Kijk ook eens bij ons begeleidingsaanbod voor schoolontwikkeling!

Ons onderwijs 2032: hoe nu verder?

Marjolein Zwik
Leerkracht basisonderwijs en Master SEN bij    

Zwik, M. (2016). Ons onderwijs 2032: hoe nu verder?
Geraadpleegd op 15-07-2025,
van https://wij-leren.nl/ons-onderwijs-2032-hoe-verder.php
Geplaatst op 1 juni 2016
Laatst bewerkt op 6 mei 2025
Time-out 2032

Sinds de presentatie van het definitieve advies van Paul Schnabel is er zowel in de media als in de Tweede Kamer een storm van kritiek ontstaan. Dit overigens niet altijd ten onrechte, want ook ik plaats de nodige vraagtekens bij de sfeer die het uitademt en de wijze waarop het is gepresenteerd. Zo zou de oppervlakkige lezer of toehoorder kunnen denken dat Nederland overstapt op progressief, leerlinggestuurd onderwijs met geïntegreerde vakken die grotendeels op een digitale manier verwerkt worden, met maatwerk hoog in het vaandel en zonder veel kennisoverdracht? Deze gedachte is niet zo raar, aangezien bij de presentatie filmpjes werden getoond van scholen die het advies 'al in de praktijk brachten': deze scholen ademden wel deels bovenstaande sfeer uit. Tezamen met de persoonsvorming die door een aantal groepen als 'staatspedagogiek' werd geïnterpreteerd, zat en zit de weerstand er goed in.

"Het advies wekt de indruk dat het over het 'hoe' gaat en te weinig over het 'wat'."

Dat riep ook bij mij weerstand op. Toen daar de benoeming van een voorzitter van een ontwerpteam dat met het advies aan de slag zou gaan, bovenop kwam nog voordat de Tweede Kamer over het advies had gedebatteerd, gingen bij velen de hakken definitief in het zand.

Time-out

Het heeft de gemoederen de laatste maanden nogal beziggehouden en zal dat ook nog wel een tijdje blijven doen. De uitwerking van het advies heeft even een time-out gekregen en dat kan een positieve stap zijn. De vraag is: wat gaat de beroepsgroep doen? Staat er niet in het advies dat leraren zelf meer zeggenschap en autonomie moeten krijgen over het nieuwe curriculum en het onderwijs dat zij geven? Willen wij niet wéér uitvoerders worden van de onderwijsideeën van anderen, dan zullen we onze verantwoordelijkheid moeten nemen en met elkaar in gesprek moeten gaan over het curriculum.

"Het moet gaan over het 'wat' en niet over het 'hoe'."

De onderwijsvisie van eenieder zal ruimte moeten krijgen om het 'wat' verder uit te werken in een didactische onderwijsvisie: het 'hoe'. Het is aan de leraar, het team en de school om een onderbouwde visie te verwoorden en te implementeren. Een visie die niet gebaseerd is op beeldvorming en onderwijsmythes. In ons polderlandje zal dat her en der scholen opleveren van verschillend signatuur, maar is dat ook niet een voorrecht van onze vrijheid van onderwijs? Er valt voor ouders en leerlingen wat te kiezen. Het ene soort onderwijs is geschikter voor een bepaalde leerling (en leraar) dan het andere. Het belangrijkste is dat leraren kritisch blijven reflecteren op hun eigen handelen en hun onderwijs en verantwoording blijven nemen om goed onderwijs te geven.

Facilitatie

Om praktisch aan de slag te gaan met een nieuw curriculum en dit in de toekomst actueel en scherp te houden, zullen leraren gefaciliteerd moeten worden. Deze time-out kan gebruikt worden om dat in nieuwe cao's goed te regelen. Zonder goede randvoorwaarden is men aangewezen op amateuristisch enthousiasme, terwijl er professionele verwachtingen gesteld worden.

Nu verder…

Een aantal leraren hebben de handschoen opgepakt en zien Onderwijs2032 als een kans om het curriculum bottom-up te veranderen. Er kan een antwoord gevonden worden op het probleem van het overladen en versnipperde curriculum (De Onderwijsraad, 2014). Ook kunnen er vakken toegevoegd of anderszins geïntegreerd worden die met oog op de toekomst een plek behoeven in ons onderwijs zonder weer een gevoel van overladenheid te veroorzaken. Dit zijn belangrijke beslissingen waar leraren een stem in horen te hebben. Dat betekent niet dat we het advies kritiekloos omarmen, maar om het advies, de uitwerking ervan en het moment te laten passeren, vinden wij een gemiste kans.

Daarom hebben wij met elkaar een apologie opgesteld. Iedereen kan hier uitgebreid kennis van nemen, over nadenken en medeondertekenen. Het is zeker niet de bedoeling om alleen met gelijkgestemden dit avontuur aan te gaan. We willen namelijk een discussie voeren met een uiteindelijke conclusie die breed gedragen worden met respect voor ieders inzicht.

Met Thomas Alva Edison in gedachte: "Ontevredenheid is de eerste noodzaak voor vooruitgang".

Samenvatting 

Na het definitieve advies van Paul Schnabel over onderwijshervorming (Onderwijs2032) ontstond kritiek in media en politiek, vooral over de nadruk op leerlinggestuurd, digitaal onderwijs met geïntegreerde vakken en minder kennisoverdracht. Het advies leek te focussen op het hoe (didactiek) in plaats van het wat (inhoud), versterkt door voorbeeldscholen in presentaties. Ook weerstand tegen persoonsvorming als “staatspedagogiek” speelde mee. De benoeming van een ontwerpteamvoorzitter vóór parlementair debat vergrootte de scepsis.

De auteur pleit voor een time-out om leraren meer zeggenschap te geven over het curriculum, waarbij scholen het wat gezamenlijk bepalen en het hoe per visie verschillen, passend bij onderwijsvrijheid. Randvoorwaarden zoals tijd en middelen moeten in cao’s geregeld worden. Ondanks kritiek zien sommige leraren kansen: een bottom-up herziening kan het overladen curriculum stroomlijnen en toekomstgerichte vakken integreren. Een door docenten opgestelde apologie beoogt brede discussie en gedragen oplossingen, met respect voor diversiteit in visies. Edison’s “ontevredenheid als motor voor vooruitgang” onderstreept de urgentie van professionele betrokkenheid.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 4000+ artikelen.