Startgesprekken: handvatten voor een goede start
Geplaatst op 14 juli 2017
Steeds meer scholen beginnen het nieuwe schooljaar met startgesprekken met ouders. Ook wel ‘kennismakingsgesprek’ of ‘omgekeerde tienminutengesprek’ genoemd. De bedoeling is in het begin van het schooljaar ouders over hun kind te laten vertellen, heldere afspraken met ouders te maken en uit te spreken wat de school en ouders van elkaar verwachten. Maar hoe geef je als leerkracht zo’n gesprek vorm? Welke vragen stel je en is het kind daar wel of niet bij aanwezig? Ontdek concrete handreikingen om na de zomer meteen toe te passen in de praktijk.
Het startgesprek is bedoeld om een goede start met elke ouder te maken. Samenwerken aan de ontwikkeling van een kind vraagt om een stevige vertrouwensrelatie tussen de leerkracht en de ouder en dus om een individuele start met elke ouder. Individueel contact met elke ouder zorgt namelijk beter voor het opbouwen van deze vertrouwensrelatie (Lusse, 2013). Daarom is een goede start met elke ouder beter dan een collectief beginmoment, zoals een informatieavond.
Mensen zijn te motiveren door een beroep te doen op relatie, competentie en autonomie. Dat geldt niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen (Deci & Ryan, 2000). Om ouders in hun kracht te zetten, is het ook nodig bij hen te sturen op een goede relatie, en op hun gevoel van competentie en autonomie (De Vries, 2015). Waar het contact en samenwerking met ouders fout lijkt te gaan, zou het weleens kunnen zijn dat er onvoldoende beroep wordt gedaan op de relatie met en competentie en autonomie van ouders. In het startgesprek wordt gewerkt aan een goede relatie vanaf de start.
Gelijkwaardigheid
In Ouderbetrokkenheid 3.0 worden drie kernwaarden gebruikt als essentiële pijlers van een goede samenwerking tussen school en ouders (De Vries, 2017):
- Gelijkwaardigheid
- Samen verantwoordelijk
- Verantwoordelijk voor elkaar
Gelijkwaardigheid en een gezamenlijke verantwoordelijkheid gaat ook over de vormgeving van het gesprek. Niet de school bepaalt hoe het gesprek eruitziet, maar de leerkracht en de ouder zijn hiervoor sámen verantwoordelijk. De inhoud wordt afgestemd op de individuele behoefte van het kind en kan er in elke situatie anders uitzien. Een term als een ‘omgekeerd tienminutengesprek’ is daarom niet op z’n plaats, want de school heeft dan bepaald dat de ouder vooral moet vertellen. Ook de autonomie van ouders wordt hier gezocht: wat vinden zij belangrijk hoe het gesprek eruitziet?
Met of zonder het kind?
Gezien de aard van het startgesprek is het belangrijk dat de leerling erbij aanwezig is, ook de kleuter. Het gesprek is namelijk niet bedoeld om inhoudelijk van alles af te stemmen, maar om een goede start te maken. Kinderen moeten voelen dat hun ouders het goed hebben met de leerkracht. Ook al doet een kleuter een groot deel van het gesprek niet mee en speelt het kind in dezelfde ruimte, hij ervaart dat zijn ouders met de leerkracht overweg kunnen. Of zoals een kleuter na afloop zo mooi zei: ‘Het is net of papa en mama vriendjes zijn geworden met de juf.’ Naarmate leerlingen ouder worden, nemen ze steeds meer deel aan het gesprek, of leiden zij een deel van het startgesprek, bijvoorbeeld leerlingen van groep 8.
Inhoud
Waar gaat het startgesprek dan over? Dat hangt er vanaf. Op een school vertelde men: ‘We hebben maar één startvraag: “Hoe was je vakantie?” De rest komt vanzelf.’ Zo is het bijvoorbeeld geen enkel probleem als een vader het grootste deel van het gesprek over zijn reizen als vrachtwagenchauffeur vertelt. Als dit de vertrouwensband ten goede komt, is dat in het belang van het kind. Op deze manier kan deze vader zich bovendien competent voelen met zijn belangrijke baan. Dat komt de relatie met de school ten goede.
Verder is er in het startgesprek ruimte voor vragen als: ‘Staan onze neuzen dezelfde kant op?’, ‘Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen?’ of ‘Wat willen we dit jaar bereiken?’ Het is daarom ook belangrijk om een startgesprek te voeren met ouders van kinderen die je vorig schooljaar ook in de klas had. Ten slotte kan het startgesprek worden gebruikt voor het maken van individuele afspraken met elke ouder over welke contactmomenten er met ouders plaatsvinden. Dit in plaats van de door de school gereguleerde tienminutengesprekken.
Organisatie
Het belangrijkste bij een startgesprek is dat het kind met zijn ouders wordt uitgenodigd, in die volgorde. Het kind staat immers centraal. Een school stuurt elk schooljaar elke leerling – net als bij nieuwe kleuters – een kaart om de leerling met zijn ouders uit te nodigen voor het startgesprek. Leerlingen tot en met groep 8 zijn blij met deze persoonlijke aandacht. Een startgesprek neemt zo’n vijftien tot twintig minuten in beslag. Om zo open mogelijk het gesprek in te gaan, is het van wezenlijk belang het gesprek plaats te laten vinden in de eerste drie weken na de zomervakantie. Een aantal voorbeelden van scholen hoe zij het organiseren:
- Een school plande de eerste dinsdag na de zomervakantie een studiedag. In plaats van een studiedag hield de school de hele dag startgesprekken;
- Een andere school stopte de eerste week elke dag de lessen om 13:00 uur. De middagen werden gebruikt voor startgesprekken;
- Weer een andere school begon al met de startgesprekken op de laatste donderdag en vrijdag van de zomervakantie. Behalve leerkrachten zijn ook veel ouders dan al weer terug van vakantie.
Een aantal praktische zaken
Bij het organiseren van startgesprekken komen vaak twee vragen naar boven: ‘Als je met z’n tweeën voor een groep staat, wie voert dan het startgesprek?” en: ‘Hoe ga je om met gescheiden ouders wanneer die niet samen een gesprek op school kunnen voeren?’ Natuurlijk is het ideaal om alle startgesprekken met je duo-collega te voeren als je samen verantwoordelijk bent voor een groep. Maar wanneer het om een grote groep gaat, begrijpen de meeste ouders dat het effectiever is om de groep te verdelen. Alleen als het nodig is voor een bepaald kind voer je het gesprek samen.
Wat betreft gescheiden ouders is het belangrijk om dit per situatie in te schatten. Ideaal is dat beide ouders tegelijk aan tafel zitten, maar voor sommige kinderen is dat niet de beste oplossing. Spreek met ouders af met wie het startgesprek wordt gevoerd, en als het echt in het belang van het kind is, kan in een enkel geval een dubbel gesprek noodzakelijk zijn. Moedig ouders aan om iemand mee te nemen naar het startgesprek wanneer zij zich daardoor beter voelen in het gesprek. Soms spelen grootouders een belangrijke rol, bijvoorbeeld wanneer zij deels verantwoordelijk zijn voor de opvoeding. Of soms zijn oudere broers of zussen nodig om te vertalen voor hun ouders.
Don’ts van het startgesprek
Het is belangrijk om voor ogen te houden welke zaken beter niet kunnen gebeuren bij een startgesprek:
- Een startgesprek vindt nooit in groepsvorm plaats en is dus ook niet hetzelfde als een informatieavond. Het gaat om het aangaan van een goede samenwerking met élke individuele ouder. De vraag is of een informatieavond überhaupt nog nodig is naast een startgesprek. Tijdens het startgesprek kan worden geïnventariseerd in welke groepen behoefte is aan een informatiebijeenkomst, en alleen voor die groepen wordt een aantal weken later een avond georganiseerd (vaak in groep 3 en 8, of voor ouders van de oudste kinderen in de groep);
- Het startgesprek is niet bedoeld om vrijwilligers voor de school te werven. Concentreer je in het startgesprek op de samenwerking met het oog op het kind;
- Geef ouders vooraf geen vragenlijsten waar ze alvast over na kunnen denken en die ze moeten beantwoorden. Met vragenlijsten is het startgesprek per definitie niet meer gelijkwaardig, want één van beide partijen bepaalt de agenda. Zorg hooguit voor wat vragen achter de hand, mocht het gesprek wat vastlopen;
- Voer het startgesprek niet thuis, tenzij de leerkracht samen met de ouders afstemt dat dit beter is. De school mag nooit eenzijdig vaststellen dat een gesprek thuis plaatsvindt. De leerkracht treedt zich hiermee in de privésituatie van ouders en dat kan bedreigend zijn;
- De startgesprekken zijn afgerond voordat de derde schoolweek van het nieuwe seizoen begint. Er is anders geen sprake meer van een startgesprek, maar van een voortgangsgesprek.
Elkaar kennen
Veel leerkrachten vragen zich terecht af of startgesprekken niet zorgen voor veel werkdruk. De eerste geluiden van leerkrachten zijn echter positief: juist een goede start aan het begin van het schooljaar zorgt voor een betere band, een betere samenwerking met elke ouder, en minder gedoe. Ouders en leerkrachten begrijpen elkaar beter en weten elkaar gemakkelijker te vinden als het nodig is. Net als leerkrachten moeten ook veel ouders wennen aan een startgesprek. Sommigen zijn gewend dat de leerkracht alleen maar vertelt. Houd voor ogen dat het ook hierbij om het belang van het kind gaat, en niet in de eerste plaats wat leerkrachten en ouders gewend zijn. Het startgesprek is eigenlijk niets nieuws, maar een vorm die terug gaat naar de basis van goed samenwerken: elkaar kennen.
Literatuur
- Ryan, R. & Deci, E. (2000). Self‐determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well‐being. American Psychologist, 55 (1), 68‐78.
- Lusse, M. (2013). Een kwestie van vertrouwen: Een ontwerpgericht onderzoek naar het verbeteren van het contact met ouders in het ‘grootstedelijke’ vmbo als bijdrage aan preventie van schooluitval (proefschrift). Rotterdam: Rotterdam University Press.
- Vries, P. de (2017). Ouderbetrokkenheid 3.0, van informeren naar samenwerken. Amersfoort: CPS.
- Vries, P. de (2015). Zet ouders in hun kracht. Dordrecht: Instondo.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Wij-leren.nl Academie


Augeo


Kennisnet


ANWB































