ze doen dit door afspraken hierover te maken met hun leidinggevende. Professionalisering gaat zowel over individuele wensen als over door de werkgever opgedragen scholing.
Er moet per school een scholingsbudget zijn van tenminste € 500,00 per fte.
Medewerkers hebben recht op 2 uur per werkweek voor individuele professionalisering in hun normjaartaak. Deze uren kunnen aan scholing besteed worden. Als dit niet door de medewerker wordt ingezet, kunnen in overleg andere taken gedaan worden in deze uren.
Binnenkort komt er naast het schoolleidersregister ook een lerarenregister waarin elke leerkracht geregistreerd moet zijn en zijn bekwaamheid moet kunnen aantonen via doorlopende scholingsactiviteiten. Dit instrument is momenteel in ontwikkeling en is nog niet opgenomen in de cao.
Bespreektip
Maak in het scholingsbeleid afspraken over hoeveel procent van de professionaliseringsuren door de werkgever mogen worden ingevuld. Als dit nul is, moet alle teamscholing worden opgenomen bij de schooltaken.
Deeltijders met een kleine werktijdfactor kunnen mogelijk niet alle teamscholing bijwonen, omdat er onvoldoende uren in de normjaartaak beschikbaar zijn. Maak dan afspraken over hoe men zal worden bijgepraat om voldoende aansluiting met het team te houden.
"Maak afspraken hoe men wordt bijgepraat voor voldoende aansluiting met het team."
3. Zwangerschapsverlof
(artikel 8 Regeling Ziekte en arbeidsongeschiktheid primair onderwijs (ZAPO))
In de cao wordt verwezen naar de ZAPO. Hierin staat te lezen dat een medewerkster uiterlijk 10 weken voor de uitgerekende datum moet aangeven wanneer ze haar zwangerschapsverlof wil laten ingaan. Dit kan tussen de 4 en 6 weken voor de uitgerekende datum. In geval van ziekte als gevolg van de zwangerschap geldt 6 weken.
Gezien het vinden van een langdurige vervanging niet altijd even makkelijk is, is het aan te raden hier niet onnodig mee te wachten. Je werkgever hoort het graag eerder.
Vakantiedagen van schoolvakanties die in het zwangerschaps- en bevallingsverlof vallen, moeten door de werkgever gecompenseerd worden. Meestal gebeurt dit door ze toe te voegen aan de duur van het verlof.
Dit geldt niet voor ingeplande studiedagen of werkdagen tijdens schoolvakanties. Deze gelden als werkdagen. Stel in het verlof van 16 weken valt de kerstvakantie en de voorjaarsvakantie, waarin 2 studiedagen vallen, dan eindigt het bevallingsverlof 13 dagen later.
Bespreektip
Wil je na je bevallingsverlof borstvoeding geven? Bespreek dit dan voor je zwangerschapsverlof vast met je leidinggevende, ook al weet je nog niet precies hoe je dit straks vorm wilt geven. Je leidinggevende kan hier dan vast over nadenken en oplossingen bedenken die jullie samen kunnen bespreken.
Je hebt wettelijk recht om, tot je kindje 9 maanden is, een kwart van je werkuren te voeden of te kolven. In de praktijk gaat het vaak om minder uren.
Wanneer en waar dit voeden of kolven plaatsvindt, gebeurt in overleg.
Zie voor meer informatie de website van de rijksoverheid.
4. Ouderschapsverlof
(artikel 8.19 t/m 8.21 CAO PO)
Een medewerker heeft naar rato van het dienstverband recht op 1040 uur ouderschapsverlof, waarvan bij 415 uur betaald verlof (55% loondoorbetaling). In de cao staat precies hoe dit berekend wordt.
De medewerker vraagt het ouderschapsverlof schriftelijk aan, ten minste acht weken voor de ingangsdatum van het verlof en onder opgave van de periode, het aantal verlofuren per week en de spreiding daarvan over de week. De werkgever neemt een beslissing over de aanvraag vier weken na ontvangst en kan in overleg gaan met de medewerker om de omvang of dagen te wijzigen. Vier weken voor de ingangsdatum van het verlof moet er een definitieve beslissing genomen worden en medegedeeld worden.
Als betaald ouderschapsverlof wordt opgenomen en men neemt ontslag binnen een jaar na de opname, dan moet men het ontvangen salaris over de verlofuren terugbetalen. Dit hoeft niet als je bij een andere onderwijsinstelling gaat werken.
Bespreektip
Ga je aansluitend aan het ouderschapsverlof minder werken? Maak dan een berekening hoeveel uren betaald ouderschapsverlof je op kunt nemen, zonder dat je terug moet betalen. Je doet dit door uit te gaan van je nieuwe werktijdfactor en die verlofuren aan te houden.
Voorbeeld: een medewerker werkt fulltime wtf 1,0 en gaat terug naar wtf 0,5. Er kan dan 207 uur betaald ouderschapsverlof opgenomen worden zonder terugbetaling. Er moet 20 uur per week worden opgenomen om 0,5 te blijven werken, dus kan ruim 10 weken betaald verlof worden opgenomen, voordat de werktijdfactor van het dienstverband naar beneden wordt gebracht.
Alleen voor werkdagen worden verlofuren opgenomen, dus niet tijdens vakanties, feestdagen, etc.
"Maak een berekening hoeveel uren betaald ouderschapsverlof je op kunt nemen zonder dat terug te moeten betalen."
5. Salarisdoorbetaling bij ziekte
(artikel 4 ZAPO)
Bij ziekte heb je als medewerker recht op betaling van je volledige salaris. Dit geldt gedurende het eerste jaar van ziekte. Als de ziekte langer duurt en het tweede ziektejaar start, dan geldt dat je recht hebt op 70% van je salaris.
Verricht je na het eerste ziektejaar werkzaamheden, ook al zijn dit dan niet je eigen werkzaamheden, maar zoals men dat noemt wenselijk geachte werkzaamheden, dan geldt over die gewerkte uren een betaling van 100%.
"Bij ziekte heb je in het eerste jaar van ziekte recht op betaling van je volledige salaris."
Tenslotte
In deze artikelenserie is je kennis van de CAO PO vergroot. Je hebt meer inzicht in hoe je werkbelasting er volgens de CAO en de theorie uit kan zien.
In de praktijk werkt het helaas niet altijd zo en is vaak flexibiliteit nodig. Dat is geen reden om hier dan maar niet naar te kijken. Als de werkbelasting in de basis al te hoog is, wordt die bij onvoorziene omstandigheden in de praktijk nog groter.
Laat deze kennis je behulpzaam zijn bij het bespreekbaar maken van de werkbelasting en jouw persoonlijke werkdruk.
Verder lezen
Dit was het laatste artikel van de serie. Deel 1 gaat over de CAO PO en zoomt daarbij in op de werkuren, werktijdfactor, 40-urige werkweek en taakbeleid. In deel 2 gaat de auteur in op de normjaartaak, de opslagfactor en het werken in deeltijd.