Startgesprekken: handvatten voor een goede start
Peter de Vries
Expert ouderbetrokkenheid bij PeterdeVries.nu
Geraadpleegd op 15-12-2024,
van https://wij-leren.nl/startgesprek-luistergesprek-ouderbetrokkenheid-eerste-week.php
Het is belangrijk om het nieuwe schooljaar goed met ouders te starten. Inmiddels zijn veel scholen een zogenaamd startgesprek met ouders gewend. Soms met de leerling erbij, vaak nog zonder. Maar hoe voer je nu een startgesprek? En wanneer is die effectief? Na een theoretische verkenning een aantal praktische tips om het startgesprek vorm te geven.
Theoretische basis
In haar promotieonderzoek laat Mariëtte Lusse zien dat door individuele contactmomenten eerder een vertrouwensrelatie ontstaat tussen de mentor en de ouder (Lusse, 2009). Op een informatieavond aan het begin van het jaar waar ouders worden uitgenodigd in de klas, zal daarom een dergelijke vertrouwensrelatie niet zo snel ontstaan.
Als er samenwerking ontstaat vanuit een vertrouwensrelatie, overlappen volgens de bekende hoogleraar Joyce Epstein de invloedsferen van thuis en school elkaar meer. Epstein spreekt over de noodzaak van ‘school-like families’ en ‘family-like schools’. Deze wederzijdse betrokkenheid is de basis van ouderbetrokkenheid (Epstein 2009).
Een derde onderbouwing voor het startgesprek is de Zelfdeterminiatietheorie van Deci en Ryan. Ook ouders hebben behoefte aan relaties op school, bijvoorbeeld met de groepsleerkracht of met de ouders van klasgenoten. Ze willen graag competente opvoeders zijn, zodat het goed gaat met hun kind. En ze willen graag dat hun autonomie wordt erkend door de school, dus bijvoorbeeld ook de inhoud van een gesprek mee te bepalen.
Als we verder inzoomen op de relatie tussen ouders en hun kind zien we iets bijzonders, wat we kunnen begrijpen door de loyaliteitstheorie van Nagy. Een leerling heeft te maken met twee loyaliteiten, namelijk de loyaliteit die het heeft van en naar zijn ouders, en van en naar zijn leerkracht. De loyaliteit van de leerling van en naar zijn ouders wordt de ‘existentiële loyaliteit’, genoemd, een onvoorwaardelijke band door de geboorte die altijd blijft bestaan, daarom ook wel ‘verticale loyaliteit’ genoemd. Een zijnsloyaliteit op basis van een bloedband, met wederzijdse rechten en plichten en dus verwachtingen tussen ouders en kinderen, een band die zelfs sterker is dan een fysieke en geografische scheiding. Elke andere relatie, niet gebaseerd op de geboorte, is een ‘verworven loyaliteit’, ook wel ‘horizontale loyaliteit’ genoemd (Calle, 2013). Kinderen zijn bij voorbaat loyaal naar hun ouders, maar een leraar moet de loyaliteit van zijn leerlingen en ouders verwerven. De verwachting dat een leerkracht onvoorwaardelijk vertrouwen van ouders bij voorbaat mag genieten is in dit licht niet vanzelfsprekend.
Waar Lusse en Epstein de noodzaak van een individueel startgesprek lijken te onderbouwen, geven de Zelfdeterminiatietheorie van Deci en Ryan en de loyaliteitstheorie van Nagy ons aanwijzingen over de invulling en de vorm van een startgesprek.
Hoe voer je een startgesprek met ouders?
Een startgesprek is een open gesprek zonder vastgestelde agenda, altijd in aanwezigheid van de leerling. In het startgesprek kan van alles passeren wat nodig is. Het echte verhaal vertellen ouders pas wanneer er een relatie is. Daarom moeten startgesprekken niet gericht zijn op in de eerste plaats het uitspreken van wederzijdse verwachtingen of op ouders die iets mogen vertellen over hun kind (al is het natuurlijk prima wanneer dit spontaan aan de orde komt). Ze moeten altijd vooral gericht zijn op de relatie, elkaar (even weer) in de ogen kijken en het (blijven) werken aan wederzijds vertrouwen. Geen ‘omgekeerde oudergesprekken’, waarbij de school dus eigenlijk nog steeds de agenda bepaalt (de ouder moet nu vertellen), geen lijstjes die ouders vooraf moeten invullen, maar een gesprek van mens tot mens. En altijd met de leerling erbij, al is het een kleuter die elders in de ruimte speelt. Als je gericht bent op het overbrengen of ontvangen van informatie, kan de aanwezigheid van een kleuter storend zijn. Als je uit bent op het bouwen en onderhouden van de relatie, dan is een startgesprek ondenkbaar zonder een kleuter. Die krijgt er dan ook meer vertrouwen in. Zoals een kleuter eens mooi zei: ‘Papa en mama zijn vriendjes geworden met juf.’
Inhoud
Waar gaat het startgesprek dan over? Dat hangt er vanaf, ook van de ouders (hun autonomie). Op een school vertelde men: ‘We hebben maar één startvraag: “Hoe was je vakantie?” De rest komt vanzelf.’ Zo is het bijvoorbeeld geen enkel probleem als een vader het grootste deel van het gesprek over zijn reizen als vrachtwagenchauffeur vertelt. Als dit de vertrouwensband ten goede komt, is dat in het belang van zijn kind. Op deze manier kan deze vader zich bovendien competent voelen met zijn belangrijke baan. En ook dat komt de relatie met school ten goede. In een evaluatie van pas ingevoerde startgesprekken vertelden een aantal ouders dat zij het zo prettig vonden dat de léérkracht iets over zichzelf vertelde: “Daardoor werd ze een mens voor mij aan wie ik mijn kind graag toevertrouw, die mijn kind begrijpt.”
Anderzijds moeten we ook niet te krampachtig zijn. Als de situatie daartoe aanleiding geeft of er spontaan een vraag van ouders opkomt zoals: ‘Staan onze neuzen dezelfde kant op?’ of ‘Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen?’ dan moet je die natuurlijk niet afkappen. Maar richt je vooral op de relatie en als informatie zich aandient, ga daar dan op een natuurlijke wijze mee om.
Het gaat vooral om de relatie en daarom is het ook belangrijk om een startgesprek te voeren met ouders van leerlingen die je vorig schooljaar ook al in de klas had. Het woord ‘kennismakingsgesprek’ is om die reden niet zo handig, het veronderstelt namelijk dat een startgesprek altijd draait om kennismaken en dus eigenlijk alleen bedoeld is voor ouders die je nog niet kent.
Ten slotte
Nu het duidelijk is waarom het startgesprek draait, zal ook duidelijk zijn dat deze gesprekken zo snel mogelijk na de zomer moeten plaatsvinden, het liefst in de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar. Want het gaat dus niet om het eerst observeren van een leerling, zodat je als leraar jouw bevindingen en observaties kunt delen met ouders.
Een goede start met elke ouder toegewenst!
Literatuur
- Calle, S. (2011). Loyaliteits- en opvoedingsrelaties tussen volwassen geadopteerden en hun kinderen. Gent: Universiteit Gent.
- Epstein, J.L., Sanders, M.G., Sheldon, S.B., Simon, B.S., Salinas, K.C., Jansorn, N.R., Van Voorhis, F.L., Martin, C.S., Thomas, B.G., Greenfeld, M.D., Hutchins, D.J., Williams, K.J. (2009). School, Family and Community Partnerships. Your Handbook for Action. Third Edition. Thousand Oaks: Corwinn Press.
- Lusse, M. (2013). Een kwestie van vertrouwen: Een ontwerpgericht onderzoek naar het verbeteren van het contact met ouders in het ‘grootstedelijke’ vmbo als bijdrage aan preventie van schooluitval (proefschrift). Rotterdam: Rotterdam University Press.
- Ryan, R. & Deci, E. (2000). Selfdetermination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and wellbeing. American Psychologist, 55 (1), 68â€ÂÂÂ78.
- Vries, P. de (2017). Ouderbetrokkenheid 3.0, van informeren naar samenwerken. Amersfoort: CPS.
- Vries, P. de (2015). Zet ouders in hun kracht. Dordrecht: Instondo.