Werken met Teacher Leadership
Jaap Versfelt
Initiatiefnemer en leider van stichting leerKRACHT bij stichting leerKRACHT
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/werken-met-teacher-leadership.php
Iedere leraar zit vol ambities om het beste uit zijn/haar leerlingen te halen. Zoals meer aandacht voor bepaalde groepen leerlingen, vergroten van hun eigenaarschap voor het leren of een nieuwe werkwijze zoals formatief leren. Te veel om op te noemen, laat staan om te doen. Dat gaat je alleen lukken als je samen optrekt. Dat wil zeggen: de verantwoordelijkheid delen, het werk verdelen en het hele team betrekken. Zo kunnen kansen werkelijkheid worden. Moeilijk? Best wel. Mogelijk? Zeker. De moeite waard? Enorm. Hoe doe je dit op jouw school en in dit schooljaar? In deze blog 5 handvatten.
- Zorg voor 'teacher leaders'
- Creëer overzichtelijke, samenhangende teams
- Zorg voor structuur
- Bepaal een gezamenlijk doel
- Doe, evalueer en verbeter
Onderzoek van Bain (2016) laat zien dat het delen van verantwoordelijkheid op school cruciaal is om het onderwijs op school te verbeteren. Een sprekende zin in het onderzoek van Bain is ‘Historically, school systems have not focused on developing strong leadership teams. They're still waiting for Superman.’
Krachtige schoolleiders zijn er genoeg in Nederland.
Maar dan nog blijkt een krachtige schoolleider niet een heel team van leraren te kunnen coachen op het niveau van effect in de klas. De oplossing zit in het uitdenken en invoeren van een systeem van gedeeld leiderschap. Hierbij nemen leraren de leiding en werken in kleine teams intensief samen en helpen elkaar om beter te worden. Dat vraagt niet om meer management, maar om meer leiderschapsrollen onder leraren. Oftewel ‘teacher leadership’.
De oplossingsrichting weten is mooi, maar hoe pak je dat in de praktijk aan? Waar moet je mee beginnen om krachtige teams te creëren die samen het onderwijs verbeteren?
1. Zorg voor 'teacher leaders'
Als je denkt aan ‘teacher leaders’ dan zijn er een aantal rollen die je in zou kunnen vullen, zoals de inhoudelijke expert, de begeleider van (nieuwe) collega’s of die van coach van teams. Hier concentreren we op die laatste rol. Waarom een coach van teams? Die zorgt ervoor dat de samenwerking van het team effectief en efficiënt is. Effectief in de zin van effect op de leerling, efficiënt door geen tijd te verspillen aan nodeloos overleg.
Het belangrijkste wat een teamcoach daarvoor kan doen is ervoor te zorgen dat het team bijeenkomt in een stevig (wekelijks) ritme en in die tijd samen gestructureerd samenwerken aan het verder verbeteren van het onderwijs. Zo’n rol kost tijd, maar dat betaalt zichzelf uit. In bedrijven en ziekenhuizen zie je ook dat er in teams tijd wordt vrijgemaakt voor iemand die de manier van samenwerken verbetert. In de IT hebben ze daar zelfs een dure naam voor ‘scrum master’.
Waar heeft een goede teamcoach oog voor:
- Proces. Je spreekt met het team af hoe jullie samen gaan werken. Bijvoorbeeld in een vast ritme in een periode en in een vaste structuur in een bijeenkomst. Daarna houd je het team hier scherp op.
- Sfeer. In de teambijeenkomst zorg je dat iedereen inbreng heeft en neem je actie als iets of iemand het samenwerken verstoort.
- Resultaat. Je bent continu bezig na te denken ‘wat heeft de leerling hier aan?’ en stuurt het team richting doelen en acties die er écht toe doen.
2. Creëer overzichtelijke, samenhangende teams
Je bent als teamcoach niet effectief als dat team te groot of te klein is of als er geen samenhang is in het team.
Daarom is het enorm belangrijk een goede teamindeling te kiezen.
Doe je dat niet dan merk je al snel dat het team weinig bereikt en de energie eruit gaat.
Hoe herken je een goed team:
- Zorg voor een teamgrootte van circa 6 tot 8 leraren. Zowel te groot als te klein werkt niet. In een groot team word je niet geprikkeld om écht mee te doen. Bovendien is een groot team heel lastig te begeleiden. Maar te klein is ook niet goed. Dan ben je al snel op elkaar uitgekeken. Je kunt dan onvoldoende van elkaar leren.
- Zorg voor samenhang van jullie teams.Een lerarenteam werkt pas echt goed als ze samen verantwoordelijk zijn voor een groep leerlingen of voor het leerlingresultaat op een vakgebied. Denk in het basisonderwijs bijvoorbeeld aan bouwen, in het middelbaar onderwijs aan bouwen, jaarlagen of vaksecties en in het mbo aan leerlingclusters, niveaus of leerjaren. Zulke teams werken aan iets dat er écht toe doet.
3. Zorg voor structuur
Als je samen met collega’s en leerlingen het onderwijs wilt verbeteren, dan helpt het enorm als je dat met een vaste structuur doet. Doe je dat niet, dan schiet samenwerken er makkelijk bij in.
Hoe creëer je structuur:
- Gebruik een fysiek bord. Werk met een fysiek bord (whiteboard bijvoorbeeld) per team. Op dit bord schrijven de teams de leerlinggerichte doelen waar ze in een periode van 6 tot 8 weken aan werken en de bijbehorende leraaracties. Sta wekelijks 15 minuten bij dit bord om de voortgang te bespreken.
- Ga samen lessen ontwerpen en bezoek die bij elkaar. Laat teamleden samen nadenken over de invulling van lessen, bijvoorbeeld in relatie tot de doelen op het bord. Eigenaarschap van leerlingen vergroten? Wat betekent dat voor de manier waarop ik lesgeef? Wat doe ik dan morgen anders in mijn les? Laat leraren na dit lesontwerp bij elkaar kijken hoe dat uitpakt in de les en er een dialoog over voeren. Wat werkte? Wat werkte nog niet?
- Werk in periodes van 4 tot 6 weken. Voorkom dat het samenwerken ‘voortkabbelt’ waardoor je weinig bereikt voor de leerlingen. Dat kabbelen kun je voorkomen door in duidelijke periodes te gaan werken, bijvoorbeeld van vakantie tot vakantie of van proefwerkperiode tot proefwerkperiode. Zo’n periode start je dan door een duidelijk leerling-gericht doel op te pakken als team en daar week-in week-uit aan te werken. Aan het einde van de periode kijk je terug: “Is het gelukt wat we ons tot doel hadden gesteld?”
4. Bepaal een gezamenlijk doel
Zonder doel geen focus. En zonder focus is de kans groot dat je je tijd niet stopt in wat jullie belangrijk vinden. Dat is jammer van de energie. Gun jezelf daarom de tijd om eerst met elkaar te bepalen wat jullie doel is.
Wat is belangrijk bij het stellen van een doel:
- Zorg dat het doel gericht is op de leerlingen. Zorg dat de doelen op jullie bord leerling-doelen zijn, voorkom ‘leraar-doelen’. Dus wel: zelfstandig werken in de onderbouw vergroten, maar niet: beter samenwerken in lerarenteam. Het gaat over het verbeteren van het onderwijs. De leerling moet er direct profijt van hebben.
- Houd het doel klein en behapbaar. Een doel moet je in een korte periode van 4 tot 6 weken kunnen realiseren. Te grote doelen verzanden vaak omdat de focus verdwijnt. Maak daarom grote doelen kleiner of splits ze op in meerdere doelen zodat je aan het eind van elke periode succes kunt vieren.
- Bedenk hoe succes eruit ziet. Bespreek bij elk doel wanneer jullie tevreden zijn. Soms kan dat door het heel meetbaar te maken. Bijvoorbeeld als het gaat om verbeteren van resultaten bij spelling. Bij ‘zachte doelen’ is het voldoende om aan te geven welk cijfer jullie het nu geven (bijvoorbeeld: samenwerking bij groepswerk is nu een 5) en wanneer jullie tevreden zijn (samenwerking is een 7).
5. Doe, evalueer en verbeter
Samenwerken is een proces dat je continu moet verbeteren. Soms loopt het vanzelf, soms vraagt het meer aandacht. Maar hoe dan ook, het is goed om regelmatig even stil te staan om de balans op te maken. Zo blijft het een levend systeem waarbij je steeds weer kijkt hoe jullie manier van samenwerken nog weer beter kan.
Hoe creëer je een verbetercyclus:
- Blijf niet hangen in denken over, ga gewoon doen. Je kunt lang nadenken over de indeling van teams, tijd, et cetera. Maar blijf niet te lang nadenken, ga het vooral doen, desnoods met één team. Pas dan doe je ervaringen op die helpen om de samenwerking bij te stellen.
- Kijk terug. Na elke periode hou je een korte ‘retrospective’. Dat is een gesprek met het team van – zeg – 45 minuten waarin je terugkijkt op de samenwerking en je afvraagt: “Wat ging er goed? Wat hebben we gemist? Waar moeten we mee stoppen? en Wat kan er beter?”
- Pas aan. Pak 1 of 2 punten uit de retrospective op, bedenkt samen wat je gaat veranderen en probeer dat de komende periode uit.