Heeft een bepaalde wijze van belonen van gewenst gedrag bij kinderen van 4 tot 8 jaar een blijvend effect op een positieve gedragsontwikkeling?

Geplaatst op 2 mei 2022

Of belonen van gewenst gedrag leidt tot een positieve gedragsontwikkeling bij onderbouwleerlingen is niet duidelijk. Wel zijn er strategieën en interventies die deels effectief zijn. Ook het aanleren of trainen van sociaal-emotionele competenties kan leiden tot betere sociale competenties, toename van prosociaal gedrag en afname van probleemgedrag. Randvoorwaarden daarbij zijn goede interacties tussen leerkracht en leerling, positieve relaties tussen leerlingen, samenwerking met ouders en vooral een positief pedagogisch klimaat.

Leerkrachten gebruiken diverse strategieën om wenselijk gedrag onder leerlingen te stimuleren. Dat kan door belonen, bijvoorbeeld een krul achter de naam op het bord zetten, een compliment geven of extra tijd op de iPad toestaan.

Een positief pedagogisch klimaat bevordert wenselijk gedrag

Om wenselijk gedrag te bevorderen, is een aantal randvoorwaarden van belang. De voornaamste is het creëren van een positief pedagogisch klimaat. Leerkrachten kunnen dit realiseren door duidelijke gedragsregels en grenzen te hanteren, en verwachtingen uit te spreken. Leerlingen hebben behoefte aan voorspelbaarheid van gebeurtenissen en activiteiten, en heldere aanwijzingen over veranderingen. Daarnaast moeten leerkrachten leerlingen frequent prijzen. En ervoor zorgen dat elke leerling succesvol een taak kan volbrengen en voldoende kansen krijgt om actief deel te kunnen nemen aan activiteiten in de klas.

Andere randvoorwaarden hebben te maken met relaties tussen leerkracht, leerlingen en ouders. Leerkrachten kunnen positieve interacties met leerlingen aangaan door hun namen te kennen, aandacht te geven en interesse te tonen. Leerlingen laten oefenen met samenwerken stimuleert hun onderlinge band. Verder doen leerkrachten er goed aan met ouders een positief contact op te bouwen. Dat alles kan helpen om activiteiten, zowel op school, thuis als in de vrije tijd, voor de leerling op elkaar af te stemmen.

Sommige ‘beloningsstrategieën’ bevorderen prosociaal gedrag

Uit onderzoek valt geen eenduidig beeld op te maken of belonen op school of in de klas de intrinsieke motivatie van leerlingen stimuleert. Wel blijkt een aantal ‘beloningsstrategieën’ prosociaal gedrag te bevorderen. Het merendeel van deze strategieën is echter meer gebaseerd op samenwerking dan op beloning. Hierbij spelen onderlinge afhankelijkheid, stimulerende interactie en individuele verantwoordelijkheid een rol. Leerlingen die in een groep een gezamenlijk doel moeten bereiken, realiseren dat alleen als ieder groepslid zijn of haar rol pakt. In een groep ondersteunen ze elkaar en moedigen ze elkaar aan om het doel te bereiken. Uiteindelijk is het zowel voor de leerling zelf als voor de groepsgenoten duidelijk wat de prestatie van het individu is geweest.

Bepaalde interventies dragen bij aan positieve gedragsontwikkeling

Interventies kunnen eveneens bijdragen aan een positieve gedragsontwikkeling, vooral als die aandacht voor een positief pedagogisch klimaat hebben. Enkele voorbeelden hiervan zijn School Wide Positive Behavior Support en Taakspel.
School Wide Positive Behavior Support is gefocust op gewenst gedrag zodat ongewenst gedrag afneemt. Onderdeel van deze interventie zijn gedragsregels die helpen een positieve schoolcultuur te realiseren. De school biedt lessen in goed gedrag aan, werkt met motivatiesystemen en geeft aandacht aan klassenmanagement. Dit leidt bij leerlingen tot betere sociale competenties, een toename van prosociaal gedrag en een afname van probleemgedrag.

Taakspel is een interventie gebaseerd op klassenmanagement. Leerlingen leren spelenderwijs om zich aan regels te houden. Leerkrachten geven meer complimenten en minder correcties. Leerlingen vertonen gaandeweg duidelijk minder regelovertredend gedrag.

Het aanleren of trainen van sociaal-emotionele competenties

Ook het aanleren van sociale, probleemoplossende vaardigheden helpt om probleemgedrag tegen te gaan. Na deelname aan een specifieke interventie door zowel leerlingen als docenten – ondersteund door de ouders – vertonen leerlingen minder opstandig en agressief gedrag, en verkrijgen ze betere sociale en emotionele competenties.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Maurice de Greef (Kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: Academisch leerkracht

Vraag

Heeft een bepaalde wijze van belonen van gewenst gedrag bij kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar een blijvend effect op een positieve gedragsontwikkeling?

Kort antwoord

Om wenselijk gedrag onder kinderen op school te stimuleren kan men diverse strategieën gebruiken. Een aantal belangrijke randvoorwaarden zijn het bevorderen van interacties tussen docent en leerling, positieve relaties tussen leerlingen, de samenwerking tussen docenten en ouders en met name een positief pedagogisch klimaat. Hoewel uit onderzoek niet helder wordt of belonen leidt tot een positieve gedragsontwikkeling zijn er wel strategieën die deels effectief lijken te zijn, zoals het toepassen van een samenwerkende-coöperatieve strategie. Maar ook de interventies als de inzet van School Wide Positive Behavior Support (SWPBS), Taakspel en het aanleren of trainen van sociaal-emotionele competenties lijken te leiden tot betere sociale competenties, een toename van prosociaal gedrag en een afname van probleemgedrag.

Toelichting antwoord

Om wenselijk gedrag onder kinderen op school te stimuleren kan men diverse strategieën gebruiken. Eén mogelijke strategie is belonen. Belonen kan op verschillende wijzen plaatsvinden, door het geven van een (klein) cadeau, een krul achter de naam op het bord, een compliment, extra tijd op de IPad enzovoorts. Maar de vraag blijft of de wijze van belonen leidt tot een blijvende positieve gedragsverandering of dat het juist averechts werkt. Het laatste is denkbaar indien het belonen vooral de extrinsieke motivatie bevordert in plaats van een intrinsieke motivatie. In dat geval zal de leerling zijn gedrag niet blijvend aanpassen. De vraag die daaraan vooraf gaat is wat essentiële randvoorwaarden voor positieve gedragsontwikkeling zijn. Dat kan namelijk input geven voor het pedagogisch-didactisch handelen.

Randvoorwaarden voor het bevorderen van wenselijk gedrag

Om wenselijk gedrag te bevorderen, zijn een aantal randvoorwaarden van belang zoals het bevorderen van interacties tussen docent en leerling, positieve relaties tussen leerlingen, de samenwerking tussen docenten en ouders en met name een positief pedagogisch klimaat. Hiervoor kan men onder andere de volgende dingen doen (Moerkens & De Braat, 2013):

  • Positief pedagogisch klimaat creëren
    Dit kan door het hanteren van duidelijke gedragsregels en grenzen. Daarnaast kan men vaardigheden voor gewenst gedrag aanleren en het positieve gedrag dat daar uit volgt, belonen, waarbij men de leersituatie afstemt op de ontwikkelingskansen van leerlingen. Hierbij is de toepassing van effectieve instructiestrategieën van belang, naast het schenken van aandacht aan eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid van leerlingen.
  • Positieve interacties tussen docent en leerling bevorderen
    Dit kan door onder andere het tonen van interesse, groeten, praten met leerlingen, kennen van namen, serieus luisteren naar leerlingen en het aanbieden van onderwijs in kleinschalig verband.
  • Stimuleren van opbouw van positieve relaties tussen leerlingen onderling
    Dit kan door de leerlingen te laten oefenen met samenwerken.
  • Samenwerking tussen docenten en met ouders
    Dit kan door intensief samen te werken met ouders en collega’s en de activiteiten (zowel op school, thuis als in de vrije tijd) voor de leerling op elkaar af te stemmen.

Met name de eerste factor, het creëren van een positief pedagogisch klimaat, lijkt een belangrijke randvoorwaarde te zijn. Literatuuronderzoek van Kern en Clemens (2007) toont aan, dat er een aantal factoren zijn die bijdragen aan een positief functionerende klas en het voorkomen van verstorend gedrag (en ook een positief pedagogisch klimaat), te weten:

  • Heldere, simpele regels en verwachtingen die consistent en op eerlijke wijze worden toegepast.
  • Voorspelbaarheid van gebeurtenissen en activiteiten stimuleren door het bevorderen van gevestigde routines, informatie en aanwijzingen over toekomstige veranderingen.
  • Frequent leerlingen prijzen (zowel verbaal als non-verbaal).
  • Taakcomplexiteit monitoren om ervoor te zorgen dat elke leerling succesvol een taak kan volbrengen.
  • Voldoende kansen bieden voor alle leerlingen om actief deel te kunnen nemen aan activiteiten in de klas en de materialen te kunnen gebruiken.

Inzet van beloningsstrategieën

Diverse strategieën lijken effectief te zijn om prosociaal gedrag te bevorderen. Het onderzoek naar belonen in een school- of klassensetting levert echter geen eenduidig beeld op. Volgens het literatuuronderzoek van Hoffmann et al. (2009) lijkt zowel onderwijskundig onderzoek als onderzoek naar motivatie niet eenduidig aan te tonen of belonen de intrinsieke motivatie stimuleert. Onderzoek onder meer dan 1000 leerlingen uit het basisonderwijs toont wel aan, dat een aantal ‘beloningsstrategieën’ prosociaal gedrag bevorderen (Wah & Sim, 2019). Het merendeel van deze strategieën is echter meer gebaseerd op samenwerking dan op beloning. Een samenwerkende-coöperatieve strategie lijkt ervoor te zorgen dat voor leerlingen die hoog, gemiddeld en laag scoorden op spelling zowel de spellingsscores verbeterden als het prosociaal gedrag (en met name de sociale verbondenheid). Volgens Wah en Sim (2019) komt dat, omdat deze beloningsstrategie gebaseerd is op:

  • positieve onderlinge afhankelijkheid: doordat leerlingen samen in een groep een gezamenlijk doel moeten bereiken, dat enkel bereikt kan worden als ieder in de groep zijn of haar rol pakt;
  • bevorderende interactie: doordat leerlingen in een groep elkaar ondersteunen en aanmoedigen om het groepsdoel te bereiken;
  • individuele verantwoordelijkheid: doordat het zowel voor de leerling zelf als voor zijn of haar groepsgenoten duidelijk is wat de prestatie van de betreffende leerling is geweest.

We kunnen dus niet concluderen dat belonen leidt tot een positieve gedragsontwikkeling. Wel zijn er andere interventies die volgens Moerkens en De Braat (2013) deels effectief lijken te zijn, door onder andere hun aandacht voor een positief pedagogisch klimaat. Dit sluit aan bij het eerder genoemde literatuuronderzoek van Kern en Clemens (2007). Dit zijn: School Wide Positive Behavior Support (SWPBS), Taakspel, Programma Alternatieve Denkstrategieën en PRoefIMplementatie Anti-pestbeleid in het basisonderwijs (PRIMA). Naast het aanleren of trainen van sociaal-emotionele competenties is met name onderzoek gedaan naar de impact van de inzet van School Wide Positive Behavior Support (SWPBS) en Taakspel.

Interventie 1: School Wide Positive Behaviour Support (SWPBS)

Op veel scholen wordt School Wide Positive Behaviour Support (SWPBS) ingezet om ongewenst gedrag te signaleren en te veranderen in positief gewenst gedrag door veel te focussen op gewenst gedrag zodat het ongewenst gedrag afneemt (De Baat & Moerkens, 2013). Dit leidt tot betere sociale competenties, een toename van prosociaal gedrag en een afname van probleemgedrag. Volgens de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) (2021a) is deze interventie ‘goed onderbouwd’, maar is er in Nederland nog geen effectonderzoek naar gedaan.

Positive Behaviour Support (PBS) is een werkwijze waarbij men het gedrag van een leerling probeert te begrijpen (BILD,2016). Hierbij toetst men als het ware de sociale en fysieke omgeving waarin het gedrag plaatsvindt en betrekt men ook het perspectief van de leerling en de betrokkenen in de omgeving. Dit wordt gebruikt om een interventie op te zetten, zodat de ‘kwaliteit van leven’ voor de leerlingen en zijn of haar omgeving verbeterd wordt (BILD, 2016). De leerling zelf en alle betrokkenen uit zijn of haar omgeving worden betrokken om zonder straffen op een transparante en eerlijke manier een interventie te realiseren die voor de leerling voordelig is (BILD, 2016). Hierbij lijkt minder expliciete aandacht uit te gaan naar belonen.

Op scholen wordt deze werkwijze geregeld gebruikt onder de noemer School Wide Positive Behaviour Support (SWPBS). Meestal is dit een programma gericht op leerlingen waar extra ondersteuning voor nodig is (De Baat & Moerkens, 2013). Maar het wordt ook breder toegepast voor alle leerlingen. Onderdeel van deze interventie is dat men gedragsregels binnen de school opstelt en een positieve schoolcultuur realiseert die tevens refereert aan het eerdergenoemde ‘positieve pedagogische klimaat’. Daarnaast worden lessen in goed gedrag gegeven en is er aandacht voor een goed klassenmanagement en wordt er met motivatiesystemen gewerkt (De Baat & Moerkens, 2013).

De literatuurstudie van McIntosh et al. (2011) toont aan, dat door inzet van School Wide Positive Behaviour Support leerlingen betere sociale competenties kregen, hun prosociaal gedrag toenam en het probleemgedrag afnam. Dit wordt bevestigd door onderzoek van Luiselli et al. (2005) onder circa 600 leerlingen (op een basisschool), waaruit blijkt dat door invoering van de interventie Whole-School Positive Behaviour Support er minder disciplineproblemen waren gerelateerd aan minder schorsingen en dat leerlingen minder vaak een aantekening kregen als ze iets ‘verkeerds’ hadden gedaan (onder andere vechten, bedreigen of beledigen, verstoren van de orde in de klas of in de bus, provoceren en het kapot maken van spullen).

De onderzoeksresultaten van een casestudy van een school in Canada bevestigen dit en laten zien dat na inzet van Positive Behavioural Interventions and Supports (PBIS) gedrag van de leerlingen positiever werd doordat men onder andere minder vaak uit de klas werd gestuurd of geschorst werd (Kelm et al., 2014). Zo ook werd uit de onderzoeksresultaten van een andere case study in een scholendistrict duidelijk, dat na invoering van de interventie School Wide Positive Behaviour Support er minder probleemgedrag gesignaleerd werd (McIntosh et al., 2011).

Interventie 2: Taakspel

Taakspel is een interventie gebaseerd op klassenmanagement, waarbij leerlingen spelenderwijs leren om zich aan de regels te houden en het omzetten van negatieve controle naar positieve controle door de docent bevorderd kan worden (Griffioen, 2008). Onderzoek onder circa 50 leerlingen en een aantal docenten uit het speciaal basisonderwijs laat zien, dat door de inzet van de interventie ‘Taakspel’ leerlingen significant minder regelovertredend gedrag vertoonden en de docenten meer complimenten en minder correcties gaven (Griffioen, 2008). Volgens de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het NJi (2021b) is het Taakspel effectief volgens goede aanwijzingen wat maar voor weinig interventies geldt.

Interventie 3: Aanleren van sociaal-emotionele competenties

Volgens Vliek en Weide (2011) is naast de bevordering van omgang met sociaal competente leeftijdsgenoten het aanleren van sociale, probleemoplossende vaardigheden één van de mogelijke interventies om probleemgedrag tegen te gaan (Vliek & Weide, 2011). Onderzoek onder leerlingen van basisscholen in Luxemburg toont aan, dat na deelname aan een specifieke interventie leerlingen minder opstandig en agressief gedrag vertoonden en betere sociale en emotionele competenties verkregen (Petermann & Natzke, 2008). De interventie bestond uit een training betreffende sociaal-emotionele vaardigheden voor de leerlingen en docenten naast ondersteuning van de ouders op dit gebied (Petermann & Natzke, 2008).

Geraadpleegde bronnen 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Cursus
Antipestcoördinator in het po
Antipestcoördinator in het po
Pestgedag signaleren, beleid in de praktijk en gespreksvoering
Medilex Onderwijs 
Webinar
Roos van Leary in de klas
Roos van Leary in de klas
Gratis webinar met Niels de Jong
Wij-leren.nl Academie 
Passend Onderwijs
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.
Aurecool ondersteunt jou bij begrijpen en bevorderen van de soc-emo ontwikkeling van elke leerling.
Aurecool 
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.Roos van Leary -1-
Roos van Leary - uitleg - test - gebruik.
Arja Kerpel
Pedagogisch basisklimaat
Pedagogisch (basis) klimaat.
Luc Stevens
Orde en grenzen
Orde en grenzen. Het aandeel van de leerkracht in de wanorde..
Henk Galenkamp
Explosief agressief gedrag (2)
Explosief/agressief gedrag bij kinderen. Wat kun je doen in je klas? (2)
Anton Horeweg
Explosief agressief gedrag (1)
Explosief/agressief gedrag bij kinderen. Wat kun je doen in je klas? (1)
Anton Horeweg
Macht of gezag
Onderwijs is een wij-woord
Ivo Mijland
Zelfvertrouwen leerkracht
Storend leerlinggedrag maakt leraren onzeker
Annemieke Top
Interventies gedragsproblemen
Interventie bij gedragsproblemen - De Eerste Stap
Monique Baard
Functie gedragsproblemen
‘Waarom doe je dat!?’ - Functie en aanpak van probleemgedrag
Kees van Overveld
Pedagogisch leiderschap
Luc Stevens over pedagogisch leiderschap
Machiel Karels
Leerkrachtgedrag
Pedagogisch en didactisch handelen
redactie
Externaliserend gedrag en investeren in relatie
Omgaan met agressief en asociaal gedrag? Investeer in de relatie!
redactie
Leren van een praktijkvoorbeeld Kracht in Controle
Sociaal-emotioneel leren op het VO - Een praktijkvoorbeeld
Anne-Wil Abrahamse
Hardnekkig probleemgedrag moeilijke groep
Omgaan met probleemgedrag in de groep
Kees van Overveld
Brutaal, boos of agressief gedrag op school
Brutaal, boos of agressief gedrag op school
Marleen Legemaat
Lessen in orde
Lessen in orde - Handboek voor de onderwijspraktijk
Marleen Legemaat
Gedragsproblemen bij kinderen
Gedragsproblemen bij kinderen
Marleen Legemaat
Gedragsproblemen in de klas
Gedragsproblemen in de klas
Arja Kerpel
Roos van Leary interactiekunde professionals
Roos van Leary - interactiekunde voor professionals
redactie
Gedraag je!
Gedraag je! Toegepaste gedragsleer voor een goed werkklimaat
Marleen Legemaat


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Omix Webtalks met Jitske Kramer - Culturen en tribes in het onderwijs.
Omix Webtalks met Jitske Kramer - Culturen en tribes in het onderwijs.
redactie
Motivatie in een video van één minuut uitgelegd
Motivatie in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Pedagogisch klimaat in een video van één minuut uitgelegd
Pedagogisch klimaat in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



basisbehoeften
intrinsieke motivatie
leerkrachtvaardigheden
pedagogisch klimaat
positive behavior support (pbs)
schoolklimaat

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest