Kennisplatform
Alles over executieve functies: Leermodules van Emiel van Doorn.

Begrijpend lezen als vak afschaffen?

Filipiak, P. (2017) Begrijpend lezen als vak afschaffen?
Geraadpleegd op 15-10-2024,
van https://wij-leren.nl/begrijpend-lezen-leesstrategie-studerend-informatie-verwerken.php
Geplaatst op 10 februari 2017
Begrijpend lezen vak

De discussie over het vak begrijpend lezen blijft de gemoederen beroeren.

  • Moet het worden afgeschaft?
  • Kan het niet beter worden vervangen door ‘het vak’  informatie verwerken of door eenzijdig zoekend lezen?
  • Of misschien nog beter door lessen in ‘leesstrategieën?

Complexiteit en eenvoud

Lezen is meeslepend complex. Het gaat over het decoderen en vloeiend lezen, over de noodzakelijke ervarings- en taalbasis, de doorslaggevende leesmotivatie en de hoeveelheid tekst, de tekstcomplexiteit en het gaat over het actieve denken bij het (leren) lezen (Smits, Koeven, 2016). Goed lezen en verbale intelligentie hangen er ook sterk mee samen.

Net zo als:

  • verbaal redeneren;
  • abstraheren;
  • logisch denken en verbanden leggen;
  • grammaticale zins- en tekstbeheersing;
  • ruime woordkennis;
  • creatief denken;
  • analogie denken;
  • een goede technische leesvaardigheid.

Het zit allemaal in lezen met begrip. Zelfs begrijpend zoeken, kijken en luisteren, dat van Oosten (2016) propageert als alternatief voor het vak begrijpend lezen, heeft er een verband mee.

Wat werkt?

Dat het leesproces complex van aard is, wil nog niet zeggen dat je daarom het leesonderwijs voor jonge lezers complex moet maken en dat je alle onderdelen van die complexiteit bijna één voor één als vak zou moeten trainen.

Smits en Koeven merken terecht op dat slechts 39% van de variantie in de gunstige effecten van onderwijs in begrijpend lezen wordt verklaard met een complexe leesformule als die van Hoover en Gough: complexiteit die kennelijk verdampt als het wordt omgezet in een vak.

Zij geven ook aan dat onderwijsdeskundige Hattie de fout in gaat door het trainen van leesstrategieën als iets van ‘de bovenste plank’ aan te bevelen. Op gewone genormeerde begripstoetsen worden na strategietraining slechts verwaarloosbare of kleine resultaten gemeten op het gebied van leesbegrip.

De invloed van woordenschat door die aanpak lijkt zelfs licht negatief. Expliciet aanleren van leesstrategieën leidt alleen tot ……kennis over leesstrategieën. Maar het leidt niet tot meer leesbegrip. Oskam (2016) volgt met haar verbeterde strategietraining een achterhaald spoor.

Eenvoudige boter bij de vis

Begrijpend kunnen lezen komt kort gezegd neer op vlot en vloeiend lezen terwijl je voor, tijdens en na het lezen nadenkt. Begrijpend lezen is denkend lezen en ervaren lezers gebruiken gewoonlijk slechts een paar denkstrategieën op geïntegreerde wijze en steeds gericht op de inhoud van de tekst.

Zoals flexibel denken aan je voorkennis, je voorspelling, je verbeelding en je eigen vragen bij al het lezen. Dat is grotendeels wat ervaren lezers doen.

Laat jouw denken aan leerlingen horen bij het oplossen van jouw begripsprobleem in een voor jou moeilijke tekst. Coach leerlingen vanaf AVI-E4 met denkaanwijzingen bij het alledaagse lezen van een tekst die ze zelf hebben gekozen en waarover ze vragen hebben. Die aanwijzingen verschillen per tekstsoort. Een aanpak van vaste leesstapjes werkt daarom niet.

Voorlezen en luisterlezen en ook samenwerkend lezen dragen bij aan het begrip van mondelinge taal een daarmee ook aan leesbegrip. (Smits, Koeven, 2016; van Oosten 2016). Leestempo, leestoon, intonatie leer je eenvoudigweg door een tekst hardop en begrijpelijk voor te dragen voor een geboeid publiek in de klas, door er veel over na te denken en door er vaak met elkaar over te praten. Ook deze eenvoudige aandacht aan leesontwikkeling hoeft niet in een vak begrijpend lezen plaats te vinden.

Een aanpak waarin strategieën niet expliciet worden aangeleerd, maar op een natuurlijke motiverende manier worden gebruik in gesprekken waarin de inhoud van de tekst centraal staat is wél effectief. Veel lezen is verder een essentieel aspect van leren lezen en dit leidt tot serieuze positieve effecten van >0.70 op genormeerde begripstoetsen.

Leesonderwijs mag daarom nooit vooral gevuld worden met leesstrategielessen. Het gaat altijd om het begrijpen van de inhoud van aantrekkelijke en door leerlingen zelfgekozen teksten (Zie ook: Smits, Koeven, 2016).

Juist het flexibel en creatieve denkend lezen moeten leerlingen leren. Daar hoeft geen methode voor begrijpend lezen omheen te worden gebouwd. Het gaat om een hanteerbare motiverende en eenvoudige didactiek van ‘(Hardop)denken leren lezen’ in de handen en hoofden van de leerkracht (Wilhelm, 2008; Filipiak, 2013).

Leesplezier

Kevin leest een jeugdboek of Kidsweek junior uit eigen interesse, maar wordt voortdurend overvallen door vragen van anderen over iets wat hij niet interessant vindt. Een oud-leerling: ‘Als het onderwijs bij mij ergens heel goed is in geslaagd is het om mij een ontzettende weerzin tegen alles wat als literatuur wordt beschouwd bij te brengen’. Een andere oud-leerling: ‘Lezen op school, ik doe het nog niet mijn ergste vijand aan’.

Veel leesonderwijs wordt ‘complex bedolven en bedorven’ en dat heeft niets te maken met het idee dat leerlingen maar moeten wennen aan vervelend onderwijs: ‘Het hoeft allemaal niet leuk te zijn’ is de stoplap. Een onderwijzeres: ‘Na 42 jaren voor de klas kan ik bevestigen dat kinderen een hekel aan dit vak hebben.
Maar ja, er is ook nog een Cito-toets begrijpend lezen en die is kennelijk heel belangrijk. Dat kinderen hierdoor een hekel aan lezen krijgen is een feit’.

‘Begrijpend lezen was ooit heel erg leuk!’ merkt een onderwijzer op. ‘Ik koos erg leuke boeken uit, soms samen met de kinderen. En wij praatten over de inhoud. De meeste kinderen vonden het juist érg leuk, jaren later hoor ik dat nog terug. Alle aspecten van het Nederlands kwamen daarbij in mijn leeslessen aan bod. Maak het leuker, dan pikken kinderen het veel sneller op’.

Via voorlezen en jeugdliteratuur en teksten over de actualiteit van hun eigen leven, dienen kinderen eerst een persoonlijk plezier te krijgen in rijke vormen van lezen, in diverse leesgenres en met motiverende leeswerkvormen. Ook lezen om te leren gaat daarna beter omdat de leesmotivatie is opgebouwd en niet afgebroken. Een belangrijke opbrengst van leren lezen is het kweken van leesinteresse bij leerlingen zodat ze de hun leesvaardigheid überhaupt verder willen ontwikkelen. Ontbreekt leesmotivatie dan kun je het lezen om te leren bij veel leerlingen ook afschrijven. Veel methoden voor begrijpend lezen en opvattingen over de vormgeving van begrijpend lezen als vak verdringen deze visie op aantrekkelijk leesonderwijs.

Lezen om te leren

Een vak studerend lezen, informatie verwerken of studievaardigheden gaat over het hanteren van naslagwerken, het lezen van studieteksten, schema’s, tabellen, grafieken en kaartlezen. De Cito-eindtoets bevat veertig opgaven die hierop betrekking hebben. Het bestaat al en een vak als begrijpend lezen hoeft er niet door vervangen te worden.

In het zaakvakonderwijs is zoekend lezen om leervragen na afloop van de (complexe) kennistekst te beantwoorden wél zinvol. Als je een kind bij de zaakvakken vraagt wat het wil weten is dat vrijwel nooit iets wat het kind moet weten. Dat is anders dan bij het culturele lezen voor je plezier, hoewel lezen van zaakvakteksten ook heel plezierig kan zijn.

Veel kinderen hebben er een voorkeur voor en hebben steun van de visuele ondersteuning bij het soort teksten dat in zaakvakmethoden is te vinden.

Voor de algemene ontwikkeling heeft een kind een stevige basiskennis nodig, of het daar nou wel of niet interesse in heeft: het is raadzaam dat het die kennis toch tot zich neemt. Daarbij kun je natuurlijk ook allerlei moderne media gebruiken. Ook daarvoor moet je goed informatie verwerkend kunnen lezen. 

Geen nieuw vak, maar gewoon studerend lezen of informatie verwerken in het perspectief van het zaakvakonderwijs. Bij Cito, Ajodakt, Delubas vind je daarvoor oefenmateriaal. Met Blits (groep 5 tot en met 8) leren kinderen het lezen, begrijpen en verwerken van allerlei informatiebronnen.

ZIP is een beknopt programma voor informatieverwerking en biedt een goede voorbereiding op de Cito-toetsen en op het voortgezet onderwijs in groep 7 of 8; het lezen van Cito-toetsen is te beschouwen als een apart leesgenre: oefen het ook met oude Eindtoetsen.

Het nut van internationale ranglijstjes

Het lezen voor je plezier van verhalende teksten wordt tegengewerkt door ál het lezen eenzijdig te benaderen als informatie verwerking, met vragen na afloop ook van verhalende teksten. Al het ‘begrijpend lezen’ werd door uitgevers en Cito eenzijdig getransformeerd in een zaakvakachtige wijze van lezen.

Al het lezen werd daarmee zoekend lezen: het lezen van een tekst, het lezen van de vragen na de tekst en het zoeken van de antwoorden op de vragen door in de tekst alsnog naar de antwoorden te zoeken. Met de regelnummers in de kantlijn en met de ‘didactische’ opmerking: kijk nog eens goed wat je hebt gelezen en ga naar regel 8 voor het antwoord op de vraag. Wat leren leerlingen hiermee?

Antwoorden op vragen na een tekst worden als dé opbrengsten van leesonderwijs gedefinieerd en die worden vergeleken in het internationale PIRLS- leesonderzoek: ‘Progress in International Reading Literacy Study?’ Leerlingen beantwoorden hierin vragen over een informatieve en een verhalende tekst en vullen daarnaast een vragenlijst in rondom leesgedrag en leesattitude.

Het risico van dergelijk onderzoek is dat men wordt verleid al het lezen tot ‘PIRLS-lezen’ te dwingen en ontstaat het risico van ‘International teaching to the test’  in landelijk opgedrongen leesbeleid.

Je toetst natuurlijk wel wat van het complexe lezen en als je het oefent, net zo als bij leesstrategieën, kun je ook wel een effect meten. Maar over welke validiteit en welke opbrengsten hebben we het dan eigenlijk? Leerlingen in verschillende landen die meer of minder goed zijn in zoekend lezen? En waarom toetste Cito nooit leesgedrag en leesattitudes in Nederland?

Tot slot

Het vak begrijpend lezen en ‘het vak’ leesstrategieën kunnen worden afgeschaft en plaats maken voor leesbevordering, gestimuleerd door een actuele klasse- en schoolbibliotheek. Het hoeft niet te worden vervangen door het vak informatie verwerken want dat bestaat al.

Leg eerst een accent op leesbevordering en als leerlingen flink gemotiveerd zijn om überhaupt te willen lezen, besteed dan veel aandacht aan studievaardigheid. Het is te overwegen dat te integreren in het zaakvakonderwijs met het oog op het sparen van roostertijd en het bewerkstelligen van leereffect. Misschien dat dan internationaal leesonderzoek ook aan relevantie wint.

Literatuur

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.