Kennisplatform
Nog enkele plaatsen vrij bij Medilex: Congres Kleutertaal.

Sociogram: inzicht in sociale relaties en tips voor de leerkracht

Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl  

Kerpel, A. (2014). Sociogram: inzicht in sociale relaties en tips voor de leerkracht.
Geraadpleegd op 12-11-2024,
van https://wij-leren.nl/sociogram-tips.php
Geplaatst op 1 juni 2014
Sociogram

Sociale verhoudingen

Hoe zijn de sociale verhoudingen in de klas? Een interessante vraag. Het antwoord daarop vind je door het gebruik van sociometrie. Sociometrie is de verzamelnaam voor enkele methoden om de sociale structuur van een groep in kaart te brengen.

Dit kan door het uitvoeren van een sociometrisch onderzoek. Bij zo’n onderzoek krijgen alle kinderen uit de klas enkele vragen voorgelegd. Voorbeelden zijn: Met wie speel je graag? Naast wie zou je graag willen zitten in de klas?

De uitkomsten van het onderzoek kun je op twee manieren verwerken:

  • In een sociogram. Een sociogram is een grafische weergave van onderlinge relaties, bijvoorbeeld in de klas. Hierdoor kan een leerkracht zien hoe de sociale verbanden in een klas zijn. Het sociogram kan helpen bij het onderkennen van hiërarchie, de leiders en de kinderen die sociaal geïsoleerd zijn.
     
  • In een sociomatrix. Een sociomatrix is de weergave van het onderzoek in een tabel. Hierdoor kan een leerkracht zien welke kinderen geliefd zijn, welke kinderen minder populair zijn en welke kinderen een sterke sociale invloed uitoefenen.

Sociogram tips

Voorbeeld van een sociogram

Sociometrie

De psychotherapeut Moreno ontwikkelde deze techniek, zodat hij de relatie tussen sociale structuren in kaart kon brengen. Het is van oorsprong therapeutisch bedoeld. De sociometrie geeft gerichte informatie, die de leerkracht kan gebruiken om het groepsklimaat te verbeteren.

De leerkracht legt enkele vragen voor aan de leerlingen. Enkele voorbeeldvragen: 

• Met wie speel je graag?

• Met wie speel je liever niet?

• Met wie wil je graag samenwerken?

• Met wie wil je liever niet samenwerken?

• Wie zie je als de leider van de groep?

• Wie ervaar je als storend in de groep?

Denk goed na over de formulering van de vragen en wat je te weten wilt komen. Een kind waar je graag mee speelt, hoeft niet hetzelfde kind te zijn waar je graag mee wilt samenwerken. Je kunt de uitkomst van het sociogram dus niet veralgemeniseren: iets wat voor spelen geldt, hoeft nog niet voor samenwerken te gelden. 

Alle kinderen maken een eerste en een tweede keuze. Bij sommige testen is er ook een derde keuze. Het is voor de uitkomst van belang dat alle vragen worden beantwoord. 

Sociogram tekenen

Op basis van de antwoorden wordt het sociogram getekend. Er zijn ook online mogelijkheden om een sociogram te laten tekenen.

Hoe teken je een sociogram? Dat kan op de volgende manier:

• Teken de leiders in het midden. Geef hen weer door een grote cirkel met hun naam erin.

• Teken hun ‘aanhangers’ eromheen. Geef hen weer door een kleinere cirkel met hun naam erin.

• Teken een pijl tussen twee cirkels als er een relatie is. De richting van de pijl geeft de richting van de keuze aan. Als kinderen elkaar kiezen, teken je een lijn met aan beide kanten een pijlpunt.

• Teken de kinderen die buiten de groep vallen aan de buitenkant. Geef hen weer door een vierkant met hun naam erin.

Groepsrelaties in het sociogram

Uit het sociogram kun je verschillende groepsrelaties aflezen: de kliekjes, de sterpositie, de slangpositie, de paren en de marginalen.

De kliekjes

Dit zijn de kinderen die onderling met elkaar bevriend zijn en een kluitje vormen.

Sociogram tips

De ster-positie

Dit zijn de populaire kinderen die veel gekozen worden. Het zijn vaak de leiders van de groep.

Sociogram tips

De slangrelatie

Hierbij is wel onderlinge affiniteit tussen de kinderen, maar die is niet wederzijds.

Sociogram tips

De paren

Dit zijn twee kinderen die voor elkaar kiezen en zich afzonderen van de rest.

Sociogram tips

De marginalen

Dit zijn de groepsleden die door niemand gekozen worden. Hoe meer marginalen er in een klas zijn, hoe minder de groep een hechte eenheid vormt.

Het is belangrijk dat de leerkracht ook daadwerkelijk iets doet met negatieve uitkomsten. Daarbij kan hij zichzelf de vraag stellen: welke groepsvormen, opdrachten en begeleiding kan ik inzetten om het patroon te veranderen?

Sociogram tips

Sociomatrix maken

Bij een sociomatrix verwerk je de gegevens van het sociometrisch onderzoek in een tabel. 

Sociomatrix

Voorbeeld van een sociomatrix

Hoe maak je een sociomatrix?

  • Teken een tabel met net iets meer rijen en kolommen als het aantal kinderen in de klas.
  • Schrijf vanaf de tweede kolom in elke kolom de naam van een leerling.
  • Schrijf vanaf de tweede rij in elke rij de naam van een leerling.
  • Het vakje linksboven is nu leeg. Trek daarin een schuine streep van linksboven naar rechtsonder. Schrijf links onderin: Kiezers. Schrijf rechts onderin: Gekozenen. 
  • Noteer de positieve en negatieve keuzes van de leerlingen door middel van plussen en minnen. 
  • Tel de uitkomsten bij elkaar op.

De sociomatrix geeft per leerling de volgende informatie:

  • De keuzestatus = Dit bepaal je door alle plusjes die de leerling heeft gekregen bij elkaar op te tellen.
  • De afkeuringsstatus = Dit bepaal je door alle minnetjes die de leerling heeft gekregen bij elkaar op te tellen.
  • De sociale invloed = Dit bepaal je door alle plusjes en minnetjes bij elkaar op te tellen. Hieruit blijkt de sociale invloed die de leerling in de klas heeft. 

De sociometrische perceptietest

Een andere vorm van sociometrie is de perceptietest. Deze methode meet iets anders dan de bovengenoemde sociometrische testen. Deze test onderzoekt het bewustzijn dat de leerling heeft van de attitude van medeleerlingen tegenover hemzelf.

Simpel gezegd: De test meet of de leerling doorheeft hoe anderen tegen hem aankijken. De vraagstelling is ook anders. Bij deze test wordt de vraag gesteld door wie de leerling zelf denkt gekozen of verworpen te worden. 

Het interactiogram

Het interactiogram is weer anders dan het sociogram. Bij het sociogram gaat het om gevoelens van sympathie of antipathie. Bij het interactiogram gaat het om waarneembaar contact. De weergave is in principe hetzelfde als bij het sociogram, alleen wordt de intensiteit van de contacten weergegeven door de dikte van de pijl tussen twee leerlingen. Het interactiogram kan ingezet worden als aanvulling op het sociogram. 

Zinvolle informatie

Misschien denk je: Waarom zou ik een sociometrisch onderzoek doen? Een goede leerkracht wil zijn leerlingen leren kennen. Dit gaat verder dan alleen de ontwikkelingsgebieden. Als het goed is, wil de leerkracht weten wat er speelt in de leefwereld en de belevingswereld van het kind. In de leefwereld spelen sociale relaties een belangrijke rol. Natuurlijk kun je ook door observatie en gesprekken met leerlingen aan informatie komen, maar dan wordt het gekleurd door jouw waarneming. Het sociogram is objectief en geeft duidelijk aan wat de kinderen vinden. 

Sociogram uitkomst: Gebrek aan sociale vaardigheden?

Als je na het analyseren van het sociogram weet dat een leerling buiten de groep valt, dan ben je natuurlijk nog niet klaar. Je kunt gelijk starten met het inzetten van groepsinterventies, maar je kunt ook eerst nagaan hoe het komt dat de leerling buiten de groep valt. Het kan bijvoorbeeld komen doordat de leerling een beperking heeft, maar het kan ook zo zijn dat bepaalde sociaal-emotionele vaardigheden nog niet goed ontwikkeld zijn. Daarbij is enige kennis van de verschillende vaardigheden onmisbaar. 

Sociaal-emotionele vaardigheden – Steven Pont

Steven Pont (Sociaal? Vaardig!, 2013) maakt onderscheid tussen acht sociaal-emotionele vaardigheden:

  • Zelfbewustzijn
  • Sociaal bewustzijn
  • Zelfmanagement
  • Doelgericht gedrag
  • Relationele vaardigheden
  • Persoonlijke verantwoordelijkheid
  • Besluitvorming
  • Optimistisch denken

Als je merkt dat bepaalde vaardigheden bij de leerling minder ontwikkeld zijn, kun je gerichte interventies inzetten om deze vaardigheid te stimuleren. 

Sociaal-emotionele vaardigheden – Daniel Goleman

Daniel Goleman (Emotionele intelligentie, 1999) verdeelt de sociaal emotionele vaardigheden onder in persoonlijke vaardigheden en sociale vaardigheden.

Persoonlijke vaardigheden verdeelt hij in drie groepen:

  • Zelfinzicht. Hieronder vallen:
    • Emotioneel bewustzijn: Het herkennen van je emoties en hun effecten. Als je inzicht in een ander wilt hebben, moet je eerst inzicht in jezelf hebben.
    • Gedegen zelfbeoordeling: Kennis van je kwaliteiten en beperkingen.
    • Zelfvertrouwen: Een sterk besef van de eigenwaarde en capaciteiten.
       
  • Zelfregulering. Hieronder vallen:
    • Impulsbeheersing en emotiebeheersing.
    • Integriteit: Integer zijn en verantwoordelijk zijn in het zelfmanagement.
    • Innovatie en aanpassingsvermogen: Openstaan voor nieuwe ideeën en flexibel reageren op veranderingen.
       
  • Motivering. Hieronder vallen:
    • Prestatiedrang: De drang om te verbeteren en/of te excelleren.
    • Betrokkenheid: Aansluiten bij de doelen van de organisatie.
    • Initiatief en optimisme: Proactiviteit en doorzettingsvermogen.

Sociale vaardigheden verdeelt hij in twee groepen:

  • Inzicht in de ander. Hieronder valt onder andere:
    • Empathie: Anderen begrijpen in hun gevoelens en standpunten.
    • Het ontwikkelen van andere mensen.
    • Dienstbetoon.
       
  • Omgang met de ander
    • Invloed: Een effectief gebruik van de overreding.
    • Communicatie: Oprecht luisteren en overtuigende informatie geven.
    • Conflictbeheersing: Onderhandelen over en een oplossing vinden voor meningsverschillen.
    • Leiderschap.
    • Relaties aangaan.
    • Samenwerking en teamvaardigheden.

Gelukkig zijn sociale vaardigheden aan te leren. Aanleg is natuurlijk mooi, maar scholing is wel mogelijk. Merk je dat een leerling erg zwak is in bepaalde vaardigheden? Probeer dan door gerichte interventies deze vaardigheid te stimuleren. Het is goed om na verloop van tijd weer het sociometrisch onderzoek af te nemen, want dan kun je kijken of er vooruitgang is. 

Sociogram uitkomst: Pestgedrag?

Als uit het sociogram blijkt dat een leerling uit de groep ligt, is het belangrijk om erachter te komen of het kind gepest wordt. Het probleem hierbij is dat het pesten voor het grootste gedeelte buiten het zicht van de leerkracht gebeurt. Daarom is het goed om kennis te hebben van het profiel van een gepeste leerling. Vaak heeft deze leerling een van de volgende kenmerken: 

  • Het kind is vaak fysiek zwakker dan gemiddeld 
  • Het kind heeft een negatief zelfbeeld en ziet zichzelf dan ook als onaantrekkelijk en waardeloos. 
  • Het kind is minder zelfverzekerd, wat verlegen, gevoelig en introvert. 
  • Het kind is niet erg weerbaar.

Het gedrag van gepeste kinderen kan grofweg in twee categorieën verdeeld worden:

  • Het kind trekt zich terug en vertoont passief gedrag. Door het pesten gaat het kind zich nog meer terugtrekken, huilen, zich angstig en onzeker voelen. De reactie van het kind bevestigt dus het gedrag waardoor het gepest wordt.
  • Het kind lokt uit en provoceert. Het provocerende gedrag uit zich in boos worden en (proberen) terug te vechten.

Als blijkt dat de leerling inderdaad gepest wordt, dan moet dit gelijk aangepakt worden. Dit kan door het pestprotocol in werking te stellen. Een goede manier om pesten aan te pakken is de vijfsporenaanpak van Bob van der Meer. Het is ook goed om lessen over pesten te geven, bijvoorbeeld de lessenserie Pesten aanpakken (Kirsten Barkmeijer en Johan Brokken). 

Sociogram uitkomst: De rol van de leerkracht

Als je het sociale klimaat wilt verbeteren, dan kan je beginnen met de groep of met individuele leerlingen, maar het kan ook zeker geen kwaad om naar je eigen leerkrachtgedrag te kijken. Welke rol speel jij? Op welke manier probeer je een goed pedagogisch klimaat te realiseren? Als je een goed pedagogisch klimaat wilt creëren, dan vraagt dat van jou als leerkracht dat je: 

  • Aandacht hebt voor de kinderen en zich in hun situatie kunt inleven.
  • Authentiek bent en gezag hebt.
  • Vertrouwen in je leerlingen hebt en het zelfvertrouwen van de kinderen ondersteunt, door hen het gevoel te geven dat ze het kunnen.
  • Respect hebt voor jouw leerlingen en het onderlinge respect tussen de kinderen bevordert.
  • Zorgt voor een ordelijke en functionele leeromgeving. Dat geeft rust en veiligheid.
  • De zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel bij de kinderen stimuleert.
  • Duidelijk en consequent bent en evenwichtig reageert.

Verder is het goed om na te gaan of je het klassenmanagement kunt verbeteren, zodat het een positieve bijdrage levert aan het groepsklimaat.  

Tot slot: de leerling met een beperking

Met de invoering van Passend Onderwijs zijn leerlingen met beperkingen in de toekomst niet meer weg te denken uit het reguliere basisonderwijs. Daarom is het belangrijk om deze leerlingen te accepteren en een positieve attitude te hebben om hen op te vangen in de klas. Om te kijken of de leerling geaccepteerd wordt, kun je het sociogram inzetten. Enkele tips:

  • Bespreek in de klas dat iedereen anders is en dat leerlingen met beperkingen gelijkwaardig zijn.
  • Benadruk de positieve kanten van iemands beperking, bijvoorbeeld: kinderen met ADHD hebben veel energie.
  • Voer interventies in om de sociale relaties van leerlingen te versterken, zoals coöperatief leren.

Boeken 

Boeken die uitsluitend over het sociogram en sociometrie gaan, zijn bij ons niet bekend. Wel zijn er veel boeken over groepsvorming en groepsprocessen in de klas.

Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen op de basisschool

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.