Kennisplatform
Kindgesprekken voeren - hoe doe je dat? Gratis leermodules van Noëlle Pameijer en Karen van Kooten.

Geen omgekeerd oudergesprek maar een adaptief startgesprek

Peter de Vries
Expert ouderbetrokkenheid bij PeterdeVries.nu   

de Vries, P. (2020). Geen omgekeerd oudergesprek maar een adaptief startgesprek.
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/startgesprek-is-geen-omgekeerd-oudergesprek.php
Geplaatst op 28 augustus 2020
Startgesprek oudergesprek

Zeker na de vreemde maanden van de coronacrisis is het belangrijk het nieuwe schooljaar goed te starten. Inmiddels zijn veel scholen een zogenaamd startgesprek met ouders gewend. Soms met de leerling erbij, vaak nog zonder. Maar hoe voer je nu een startgesprek? En wanneer is die effectief? Na een theoretische verkenning een aantal praktische tips om het startgesprek vorm te geven.

Theoretische basis

In haar promotieonderzoek laat Mariëtte Lusse zien dat door individuele contactmomenten eerder een vertrouwensrelatie ontstaat tussen de mentor en de ouder (Lusse, 2013). Op een informatieavond aan het begin van het jaar waar ouders worden uitgenodigd in de klas, zal daarom een dergelijke vertrouwensrelatie niet zo snel ontstaan.

Als er samenwerking ontstaat vanuit een vertrouwensrelatie, zullen volgens de bekende hoogleraar Joyce Epstein de invloedsferen van thuis en school elkaar meer gaan overlappen. Epstein spreekt over de noodzaak van ‘school-like families’ en ‘family-like schools’. Deze wederzijdse betrokkenheid is de basis van ouderbetrokkenheid (Epstein 2009).

Een derde onderbouwing voor het startgesprek is de Zelfdeterminiatietheorie van Deci en Ryan. Professor Luc Stevens (2009) introduceerde de zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan in het Nederlandse onderwijs om leerlingen te motiveren en te betrekken bij hun eigen leerproces. Voor de motivatie van leerlingen is het van belang tegemoet te komen aan drie psychologische basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie (Deci & Ryan, 2000).

Deze theorie kent haar oorsprong in een motivatietheorie die ook voor volwassenen geldt en dus ook voor ouders. Ook zij hebben behoefte aan relaties op school, bijvoorbeeld met de groepsleerkracht of mentor of met de ouders van klasgenoten. Ze willen graag competente opvoeders zijn, zodat het goed gaat met hun kind. En ze willen graag dat hun autonomie wordt erkend door de school, dus bijvoorbeeld ook de inhoud van een gesprek mee te bepalen (De Vries, 2015, 2020).

Een startgesprek is vooral gericht op het bouwen en onderhouden van de relatie met ouders.

Loyaliteiten

Als we verder inzoomen op de relatie tussen ouders en hun kind zien we iets bijzonders, wat we kunnen begrijpen door de loyaliteitstheorie van Nagy. Een leerling heeft te maken met twee loyaliteiten, namelijk de loyaliteit die het heeft van en naar zijn ouders, en van en naar zijn leraar. De loyaliteit van de leerling van en naar zijn ouders wordt de ‘existentiële loyaliteit’, genoemd, een onvoorwaardelijke band door de geboorte die altijd blijft bestaan, daarom ook wel ‘verticale loyaliteit’ genoemd. Een zijnsloyaliteit op basis van een bloedband, met wederzijdse rechten en plichten en dus verwachtingen tussen ouders en kinderen, een band die zelfs sterker is dan een fysieke en geografische scheiding.

Elke andere relatie, niet gebaseerd op de geboorte, is een ‘verworven loyaliteit’, ook wel ‘horizontale loyaliteit’ genoemd (Calle, 2013). Kinderen zijn bij voorbaat loyaal naar hun ouders, maar een leraar moet de loyaliteit van zijn leerlingen (en ouders) verwerven. De verwachting dat een leraar onvoorwaardelijk vertrouwen van ouders bij voorbaat mag genieten is in dit licht niet vanzelfsprekend.

Waar Lusse en Epstein de noodzaak van een individueel startgesprek lijken te onderbouwen, geven de Zelfdeterminiatietheorie van Deci en Ryan en de loyaliteitstheorie van Nagy ons aanwijzingen over de invulling en de vorm van een startgesprek.

Hoe?

Een startgesprek is een open gesprek zonder vastgestelde agenda, altijd in aanwezigheid van de leerling (van kleuter tot en met vwo 6). In het startgesprek kan van alles passeren wat nodig is. Het echte verhaal vertellen ouders pas, wanneer er een relatie is. Daarom moeten startgesprekken niet gericht zijn op in de eerste plaats het uitspreken van wederzijdse verwachtingen of op ouders die iets mogen vertellen over hun kind (al is het natuurlijk prima wanneer dit spontaan aan de orde komt). Ze moeten altijd vooral gericht zijn op de relatie, elkaar (even weer) in de ogen kijken en het (blijven) werken aan wederzijds vertrouwen.

Geen ‘omgekeerde oudergesprekken’, waarbij de school dus eigenlijk nog steeds de agenda bepaalt (de ouder moet nu vertellen), geen lijstjes die ouders vooraf moeten invullen, maar een gesprek van mens tot mens. En altijd met de leerling erbij, al is het een kleuter die elders in de ruimte speelt.

Als je gericht bent op het overbrengen of ontvangen van informatie, kan de aanwezigheid van een kleuter storend zijn. Als je uit bent op het bouwen en onderhouden van de relatie, dan is een startgesprek ondenkbaar zonder een kleuter. Die krijgt er dan ook meer vertrouwen in. Zoals een kleuter eens mooi zei: ‘Papa en mama zijn vriendjes geworden met juf.’

Maar aanwezigheid geldt ook voor de leerling uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, waarbij het accent als bijna volwassene dan ligt op het vooral zelf de regie nemen in het gesprek. Loyaliteit speelt hier een belangrijke rol: de band tussen een leerling en zijn ouders is zo sterk dat, zelfs al is een van de ouders niet aanwezig bij een gesprek, deze ouder toch invloed heeft op het gesprek.

Een kind wil zijn ouders vanwege loyaliteit ten diepste niet teleurstellen, ook leerlingen in het voortgezet onderwijs niet. Verzet tegen hun ouders heeft juist te maken met die sterke loyaliteit, zichzelf losmakend en op zoek naar volwassen zelfstandigheid. Door de gezamenlijke aanwezigheid van ouders en hun kind ervaart de leerling een band tussen de leraar en zijn ouders, waardoor hij als het ware ‘toestemming’ van zijn ouders krijgt om zijn groepsleerkracht of mentor te kunnen en mogen vertrouwen.

Inhoud

Waar gaat het startgesprek dan over? Dat hangt er vanaf, ook van de ouders (hun autonomie). Op een school vertelde men: ‘We hebben maar één startvraag: “Hoe was je vakantie?” De rest komt vanzelf.’ Zo is het bijvoorbeeld geen enkel probleem als een vader het grootste deel van het gesprek over zijn reizen als vrachtwagenchauffeur vertelt. Als dit de vertrouwensband ten goede komt, is dat in het belang van zijn kind. Op deze manier kan deze vader zich bovendien competent voelen met zijn belangrijke baan. En ook dat komt de relatie met school ten goede. Misschien vertelt de leerling uit het voortgezet onderwijs over zijn vakantie, zijn periode van thuisonderwijs. Als dat belangrijk is, ontstaat er vanzelf belangrijke informatie.

In een evaluatie van pas ingevoerde startgesprekken in het voortgezet onderwijs vertelden een aantal ouders dat zij het zo prettig vonden dat de mentor iets over zichzelf vertelde: “Daardoor werd ze een mens voor mij aan wie ik mijn kind graag toevertrouw, die mijn kind begrijpt.” Ook is er in het startgesprek ruimte voor vragen als: ‘Staan onze neuzen dezelfde kant op?’, ‘Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen?’ of ‘Wat willen we dit jaar bereiken?’ Het is daarom ook belangrijk om een startgesprek te voeren met ouders van leerlingen die je vorig schooljaar ook al in de klas had. Het woord ‘kennismakingsgesprek’ is om die reden niet zo handig, het veronderstelt namelijk dat een startgesprek altijd draait om kennismaken en dus eigenlijk alleen bedoeld is voor ouders die je nog niet kent.

Ten slotte kan het startgesprek worden gebruikt voor het maken van individuele afspraken met elke ouder over welke contactmomenten er met ouders plaatsvinden. Dit in plaats van de door de school gereguleerde tienminutengesprekken (De Vries, 2017, 2020). Eigenlijk is het heel simpel. Een aantal directeuren vertelden mij dat zij inmiddels ook startgesprekken voeren met hun collega’s, een start op basis van relatie, weten hoe het met de collega’s gaat enzovoort. Bij zo’n gesprek stuur je ook geen vragenlijst die collega’s vooraf mogen invullen en zo’n gesprek noem je ook geen ‘omgekeerd collega-gesprek’ of een ‘collega-vertel-maar-gesprek’. En ook zo’n gesprek begin je – afhankelijk wie je voor je hebt – met een vraag als: “Hoe was je vakantie?” Of: “Voor de zomer had je met ziekte in de familie te maken. Hoe is het nu eigenlijk?”, en zie je wat er komt. Daarvoor ben je als directeur professioneel genoeg. En als groepsleerkracht of mentor ben je professioneel genoeg om een adaptief startgesprek te voeren.

Het kaartspel Startgesprek Ouderbetrokkenheid 3.0 ondersteunt dergelijke spontane gesprekken in het basisonderwijs, in Ouderbetrokkenheid neXt, Handboek voor mentoren in het voortgezet onderwijs vind je een dergelijk instrument voor het voortgezet onderwijs.

Een ‘adaptief startgesprek’ is een open gesprek zonder vastgestelde agenda. Dit is altijd in aanwezigheid van de leerling, van kleuter tot en met vwo 6.

Ten slotte

Nu het duidelijk is waarom het adaptieve startgesprek draait, zal ook duidelijk zijn dat deze gesprekken zo snel mogelijk na de zomer moeten plaatsvinden, het liefst in de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar. Want het gaat dus niet om het eerst observeren van een leerling zodat je als leraar jouw bevindingen en observaties kunt delen met ouders.

Eigenlijk wisten we dit in 1908 al, zoals we kunnen lezen in een prachtig boekje Verhoudingen van Kloosterman &  Ligtvoet: als de leraar in de eerste weken van het nieuwe schooljaar op huisbezoek komt, ontstaat er een relatie (ouders worden ‘vrienden van den leeraar’) en zullen ouders niet wegblijven wanneer ze op school worden verwacht. ‘De onderwijzer evenwel, die het huisbezoek als een tuchtmiddel beschouwt, moet bij zijn komst in een nieuwe klasse dit aan zijn leerlingen bekend maken en er zoo spoedig mogelijk mee beginnen. Ouders en leerlingen moeten weten, dat hij beslist komt en wel zoo spoedig mogelijk.’

Overigens zou ik een huisbezoek niet aanraden als vorm van een startgesprek, aangezien dit veel tijd kost en een huisbezoek als standaardvorm te bedreigend kan zijn voor sommige ouders. Een huisbezoek is een prima interventie wanneer dit samen met de ouders (autonomie) wordt afgesproken, nooit om te observeren, maar omdat dit de relatie met de leerlingen en/of zijn ouders ten goede komt.

Tip: wil je ouders voorbereiden op een ‘adaptief startgesprek’ en op het nieuwe schooljaar? Geef ze dan dit gratis e-book cadeau: Zeven dingen die elke ouder moet weten, voor ouders in het basis- en voortgezet onderwijs. Gratis te downloaden. Je hoeft géén gegevens achterlaten (bijvoorbeeld naam en mailadres) en het boek mag als PDF-bestand vrij worden doorgestuurd via bijvoorbeeld mail of als hard copy (je kunt ook een printversie downloaden).

Literatuur:

  • Calle, S. (2011). Loyaliteits- en opvoedingsrelaties tussen volwassen geadopteerden en hun kinderen. Gent: Universiteit Gent, faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen.
  • Deci, E.L., & Ryan, R.M. (2000). The ‘what’ and ‘why’ of goal pursuits: Human needs and the self-determination of behavior. Psychological Inquiry, 11, 319-338.
  • De Vries, P. (2015). Zet ouders in hun kracht. 8 Aanraders. Dordrecht: Instondo.
  • De Vries, P. (2017). Startgesprekken voeren na de zomer. JSW, juni 2017¸ 6-8
  • De Vries, P. (2020). Ouderbetrokkenheid neXt. Handboek voor mentoren in het voortgezet onderwijs. Huizen: Pica.
  • De Vries, P. (2020). Ouderbetrokkenheid is vooral goed contact. LBBO Speciale editie, mei 2020, 1-5.
  • Epstein, J.& Associates (2009 3th edition). School, Family, and Community Partnerships. Your Handbook for Action. California: Corwin Press.
  • Kloosterman, A. & Ligtvoet, J.C. (1908). Verhoudingen. Goes: Uitgeverij Oosterbaan & Le Cointre.
  • Lusse, M. (2013). Een kwestie van vertrouwen: Een ontwerpgericht onderzoek naar het  verbeteren van het contact met ouders in het ‘grootstedelijke’ vmbo als bijdrage aan preventie van schooluitval. Proefschrift. Rotterdam: Rotterdam University Press.
  • Stevens, L., Beekers, P., Evers, M., Werkhoven & W. van (2009, 4e druk). Zin in school. Amersfoort: CPS.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.