Wat is de invloed van het dagelijks werken met meerdere leraren per groep op de ontwikkeling van jonge leerlingen?
Geplaatst op 24 februari 2019
Samenvatting
Wanneer meerdere professionals zich dagelijks met dezelfde groep leerlingen bezighouden, zoals gebeurt in het unitonderwijs, zijn het werken vanuit een gedeelde visie en een gedeeld pedagogisch beleid essentieel. Vooral het samen betekenis geven aan goed onderwijs, goed leren en goed lesgeven zijn daarbij belangrijke factoren. Welke invloed deze werkwijze heeft op de ontwikkeling van jonge leerlingen van vier tot zes jaar is echter niet bekend.
Het unitonderwijs kent geen traditionele klassen, maar grote units van zeventig tot negentig leerlingen uit verschillende leeftijdsgroepen. Leerlingen krijgen in de unit elke dag te maken met meerdere leraren en onderwijsassistenten. Die werkwijze leidt niet tot betere Cito-scores voor taal (spelling en begrijpend lezen) en rekenen. Onderzoek naar de invloed van het werken met meerdere leraren op de ontwikkeling van specifiek jonge leerlingen ontbreekt. Wel is bij deze thematiek het belang bekend van eensgezindheid.
Professionals in het team hebben een gedeelde visie en streven één pedagogisch beleid na. Dergelijke conclusies komen overigens in vrijwel alle onderzoeken naar de effectiviteit van onderwijskundige vernieuwingen naar voren. Bevindingen uit drie andere onderwijscontexten: Integraal Kindcentrum, voorschoolse educatie en co-teaching, kunnen mogelijk enig licht werpen op de ontwikkeling van jonge kinderen wanneer zij te maken krijgen met meerdere professionals per dag.
Integraal Kindcentrum
Een relatief nieuwe organisatievorm waarbij meerdere professionals samenwerken aan de ontwikkeling van kinderen is een Integraal Kindcentrum (IKC). In een IKC worden onderwijs, kinderopvang, buitenschoolse opvang en welzijnsvoorzieningen gecombineerd in één organisatie met een integrale visie. Onderwijs en opvang lopen vloeiend in elkaar over. Naar de mening van medewerkers en ouders heeft het werken vanuit één pedagogisch beleid een positief effect op de continuïteit in het leven van kinderen. En ze verwachten een positief effect op de veilige hechting van kinderen met de medewerkers van het IKC. Voor de huidige vraag betekent dit dat het belangrijk kan zijn om als lerarenteam vanuit één pedagogisch beleid te handelen.
Voorschoolse educatie
Kinderen van 2,5 tot 4 jaar met een (risico op een) onderwijsachterstand kunnen voorschoolse educatie volgen. Dit wordt aangeboden op de kinderopvang. Op een groep van maximaal zestien peuters staan minimaal twee beroepskrachten. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat de verhouding van het aantal kinderen per medewerker invloed heeft op de kwaliteit van interacties. Dit geldt zowel voor sociale, emotionele en fysieke interacties als voor educatieve elementen van interacties. Voor de huidige vraag betekent dit dat voor kinderen van vier tot zes jaar een veranderde verhouding aantal leerlingen - aantal leraren geen grote invloed zal hebben op de kwaliteit van interacties tussen medewerker en kind.
Co-teaching
De term co-teaching wordt veel gebruikt voor een vorm van onderwijs waarbij twee of meer leraren samenwerken, bijvoorbeeld bij inclusief onderwijs. Bij deze onderwijsvorm staat een gedeelde visie op goed onderwijs, goed lesgeven en goed leren voorop. De gezamenlijke reflectie door leraren op onderwijskundige en pedagogische doelen heeft een positieve invloed op leerkrachtgedrag. Gelijkwaardigheid en een veilig klimaat zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Bepalend voor een goede samenwerking van leraren zijn onderlinge communicatie, flexibiliteit, respect en organisatie. Voor de huidige vraag leidt dit tot handvatten over samenwerking binnen een team van professionals. Het geeft geen zicht op mogelijke effecten op de ontwikkeling van leerlingen.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Lisette Uiterwijk (Kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: leraar basisonderwijs
Vraag
Wat is de invloed van het dagelijks werken met meerdere leraren per groep (zoals bij unit-onderwijs) op de ontwikkeling van jonge leerlingen in vergelijking met een of twee vaste leraren per groep?
Kort antwoord
Wanneer meerdere professionals met dezelfde groep leerlingen werken zijn het werken vanuit een gedeelde visie en een gedeeld pedagogisch beleid en het samen betekenis geven aan wat bedoeld wordt met goed onderwijs, goed leren en goed lesgeven belangrijke factoren voor het samen vormgeven van deze manier van werken. Het is echter niet duidelijk welke invloed het werken met meerdere leraren voor de groep heeft op de ontwikkeling van jonge leerlingen. Onderzoek hiernaar ontbreekt.
Toelichting antwoord
In het unitonderwijs zijn geen traditionele klassen met leerlingen, maar grotere units van 70 tot 90 leerlingen uit verschillende leeftijdsgroepen. Leerlingen krijgen in de unit te maken met meerdere leraren en onderwijsassistenten per dag. De vraag richt zich op de invloed hiervan op de ontwikkeling van jonge kinderen. Ontwikkeling wordt hierbij breed gezien: zowel cognitief als sociaal-emotioneel. Met jonge kinderen wordt bedoeld leerlingen van 4 tot 6 jaar oud.
In wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van het werken met meerdere personen voor de klas wordt hoofdzakelijk gekeken naar de invloed hiervan op leerresultaten, zoals Cito-scores taal en rekenen (zie bijvoorbeeld: Heyma et al., 2015, 2016; en Smit, Driessen, & Van Kuijk, 2015). Zo beantwoordde ook de Kennisrotonde eerder al de vraag: Zijn er verschillen in leeropbrengsten en de ontwikkeling van leerlingen in unitonderwijs ten opzichte van klassikaal onderwijs? (Kennisrotonde, 2017). Hier wordt ingegaan op het evaluatieonderzoek dat aangeeft dat unitonderwijs niet leidt tot betere Cito-scores voor taal (spelling en begrijpend lezen) en rekenen.
Er is echter geen wetenschappelijk onderzoek gevonden naar de invloed van het werken met meerdere leraren voor de groep op de ontwikkeling van specifiek jonge leerlingen. Resultaten van onderzoek dat aansluit bij deze thematiek laat zien dat het vooral belangrijk is dat de professionals in het team een gedeelde visie hebben en samen één pedagogisch beleid nastreven. Dergelijke conclusies komen overigens in vrijwel alle onderzoeken naar de effectiviteit van onderwijskundige vernieuwingen naar voren (zie bijvoorbeeld de diverse links onder ‘Meer weten’ onder aan deze pagina). Hieronder worden enkele onderzoeken beschreven die gericht zijn op drie andere contexten, namelijk: Integraal Kindcentrum, voorschoolse educatie en co-teaching. De resultaten kunnen enig licht werpen op dit huidige thema.
Integraal Kindcentrum
Een relatief nieuwe organisatievorm waarbij meerdere professionals samenwerken aan de ontwikkeling van kinderen is een Integraal Kindcentrum (IKC). In een IKC worden onderwijs, kinderopvang, buitenschoolse opvang en welzijnsvoorzieningen gecombineerd in één organisatie met een integrale visie. In een dergelijke organisatie lopen onderwijs en opvang meer vloeiend in elkaar over (zie bijvoorbeeld Stutulski, 2011; of Landelijk Steunpunt Brede Scholen, 2014).
Oriënterend onderzoek van een masterstudent naar mogelijke effecten van een IKC op de ontwikkeling van kinderen laat zien dat (naar de mening van medewerkers en ouders) het werken vanuit één pedagogisch beleid een positief effect heeft op de continuïteit in het leven van kinderen en een verwacht positief effect op de veilige hechting van kinderen met de medewerkers van het IKC. Aanvullend onderzoek is echter nodig om dit verder te onderzoeken (Antonides, 2013).
Voor de huidige vraag betekent dit dat het belangrijk kan zijn om als lerarenteam vanuit één pedagogisch beleid te handelen.
Voorschoolse educatie
Kinderen van 2,5 tot 4 jaar met een (risico op een) onderwijsachterstand kunnen voorschoolse educatie volgen. Het doel hiervan is het voorkomen, vroegtijdig opsporen en aanpakken van taal- en onderwijsachterstanden. Dit wordt aangeboden op de kinderopvang (bron: www.rijksoverheid.nl). Op een groep van maximaal zestien peuters staan minimaal twee beroepskrachten, dus een ratio 16:2. Onderzoek naar de kwaliteit van interacties met jonge kinderen in voorschoolse educatie, waarbij gelet werd op sociale, emotionele, fysieke en educatieve elementen van interacties laat zien dat de ratio, de verhouding van het aantal kinderen per aantal medewerkers geen invloed heeft op de kwaliteit van interacties (Pianta, Hoves, Burchinal, Bryant, Clifford, Early, & Barbarin, 2005).
Voor de huidige vraag betekent dit dat onderzoek naar nog jongere kinderen vooralsnog geen belemmeringen laat zien voor de kwaliteit van interacties tussen medewerker en kind wanneer de verhouding van het aantal leerlingen op het aantal leraren verandert. Of dit ook andersom geldt, de verhouding van het aantal leraren per leerling op een dag komt hier niet uit naar voren.
Co-teaching
In de literatuur wordt de term ‘co-teaching’ veel gebruikt voor een vorm van onderwijs waarbij twee of meer leraren samenwerken, om bijvoorbeeld inclusief onderwijs vorm te geven. Bij deze organisatievorm kunnen leerlingen dus te maken krijgen met twee of meer leraren tegelijk. Fluijt, Bakker en Struyf (2016) bekeken de resultaten van zeventien onderzoeken naar co-teaching. Zij benadrukken het belang van een gedeelde visie en betekenisgeving door te reflecteren op wat bedoeld wordt met goed onderwijs, goed lesgeven en goed leren. Samen reflecteren op en betekenisgeven aan onderwijskundige en pedagogische doelen heeft een positieve invloed op leerkrachtgedrag bij co-teaching. Gelijkwaardigheid en een veilig klimaat zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Uit het onderzoek van Magiera et al. (2006) naar co- teaching komen soortgelijke conclusies.
Deze onderzoekers komen tot de volgende vier succesfactoren welke bepalend zijn voor een goede samenwerking van leraren bij co- teaqching: (1) Communicatie (effectieve onderlinge communicatie tussen de leraren, tact en humor), (2) Flexibiliteit; de leraren delen eigenaarschap, geven ruimte aan verschillen in pedagogisch-didactische aanpak en sluiten compromissen, (3) Respect (vertrouwen in elkaar en elkaars werkwijze, ideeën durven opperen, elkaar accepteren), en (4) Organisatie (werken aan dezelfde doelen en prioriteit geven aan de behoefte van leerlingen, mede-eigenaarschap voelen).
Voor de huidige vraag geven de resultaten van dit onderzoek handvatten over het samenwerken voor een groep leerlingen in een team van professionals. Het geeft echter geen zicht op de mogelijke effecten op de ontwikkeling van leerlingen.
Geraadpleegde bronnen
- Antonides, M. W. (2013). Oriënteren op het Integraal Kindcentrum (Master's thesis). Verkrijgbaar via: https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/281948
- Eck, E. van, & Glaudé, M. (2006). Het Zuiderzeemodel op de Achtbaan; Eindrapportage 2004 – 2006.Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut. Verkrijgbaar via: https://www.kohnstamminstituut.nl/assets/sco769.pdf
- Fluijt, D., Bakker, C., & Struyf, E. (2016). Team-reflection: the missing link in co- teaching teams. European Journal of Special Needs Education, 31(2), 187-201. Verkrijgbaar via: https://repository.uantwerpen.be/docman/irua/c01458/131179_2017_08_06.pdf
- Kennisrotonde. (2017). Zijn er verschillen in leeropbrengsten en de ontwikkeling van leerlingen in unitonderwijs ten opzichte van klassikaal onderwijs? (KR. 241). Verkrijgbaar via: https://www.nro.nl/kennisrotondevragenopeenrij/unitonderwijs-versus-klassikaal- onderwijs/
- Landelijk Steunpunt Brede Scholen (2014). Op weg naar een IKC. Den Haag: Landelijk Steunpunt Brede Scholen. Verkrijgbaar via: https://www.poraad.nl/files/themas/school_kind_omgeving/brochure_op_weg_naar_een_ikc.pdf
- Magiera, K, Lawrence-Brown, D., Bloomquist, K., Foster, C., Figueroa, A., Glatz, K., Heppeler, D., & Rodriguez, P. (2006). On the Road to More Collaborative Teaching: One School's Experience. Teaching Exceptional Children Plus, 2(5) Article 6. Verkrijgbaar via: https://files.eric.ed.gov/fulltext/EJ967105.pdf
- Studulski, F. (2011). Wat is eigenlijk een Integraal Kindcentrum? Basisschoolmanagement 07, 24-27. Verkrijgbaar via: http://www.siko.nl/Portals/728/docs/Onderwijs%20lezenswaardig/Wat%20is%20eigenlij k%20een%20integraal%20kindcentrum.pdf
- Pianta, R., Howes, C., Burchinal, M., Bryant, D., Clifford, R., Early, D., & Barbarin, O. (2005). Features of pre-kindergarten programs, classrooms, and teachers: Do they predict observed classroom quality and child-teacher interactions? Applied developmental science, 9(3), 144-159. Verkrijgbaar (tegen betaling) via: https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1207/s1532480xads0903_2
- Smit, F., Driessen, G., & Van Kuijk, J. Variatie in schooltijd en onderwijskwaliteit. Nijmegen: ITS. Verkrijgbaar via: https://www.researchgate.net/profile/Geert_Driessen/publication/288669606_Variatie_in_schooltijd_en_onderwijskwaliteit_Een_internationale_literatuurstudie_naar_effecten_va n_verschillende_invullingen_van_de_onderwijstijd_op_de_onderwijskwaliteit/links/57069 33908aec668ed95d475/Variatie-in-schooltijd-en-onderwijskwaliteit-Een-internationale- literatuurstudie-naar-effecten-van-verschillende-invullingen-van-de-onderwijstijd-op-de- onderwijskwaliteit.pdf
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Medilex Onderwijs


oo.nl


Wij-leren.nl Academie


Augeo


Voedingscentrum

.png)
Uitgeverij Ten Brink


ANWB









































