Platform Onderwijs2032 helpt vreemde talen onderwijs om zeep
Erna Brummel
docent Frans bij Koning Willem II college
Geraadpleegd op 11-12-2024,
van https://wij-leren.nl/platform-onderwijs2032-vreemde-talen-onderwijs.php
Nederlanders staan erom bekend dat ze een aardig woordje over de grens spreken. Als de plannen van Platform Onderwijs2032 werkelijkheid worden, is dat echter binnenkort verleden tijd. Engels is in het adviesvoorstel van het Platform de enige verplichte moderne vreemde taal in het voortgezet onderwijs. Een tweede of derde moderne vreemde taal is alleen mogelijk als keuzevak.
Europese Commmissie/OECD
Dit advies van het Platform staat haaks op de adviezen van de Europese Commissie en de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD). Deze organisaties vinden juist dat de beheersing van minimaal twee vreemde talen naast de moedertaal van essentieel belang is in een internationale samenleving.
Het beheersen van een vreemde taal verruimt de blik op de wereld en vergroot het begrip voor andere culturen. Voor Nederland als exportland is het zeer aannemelijk dat een gebrekkige talenkennis een negatief effect zal hebben op de economie. Het Platform maakt dan ook een kapitale inschattingsfout door in het voorsteladvies slechts één vreemde taal verplicht te willen stellen in het voortgezet onderwijs van de toekomst.
Platform Onderwijs2032
Platform Onderwijs2032 is in februari van dit jaar in het leven geroepen door staatsecretaris Dekker en heeft opdracht een advies uit te brengen over de hervorming van het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs. Het onderwijs moet klaar zijn voor het leren van de toekomst. Een in hoog tempo veranderende samenleving vraagt om onderwijs dat daarop kan inspelen.
In oktober 2015 is een adviesvoorstel gepubliceerd waarin de vraag wordt gesteld ‘Wat vindt u van dit voorstel?’. Scholen, leraren, ouders, leerlingen en andere betrokkenen krijgen de mogelijkheid te reageren. Eind december van dit jaar biedt het Platform het definitieve advies aan het kabinet aan.
Onder leiding van de socioloog en hoogleraar Paul Schnabel is vanaf februari 2015 een maatschappelijke dialoog gevoerd met:
- leerlingen;
- leraren;
- ouders;
- bestuurders;
- wetenschappers;
- vertegenwoordigers van maatschappelijke en culturele organistaties;
- het bedrijfsleven.
Het Platform heeft daaruit geconcludeerd dat in toekomstgericht onderwijs de persoonlijke ontwikkeling van de leerling centraal behoort te staan. De leerling krijgt een vaste kern van basiskennis en vaardigheden aangeboden en daarnaast de ruimte om deze basis te verbreden en te verdiepen, al naar gelang eigen interesses en mogelijkheden.
Slechts één vreemde taal verplicht
Binnen deze vaste kern van basiskennis en vaardigheden ziet het Platform slechts ruimte voor Engels als verplichte vreemde taal. Engels krijgt wel een veel prominentere plek toebedeeld dan nu het geval is. Het is de bedoeling dat het vak vanaf groep één in het basisonderwijs verplicht wordt, zodat het niveau dat leerlingen aan het eind van het voortgezet onderwijs bereiken, aanmerkelijk hoger is dan nu het geval is.
Volgens het het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO) doet dit recht aan de rol van ‘lingua franca’ die het Engels heeft verworven. Een goede beheersing van deze taal is een noodzaak geworden in onze internationale samenleving. Ook het EP-Nuffic, een Nederlandse organisatie voor internationalisering in het hoger onderwijs, die begin dit jaar is gefuseerd met het Europees Platform, is voorstander van deze plannen. Volgens EP-Nuffic doet het Platform, door Engels als kernvak te beschouwen, recht aan het grote belang van deze taal.
Minder talenkennis door beknopt kerncurriculum
De keuze voor alleen Engels als verplichte vreemde taal komt voort uit de visie van het Platform op toekomstgericht onderwijs. Dit is volgens het Platform (onder andere) onderwijs dat is gebaseerd op een compact verplicht kerncurriculum;
‘een vaste basis voor iedere leerling, beperkt tot de kern’.
Het gevolg hiervan is dat andere moderne vreemde talen zoals:
- Duits;
- Frans;
- Spaans;
- of Chinees
in het voortgezet onderwijs nog slechts een keuzevak zullen zijn. Volgens het Platform overigens wel een zeer waardevol keuzeonderdeel, mits een leerling zich serieus verdiept in de keuzetaal.
Het EP-Nuffic voorziet in haar reactie op het adviesvoorstel, dat minder leerlingen in contact zullen komen met andere moderne vreemde talen dan Engels, als deze talen alleen nog maar een keuzevak zijn op de middelbare school. Volgens het SLO brengt de nadruk op Engels een versmalde blik op meertaligheid met zich mee, wat kan leiden tot minder aandacht voor het onderwijs in andere vreemde talen.
Kortom, moderne vreemde talen krijgen slechts een bescheiden plek in het Nederlandse onderwijs van de toekomst. Het is de vraag of dit verstandig is in een samenleving waar vergaande internationalisering een voldongen feit is.
Internationale adviezen in de wind geslagen
Het advies van het Platform om nog maar één vreemde taal verplicht te stellen in het Nederlandse onderwijs, druist recht in tegen de visie van de Europese Commissie. De Europese Commissie is van mening dat meertaligheid bijdraagt aan onderling begrip en kennis van elkaars cultuur. Iedere Europese burger zou daarom vaardig moeten zijn in twéé moderne vreemde talen naast de moedertaal.
Door al op jonge leeftijd (vanaf drie jaar) twee vreemde talen naast de moedertaal te leren, kan dit doel worden bereikt volgens de Europese Commissie. Ook de OECD onderschrijft in haar reactie op het advies, dat meertaligheid van essentieel belang is in een internationale samenleving.
Over de landsgrenzen heen?
Taal als toegangspoort voor het leren kennen en begrijpen van andere culturen. De OECD noemt dit ‘global competency’, begrip van mondiale problemen en een positieve houding ten opzichte van andere culturen, en vindt dit een elementair onderdeel van het onderwijs. Ook het Platform vindt het belangrijk dat leerlingen op school leren om over grenzen heen te kijken en dat zij kennis en begrip krijgen van andere culturen.
In het voorsteladvies worden begrippen als internationalisering en globalisering echter niet specifiek uitgewerkt. Het Platform spreekt wel over burgerschap, niet over wereldburgerschap. Het Platform gaat daarmee voorbij aan de interculturele betekenis van het leren van vreemde talen.
Economische belangen
De Nederlandse economie is voor een groot gedeelte afhankelijk van export. Volgens het EP-Nuffic is het beheersen van de buurtalen, en dan met name Duits, in economisch opzicht niet te onderschatten. Ook het SLO noemt in het rapport ‘Moderne vreemde talen Vakspecifieke trendanalyse 2015’ het economisch belang van een brede talenkennis.
In een wereld waar internationale contacten blijven toenemen, is het beheersen van meerdere vreemde talen belangrijk voor een gezonde economie. Fenedex, een vereniging van Nederlandse exporteurs, constateert naar aanleiding van een vorig jaar afgenomen enquete onder haar leden, dat het afnemen van kennis van het Duits een groot risico vormt voor de export naar Duitsland.
Wat vindt u van dit voorstel?
Een taal leren levert dus veel meer op dan ‘een aardig woordje over de grens’ spreken. De interculturele en economische aspecten van een gedegen talenkennis zijn zeker zo belangrijk. In het Nederlandse onderwijs van de toekomst horen daarom minstens twee moderne vreemde talen een plek te krijgen in het kerncurriculum.